Inhoudsopgave
- Een ‘Nieuwe Liturgische Beweging'?
Kardinaal Cañizares Llovera over het wezen van de eredienst, de vernieuwing van de Liturgie en een ‘Hervorming van de Hervorming’ en waarom in Rome in de Sint Pieter het indult voor de handcommunie buiten werking is gezet. Door Armin Schwibach
Rome (kath.net/as) De crisis van de katholieke Liturgie en het voornemen van Bendictus XVI een “nieuwe liturgische beweging” op gang te brengen, stonden n het middelpunt van een gesprekt, die de prefect van de congregatie voor de eredienst en de sacramenten, kardinaal Antonio Cañizares Llovera met de Vatikanisten van de Milanese krant “Il Giornale” voerde.
Het interview werd op 24 december gepubliceerd, de dag waarop Benedictus XVI, als bisschop van Rome het indult voor de handcommunie bij Missen met de Heilige Vader buiten werking heeft gezet. Sinds Kerstmis zijn alle priesters, die in de Sint Pieter bij het uitreiken van de Heilige Communie helpen, geïnstrueerd, deze niet meer op de hand, maar alleen nog op te tong te geven. Tot nu toe ontvingen alleen diegene, die bij de Paus communiceerden, de Heilige Gestalte knielend en op de tong.
De beslissing van Benedictus XVI is op de eerste plaats bedoeld om de heiligheid van het moment en de verering van het onder de gedaante van brood werkelijk aanwezige Christus te bevorderen.
Tegelijkertijd wordt hiermee het gevaar op de, telkens weer voorkomende, misbruiken bij het het uitdelen van de Communie aan de bij de Pausmissen aanwezige grote mensenmassa verminderd. Het komt steeds weer voor dat de heilige Communie bij massale toestroom van mensen niet waardig wordt ontvangen of dat mensen de Hostie als een soort “Souvenir” meenemen.
De Paus volgt daarmee de enige in het Missaal van Paulus VI voorziene manier van het uitreiken van de Heilige Communie aan de gelovigen en wil, door zijn manier van het vieren van de Liturgie een “goed voorbeeld” geven en accenten zetten.
Met betrekking tot ver vernieuwingen bij de pauselijke Liturgieën stelt kardinaal Cañizares Llovera eerst vast, dat geen twijfel over het goede van de na-conciliaire vernieuwing mag bestaan, die in het leven van de Kerk grote voordelen heeft gebracht. In dit kader noemde de kardinaal een bewustere en actievere deelname van de gelovigen evenals een rijkere tegenwoordigheid van de Heilige Schrift.
Ondanks deze voordelen heeft het niet aan schaduwen ontbroken: “De Liturgie, en dat is een feit, si door willekeurige vervormingen gewond geraakt, die ook door de secularisering zijn veroorzaakt, die jammer genoeg ook binnen de Kerk zijn uitwerking heeft”.
Het gevolg is, dat in veel vieringen niet meer God, maar de Mens, zijn handelen als hoofdrolspeler, zijn creativiteit en die van de verzamelde gemeenschap gegeven hoofdrol in het middelpunt staan.
“De conciliaire vernieuwing is als een breuk en niet als een organische ontwikkeling van de traditie begrepen”, aldus Cañizares Llovera, die de noodzaak benadrukte “de Geest van de Liturgie” nieuw te beleven.
Daarom zijn de in de pauselijke Liturgieën ingevoerde veranderingen belangrijk. Hierbij behoren: de oriëntatie van de liturgische handeling, het kruis als middelpunt op het altaar, de Communie, die knielend wordt ontvangen, het Gregoriaans, de ruimte voor de stilte, de schoonheid van de heilige kunst.
De kardinaal benadrukte ook de noodzaak en urgentie van het bevorderen van de eucharistische aanbidding.
Over de liturgiehervorming na het Tweede Vaticaanse Concilie zei Cañizares Llovera, dat deze ondanks goede bedoelingen jammer genoeg met grote haast en halsoverkop uitgevoerd werd. Het heeft aan tijd ontbroken, “om de onderwijzingen van het Concilie aan te nemen en te verinnerlijken”. De aard van de viering werd “met één slag” veranderd.
