Doel van de Instructie Redemptionis Sacramentum [569] is vooral een aantal bestaande wettelijke bepalingen met betrekking tot de Eucharistie uit te werken en onder de aandacht te brengen en dus meer onderhouding van deze richtlijnen te urgeren, niet om er nieuwe aan toe te voegen (al lijken sommige bepalingen toch een zekere bijstelling in te houden van de normen die tot nu toe golden).

Uit: Mgr. dr. J.W.M. Hendriks: Kerkelijke Documenten - Inleiding en repertorium (1965-2009) - Mgr. dr. J.W.M. Hendriks (Tiltenberg Studies, 4) [d:293] - p. 110-111, 120-121

• Het eucharistisch gebed (ook het “Door Hem en met Hem...”) moet door de priester worden gebeden;
• alleen goedgekeurde teksten mogen worden gebeden en dit geldt ook voor de acclamaties (zoals bijvoorbeeld de tekst die na de consecratie door de gelovigen wordt gezegd of gezongen) (54) [569|54];
• tijdens de consecratie mag de hostie niet gebroken worden (55) [569|55];
• paus en bisschop worden altijd genoemd in Eucharistisch gebed;
• Bijbelse lezingen mag men niet vervangen door andere teksten (62) [569|62].
• De gewijde bedienaar - diaken of priester - moet het Evangelie lezen (63) [569|63];
• in de Mis mag een pastoraal werker of seminarist niet preken (66) [569|66];
• instructies of een getuigenis mogen om ernstige redenen na het gebed na de communie plaatsvinden (74) [569|74];
• als geloofsbelijdenis moet men officiële tekst gebruiken (69) [569|69];
• de eerste communie moet door een priester worden gegeven en mag men alleen in de Mis vieren (87) [569|87].
• Het is niet geoorloofd dat de gelovigen de hostie in de kelk dopen of een ingedoopte hostie met de hand ontvangen (103-104) [569|103-104].
• Gewijd vaatwerk moet volgens de normen vervaardigd zijn (117) [569|117];
• Kazuifel en stola zijn verplicht voor de hoofdcelebrant (124) [569|124];
• concelebratie alleen in monnikspij of kovel is niet toegestaan (126) [569|126];
• de aanwezige priesters moeten gewoonlijk concelebreren, al kunnen zij redenen hebben om dit niet te doen (128) [569|128].
• Over het communie-uitreiken door leken gaan de nrs. 146-167 [569|146-167], waarbij tevens tot voorzichtigheid wordt gemaand met het uitreiken van de communie in een vervangende woord- en communiedienst (165-166) [569|165-166].
• De Instructie herhaalt dat men door het bijwonen van een oecumenische viering niet aan de zondagsplicht voldoet (167) [569|167].
• Het laatste hoofdstuk van de Instructie geeft van verschillende misbruiken aan in welke mate die als ernstig moeten worden beschouwd en welke strafmaatregelen moeten worden genomen.