De waarheid zal u vrijmaken (Joh. 8,32)
x
Informatie over dit document
De waarheid zal u vrijmaken (Joh. 8,32)
Nepnieuws en journalistiek van de vrede - 52e Zondag van de sociale communicatiemiddelen
Paus Franciscus
24 januari 2018
Pauselijke geschriften - Boodschappen
2018, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk / Nederlandse Bisschoppenconferentie
Werkvert. uit Italiaans: drs. H.M.G. Kretzers
Werkvert. uit Italiaans: drs. H.M.G. Kretzers
24 januari 2018
14 mei 2018
6652
nl
Referenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
Geliefde broeders en zusters, In Gods plan is de menselijke communicatie een wezenlijke manier om gemeenschap te ervaren. De mens, beeld en gelijkenis van God, is in staat het ware, goede en schone tot uitdrukking te brengen en te delen. Hij is in staat over de eigen ervaring en de wereld te vertellen en zo de herinnering aan en het begrip van wat gebeurde op te bouwen. Maar als de mens zijn eigen trotse egoïsme volgt, kan hij ook een verkeerd gebruik maken van het vermogen om te communiceren, zoals de Bijbelse episoden van Kaïn en Abel en van de Toren van Babel (Gen. 4, 1-16; Gen. 11, 1-9) [[b:Gen. 4, 1-16; Gen. 11, 1-9]] laten zien. Het veranderen van de waarheid is een typisch symptoom van dat verwringen, zowel op individueel als collectief vlak. In de trouw aan de logica van God wordt daarentegen communicatie de manier om de eigen verantwoordelijkheid bij het zoeken naar de waarheid en het opbouwen van het goede tot uitdrukking te brengen. In een context van steeds snellere communicatie en van een digitaal systeem zijn wij vandaag getuigen van het verschijnsel van “valse berichten”, het zogenaamde nepnieuws. Dit nodigt ons uit tot nadenken en bracht mij op het idee deze boodschap te wijden aan het thema van de waarheid, zoals mijn voorgangers vanaf Paulus VI De sociale communicatie ten dienste van de waarheid [[6929]] al vaker hebben gedaan. Ik zou zo een bijdrage willen leveren aan de gemeenschappelijke inzet om de verspreiding van valse berichten te voorkomen en om opnieuw de waarde te ontdekken van het beroep van journalist en de persoonlijke verantwoordelijkheid van ieder bij het communiceren van de waarheid.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
Wat is er vals in “valse berichten”?
Nepnieuws is een term waarover wordt gediscussieerd, en een onderwerp van debat. Over het algemeen betreft het desinformatie online of in de traditionele media. Met deze uitdrukking verwijst men dus naar ongegronde informatie die gebaseerd is op niet bestaande of verdraaide gegevens en erop gericht is de lezer te bedriegen en zelfs te manipuleren. Het verspreiden ervan kan beantwoorden aan vooropgezette doeleinden, politieke keuzes beïnvloeden en economische winst begunstigen.
De doeltreffendheid van nepnieuws is op de eerste plaats te wijten aan de mimetische aard ervan, dat wil zeggen het vermogen om plausibel te lijken. Op de tweede plaats zijn deze valse, maar waar lijkende berichten bedrieglijk in de zin dat zij in staat zijn om de aandacht van de geadresseerde te vangen door een beroep te doen op stereotypen en algemene sociale vooroordelen, die inspelen op gemakkelijk en onmiddellijk op te wekken emoties, zoals angst, minachting, woede en frustratie. De verspreiding van nepnieuws maakt manipulerend gebruik van sociale netwerken en hun onderliggende logica: op deze wijze wint de ongefundeerde inhoud aan zo’n zichtbaarheid dat zelfs een gezaghebbende ontkenning er maar moeilijk in slaagt de schade ervan in te dammen.
De moeilijkheid bij het onthullen en uitroeien van nepnieuws is ook gelegen in het feit dat personen vaak op elkaar reageren binnen een homogeen digitale en ondoordringbare omgeving met uit elkaar lopende perspectieven en meningen. Het gevolg van deze logica van desinformatie is dat men, in plaats van een gezonde vergelijking met andere bronnen van informatie te hebben – en dit zou de vooroordelen op een positieve wijze ter discussie kunnen stellen en een constructieve dialoog openen – het gevaar loopt onvrijwillig een actieve rol te spelen in het verspreiden van partijdige en ongefundeerde meningen. Het drama van desinformatie is dat men de ander in diskrediet brengt, hem voorstelt als vijand en zelfs demoniseert, en zo conflicten kan aanwakkeren. Valse berichten brengen dus intolerante en hypergevoelige houdingen aan het licht met als enige uitkomst dat arrogantie en haat zich verspreiden. Dit is het waar valse berichten uiteindelijk toe leiden.
