Rkkerk.nl, 11 juli 2008 - Aartsbisschop Nikola Eterovic, secretaris-generaal van de Bisschoppensynode, presenteerde op 12 juni het ‘Instrumentarium laboris’ (werkdocument) voor de Twaalfde Gewone Algemene Vergadering van de Synode van Bisschoppen. De bijeenkomst, die plaatsvindt in Rome van 5 tot en met 26 oktober, heeft als thema: ‘Het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk’.
Mgr. Eterovic gaf tijdens de presentatie aan dat de synode in de eerste plaats “een pastoraal en missionair karakter” heeft. De twee belangrijkste ‘referentiepunten’ zijn de vorige synode over de Eucharistie [d:82] en het Paulusjaar [d:165] (dat op 28 juni van start ging). Met het oog op dit themajaar sprak hij de hoop uit dat de speciale aandacht voor Paulus, de apostel van de heidenen, “een nieuw missionair élan opwekt in de Kerk, ten gunste van de hele mensheid.”
Leidraad Het Instrumentum laboris dient als leidraad voor de discussies tijdens de synode. Het document is samengesteld op basis van reacties van Bisschoppenconferenties uit de hele wereld op een vragenlijst (Lineamenta) van het Vaticaan. Het werkdocument, dat vooralsnog is gepubliceerd in het Engels, Frans, Spaans, Italiaans, Duits, Latijn, Portugees en Pools, bestaat uit drie delen: ‘Het mysterie van God, die tot ons spreekt’; ‘Het Woord van God in het leven van de Kerk’ en ‘Het Woord van God in de zending van de Kerk’. De secretaris-generaal zei in een toelichting dat deel één drie hoofdstukken telt. “Het eerste hoofdstuk behandelt de reikwijdte van de term ‘Woord van God’. Hoofdstuk twee is gewijd aan de inspiratie en de waarheid van de heilige Schrift, in relatie tot het Woord van God. Daarnaast belicht het de relatie tussen traditie, schrift en leergezag die nodig is om te komen tot een juiste kerkelijke interpretatie van de heilige Schrift”, aldus mgr. Eterovic. Hoofdstuk drie richt zich volgens hem op “de instelling die gelovigen moeten hebben ten aanzien van het Woord van God: luisteren naar God die spreekt”. Deel twee van het werkdocument is onderverdeeld in twee hoofdstukken. Het eerste “maakt duidelijk dat de Kerk is ontstaan uit en leeft dankzij het Woord van God”, zo zei Eterovic. Hoofdstuk twee beschrijft de rol van het Woord van God in de vele diensten van de Kerk. “De bediening van het Woord in de verschillende uitingsvormen heeft een bevoorrechte plaats in liturgische vieringen”, benadrukte de secretaris-generaal. Deel drie van het Instrumentum laboris telt eveneens drie hoofdstukken. “Het eerste”, aldus mgr. Eterovic, “onderstreept dat de missie van de Kerk bestaat uit de verkondiging van het Woord van God door middel van evangelisatie en catechese”. Hoofdstuk twee “beschrijft de gemeenschappelijke roeping van de gelovigen om gehoor en uiting te geven aan het Woord van God in overeenstemming met de taken en verantwoordelijkheden van eenieder binnen de Kerk. Hoofdstuk drie is gewijd aan de oecumenische en de interreligieuze betrekkingen.”
Bijbels fundamentalisme Het document waarschuwt voor “overdreven spontaniteit en subjectieve en bijgelovige praktijken” rond het Woord van God. Ook moet gewaakt worden voor bijbels fundamentalisme dat wortelt in een letterlijke interpretatie van Schriftteksten. “Dit fundamentalisme weigert rekening te houden met de historische dimensie van de bijbelse openbaring”, zo is te lezen in de tekst. “Deze vorm van bijbelinterpretatie wint steeds meer aanhangers, zelfs onder de katholieken. Zij eisen een lezing van de bijbel, die alle twijfel en elke vorm van kritisch onderzoek verwerpt.” Het meest extreem komt dit fundamentalisme voor in allerlei sektes, expliciteert het werkdocument. Bij de bestudering van de bijbel in relatie tot de heilige teksten van andere godsdiensten is de nodige zorgvuldigheid vereist “om niet ten prooi te vallen aan vallen aan syncretisme, oppervlakkigheid of een aantasting van de waarheid, als gevolg van verschillende opvattingen over de inspiratie van deze heilige teksten.” Ook in relatie tot de andere godsdiensten wijst het document op het gevaar van sektes die de bijbel op een “oneigenlijke manier” interpreteren en er praktijken mee verbinden die ingaan tegen wat de Kerk leert.
