'Vertegenwoordigers van de rooms-katholieke Kerk en van de Wereldraad van Kerken hebben te Nemi bij Rome een vergadering gehouden op 1-4 maart 1967 voor een uitwisseling van gezichtspunten op de leer van het huwelijk en op het vraagstuk van de gemengde huwelijken. De ontmoeting voerde een beslissing uit van de gemengde werkgroep tussen de rooms-katholieke Kerk en de Wereldraad van Kerken. Het doel was gemeenschappelijk de middelen te bestuderen en te onderzoeken ter verbetering van de betrekkingen tussen de christenen in deze materie. De ontmoeting heeft bijgedragen tot een ruimere wederzijdse informatie. Een studie-project was uitgewerkt door de Wereldraad van Kerken in een zitting van 1966. De tekst werd gepubliceerd door Study Encounter 1967 onder de titel 'Het huwelijk en de verschillen tussen de kerken'. Van hun kant hebben de katholieken punten van discussie aangeboden over de schriftuurlijke, theologische, canonieke en pastorale aspecten van het vraagstuk van de gemengde huwelijken.

De uitwisseling van gezichtspunten op het geheel van de vraagstukken is vruchtbaar geweest en kon in het licht stellen de punten waarin men overeenstemde en die welke nog verdere studie vereisen.

De deelnemers aangewezen door de Wereldraad van Kerken waren de volgende: aartspriester V. Borovoj, toegevoegd directeur van het secretariaat van 'Faith and Order' van de Wereldraad van Kerken; kanunnik G. R. Dunstan, professor van moraal- en sociaal-theologie aan het King's College, Londen, en kanunnik-theoloog van de kathedraal van Leicester (Engeland); archimandriet P. L'Huiller van het patriarchaat van Moskou te Parijs; mevrouw B. Rodhe, directrice van openbare opvoeding, Malmö (Zweden); kerkelijk inspecteur M. Sweeting van de lutherse evangelische Kerk van Frankrijk; dr L. Vischer, directeur van 'Faith and Order' van de Wereldraad van Kerken, Genève; E. Wilkens, kerkelijk raadsheer, overste bij de kerkelijke kanselarij van de evangelische Kerk in Duitsland, Hannover; prof. J. C. Wynn, studie-directeur· aan de 'Colgate Rochester Divinity School', Rochester, New York (V.S.).

De deelnemers van de rooms-katholieke Kerk waren de volgende: R. Beaupère o.p., directeur van het centrum St Iréné te Lyon en van het tijdschrift 'Lumière et Vie'; prof. dr F. Böckle, professor in de katholieke theologie aan de universiteit van Bonn (Duitsland); mgr C. De Clercq, professor aan de lateraanse universiteit en aan het pauselijke oosters instituut te Rome; J. Dupont o.s.b. van de abdij van Sint-Andries te Brugge (België); P. Duprey w.p., onder-secretaris van het Secretariaat voor de eenheid der christenen; J. Hamer o.p., toegevoegd secretaris van het Secretariaat voor de eenheid der christenen; mgr S. Masala, toegevoegd promotor iustitiae van de Congregatie voor de geloofsleer; L. Orsy s.j., professor in het kerkelijk recht aan de 'Catholic University of America', Washington D.C. (V.S.); dr P. A. van Leeuwen o.f.m., professor in de fundamentaal-theologie aan de universiteit van Nijmegen (Nederland); mgr J. G. M. Willebrands, secretaris van het Secretariaat voor de eenheid der christenen, Rome.

De zitting werd om beurten voorgezeten door mgr Willebrands en door dr L. Vischer,

Aan deze zitting ging vooraf een ontmoeting van katholieke deskundigen, 25-28 februari. Die bijeenkomst had ten doel de ontmoetingen met de wereldraad voor te bereiden en eventuele andere met de confessionele wereldorganisaties. Behalve de genoemde deskundigen namen aan deze ontmoeting ook deel: mgr G. Arrighi, ondersecretaris van het Secretariaat voor de eenheid der christenen; prof. dr L. Berg, professor aan de theologische faculteit van de universiteit van Mainz (Duitsland); prof. dr J. Feiner, directeur van de academie St Paul van Zürich (Zwitserland); M.-J. La Guillou o.p., lid van het studiecentrum Istina, Boulogne-Billancourt (Frankrijk); E. Schillebeeckx o.p., dogmatiek-professor aan de universiteit van Nijmegen (Nederland); I. Zuzek s.j., professor in het kerkelijk recht aan het pauselijk oosters instituut te Rome'.