Nepnieuws is een term waarover wordt gediscussieerd, en een onderwerp van debat. Over het algemeen betreft het desinformatie online of in de traditionele media. Met deze uitdrukking verwijst men dus naar ongegronde informatie die gebaseerd is op niet bestaande of verdraaide gegevens en erop gericht is de lezer te bedriegen en zelfs te manipuleren. Het verspreiden ervan kan beantwoorden aan vooropgezette doeleinden, politieke keuzes beïnvloeden en economische winst begunstigen.
De doeltreffendheid van nepnieuws is op de eerste plaats te wijten aan de mimetische aard ervan, dat wil zeggen het vermogen om plausibel te lijken. Op de tweede plaats zijn deze valse, maar waar lijkende berichten bedrieglijk in de zin dat zij in staat zijn om de aandacht van de geadresseerde te vangen door een beroep te doen op stereotypen en algemene sociale vooroordelen, die inspelen op gemakkelijk en onmiddellijk op te wekken emoties, zoals angst, minachting, woede en frustratie. De verspreiding van nepnieuws maakt manipulerend gebruik van sociale netwerken en hun onderliggende logica: op deze wijze wint de ongefundeerde inhoud aan zo’n zichtbaarheid dat zelfs een gezaghebbende ontkenning er maar moeilijk in slaagt de schade ervan in te dammen.
De moeilijkheid bij het onthullen en uitroeien van nepnieuws is ook gelegen in het feit dat personen vaak op elkaar reageren binnen een homogeen digitale en ondoordringbare omgeving met uit elkaar lopende perspectieven en meningen. Het gevolg van deze logica van desinformatie is dat men, in plaats van een gezonde vergelijking met andere bronnen van informatie te hebben – en dit zou de vooroordelen op een positieve wijze ter discussie kunnen stellen en een constructieve dialoog openen – het gevaar loopt onvrijwillig een actieve rol te spelen in het verspreiden van partijdige en ongefundeerde meningen. Het drama van desinformatie is dat men de ander in diskrediet brengt, hem voorstelt als vijand en zelfs demoniseert, en zo conflicten kan aanwakkeren. Valse berichten brengen dus intolerante en hypergevoelige houdingen aan het licht met als enige uitkomst dat arrogantie en haat zich verspreiden. Dit is het waar valse berichten uiteindelijk toe leiden.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Hoe kunnen wij ze herkennen?
Niemand van ons kan zich onttrekken aan de verantwoordelijkheid deze valsheid te bestrijden. Dat is niet gemakkelijk omdat desinformatie vaak gebaseerd is op verschillende verhalen, die opzettelijk ontwijkend en subtiel bedrieglijk zijn, en soms gebruik maakt van geraffineerde mechanismen.
Daarom zijn opvoedkundige initiatieven te prijzen die gericht zijn op het leren interpreteren en het op waarde schatten van de communicatieve context en die leren om niet onbewust mee te doen aan de verspreiding van desinformatie, maar juist actief betrokken te zijn bij het onthullen ervan. Even prijzenswaardig zijn de institutionele en juridische initiatieven om te komen tot normatieve richtlijnen om het verschijnsel in te dammen; evenzeer prijzenswaardig zijn de initiatieven van technische bedrijven en media-maatschappijen om nieuwe criteria te bepalen voor het controleren van de identiteit van degenen die zich verbergen achter miljoenen digitale profielen.
