Notitie over enkele aspecten van de eigen kalenders en liturgische teksten
x
Informatie over dit document
Notitie over enkele aspecten van de eigen kalenders en liturgische teksten
Georgius A. Kard. Medina Estévez
Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
20 september 1997
Curie - Notities
2016, Beleidssector liturgie van de Nederlandse Bisschoppenconferentie / Nationale Raad voor Liturgie / Notitiae, 35 (1997), p. 284-297
Liturgische Documentatie, dl. 13, p. 177-190
Liturgische Documentatie, dl. 13, p. 177-190
20 september 1997
NRL
3 januari 2023
6508
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inhoud
1
Het Tweede Vaticaans Concilie heeft opnieuw het uitgangspunt bevestigd, dat de heiligenvieringen, waarin de wonderen van Christus in zijn dienaren worden verkondigd, ondanks hun belang, niet moeten prevaleren boven de vieringen van de heilsmysteries die wekelijks plaatsvinden op de zondag, alsook gedurende de loop van het liturgisch jaar. Deze visie betekende ook dat de viering van vele heiligen moest worden overgelaten aan de (afzonderlijke) bisdommen, landen en religieuze families. Sacrosanctum Concilium [[570|111]] Dit uitgangspunt diende, samen met andere door het Concilie vastgestelde principes, om het liturgisch jaar en de Algemene kalender van de Romeinse Ritus [2722] te herzien.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De Algemene normen voor het liturgisch jaar en de kalender [2722], alsook de Tabel van de liturgische dagen beogen de concrete toepassing van dit criterium op zowel de Algemene kalender als de Eigen kalenders. De Instructie De Calendaria Particularia atque Officiorum et Missarum Propriis recognoscendis [3894] van de H. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst [d:108] d.d. 24 juni 1970 biedt bovendien nog expliciet enkele aanvullende aandachtspunten aangaande de Eigen kalenders.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Sinds de promulgatie van deze normen hebben twee nieuwe factoren hun intrede gedaan. Enerzijds heeft het grote aantal zalig- en heiligverklaringen dat de paus in de laatste jaren heeft verricht, veelal geleid tot een aanzienlijke toename van het aantal vieringen dat op de Eigen kalenders staat ingeschreven. Anderzijds werd op de Algemene kalender [2722] een aantal vieringen ingevoegd en werd van sommige vieringen die er reeds op stonden, de rang verhoogd, waardoor vanzelf ook het aantal liturgische dagen is afgenomen dat vrij is van verplichte vieringen.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten [d:108] acht een verandering van de geldende normen momenteel niet wenselijk; tegelijkertijd vindt zij het echter noodzakelijk enkele punten te onderstrepen aangaande die normen, waarvan de naleving ertoe kan bijdragen om een al te grote verandering van de liturgische kalenders tegen te gaan.
Tot slot zullen nog enkele zaken worden behandeld aangaande de keuze en samenstelling van de betreffende eigen liturgische teksten.
