Het exorcisme en enkele smeekbeden

Prot. n. 1280/98/L

DECREET

In de sacramentaliën zorgt de Kerk in haar barmhartigheid, in gehoorzaamheid aan het gebed des Heren, reeds vanaf de oudste tijden ervoor dat God door vrome smeekbeden gevraagd wordt dat de christengelovigen van alle gevaren en vooral van alle listen van de duivel bevrijd zouden worden. Op een buitengewone wijze echter zijn in de kerk exorcisten aangesteld om, in navolging van de liefde van Christus, mensen die door de Boze bezeten zijn te genezen door de demonen in naam van God te bevelen heen te gaan en niet langer menselijke schepselen in welke zin dan ook te schaden.

In onze dagen lijkt het gepast de overgeleverde normen, en de verzamelde gebeden en formules van titel XII van het Romeins Rituaal [4211] te herzien zodat de ritus beantwoordt aan wat vastgesteld is in de Constitutie Sacrosanctum Concilium [570] van het Tweede Vaticaanse Concilie, en vooral aan art. 79 [570|79].

Daarom kondigt deze Congregatie [d:108] voorliggende vernieuwde ritus af die door paus Johannes Paulus II op 1 oktober 1998 is goedgekeurd. Zij dient gebruikt te worden in plaats van de normen en formules uit titel XII van het Romeins Rituaal [4211] die tot nu toe in gebruik waren.

De Latijnse uitgave kan terstond als zij verschenen gebruikt worden door hen die ertoe gerechtigd zijn. Bisschoppenconferenties moeten ervoor zorgen dat uitgaven in de volkstaal worden voorbereid en aangepast aan de normen van het recht ter confirmatie aan de Apostolische Stoel worden voorgelegd.

Hier staan geen tegengestelde bepalingen tegenover.

Uit het gebouw van de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten [d:108], 22 november 1998, op het hoogfeest van onze Heer Jezus Christus, Koning van het heelal.