Maar het voorkomen en identificeren van de mechanismen van desinformatie vragen ook om een diepgaande en opmerkzame onderscheiding. Wat ontmaskerd moet worden is immers datgene wat men zou kunnen betitelen als “logica van de slang”, die in staat is zich overal te vermommen en te bijten. Het betreft een strategie die door de “sluwe slang” werd gebruikt en waarover het boek Genesis spreekt. Aan het begin van de mensheid was hij degene die het eerste nepnieuws maakte (Gen. 3, 1-15) [[b:Gen. 3, 1-15]], dat leidde tot de tragische gevolgen van de zonde, die zich vervolgens concretiseerden in de eerste broedermoord (Gen. 4) [[b:Gen. 4]] en talrijke andere vormen van kwaad tegen God, de naaste, de maatschappij en de schepping. De strategie van deze handige “vader van de leugen” (Joh. 8, 44) [b:Joh. 8, 44] is juist de mimesis, een sluipende en gevaarlijke verleiding die zich een weg baant in het hart van de mens met valse en aanlokkelijke argumenten. In het verhaal van de erfzonde nadert de verleider de vrouw, terwijl hij doet alsof hij haar vriend is, zich voor haar welzijn interesseert, en hij begint zijn verhaal met een bewering, die waar is maar slechts gedeeltelijk waar: “Heeft God werkelijk gezegd dat u van geen enkele boom in de tuin mag eten?” (Gen. 3, 1) [b:Gen. 3, 1]. Wat God tegen Adam had gezegd, was in werkelijkheid niet te eten van geen enkele boom, maar alleen maar van één boom: “Maar van de boom van de kennis van goed en kwaad moogt ge niet eten” (Gen. 2, 17) [b:Gen. 2, 17]. De vrouw legt het in haar antwoord uit aan de slang, maar laat zich verlokken door zijn provocatie: “God heeft alleen gezegd: Van de vruchten van de boom die midden in de tuin staat, moogt ge niet eten; gij moogt ze zelfs niet aanraken; anders zult gij sterven” (Gen. 3, 2) [b:Gen. 3, 2]. Dit antwoord klinkt al legalistisch en pessimistisch: door aan de bedrieger geloof te schenken, zich te laten aantrekken door zijn weergave van de feiten, laat de vrouw zich misleiden. Eerst schenkt zij aandacht aan zijn geruststelling: “U zult helemaal niet sterven” (Gen. 3, 4) [b:Gen. 3, 4]. Vervolgens lijkt de deconstructie van de verleider dan geloofwaardig: “God weet dat uw ogen open zullen gaan, als u eet van die boom, en dat u dan gelijk zult worden aan God door de kennis van goed en kwaad” (Gen. 3, 5) [b:Gen. 3, 5]. Ten slotte wordt de vaderlijke aanbeveling van God, die was gericht op het goede, in diskrediet gebracht door de verleidende verlokking van de vijand te volgen: “Toen zag de vrouw dat het goed eten was van die boom, en dat hij een lust was voor het oog, en hoe aantrekkelijk het was er inzicht door te krijgen” (Gen. 3, 6) [b:Gen. 3, 6]. Deze Bijbelse episode openbaart dus een feit dat voor ons betoog wezenlijk is: geen enkele desinformatie is onschuldig; integendeel, vertrouwen op wat vals is, heeft noodlottige consequenties. Ook een schijnbaar lichte verdraaiing van de waarheid kan gevaarlijke gevolgen hebben.
Waar het immers om gaat, is onze hebzucht. Nepnieuws wordt vaak viraal of verspreidt zich op een snelle en moeilijk in te dammen wijze, niet op grond van de logica van samen delen –waardoor de social media zich kenmerkt– maar veeleer door de grip die het uitoefent op de onverzadigbare hebzucht, die zo gemakkelijk ontbrandt in een mens. De economische en opportunistische motieven van desinformatie komen voort uit de dorst naar macht, naar hebben en genieten; dit maakt ons uiteindelijk slachtoffer van een bedrog dat veel tragischer is dan iedere afzonderlijke manifestatie ervan: nl. die van het kwaad, dat van valsheid naar valsheid gaat om ons te beroven van de vrijheid van het hart. Daarom betekent opvoeden tot de waarheid: opvoeden tot het onderscheiden, inschatten en overwegen van de verlangens en de neigingen die zich in ons roeren, om niet verstoken te blijven van het goede door “toe te happen” bij iedere verleiding.
Niemand van ons kan zich onttrekken aan de verantwoordelijkheid deze valsheid te bestrijden. Dat is niet gemakkelijk omdat desinformatie vaak gebaseerd is op verschillende verhalen, die opzettelijk ontwijkend en subtiel bedrieglijk zijn, en soms gebruik maakt van geraffineerde mechanismen.
Daarom zijn opvoedkundige initiatieven te prijzen die gericht zijn op het leren interpreteren en het op waarde schatten van de communicatieve context en die leren om niet onbewust mee te doen aan de verspreiding van desinformatie, maar juist actief betrokken te zijn bij het onthullen ervan. Even prijzenswaardig zijn de institutionele en juridische initiatieven om te komen tot normatieve richtlijnen om het verschijnsel in te dammen; evenzeer prijzenswaardig zijn de initiatieven van technische bedrijven en media-maatschappijen om nieuwe criteria te bepalen voor het controleren van de identiteit van degenen die zich verbergen achter miljoenen digitale profielen.