Tot slot zullen nog enkele zaken worden behandeld aangaande de keuze en samenstelling van de betreffende eigen liturgische teksten.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- I
5
De geschikte dag om een viering in te voegen in een Particuliere kalender is de zelfde dag van die viering in de Algemene kalender a [[2722|(56)]] De Calendaria Particularia atque Officiorum et Missarum Propriis recognoscendis [[3894|23]], ook al wordt de rang van de viering veranderd.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Om de traditionele titels waaronder hetzij de Heer Jezus Christus, hetzij de heilige Maagd Maria vereerd worden, liturgisch te vieren is het een goede praktijk deze titels te verbinden met een van de feesten of hoogfeesten van de Heer of de heilige Maagd die men op de Algemene kalender vindt. In het geval van O.L. Vrouw bestaat ook de gewoonte om haar viering te plaatsen op 12 september, voorheen de feestdatum van de Allerheiligste Naam van Maria op de Romeinse Kalender. In de tussentijd is het, juist in de geest van re-integratie en verheldering, aan te raden om het instellen van nieuwe devotionele titels of vieringen rond de Heer en zijn Moeder te vermijden en zich te beperken tot de reeds in de liturgische boeken gebruikelijke titels en vieringen, tenzij ze beantwoorden aan een wijd verspreid gelovig aanvoelen onder het christenvolk en ze tevoren naar behoren op leerstellig vlak zijn onderzocht.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Waar het een heilige zonder eigen viering op de Algemene kalender betreft, zal de meest geschikte dag voor de Particuliere kalender de dies natalis van de heilige zijn. Wanneer die dag echter niet bekend is of deze wordt verhinderd door een hoogfeest, feest of verplichte gedachtenis welke reeds op de Algemene of Particuliere kalender staat ingeschreven, zal de nieuwe viering normaal gesproken worden vastgesteld op een andere geschikte dag: dat kan de doop- of wijdingsdag van de heilige zijn, of de dag van de 'vinding' (inventio corporis) of overbrenging (translatio), of eenvoudigweg de dichtstbijzijnde dag die niet verhinderd wordt. b.-c. [[2722|(56)]] Bij voorkeur kiest men niet de dag van de heiligverklaring. (vgl. hieronder, nr. 39) [[al:39]]
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Waar het op de Particuliere kalender een vrije gedachtenis betreft waarvan de viering op de meest geschikte dag wordt verhinderd door een andere, verplichte gedachtenis, ingeschreven op de Algemene kalender of op bijvoorbeeld de nationale kalender, wordt een van de volgende twee oplossingen aanbevolen vgl: Vita S. Bonifatii [[[2894|(23)]]]: in bepaalde gevallen kan toestemming worden verkregen om de rang van verplichte gedachtenis terug te brengen tot die van vrije gedachtenis, zodat men een gerechtvaardigde vrijheid heeft om tussen de twee vieringen te kiezen; of men kan - maar dit is zeldzaam - twee vieringen van dezelfde soort samenvoegen.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Zaligen komen vanzelfsprekend niet op de Algemene kalender voor, maar wanneer zij in een Particuliere kalender worden ingevoegd, gebeurt dit doorgaans volgens dezelfde uitgangspunten als die welke hierboven voor een heilige uiteen werden gezet.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- II
10
Door de Dicasteries van de Heilige Stoel met bevoegdheid inzake de heilige liturgie is gedurende de afgelopen jaren, in reactie op gemotiveerde aanvragen door diocesane bisschoppen en om pastorale redenen, toestemming gegeven voor een aantal verplaatsingen, ook van vieringen die voorkomen op de Algemene kalender. Op dit moment lijkt het echter goed hier enkele gedachten over weer te geven.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Men dient de integriteit van de Algemene kalender te bewaken als uitdrukking van de wezenlijke eenheid van de Romeinse Ritus. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|38]]] Immers, het risico bestaat dat een te brede praktijk leidt tot verzwakking van de eenheid en innerlijke samenhang van de Algemene kalender en, daaraan ondergeschikt, van de afzonderlijke nationale en regionale diocesane kalenders.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
