Inhoudsopgave
- Inleiding op Evangelii Gaudium door mgr. van Looy, bisschop van Gent
Voordracht gehouden door Mgr. van Looy, bisschop van Gent, bij de presentatie van de Nederlandse vertaling van de Apostolische Exhortatie in een uitgave van LICAP.
Inleiding
Het boek dat voor ons ligt is een merkwaardige synthese van een paar elementen die op de geschiedenis van Kerk en samenleving een moeilijk te overziene invloed gehad hebben.
50 jaar geleden is het Tweede Vaticaans Concilie afgesloten. Paus Johannes XXIII drukte er op dat het een pastoraal concilie was, oecumenisch. Het zou interessant zijn na te gaan welke aspecten Paus Franciscus neemt uit de documenten van het concilie. Het is niet moeilijk hier in , of , of en in te herkennen.
Paus Franciscus geeft ons een nieuwe synthese, een nieuw kerkverstaan.
Het is met deze afgesloten. De studies van Paus Benedictus vinden hier een weerslag. In lees ik: “Ik nodig elke christen uit, waar en in welke situatie hij zich ook bevindt, om vandaag nog zijn persoonlijke ontmoeting met Christus te hernieuwen of tenminste de beslissing te nemen zich door Hem te laten ontmoeten”.
De eigenlijke aanleiding van dit schrijven is de die in 2012 over Evangelisatie handelde. Er wordt vaak naar verwezen in de tekst, naar de die de bisschoppen gedaan hebben, maar meest van al nog lezen wij in deze tekst hoe Franciscus dit alles persoonlijk verwerkt heeft en geïntegreerd, zich helemaal eigen gemaakt.
Het is het concilie dat spreekt, het is de synode, het is Paus Benedictus, maar het kloppend hart is Franciscus, die priester-bisschop die “verliefd is op de Heer en zo de Kerk wil vernieuwen”.
Paus Franciscus
Het document reveleert de persoon van Franciscus en zijn kerkverstaan. Vandaar eerst een paar woorden over zijn mentaliteit en werkmethode. Op korte tijd heeft hij sterke signalen gegeven. Hij probeert de geesten te belichten, de harten te verwarmen en de wil te versterken met het licht en de kracht van het evangelie. Hij maakt van ons getuigen, moedige leerlingen, missionarissen van Christus. We worden naar de wereld gezonden zonder vrees, om de armen en marginalen te dienen en zo de maatschappij te veranderen. Dit is een oproep tot persoonlijke bekering en pastorale vernieuwing.
Niet zozeer wat hij zegt en doet, vooral ‘hoe’ hij het doet is op zich een boodschap. Hij vertrekt vanuit God en van het evangelie om de wereld te dienen. Hij wil geen narcistische theologie, geen zich opsluiten in het instituut, geen gerichtheid op zichzelf, geen burgerlijkheid of opgesloten zijn in zichzelf, geen klerikalisme.
Dus, open naar de hele maatschappij, altijd op weg naar de laatsten, een open Kerk waar plaats is voor dialoog, voor verscheidenheid, voor gastvrijheid. Hij wil een Kerk die er op uittrekt om de harten van de mensen te raken, een arme Kerk, die de cultuur van onverschilligheid overstijgt, een Kerk, die de juiste aandacht geeft aan de vrouwen, binnen en buiten de Kerk. Hij biedt een nieuw kerkverstaan aan.
“De Kerk is geen marathon, wel een bedevaart”. We moeten dus optrekken op het ritme van de mensen, met hen samen. Paus Franciscus brengt een nieuwe wind van de Geest en verwijdert stof van de Kerk, doet de bureaucratie vervagen, maakt de Kerk arm en eenvoudig en duwt ze om op de straten de wereld te evangeliseren. Ze is een moeder vol tederheid en liefde. Dit doet hij met gestes en houdingen en met zijn persoonlijke keuzes en de manier om zich tot de wereld te verhouden.
De tekst
In de apostolische exhortatie “” wordt duidelijk waar hij de klemtoom wil leggen.. “Iedereen heeft het recht het evangelie te kennen, en de christenen hebben de plicht om het te verkondigen”. Een veel terugkerende oproep richt hij ook reeds van bij het begin, vermits de vreugde van het evangelie voor heel het volk is en wij niemand mogen uitsluiten van het evangelie moeten we uittrekken uit ons gemakzuchtig leven om de periferie te bereiken , dit naar het voorbeeld van Jezus van Nazareth die ook naar andere dorpen ging.
Paus Franciscus verbergt zijn Latijns-Amerikaanse wortels niet. Hij gebruikt het woord “Primerear”, dat zoveel betekent als initiatief nemen, of “de eerste zijn”. “De evangeliserende gemeenschap weet dat de Heer het initiatief nam. Hij heeft ons als eerste liefgehad en om die reden treedt ze naar buiten, neemt ze zonder vrees het initiatief, treedt ze wie ver af is tegemoet en nodigt ze op het kruispunt van de wegen allen uit die uitgesloten zijn”.