De hervorming werd gezien als een werk van mensen, waarbij velen hadden gedacht, dat de Kerk een werk van mensenhanden en niet van God zou zijn. “De liturgische vernieuwing heeft als een onderzoek in een laboratorium beschouwd, plaatsgevonden, verbeelding en creativiteit: de toverwoorden van die tijd”.
Over het door kardinaal Ratzinger ooit gebruikte begrip van de “Hervorming van de Hervorming” van de Liturgie zegt kardinaal Cañizares Llovera dat hij niet weet of het mogelijk of heilzaam is, van een dergelijke “Hervorming van de Hervorming” te spreken. Belangrijk en noodzakelijk is het daarentegen dat, wat de Paus wenst: een nieuwe, eenduidige en sterke liturgische beweging in de hele Kerk in het leven te roepen”. Want met de relatie met de liturgie is het lot van het geloof en de kerk nauw verbonden.
In deze samenhang staat voor de prefect van de Congregatie voor de Eredienst ook de opdracht de toegang tot het heilige en haar tegenwoordigheid te herwinnen. het verlies van het gevoel voor het heilige, het geheim en God “is een van de zwaarste verliezen voor een waarachtig humanisme”.
Die meent, dat de herbeleving van versterking van de geest van de Liturgie en de waarheid van de viering een eenvoudige “terugkeer naar een achterhaald verleden” is, negeert de hoe de dingen zijn: “de Liturgie in het middelpunt van het kerkelijk leven te stellen, is in geen geval iets nostalgisch, maar in tegendeel de garantie daarvoor, dat men zich naar de toekomst beweegt”.
Met betrekking tot de toestand van de katholieke Liturgie in de wereld wees Cañizares Llovera op het gevaar van de routine, enige verwarring, de armoede en banaliteit van het gezang en de “Musica Sacra”, waardoor een crisis en opnieuw de noodzaak van een “nieuwe Liturgische Beweging” duidelijk wordt.
Aan de hand van een citaat van de Heilige Franciscus van Assisi verklaard de kardinaal dat de ware reformator degene is, die het geloof gehoorzaamd; hij beweegt zich niet willekeurig en meet zich geen richt toe over de ritus te beslissen. Daarom heeft de Paus de congregatie voor de Eredienst en de Sakramentenorde de opdracht gegeven voor een vernieuwing in de zin van het Tweede Vaticaans Concilie en in overeenstemming met de liturgische traditie van de Kerk, zonder de conciliaire norm te vergeten, die voorschrijft, dat de vernieuwingen alleen dan mogen worden doorgevoerd, wanneer hun nut voor voor de Kerk gewaarborgd zijn. Daarbij moeten nieuwe normen in ieder geval organisch uit reeds bestaande normen ontspringen.
De vandaag noodzakelijke liturgische vernieuwing moet voldoen aan de van Benedictus XVI geëiste “hermeneutiek van de continuïteit". Dit heeft tot gevolg, dat de tendensen, die geen rekening houden met de organische ontwikkeling van de liturgie, de status quo van de na-conciliaire hervorming in te vriezen, overwonnen moeten worde
Hiertoe zet zich de congregatie in voor het onderricht van de priesters, seminaristen, religieuzen en lekengelovigen, om het begrip van de werkelijke betekenis van de liturgieviering te bevorderen. Daarbij komt dan nog een herziening van de verschillende teksten die de verschillende liturgische vieringen inleiden (Praenotanda)
De opdracht van de van kardinaal Cañizares Llovera gewenste “nieuwe liturgische beweging” moet ook de herontdekking van de schoonheid van de liturgie zijn. Daarom heeft de een nieuwe afdeling geopend, die aan de “Art et Musica Sacra” in dienst van de Liturgie gewijd is.
Kardinaal Cañizares Llovera wijst op de noodzaak van de controle op het gebied van de liturgie en de geloofspraktijk. Deze controle heeft niet met “Inquisitie” of onderdrukking te maken. Ze moet eerder worden opgevat als een dienst. Iedereen moet niet alleen de rechten van de gelovigen, maar ook van het “Recht van God” bewust worden gemaakt.
Bron: kath.net in een vertaling van Blog 'Gaudeamus omnes in Domino"
Extra opties voor deze alinea
Reageer op deze alinea Deel op social media
Bericht Een ‘Nieuwe Liturgische Beweging'?
https://rkdocumenten.nl/bericht/bericht_1488-een-nieuwe-liturgische-beweging-nl