In de toekomst zal de Congregatie daarom sterker vasthouden aan de noodzaak om de vieringen van de Algemene kalender op de hun toegewezen dag te laten staan en om niet toe te staan dat vieringen die een verhindering vormen, naar een andere dag worden verplaatst, tenzij om uitzonderlijke pastorale redenen die een aanzienlijk aantal gelovigen betreffen. Hetzelfde zal gelden voor nationale kalenders en kalenders van interdiocesane regio's, wanneer deze conflicteren met een diocesane kalender.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Wanneer de verhindering van een viering op ondergeschikt niveau kan worden verholpen, houde men zich normaal gesproken aan het beginsel, dat niet de verhinderende, maar veeleer de verhinderde viering wordt verplaatst.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De verplaatsing van een verhinderende viering wordt dikwijls gemotiveerd door het bestaan van processies of andere feestelijkheden uit de katholieke volkstraditie. Deze gevallen verdienen bijzondere aandacht. Wanneer dergelijke bijeenkomsten echter eerder van volkse of folkloristische dan van liturgische aard zijn, kunnen ze los van de liturgische aangelegenheden plaatsvinden en is er ook geen verplaatsing van een viering nodig. Toch blijven er hoogfeesten en feesten met een diep gewortelde, onheuglijke volkstraditie, die voldoende rede vormt om de verhinderende viering te verplaatsen. vgl: b. [[[3894|23]]]
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Minder vaak geeft men als reden voor de verplaatsing van een viering de overweging, dat de viering dan zou samenvallen met een overeenkomende viering op de liturgische of volkskalender van een niet-katholieke christengemeenschap. Behoudens echt uitzonderlijke overwegingen, dient men een dergelijke motivatie als onvoldoende te beschouwen. Dit geldt in het bijzonder voor de Algemene kalender, die uitdrukking is van de bestaande gemeenschap tussen de plaatselijke Kerken van dezelfde ritus: hier mogen geen - op zichzelf prijzenswaardige - overwegingen overheersen die gericht zijn op kerkelijke gemeenschappen waarmee geen volledige communio bestaat.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- III
16
De wetgeving voorziet in de mogelijkheid om de datum waarop sommige hoogfeesten worden gevierd, te veranderen, nl.: Openbaring van de Heer, Hemelvaart en Sacramentsdag. Wanneer dit geen verplichte feestdagen meer zijn, worden zij verplaatst naar de dichtstbijzijnde zondag. Normae universalis de Anno liturgico et de Calendarium Romanum [[2722|(7)]] Ook het hoogfeest van de H. Jozef kan, wanneer het geen verplichte feestdag is, worden verplaatst buiten de veertigdagentijd, indien de bisschoppen dit wenselijk achten. Normae universalis de Anno liturgico et de Calendarium Romanum [[2722|(56)]] Wat betreft het hoogfeest van Allerheiligen zou er, bijvoorbeeld, een gegronde reden tot verplaatsing kunnen zijn, als het daardoor samenvalt met een dag die beter harmonieert met de plaatselijke cultuur. vgl: De Calendaria Particularia atque Officiorum et Missarum Propriis recognoscendis [[[3894|36]]] Buiten deze gevallen dient men vast te houden aan de data van de Algemene kalender en moet doorgaans het liturgische jaar met grote zorg behouden worden, en m.n. het eigen karakter van de zondag als "dag van de Heer", waarop de Kerk het lijden en sterven, de verrijzenis en de heerlijkheid van de Heer Jezus gedenkt. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|106]]]
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Gevolg gevend aan het verlangen van het Concilie, benadrukken de normen dat men de periode waarin doorgaans de veertigdagentijd en het Paasoctaaf vallen, alsook de dagen van 17 tot en met 24 december, dient vrij te houden van heiligenvieringen. Genoemde normen kunnen echter uitzonderingen toestaan in het algemene kader. Vooral wordt op dit laatste punt een zekere vrijheid gelaten m.b.t. de eigen feesten en de eigen niet verplichte gedachtenissen.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IV
18
Het verdient opmerkzaamheid, dat de inschrijving van vieringen op de Eigen kalenders nauwkeurig geschiedt volgens de geldende normen.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Op de diocesane kalender worden ingeschreven: het feest van de (voornaamste) patroon van het bisdom, het feest van de wijding van de kathedrale kerk, alsook de verplichte gedachtenis van de eventuele bijpatroon. Ook worden hier de vieringen ingeschreven van die heiligen en zaligen die bijzonder verband houden met het bisdom: bijv. (heiligen en zaligen) die er geboren zijn, er een langdurig kerkelijk dienstwerk hebben vervuld, er gestorven zijn - vooral als hun lichaam of een aanzienlijk deel van hun relieken er bewaard worden -, of wanneer er voor ben sinds onheuglijke tijden een nog steeds levendige verering is. vgl: a [[[272|(52)]]] Tabel, nr. 8a, 8b, 11 a Tabel, nr. 8a, 8b, 11 a vgl: De Calendaria Particularia atque Officiorum et Missarum Propriis recognoscendis [[[3894|9]]]
De aanvraag, die zich niet zelden voordoet, om voor de (voornaamste) patroon van het bisdom een viering met de rang van hoogfeest te verkrijgen, is niet volledig in overeenstemming met de normen vgl. Tabel, nr. 8a vgl. Tabel, nr. 8a en is af te raden.
