Inhoudsopgave

- Wie is Jezus van Nazareth?

Tijdens de audiëntie van 2 januari sprak de Paus over het mysterie van God die mens werd [4816].

Steeds opnieuw wordt de vraag gesteld naar de afkomst van Jezus. Toch is die duidelijk: uit Nazareth en geboren te Bethlehem. Maar wat is zijn ware afkomst? In de evangelies wordt duidelijk antwoord gegeven op deze vraag: zijn ware afkomst is God de Vader; Hij komt geheel en al van Hem, maar op een andere manier dan de profeten of afgezanten van God die Hem voorafgingen. Deze afkomst van het mysterie van God, 'dat niemand kent' (Joh. 7, 27) [b:Joh. 7, 27], is al opgenomen in de kindsheidverhalen uit de evangelies van Matteüs en Lucas, die wij in deze kersttijd gelezen hebben. De aartsengel Gabriël verkondigt: De Heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen; daarom ook zal wat ter wereld wordt gebracht heilig genoemd worden, Zoon van God (Lc. 1, 35) [b:Lc. 1, 35]. Iedere keer als we het credo uitspreken herhalen we de geworden werkelijkheid van deze aankondiging: et incarnatus est de Spiritu Sancto, ex Maria Virgine, - Hij heeft het vlees aangenomen door de Heilige Geest uit de maagd Maria en is mens geworden. Bij deze woorden knielen wij, omdat de sluier waardoor God voor ons verborgen blijft, bij wijze van spreken wordt geopend en we worden geraakt door het ondoorgrondelijke mysterie: God wordt God-met-ons.

Als wij zorgvuldig overwegen: Hij heeft het vlees aangenomen door de Heilige Geest uit de maagd Maria en is mens geworden, kunnen wij vier handelende subjecten waarnemen. De Heilige Geest en Maria worden uitdrukkelijk bedoeld; duidelijk is dat 'Hij' de Zoon is, die mens werd in de schoot van de Maagd. In het credo van Nicea/Constantinopel worden aan Jezus verschillende attributen toegeschreven: Heer, (...) Jezus Christus, eniggeboren Zoon van God, (...) God uit God, licht uit licht, ware God uit de ware God (...) één in wezen met de Vader. Wij zien dat 'Hij' ook verwijst naar een andere persoon, de Vader. Het eerste subject in dit zinnetje is de Vader, die met de Zoon en de Heilige Geest, de enige God is en zo dus de eerst handelende persoon is in de menswording van Christus.

Deze bevestiging van het credo betreft niet het eeuwige wezen van God, maar spreekt over een handeling waaraan de drie goddelijke personen deelnemen en die wordt gerealiseerd ex Maria Virgine. Zonder haar zou niet hebben plaatsgevonden wat centraal staat in onze geloofsbelijdenis: God is een God-met-ons. Als wij belijden: Hij heeft het vlees aangenomen door de Heilige Geest uit de Maagd Maria, bevestigen wij dat de Heilige Geest door de kracht van de allerhoogste God op mysterieuze wijze in de maagd Maria de ontvangenis bewerkt van de Zoon van God. Lucas doet verslag van de woorden van de aartsengel Gabriël: De Heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen (Lc. 1, 35) [b:Lc. 1, 35]. Het zijn twee duidelijke verwijzingen: de eerste is het moment van de schepping, toen de Geest van God zweefde over de wateren (Gen. 1, 2) [b:Gen. 1, 2]; Hij is de Geest-Schepper die leven gaf aan alle dingen en het menselijk bestaan.

Wat in Maria gebeurde door de werking van dezelfde goddelijke Geest is een nieuwe schepping; God gaf met de incarnatie leven aan een nieuw begin van de mensheid. De Kerkvaders spreken vaak over Christus als nieuwe Adam, om het begin te onderstrepen van de nieuwe schepping in de geboorte van de Zoon van God uit de Maagd Maria. Dan het tweede element in de Annunciatie. De engel zegt tot Maria: de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen (Lc. 1, 35) [b:Lc. 1, 35]. Dit is als een herinnering aan de heilige wolk, die tijdens de exodus de tent van de samenkomst overdekte; de wolk die de ark van het verbond overdekte; de wolk die Gods tegenwoordigheid aangaf (Ex. 40, 34-38) [b:Ex. 40, 34-38]. Maria is de nieuwe ark van het verbond: met haar 'ja' op de woorden van de aartsengel, krijgt God verblijf in deze wereld; Hij die het universum niet kan omvatten, kiest verblijf in de schoot van een maagd.

Uit onze overwegingen blijkt duidelijk wat vanaf het begin van de evangelies de ware afkomst is van Jezus: Hij is de Eniggeboren Zoon van de Vader, Hij komt van God. Dat is het grote en overweldigende mysterie dat we in de kersttijd vieren: de Zoon van God is mens geworden door de Heilige Geest uit de Maagd Maria. Deze boodschap klinkt altijd nieuw en brengt hoop en vreugde in ons hart omdat zij ons altijd weer de zekerheid geeft, dat de kracht van God steeds werkzaam is in onze zwakheid. Zijn genade is onze kracht (2 Kor. 12, 9-10) [b:2 Kor. 12, 9-10].

Bron: Katholiek Nieuwsblad
Samenvatting: Sef Adams

Extra opties voor deze alinea

Reageer op deze alinea Deel op social media

Bericht

Wie is Jezus van Nazareth?

30 augustus 2013

Van 1 tot en met 8 november: Dagelijks een volle aflaat voor de zielen in het vagevuur

30 oktober 2023

Catechismus in 2 jaar - Schema van de uitzendingen

19 oktober 2023

Waarom de milieuvriendelijke apostolische exhortatie van paus Franciscus niet overtuigend klinkt voor de gelovigen

18 oktober 2023

Paus publiceert exhortatie over kleine Thérèse van Lisieux

16 oktober 2023

Paus schrijft exhortatie over Sint Theresia van Lisieux

16 oktober 2023

bekijk overzicht