‘Smaakversterker’ Het Instrumentum laboris roept bisschoppen, priesters en diakens, religieuzen, leken en kerkelijke bewegingen op om zich meer in te spannen voor de verspreiding van de bijbel. In de moderne wereld van communicatie, zou de bisschop “een geschikte communicator van de bijbelse wijsheid kunnen zijn”, aldus het document. “De heilige Schrift moet zijn pastorale activiteiten bezielen. ... Hij moet zich er door laten vormen.” Dat is wezenlijk omdat bisschoppen vanuit hun functie de mogelijkheid hebben als ‘smaakversterker’ van de heilige Schrift in de geloofsgemeenschap op te treden. Ook priesters en diakens hebben een belangrijk rol in de bijbelpromotie. Zij moeten zich allereerst toeleggen op toegewijde lezing en aandachtige studie van de heilige teksten, “om geen onbezielde predikers van het Woord van God te worden, die het alleen horen met hun oren, maar niet met hun harten”. Het is hun taak om speciale initiatieven te ontplooien om de bijbel in te passen in pastorale projecten, in de evangelisatie en in catechese. “Zo kan het Woord van God de verbinding vormen tussen geestelijken en leken, tussen de parochies, gemeenschappen van het gewijde leven en kerkelijke bewegingen.” Ook voor de religieuzen is het Woord van God onontbeerlijk. Het Tweede Vaticaans Concilie benadrukte al dat zij “dagelijks de heilige Schrift ter hand dienen te nemen om zich door de lezing en de overweging van de goddelijke boeken ‘de alles overtreffende kennis van Christus Jezus’ (Fil. 3, 8) [b:Fil. 3, 8] eigen te maken”. In de heilige Schrift vinden zij hernieuwde energie voor hun werk. Leken moeten zich volgens het werkdocument veel minder opstellen als “passieve luisteraars” van het Woord van God, maar als “actieve deelnemers, aangeraakt door de bijbel in hogere studies, in dienst van het Woord in de liturgie, in de catechese en in het leiden van bijbelgroepen”. Speciale aandacht verdienen nieuwe kerkelijke bewegingen en aanverwante groepen. “Hoewel ze onderling zeer verschillend zijn, hebben ze gemeenschappelijk dat ze het Woord van God herontdekt hebben en het een vooraanstaande plaats geven in hun spiritueel-pedagogische programma’s”, aldus het werkdocument.
Moderne media Iedereen zou toegang moeten hebben tot de heilige Schrift, zo staat in de tekst, in aansluiting op eerdere kerkelijke uitspraken. “Dit is een voorwaarde voor de zending van de Kerk vandaag de dag. Maar vaak komt het niet tot een echte ontmoeting met de heilige Schrift in de Kerk, vanwege subjectieve en arbitraire interpretaties. Daarom moet het pastoraat krachtig de heilige Schrift promoten, door verkondiging en viering van het Woord in de christelijke gemeenschap in dialoog met de huidige culturen, in dienst van de waarheid en niet van de huidige ideologieën.” Om dit te bereiken, zal er veel energie gestoken moeten worden in het oprichten van bijbelbewegingen, aldus het document. Er moet ten slotte ook veel meer aandacht komen voor het gebruik van de moderne media om het Woord van God te verspreiden. “Een goed gebruik van de media in de pastorale activiteit vereist serieuze, betrokken en ervaren mensen. De boodschap moet worden geïntegreerd in de ‘nieuwe cultuur’ die wordt gecreëerd door de moderne communicatiemiddelen, met nieuwe elementen, nieuwe technieken en een nieuwe psychologie.”
Zie ook:
Bericht 12 juni 2008 [n:375]
Dossier: 12e Gewone Bisschoppensynode - Het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk [d:223]
Om RK Documenten te kunnen verbeteren is uw reactie zeer waardevol. Heeft u aanmerkingen of suggesties voor verbeteringen of bent u een fout tegen gekomen? Laat het ons weten.