De aanvraag, die zich niet zelden voordoet, om voor de (voornaamste) patroon van het bisdom een viering met de rang van hoogfeest te verkrijgen, is niet volledig in overeenstemming met de normen vgl. Tabel, nr. 8a vgl. Tabel, nr. 8a en is af te raden.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Op de religieuze kalender worden ingeschreven met de rang van hoogfeest de viering van de titel, ofwel de stichter of de (voornaamste) patroon van de religieuze familie. Er vindt dus één enkele viering met de rang van hoogfeest plaats en de andere twee met de rang van feest. vgl. Tabel, nr. 4d, 8d vgl. Tabel, nr. 4d, 8d Wanneer de stichter echter een zalige is, zal de viering de rang van feest hebben. vgl: a [[[3894|12]]]
Verder zijn er de verplichte gedachtenis van de eventuele bijpatroon en de vieringen van heiligen en zaligen die bijzonder verband houden met de religieuze familie, vooral die welke tot de orde of congregatie behoren. vgl: b [[[2722|(52)]]] vgl. Tabel, nr. 8f, 11a, 11 b vgl. Tabel, nr. 8f, 11a, 11 b vgl: De Calendaria Particularia atque Officiorum et Missarum Propriis recognoscendis [[[3894|12]]]
Verder zijn er de verplichte gedachtenis van de eventuele bijpatroon en de vieringen van heiligen en zaligen die bijzonder verband houden met de religieuze familie, vooral die welke tot de orde of congregatie behoren. vgl: b [[[2722|(52)]]] vgl. Tabel, nr. 8f, 11a, 11 b vgl. Tabel, nr. 8f, 11a, 11 b vgl: De Calendaria Particularia atque Officiorum et Missarum Propriis recognoscendis [[[3894|12]]]
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Om hetgeen gezegd is over de viering van een bijpatroon te preciseren, is het goed de Normen inzake de aanstelling van patronen [6802] uit 1973 in herinnering te roepen; deze schrijven voor dat er één enkele patroon zou moeten zijn Normen inzake de aanstelling van patronen [[6802|(6)]], waarbij dus, sinds die datum, de mogelijkheid wordt uitgesloten om bijpatronen te kiezen. Normen inzake de aanstelling van patronen [[6802|(5.14)]] Het is belangrijk deze norm, waarop een enkele uitzondering werd toegestaan, in de toekomst niet te veronachtzamen.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Hieruit volgt dat, wanneer uitzonderlijke pastorale redenen ontbreken, het niet gunstig is andere vieringen in de Particuliere kalenders in te voegen. In dergelijke uitzonderlijke gevallen is een indult van de Heilige Stoel vereist.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Inzake de andere kalenders is er minder wetgeving ontwikkeld. Daarbij gaat het enerzijds om de interdiocesane (regionale, nationale) of intradiocesane (van steden of andere plaatsen, van bepaalde kerken) kalenders; anderzijds om de kalenders van congregaties of provincies van religieuze families, of gemeenschappelijke kalenders voor verschillende takken van één enkele religieuze familie. Fundamentele uitgangspunten vindt men in de Tabel van de liturgische dagen en in De Calendaria Particularia atque Officiorum et Missarum Propriis recognoscendis [3894|8.10.11].
