"Onophoudelijk" gebed is nodig voor vrede in Libanon, Syrië en heel het Midden Oosten, verklaarde Paus Franciscus in de H. Mis op 25 september in het Sint-Marthahuis.
Volgens Radio Vaticaan was de Paus omringd door kardinaal Leonardo Sandri, prefect van de Congregatie voor de Oosterse Kerken, en van kardinaal Bechara Boutros Raï, patriarch van de Maronieten van Antiochië, die gekomen waren met een groep Maronietische bisschoppen van Libanon, Syrië en het Heilig Land. De Paus belichtte drie elementen uit de eerste lezing (Ez. 9, 5-9) [b:Ez. 9, 5-9] voor de situatie van de christenen in het Midden Oosten. Vooreerst de houding van schaamte en verbijstering van Ezra ten overstaan van God, zodat hij zijn gezicht niet tot God durft op te heffen omwille van de grote schuld, de talloze zonden die tot aan de hemel reiken en die tot de ballingschap hebben geleid. Daarna, het gebed: Ezra valt op de knieën, de handen uitgestrekt naar de Heer en smeekt om erbarmen. Naar dit voorbeeld moet een “ononderbroken” gebed verheven wordt om vrede in Libanon, Syrië en heel het Midden Oosten. Tenslotte, het derde punt, het absoluut vertrouwen in God die de mens niet verlaat: zo berust zijn weg op hoop en wordt hij sterk. Na de communie begroette kardinaal Bechara Raï de Paus namens alle deelnemende bisschoppen, alle Maronieten en heel Libanon en dankte hem: “Uw gebed en oproep tot vrede in Syrië en het Midden Oosten hebben hoop en bemoediging gezaaid”. Vert. Maranatha-gemeenschap
Bron: zenit.org