We kunnen niet blijven doen wat we altijd gedaan hebben vindt hij, de tijden veranderen, de normen moeten herzien worden , de deuren van de Kerk moeten open staan . Dat zal toelaten dat iedereen welkom is, en tevens dat diegenen die zich in de Kerk bevinden naar buiten gaan. “Indien ge dan naar buiten komt, kunt ge natuurlijk een ongeluk tegen komen. Geen nood, zegt Franciscus, liever dat dan een Kerk die zich opsluit in een valse bescherming. Dan wordt ze ziek” .
Zijn Latijns-Amerikaanse roots merken we ook door zijn uitgesproken aandacht voor de armen. Hij is duidelijk gekant tegen de economische overheersing in de wereld.
Hij fulmineert met een aantal NEEN’s omdat deze elementen “de vreugde van het leven doven door het gebrek aan respect en door geweld en ongelijkheid” .
“Het kan niet getolereerd worden dat voedsel weggegooid wordt terwijl mensen honger lijden” Hij noemt onze samenleving een “wegwerp maatschappij” .
“Neen aan de idolatrie van het geld, omdat dit wijst op een diepe antropologische crisis” Het evangelie stelt de mens centraal, niet de mammon .
“Neen aan geld dat bestuurt in plaats van te dienen”, “indien we alles voor onszelf houden bestelen we de armen en nemen we perspectief van hen af” .
“Neen aan de ongelijkheid die geweld produceert”. Hij noemt ons economische systeem gewoonweg “onrechtvaardig” . Neen aan de wereldlijke spiritualiteit. Neen aan de oorlog .
“Neen aan een bureaucratische manier, ook binnen de Kerk, van antwoorden op de problemen van de mensen.” “Geef nooit een antwoord op vragen die de mensen niet stellen”
Wat is zijn antwoord hierop? Hij noemt het een “missionaire spiritualiteit” en verder noemt hij het de “mystiek van het samenleven, om elkaar te ontmoeten, elkaar in de arm te nemen, elkaar te ondersteunen… in een echte ervaring van broederlijkheid”
Een aantal vermaningen blijven in het geheugen hangen omdat ze mooi geformuleerd zijn:
“We mogen niet toelaten dat de vreugde van de evangelisatie ons afgenomen wordt”
“We mogen niet toelaten dat de hoop ons afgenomen wordt”
“We mogen niet toelaten dat de gemeenschap ons afgenomen wordt”
“We mogen niet toelaten dat de missionaire kracht ons ontnomen wordt”
Concrete suggesties en vermaningen.
Hij waarschuwt tegen klerikalisme “dat de leken aan de zijlijn houdt en hen weghoudt van de uitoefening van het evangelie voor de hervorming van de samenleving” ((498|102))
Hij wil dat de vrouw in de samenleving een grotere bijdrage zou leveren omdat “het vrouwelijk genie noodzakelijk is in alle uitdrukkingen van het sociale leven”
“Het priesterschap is beperkt tot mannen, als teken van Christus’ bruid die zich in de eucharistie aanbiedt... dit ambt biedt geen plaats aan superioriteit van de éne boven de andere. De autoriteit van de voorganger in de eucharistie is steeds een dienst aan het volk”
Roepingen: “de schaarste aan roepingen is vaak gelegen aan de afwezigheid in de gemeenschap van een apostolische aantrekkelijke ijver”. ((498|107))
“De volksdevotie is een authentieke uitdrukking van de spontane missionaire actie van het volk van God”
“De homilie moet kort zijn en vermijden dat ze lijkt op een conferentie of een lezing”
Priesters:
Hij richt zich vaak tot de priesters. Hij verwacht veel van hen. Een teken daarvan is zijn lange uitweiding over de homilie. Wanneer hij zich tot de priesters richt schuwt hij niet om zijn zorgen uit te drukken. Hij verwacht van hen dat ze zich totaal aan evangelisatie wijden en daarvan de vreugde uitstralen. “Ze mogen niet zichzelf verkondigen, maar onze Heer Jezus Christus” . Hun leven en hun spreken moet geënt zijn op Christus: “De eerste verkondiging moet zijn: Christus houdt van u, Hij heeft zijn leven gegeven om u te verlossen, en nu leeft Hij aan uw zijde elke dag, om u te inspireren, te verblijden, te bevrijden” . De priester moet er voor zorgen dat “de studie van de Schrift voor ieder gelovige een open deur wordt”.
Dit lijkt niet voor alle priesters zo te zijn, vandaar de pijn die de Paus uitdrukt. Ik lees: “Een probleem doet zich voor bij de priesters die obsessioneel begaan zijn met hun persoonlijke tijd.” “Het probleem is niet altijd een teveel aan werk, maar eerder slecht beleefde activiteiten, zonder de juiste motivatie, zonder een spiritualiteit die de actie draagt en de moeite waard is. Dit leidt ertoe dat taken als overmatig vermoeiend worden ervaren en soms ziek maken. Het gaat niet om een rustige vermoeidheid, maar om een die gespannen, pijnlijk, onvoldaan en uiteindelijk niet geaccepteerd wordt”. Hij lijdt eronder dat sommige priesters zich niet goed in hun vel voelen.