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Vaak wordt vooral het bestaan van de eigen kalenders voor de afzonderlijke kerken veronachtzaamd; deze kalenders worden samengesteld vanuit de erkende vieringen op de Tabel van de liturgische dagen. Buiten het hoogfeest van de verjaardag van de kerkwijding van de eigen kerk en het hoogfeest van de titel, kunnen er nog eigen feesten op staan.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- V
25
Er dient te worden gewezen op het mogelijke gevaar dat men loopt, wanneer op de verschillende kalenders een buitensporig aantal vieringen wordt ingevoegd. Normae universalis de Anno liturgico et de Calendarium Romanum [[2722|(53)]] De Calendaria Particularia atque Officiorum et Missarum Propriis recognoscendis [[3894|17]] Men zou dan de kalender van het bisdom, van een religieuze familie, een natie, een interdiocesane regio, een religieuze provincie of anderszins te zwaar maken. Dit kan mogelijk worden verholpen door: de samenvoeging van heiligen en zaligen in één gemeenschappelijke viering a [[2722|(53)]] a [[3894|17]] en de toepassing van het subsidiariteitsprincipe tussen de vieringen op particulier niveau, waarbij men erop aandringt de vieringen van heiligen en zaligen zonder sterk verbreide verering te beperken tot bepaalde plaatsen. b.-c. [[2722|(53)]] b [[3894|17]]
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Wanneer men verschillende heiligen in één gemeenschappelijke viering wil samenvoegen, dient er te worden gelet op een zekere mate van homogeniteit, waarbij men rekening houdt met hun historisch tijdvak, de wijze waarop zij kerkelijk actief waren, het soort leven dat zij leidden, de verschillende spirituele tradities en de geschiedenis van ieders verering, om zo te vermijden dat er een nieuwe, kunstmatig ontworpen cultus ontstaat die vreemd zou zijn aan de traditie.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Als men tot dergelijke samenvoegingen overgaat, dient men er vooral op te letten dat de afzonderlijke heiligen in de loop van het liturgisch jaar slechts één enkele viering hebben. vgl: b [[[2722|(50)]]] Men vermijde dan ook verdubbelingen, die zich bijv. zouden voordoen wanneer men (een heilige) eerst in een gemeenschappelijke viering gedenkt en vervolgens nog in een zelfstandige viering.
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- VI
28
Men dient vooral voorzichtig te zijn met de invoeging van zaligen of heiligen in de diocesane of nationale kalender, of de algemene kalender van een religieuze familie. Vaak is het beter een viering in te stellen die zich beperkt tot plaatsen die nauw met de zalige of heilige verbonden zijn.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Over het algemeen vereist het onderscheid in viering tussen een zalige en een heilige in feite, dat de viering van een zalige zich beperkt tot een bepaald geografisch gebied.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Bovendien dient men vooral voorzichtig te zijn met de invoeging van nieuwe zaligen in de kalender van een interdiocesaan territorium van grotere omvang, zoals een natie, of in de algemene kalender van een religieuze familie. Het is wenselijk dit stapsgewijs te doen in een langere tijdsspanne.
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
In een enkel geval, vooral in jonge Kerken, valt te rechtvaardigen dat een zalige ook wordt ingevoegd in de kalender van het bisdom waaruit deze afkomstig is, waar deze is gestorven of diens kerkelijke activiteit heeft uitgeoefend. Toch is het aan te bevelen dat men als rang een vrije gedachtenis neemt, en vervolgens overgaat tot een uitbreiding over meerdere bisdommen of de gehele natie, maar pas na een passende tij spanne waarin de spontane volksverering zich op een natuurlijk ritme kan ontwikkelen.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
In bepaalde bisdommen die reeds lang geleden geëvangeliseerd werden, zou het-vanwege de nu eenmaal meer gevulde eigen kalender - goed zijn in beginsel nog sterkere grenzen te stellen en de viering van een zalige alleen op te nemen in een kalender van een beperkt territorium: bijv. de kerk waar het lichaam of de belangrijkste relieken bewaard worden vgl: De Calendaria Particularia atque Officiorum et Missarum Propriis recognoscendis [[[3894|11]]], of de geboortestad.
