Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Dierbare broeders en zusters, goedendag!
In het leven van Abraham weerklinkt plots een stem. Een stem die hem uitnodigt een schijnbaar zinloze weg te gaan: een stem die hem aanspoort weg te gaan uit zijn land, te breken met de wortels van zijn familie om naar een nieuwe toekomst op te trekken, een andere toekomst. En dat alles omwille van een belofte waarop men slechts vertrouwen kan. Op een belofte vertrouwen is niet gemakkelijk, het vraagt moed. En Abraham had vertrouwen.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De Bijbel zwijgt over het verleden van de eerste aartsvader. De logica der dingen laat veronderstellen dat hij andere godheden vereerde. Misschien was hij een geleerd mens, onderlegd in het afspeuren van de hemel en de sterren. De Heer belooft hem immers dat zijn nakomelingen zo talrijk zullen zijn als de sterren die aan de hemel schitteren.
En Abraham vertrekt. Hij luistert naar de stem van God en vertrouwt op Zijn woord. Dat is belangrijk: op het woord van God vertrouwen. Door zijn vertrek ontstaat een nieuwe wijze om de verhouding met God op te vatten. Dat is de reden waarom aartsvader Abraham in de grote spirituele tradities, de Hebreeuwse, de christelijke en de islamitische, aanwezig is als de volmaakte man Gods die in staat is zich aan Hem te onderwerpen ook als Gods wil hard, ja zelfs onbegrijpelijk, blijkt te zijn.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Abraham is dus de man van het Woord. Wanneer God spreekt wordt de mens ontvanger van dat Woord en zijn leven wordt de plaats waar het vlees wil worden. Dit is een grote nieuwheid op de godsdienstige weg van de mens. Het leven van de gelovige wordt verstaan als roeping, een oproep, een ruimte waar de belofte werkelijkheid wordt. De gelovige gaat door de wereld niet zozeer onder de last van een raadsel, maar met de kracht van die belofte, die op een dag zal werkelijkheid worden. En Abraham geloofde in de belofte van God. Geloofde en ging op weg, zonder te weten waarheen – zo zegt de brief aan de Hebreeën. Maar hij had vertrouwen.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Bij de lezing van Genesis ontdekken we hoe Abraham het gebed beleeft als voortdurende trouw aan het Woord dat regelmatig op zijn weg verschijnt. Samenvattend kunnen we zeggen dat in het leven van Abraham het geloof geschiedenis wordt. Het geloof wordt geschiedenis. Met andere woorden, Abraham, door zijn leven en voorbeeld, wijst ons de weg, het pad waarop het geloof geschiedenis wordt. God wordt niet langer alleen maar in kosmische verschijnselen gezien, als een verre God die angst kan veroorzaken. De God van Abraham wordt “mijn God”, de God van mijn persoonlijke geschiedenis, die mijn schreden leidt en mij niet verlaat. De God van mijn leven, de gezel van mijn belevenissen. God Voorzienigheid. Ik stel mijzelf en jullie de vraag: hebben wij deze ervaring met God? “Mijn God”, de God die mij vergezelt, de God van mijn persoonlijke geschiedenis, de God die mijn schreden leidt, mij niet verlaat, de God van al mijn dagen? Ervaren we dat? Laten we er even over nadenken.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Die ervaring van Abraham wordt ook bevestigd in een van de meest originele teksten in de geschiedenis van de spiritualiteit: de van Blaise Pascal. Het begint als volgt: “God van Abraham, God van Izaäk, God van Jakob, niet van de filosofen en wijzen. Zekerheid, zekerheid. Gevoel. Vreugde. Vrede. God van Jezus Christus.” Deze gedachtenis, neergeschreven op een stukje perkament, werd na zijn dood gevonden genaaid in een jas van de filosoof. Het vertolkt geen intellectuele redenering die een geleerd man zoals hij over God zou kunnen ontwikkelen. Het vertolkt wel het levende gevoel, de ervaring, van Gods aanwezigheid. Pascal noteert zelfs het precieze ogenblik waarop hij die werkelijkheid voelde en haar eindelijk gevonden had: op de avond van 23 november 1654. Het gaat niet om een abstracte God of de kosmische God, neen. Het is de God van een persoon, van een oproep, de God van Abraham, van Izaäk, van Jakob. De God die zekerheid is, die gevoel is, die vreugde is.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
“Maar het gebed van Abraham manifesteert zich allereerst in daden: in stilzwijgen richt hij bij elke pleisterplaats een altaar op voor de Heer.” Abraham bouwt geen tempel, maar verspreidt langs zijn pad stenen die herinneren aan het voorbijgaan van God. Een verrassende God, zoals wanneer Hij aanwezig komt in de gedaante van drie bezoekers die door hem en Sara met zorg worden ontvangen en die hen de geboorte aankondigen van zoon Izaäk. Abraham was honderd, zijn vrouw negentig, min of meer. Zij geloofden en vertrouwden op God. En Sara zijn vrouw werd zwanger. Op die leeftijd! Dat is de God van Abraham, onze God, die ons vergezelt.
Zo wordt Abraham vertrouwelijk met God, bekwaam ook om met Hem te discussiëren, maar altijd trouw. Hij spreekt en discussieert met God. En dan de grootste beproeving, wanneer God hem vraagt zijn enige zoon Izaäk op te offeren, het kind van de hoge ouderdom, de enige erfgenaam. Dan beleeft Abraham het geloof als een drama, als tastend gaan door de nacht, ditmaal onder een hemel zonder sterren. En dat gebeurt ook ons vaak, in de duisternis lopen, maar met geloof. En God zelf stopt de hand van Abraham die reeds klaar was om toe te slaan. God zag zijn volledige overgave.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Broeders en zusters, laten we van Abraham leren. Laten we leren bidden met geloof. Naar de Heer luisteren, op weg gaan, dialoog tot en met discussie. We zijn niet bang om met God te discussiëren! Ik zal zelfs iets zeggen wat een ketterij lijkt. Vaak heb ik mensen horen zeggen: “Weetje, mij is dit overkomen en ik ben verbolgen geworden op God” – “Heb jij de moed gehad op God verbolgen te worden?” – “Zeker, ik ben verbolgen geworden” – “Maar dat is een vorm van gebed”. Immers, alleen een kind kan verbolgen worden op zijn vader en daarna toch met hem verder gaan. Laten we van Abraham leren met geloof te bidden, te dialogeren, te discussiëren, maar steeds bereid het woord van God te aanvaarden en in praktijk te brengen. Laten we leren met God te praten zoals een kind met zijn vader: luisteren, antwoorden, discussiëren. Maar glashelder, zoals een kind met vader. Abraham leert ons op deze wijze bidden. Dankjewel.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/7739-gebed-5-het-gebed-van-abraham-nl