Maar steeds volgt een JA, een optimisme, een vreugde, een dankbaarheid: “We mogen niet vergeten dat zoveel christenen hun leven geven uit liefde”.
De sociale dimensie van de evangelisatie
“Sta op Heer God, reik ons uw hand, wil toch de arme niet vergeten” .
De armen wil Paus Franciscus steeds in zijn armen sluiten. De schepping is er voor iedereen op gelijke wijze. Economische ontwikkeling moet ten dienste staan van iedereen. De Kerk moet een arme Kerk worden, een Kerk van en voor de armen. “Wat ge aan de minsten van de mijnen gedaan hebt, hebt ge aan mij gedaan” zegt Christus . Uittrekken naar uw broeder, noemt Franciscus een absolute prioriteit. Hij wil een missionaire Kerk .
“Doof blijven voor de kreet van de armen stelt ons buiten de wil van de Vader en van zijn plan, de arme zal tegen u roepen en de zonde zal op u vallen”. . Ongewoon sterke bewoordingen drukken er ons op solidair te zijn. Tenslotte noemt hij de “ergste discriminatie waaraan de armen lijden, het gebrek aan geestelijke aandacht. Ze hebben nood aan God”.
Reeds in vroegere publicaties lezen we van Paus Bergoglio de 4 pijlers voor de opbouw van vrede, rechtvaardigheid en broederlijkheid. Hij gaat hier uitdrukkelijk op in. Het vormt zowat het denkkader dat aan de basis ligt van zijn mens- en wereldbeeld. Het zijn vier fundamentele gegevens die we allemaal kunnen erkennen.
De tijd staat boven de ruimte. De “tijd” verwijst naar de volheid, naar een horizon die zich opent. Het “moment” is de begrensdheid die we beleven binnen een afgebakende ruimte. . Ruimte beperkt ons. Dit principe stelt ons in staat op lange termijn te werken zonder geobsedeerd te worden door onmiddellijke resultaten .
Eenheid gaat voor op conflict. Conflicten kunnen niet ontkend of weggemoffeld worden, maar als we er in blijven steken, verliezen we het perspectief, worden uitzichten beperkt en verliezen we de betekenis van de diepe eenheid van de werkelijkheid .
Christus heeft alles in zich verzameld, hemel en aarde, God en mens, tijd en eeuwigheid, lichaam en geest, persoon en gemeenschap.
De werkelijkheid is belangrijker dan de idee.
De realiteit bestaat, is echt, de idee staat in functie van de perceptie, het begrijpen en het verloop van de werkelijkheid. Dit principe is gebonden aan de menswording van het Woord: “Iedere geest die erkent dat Jezus Christus mens is geworden, komt van God”. . “Theologen mogen zich niet tevreden stellen met een theologie aan de tafel.” ((49847|133))
Het geheel is superieur aan het deel.
Er bestaat een spanning tussen globalisering en locaal denken. “Think global, act local” is een slogan die bekend is. Het geheel is altijd méér dan het deel, en het is ook meer dan de som van de delen. Dit wijst ons op de vreugde van een Vader die zijn kleinen niet wenst te verliezen.
De capaciteit van gezonde filosofische principes te verbinden met wat God in Christus gebracht heeft boeit ons zodanig dat al wat menselijk is zijn plaats krijgt in de verkondiging van het evangelie.
Besluit
Om af te ronden nog een woord over de laatste bladzijden. Hier komt eigenlijk de aap uit de mouw.
Verkondigen – evangeliseren – kan maar als gevolg van intens gebed en van een missionaire geest. “Zonder verlengde momenten van aanbidding, van een biddende ontmoeting met het Woord, van eerlijke dialoog met de Heer, zullen de opdrachten vlug hun zin verliezen, zullen ze verzwakken door vermoeidheid en omwille van de moeilijkheden, en de ijver sterft dan uit. De Kerk kan niet zonder de longen van het gebed”.
Dit brengt ons dicht bij de mensen zoals Jezus midden tussen ons aanwezig is.
De tedere aanwezigheid van Maria noemt hij een revolutionaire kracht. “Het is de dynamiek van rechtvaardigheid en tederheid samen, van contemplatie en van de weg naar de anderen, die van haar een kerkelijk model maakt voor de evangelisatie”. .
En de eindigt met een intiem gebed tot Maria.
Extra opties voor deze alinea
Reageer op deze alinea Deel op social media
Bericht Inleiding op Evangelii Gaudium door mgr. van Looy, bisschop van Gent
https://rkdocumenten.nl/bericht/bericht_2475-inleiding-op-evangelii-gaudium-door-mgr-van-looy-bisschop-van-nl