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- VII
33
36
36
Het is bovendien goed om de mogelijkheden in herinnering te roepen die door de Institutio Generalis Missalis Romani [1798] b, en c, [[1798|316]] aan de priestercelebrant gegeven worden op de weekdagen van de tijd 'door het jaar', alsook op de weekdagen van de advent tot aan 17 december, van de kersttijd vanaf 2 januari, en van de paastijd. In die perioden kan hij, ook wanneer er een vrije gedachtenis is, de Mis van de weekdag vieren, ofwel de Mis van een heilige die op die dag in het Romeins Martyrologium is ingeschreven. Hetzelfde geldt dienovereenkomstig voor de viering van de liturgie van de getijden. vgl: Institutio Generalis de Liturgia Horarum [[[1865|(24)]]] Het is in dergelijke gevallen dus volstrekt legitiem een viering te houden ter ere van een heilige die noch op de Algemene kalender, noch op de Eigen kalender staat ingeschreven. Vanzelfsprekend wordt in die gevallen beroep gedaan op het gezonde pastorale aanvoelen van de celebrant.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- VIII
34
Recentelijk werd aan deze Congregatie [d:108] de recognitio gevraagd van diocesane kalenders, waarin heiligen en zaligen waren opgenomen die geen intrinsieke band hadden met de betreffende bisdommen. Een van de aangedragen motivaties voor dit verzoek was het sterke verlangen om een bepaalde religieuze familie te eren voor de bijdrage die zij heeft geleverd aan het leven in het bisdom. Het is echter niet moeilijk zich te realiseren, dat volgens dit criterium de diocesane kalender haar eigen karakter zou verliezen en grotendeels een soort verzameling zou worden van vieringen die eigen zijn aan de in dat gebied aanwezige religieuze families.
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Bovendien zij opgemerkt, dat elke religieuze familie haar eigen heiligen en zaligen viert volgens de kalender die door de generaal overste werd goedgekeurd en door de Heilige Stoel geconfirmeerd. Hieruit volgt dat gelovigen die dat wensen, gewoonlijk vrij aan dergelijke vieringen kunnen deelnemen in de kerken van die religieuze familie. Zo kunnen de gelovigen zich geestelijk verbinden met de religieuze communiteit en deelnemen aan haar liturgische vieringen, met eigen teksten, bijv. in de context van een bedevaart. Hiertoe is het geenszins nodig om dergelijke eigen vieringen van religieuzen ook nog in te voegen in de diocesane kalenders.
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
Er werden reeds andere mogelijkheden gegeven (hierboven, nr. 33) [al:33] om vieringen te houden ter ere van heiligen die niet op de diocesane kalender staan ingeschreven. Deze mogelijkheden gelden evenzeer, wanneer men een heilige kloosterling wil vieren in een van de gemeenschappen van het bisdom.
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Wat betreft het verlangen een religieuze familie te eren door een toevoeging aan de diocesane kalender, zal een korte theologische reflectie over de betekenis van de liturgische heiligenviering volstaan om duidelijk te maken hoever deze wens af staat van de traditie hieromtrent. Men herinnere zich ook, dat een dergelijke interpretatie onvoldoende rekening houdt met wat pastoraal goed zou zijn voor het gelovige volk, dat recht heeft op een cultus die authentiek is en van een nobele eenvoud. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|34]]]
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- IX
38
Tot slot lijkt het goed in deze context stil te staan bij enkele punten inzake de voorbereiding van het liturgisch Eigen (proprium) voor de viering van heiligen en zaligen die staan inschreven op de Eigen kalender, en in het bijzonder bij de keuze van de tweede lezing (lectio altera) van de lezingendienst (officium lectionis). Dit vraagt dat men met de juiste zorg nauwkeurig de beginselen volgt, zoals m.n. uiteengezet in de vermelde Instructie Institutio Generalis Missalis Romani [1798|43] en de Institutio Generalis de Liturgia Horarum [1865|(160.162.166-167)].
