Mgr. Anatrella, Genderideologie en oorsprong van homoseksualiteit
Inhoudsopgave
- Mgr. Anatrella, Genderideologie en oorsprong van homoseksualiteit
Mgr. Tony Anatrella, psychoanalyticus en specialist in sociale psychiatrie, geeft onderwijs in Parijs en is onder meer adviseur van de Pauselijke Raad voor het Gezin [d:93] en van de Pauselijke Raad voor het Pastoraat in de Gezondheidszorg [d:97]. Hij heeft zijn laatste boek “La teoria del “gender” e l’origine dell’omosessualità” (De gendertheorie en de oorsprong van homoseksualiteit), uitg. San Paolo, voorgesteld in het Cultureel Centrum van Milaan op 28 april 2012, vooravond van de 7e Wereldbijeenkomst van Gezinnen [d:28], voor een publiek dat bestond uit universiteitsdocenten, psychiaters en specialisten in menswetenschappen.
Mgr. Anatrella heeft reeds vele werken gepubliceerd over de genderideologie en homoseksualiteit. «La différence interdite», Flammarion. «Epoux, heureux époux», Flammarion. «Le règne de Narcisse», Presses de la renaissance; pas uitgegeven als audio-boek bij Saint-Léger-Productions. «La tentation de Capoue», Cujas. En meer recent "Le gender", Téqui, maar ook bij de Ital. uitgeverij ESD.
Hier volgt een citaat uit het interview van Zenit met Mgr. Anatrella:
Zenit: U wijdt in uw boek een lang hoofdstuk aan de oorsprong van homoseksualiteit. Kan u hierop nader ingaan?
Mgr. Anatrella: Homoseksualiteit is één van de effecten van de genderideologie. Deze bepaalt seksualiteit niet vanuit de twee enige seksuele identiteiten die bestaan (man en vrouw) maar in functie van de seksuele gerichtheid, die meer in aantal zijn en gevarieerd en een conflict aan het licht brengen dat in mindere of meerdere mate gewijzigd werd door partiële impulsen en primaire identificaties.
Wanneer men spreekt over homoseksualiteit, dient het individuele aspect onderscheiden te worden van het sociale, meer bepaald voor wat het huwelijk betreft tussen personen van hetzelfde geslacht en de adoptie van kinderen.
Op individueel vlak, heeft homoseksualiteit altijd bestaan en zal zij ongetwijfeld altijd min of meer blijven bestaan. De meerderheid van de serieuze onderzoeken wijzen uit dat er geen genetische of neurofysiologische oorsprong van deze bijzondere neiging is. Het is eerder verwonderlijk dat de menselijke natuur op basis van de karakteristieken die eigen zijn aan man en vrouw, ontkend wordt en dat men tegelijk een homoseksuele natuur genetisch of biologisch zou willen funderen om de normale aard van deze neiging aan te tonen. Als menselijke seksualiteit betrekkelijk geconditioneerd wordt door biologische bepaaldheden, hangt zij ook en vooral af de voorstelling die ieder van zijn verlangens maakt. Het driftleven ontplooit zich in een systeem van voorstellingen die verbonden zijn met verschillende ervaringen die het kind en de adolescent van hun lichaam hebben. De eerste identificaties zijn velerlei en dikwijls op personen van hetzelfde geslacht gericht om de identiteit van jongen of meisje te versterken. En het is wanneer interne conflicten zich voordoen en niet opgelost worden dat bijzondere gerichtheden kunnen verschijnen in tegenstelling met de identiteit die het subject heeft. Wat betekent dat homoseksualiteit geen alternatief is voor de seksuele anders geaardheid die zich alleen voordoet tussen man en vrouw. Homoseksualiteit is veeleer de uitdrukking van een onontwikkelde fixatie van wat gelijkaardig is en van wat op zichzelf gelijkt en brengt de moeilijkheid aan het licht om het ander geslacht te verinnerlijken.
Er zijn verschillende vormen van homoseksualiteit: sommige kunnen evolueren en zich op een natuurlijke manier naar het andere geslacht richten, terwijl andere vormen minder veranderlijk zijn. Het drama is dat de huidige context niet bevorderlijk is om zichzelf over dit onderwerp in vraag te stellen, om te weten waarmee deze neiging overeenstemt. Nochtans komen velen op consultatie in de hoop deze neiging te veranderen en sommigen komen er toe. Doch er is een soort van taboe en verbod om te denken dat men een homoseksuele gerichtheid zou kunnen veranderen terwijl sommigen er nochtans in slagen. Men aanvaardt gemakkelijk dat iemand die heteroseksueel is, homoseksueel kan worden, terwijl het omgekeerde onmogelijk zou zijn.
Het gaat wel te verstaan niet om het toepassen van autosuggestie maar om de persoon vrij over dit onderwerp te laten spreken zodat hij zich bewust wordt van wat hem ertoe gebracht heeft zich psychologisch op deze manier te organiseren en om te beslissen hoe zich te gedragen.
De sociale invloed van een narcistische samenleving heeft inderdaad de neiging op seksueel vlak onduidelijk te denken. Adolescenten en jongeren komen op consultatie omdat zij zich na enkele amoureuze tegenslagen, inbeelden misschien homoseksueel te zijn en gaan zelfs ervaringen opdoen om te weten of ze het zijn. Wat aantoont hoezeer de mens van vandaag het moeilijk heeft om zich met zijn innerlijk bezig te houden en zijn verlangens te identificeren; alles zou zich in het doen moet afspelen. Homoseksualiteit is nog onvoldoende bestudeerd om te begrijpen uit welke psychische werking zij voortkomt. Er is tevens een soort van intellectuele luiheid die erin bestaat aan de relatie tussen twee personen van hetzelfde geslacht, dezelfde eigenschappen toe te kennen die eigen zijn - en wel op exclusieve manier - aan het koppel van man en vrouw.
Om RK Documenten te kunnen verbeteren is uw reactie zeer waardevol. Heeft u aanmerkingen of suggesties voor verbeteringen of bent u een fout tegen gekomen? Laat het ons weten.