Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Dierbare zonen en dochters,
'Wie is mijn naaste?' .
U herinnert het zich: het was met de parabel van de barmhartige samaritaan dat Jezus antwoordde op die vraag van een wetgeleerde nadat deze hem gezegd had wat hij in de wet las: 'Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart en met geheel uw ziel, met al uw krachten en geheel uw verstand; en uw naaste gelijk uzelf.
De barmhartige samaritaan is in de eerste plaats Christus zelf; Hij is als eerste naar ons toe gekomen en heeft ons tot zijn naaste gemaakt, om ons te helpen, te genezen en te redden: 'Hij heeft zich van zichzelf ontdaan en het bestaan van een slaaf aangenomen. Hij is aan de mensen gelijk geworden, en als mens verschenen heeft Hij zich vernederd, Hij werd gehoorzaam tot de dood, tot de dood aan een kruis' .
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Indien er nog enige afstand tussen God en onszelf bestaat, kan dat alleen maar aan onszelf liggen en aan de hinderpalen die wij Gods toenadering in de weg leggen: de zonde in ons hart, de ongerechtigheden die wij begaan, de haat en verdeeldheid die· wij zaaien, alles wat oorzaak is dat wij God nog niet met heel onze ziel en met al onze krachten beminnen. De veertigdagentijd is bij uitstek de tijd van zuivering en boete, zodat de Zaligmaker ons tot zijn naaste kan maken en ons kan redden door zijn liefde.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het tweede gebod is gelijk aan het eerste en is er onlosmakelijk.van. Wij beminnen de anderen met dezelfde liefde die God in onze harten legt en waarmee Hij hen liefheeft. Hoeveel hinderpalen liggen er ook hier, om de anderen tot onze naasten te maken: wij beminnen God en onze naasten niet voldoende. Waarom ondervinden wij nog zoveel moeilijkheden om het belangrijke maar onduldbare stadium van ons denken. van onze verklaringen of protesten achter ons te laten, om werkelijk immigrant met de immigranten te worden, vluchteling met de vluchtelingen en arm met degenen die van alles verstoken blijven?
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De liturgische tijd van de Veertigdagen wordt ons in en door de kerk aangereikt om ons te zuiveren van dat restant aan egoïsme, overdreven gehechtheid aan materiële of andere goederen, die ons gescheiden houden van degenen die recht hebben op onze hulp: vooral degenen die, hetzij lichamelijk dichtbij of veraf, niet in staat zijn een leven als mannen en vrouwen die naar Gods beeld en gelijkenis geschapen zijn, waardig te leiden.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Laat u daarom doordringen van de geest van boete en bekering, van de geest van liefde en samen delen. Maakt in navolging van Christus hen tot uw naasten, die naakt en gewond zijn, die de wereld niet kent of afwijst. Neemt deel aan alles wat in uw plaatselijke kerk wordt gedaan opdat de christenen en alle mensen van goede wil aan ieder van hun broeders de middelen, ook de materiële middelen, verschaffen om waardig te kunnen leven, om hun menselijke en geestelijke ontwikkeling, ook die van families, in eigen hand te kunnen nemen.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Mogen de geldinzamelingen van de veertigdagentijd, ook in de arme landen, u in staat stellen de plaatselijke kerken in de landen, die er nog slechter aan toe zijn, te helpen, hun opdracht als barmhartige samaritaan aan allen te vervullen, voor wie zij rechtstreeks verantwoordelijk zijn: hun eigen armen, de ondervoeden, de slachtoffers van ongerechtigheid, degenen die zelf nog niet verantwoordelijk kunnen zijn voor hun eigen ontwikkeling en voor die van hun menselijke gemeenschappen.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Boete, bekering: dat is de niet droevige, maar bevrijdende weg van onze veertigdagentijd.
En indien u zich nogmaals de vraag stelt: 'Wie is mijn naaste?' dan zult u het antwoord lezen op het gelaat van de Verrezene en van zijn lippen horen: 'Voorwaar, Ik zeg u: al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan' .
Johannes Paulus II
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/7620-wie-is-mijn-naaste-lc-10-29-nl