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Wat betreft de invoeging van een biografische notitie vgl: Institutio Generalis de Liturgia Horarum [[[1865|(168)]]] bovenaan elk formulier van het Eigen van de heiligen in het Getijdenboek, wordt afgeraden een nieuwe hagiografische tekst op te stellen en die als tweede lezing (lectio altera) te gebruiken, daar waar andere, passende teksten ter beschikking staan uit de geschriften van de kerkvaders of van de heilige of zalige zelf, of bijv. een beschrijving van een tijdgenoot.
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Inzake de mogelijke bronnen voor de tweede lezing (lectio altera) in het algemeen, is het goed eraan vast te houden dat de gekozen auteurs katholieken zijn die uitblinken in hun leer en heiligheid van leven, in de eerste plaats kerkvaders en kerkleraren, uit het Westen of het Oosten. vgl: Institutio Generalis de Liturgia Horarum [[[1865|(160)]]]. Het gaat immers om "auteurs wier leven en leer zonder voorbehoud aan de gelovigen kunnen worden voorgehouden". vgl. Notitiae 8 (1972) 249) vgl. Notitiae 8 (1972) 249) Enerzijds wordt hier duidelijk geadviseerd om niet in ieder geval teksten van nog in leven zijnde schrijvers te nemen, maar anderzijds wordt er nadrukkelijk gesuggereerd om geen geschriften van schrijvers te kiezen die, ook al voldoen ze aan deze voorwaarden, op zich niet van bijzonder belang zijn op grond van het feit dat ze heilig of zalig zijn of schrijvers van uitzonderlijke literaire, leerstellige en spirituele kwaliteit. Deze overwegingen lijken een groot aantal auteurs van vrome boeken uit te sluiten, alsook theologen en Bijbelse commentatoren, die weliswaar in een ver verleden of onder de laatste generaties een zekere populariteit genoten, maar niet te vergelijken zijn met de meesterwerken uit tweeduizend jaar christelijke literatuur. Het past niet teksten te nemen van een auteur die werden geschreven, voordat hij of zij in volledige gemeenschap met de Kerk trad. Ten slotte moeten geschriften van niet-christelijke auteurs volledig worden uitgesloten.
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Soms wordt ook een gedeelte voorgesteld uit de homilie van de Paus bij gelegenheid van de zalig- of heiligverklaring: dit kan in sommige gevallen ook een juiste oplossing zijn. De technische en pastorale vereisten van een gelegenheidshomilie vallen echter niet altijd samen met wat nodig is voor de viering van de lezingendienst (officium lectionis). Daarom kieze men zelden voor deze oplossing, mede omdat de jaarlijkse viering van de heilige of zalige niet tot doel heeft om de historische gebeurtenis van de heilig- of zaligverklaring te gedenken, maar juist de verkondiging en vernieuwing van het paasmysterie van Christus dat zich in hem of haar openbaart. vgl: II [[[1322]]]
Referenties naar alinea 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Een speciaal geval, waarop deze algemene overwegingen bijzonder van toepassing zijn, vormt het supplement bij het lectionarium voor de tweede lezing (lectio altera), waarvan sprake is in de (nr. 162) [1865|(162)]. Een dergelijk project moet worden gekenmerkt door enerzijds een nauwgezet opvolgen van de normen, anderzijds door de grote kwaliteit van de samenstelling. De lezingen dienen voor het grootste deel beperkt te blijven tot het patristische tijdvak.
Referenties naar alinea 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Voor de overige teksten is wenselijk, dat zij werkelijk de universaliteit van de Kerk weergeven, verbonden met de schatten van de verschillende christelijke naties, zonder op systematische wijze de voorkeur te geven aan de ene school boven de andere. Aangezien het een kerkelijk lectionarium betreft, dat bovenal de beschouwing van Gods Woord beoogt vgl: Institutio Generalis de Liturgia Horarum [[[1865|(163-165)]]], moeten de opgenomen teksten meditatief van karakter zijn, doordesemd van de Heilige Schrift en van een waar liturgisch aanvoelen.
