Inhoudsopgave
- Inhoud
Prot. n. 249/20
Vaticaanstad, 2 juni 2020
Excellentie,
Op 9 mei ontving de een informele mededeling van de Commissie voor de Goddelijke Eredienst van de USCCB waarin het volgende
dubium wordt gepresenteerd: Is het sacrament van het Vormsel geldig toegediend als de bedienaar gebruik maakt van een "instrument" om het Chrisma op het voorhoofd van de vormelingen op te leggen in plaats van dit te doen met zijn blote duim? De heeft op 12 mei geantwoord door te verwijzen naar de gezaghebbende interpretatie van de en gaf daarbij aan van mening te zijn dat het antwoord op het informele
dubium bevestigend luidde. Vervolgens ontvingen wij uw brief van 18 mei, waarin u formeel het dubium aan het oordeel van dit Dicasterium voorlegde.
Om uw twijfels weg te nemen hebben wij de geraadpleegd, die het antwoord hebben bevestigd dat op 12 mei informeel aan de Commissie voor de Goddelijke Eredienst van de USCCB was gegeven.
Wij herhalen nu formeel dat het antwoord op het
dubium luidt: Bevestigend.
Voor de geldigheid van het sacrament van het Vormsel bepaalt de wet dat het wordt toegediend door de gewone bedienaar ervan, en door een priester die daartoe bevoegd is, door de zalving met Chrisma op het voorhoofd terwijl de woorden de in de liturgische boeken voorgeschreven uitgesproken worden
Het gebruik door de bedienaar van een instrument (handschoenen, wattenstaafje...), tast de geldigheid van het sacrament niet aan.
Met alle goede wensen en hoogachtend, verblijf ik,
In Christus,
Robert Card. Sarah
Prefect
Arthur Roche
Aartsbisschop secretaris
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/8291-antwoord-op-het-dubium-over-het-toedienen-van-het-sacrament-van-nl