Referenties naar alinea 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Dit staat niet in de weg dat men in de bisdommen die reeds lang geleden geëvangeliseerd werden, bij de (tekst)keuze in passende mate de voorkeur geeft aan de schatten uit de eigen traditie. Hetzelfde geldt voor een religieuze familie, vooral in het geval van een oude monastieke orde of bedelorde.
Referenties naar alinea 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- X
45
Wat het collectagebed betreft, dient men het ware wezen ervan te respecteren en het niet te verwarren met een hagiografische notitie. De collecta richt zich immers op het charisma van de heilige of zalige, op één enkel essentieel punt uit zijn of haar leven of activiteit, en probeert niet in het klein een geschiedenis na te vertellen. Men dient zich in tegendeel te beperken tot een synthetisch aanstippen en daarbij stereotypen te vermijden. vgl: b [[[3894|40]]] Het is aan te raden zich te richten op de modellen, zoals men die vindt in het Eigen van de heiligen en het Gemeenschappelijke uit het Romeins Missaal, waarin duidelijk zowel de technische structuur naar voren komt als de expressieve bondigheid, eigen aan het literair genre van de collecta in de Romeinse Ritus.
Referenties naar alinea 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- XI
46
In al deze gevallen is het van belang zich trouw te houden aan de voorgeschreven procedures uit de eerder genoemde Instructie: m.n. de rol van een commissie van experts vgl: 4 en 4b [[[3894|4]]], een passende consultatie van de clerus, gelovigen of religieuzen vgl: 4. en 4c. [[[3894|4]]], en een gedetailleerde beschrijving van het project zoals het aan de Heilige Stoel wordt voorgesteld. vgl: De Calendaria Particularia atque Officiorum et Missarum Propriis recognoscendis [[[3894|6]]]
Referenties naar alinea 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Bij de herziening van pre-conciliaire kalenders zal de eigen taak van de experts o.m. de strenge toepassing zijn van hetgeen door ( nr. 18-20) [3894|18-20] wordt voorgeschreven betreffende het vereiste historisch onderzoek.
Referenties naar alinea 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
In een aantal landen is prijzenswaardig gemeenschappelijk werk verricht door geleerden op geschiedkundig, liturgisch en pastoraal terrein om de nationale kalender af te stemmen op die van de afzonderlijke bisdommen, een werkwijze die is aan te bevelen, vooral in landen, die reeds lang geleden geëvangeliseerd werden en waar de zaken op historisch vlak complexer zijn. Iets gelijkaardigs met goede resultaten vond plaats bij een aantal religieuze families. Wanneer een dergelijke inspanning eenmaal geleverd is, is het van belang dat ook de nodige daarop volgende toevoegingen en veranderingen gecoördineerd plaatsvinden.
Referenties naar alinea 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
Wat de nationale kalender met bijbehorende liturgische teksten betreft, is nog altijd het voorschrift uit de Instructie (nr. 29) [2709|29] van kracht: de ontwerptekst moet door de bisschoppenconferentie worden doorgezonden naar de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten [d:108], voorzien van een begeleidende toelichting ondertekend door de voorzitter en secretaris van de conferentie. In dit begeleidend schrijven moeten worden gespecificeerd de namen van de bisschoppen die aan de stemming deelnamen, een overzicht van de genomen besluiten en de uitslag van de stemming voor elk afzonderlijk decreet. Voor de geheime stemming van de bisschoppenconferentie is een twee derde meerderheid vereist. vgl: Inter Oecumenici [[[2709|27-28]]]
Referenties naar alinea 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49a
Gedachtenis van de HH. Andreas Kim Taegon en gezellen, martelaren,
20 september 1997
+ Jorge Arturo Medina Estévez Aartsbisschop
Pro-Prefect
Referenties naar alinea 49a: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/6508-notitie-over-enkele-aspecten-van-de-eigen-kalenders-en-liturgische-nl