Maar het voorkomen en identificeren van de mechanismen van desinformatie vragen ook om een diepgaande en opmerkzame onderscheiding. Wat ontmaskerd moet worden is immers datgene wat men zou kunnen betitelen als “logica van de slang”, die in staat is zich overal te vermommen en te bijten. Het betreft een strategie die door de “sluwe slang” werd gebruikt en waarover het boek Genesis spreekt. Aan het begin van de mensheid was hij degene die het eerste nepnieuws maakte (Gen. 3, 1-15) [[b:Gen. 3, 1-15]], dat leidde tot de tragische gevolgen van de zonde, die zich vervolgens concretiseerden in de eerste broedermoord (Gen. 4) [[b:Gen. 4]] en talrijke andere vormen van kwaad tegen God, de naaste, de maatschappij en de schepping. De strategie van deze handige “vader van de leugen” (Joh. 8, 44) [b:Joh. 8, 44] is juist de mimesis, een sluipende en gevaarlijke verleiding die zich een weg baant in het hart van de mens met valse en aanlokkelijke argumenten. In het verhaal van de erfzonde nadert de verleider de vrouw, terwijl hij doet alsof hij haar vriend is, zich voor haar welzijn interesseert, en hij begint zijn verhaal met een bewering, die waar is maar slechts gedeeltelijk waar: “Heeft God werkelijk gezegd dat u van geen enkele boom in de tuin mag eten?” (Gen. 3, 1) [b:Gen. 3, 1]. Wat God tegen Adam had gezegd, was in werkelijkheid niet te eten van geen enkele boom, maar alleen maar van één boom: “Maar van de boom van de kennis van goed en kwaad moogt ge niet eten” (Gen. 2, 17) [b:Gen. 2, 17]. De vrouw legt het in haar antwoord uit aan de slang, maar laat zich verlokken door zijn provocatie: “God heeft alleen gezegd: Van de vruchten van de boom die midden in de tuin staat, moogt ge niet eten; gij moogt ze zelfs niet aanraken; anders zult gij sterven” (Gen. 3, 2) [b:Gen. 3, 2]. Dit antwoord klinkt al legalistisch en pessimistisch: door aan de bedrieger geloof te schenken, zich te laten aantrekken door zijn weergave van de feiten, laat de vrouw zich misleiden. Eerst schenkt zij aandacht aan zijn geruststelling: “U zult helemaal niet sterven” (Gen. 3, 4) [b:Gen. 3, 4]. Vervolgens lijkt de deconstructie van de verleider dan geloofwaardig: “God weet dat uw ogen open zullen gaan, als u eet van die boom, en dat u dan gelijk zult worden aan God door de kennis van goed en kwaad” (Gen. 3, 5) [b:Gen. 3, 5]. Ten slotte wordt de vaderlijke aanbeveling van God, die was gericht op het goede, in diskrediet gebracht door de verleidende verlokking van de vijand te volgen: “Toen zag de vrouw dat het goed eten was van die boom, en dat hij een lust was voor het oog, en hoe aantrekkelijk het was er inzicht door te krijgen” (Gen. 3, 6) [b:Gen. 3, 6]. Deze Bijbelse episode openbaart dus een feit dat voor ons betoog wezenlijk is: geen enkele desinformatie is onschuldig; integendeel, vertrouwen op wat vals is, heeft noodlottige consequenties. Ook een schijnbaar lichte verdraaiing van de waarheid kan gevaarlijke gevolgen hebben.
Waar het immers om gaat, is onze hebzucht. Nepnieuws wordt vaak viraal of verspreidt zich op een snelle en moeilijk in te dammen wijze, niet op grond van de logica van samen delen –waardoor de social media zich kenmerkt– maar veeleer door de grip die het uitoefent op de onverzadigbare hebzucht, die zo gemakkelijk ontbrandt in een mens. De economische en opportunistische motieven van desinformatie komen voort uit de dorst naar macht, naar hebben en genieten; dit maakt ons uiteindelijk slachtoffer van een bedrog dat veel tragischer is dan iedere afzonderlijke manifestatie ervan: nl. die van het kwaad, dat van valsheid naar valsheid gaat om ons te beroven van de vrijheid van het hart. Daarom betekent opvoeden tot de waarheid: opvoeden tot het onderscheiden, inschatten en overwegen van de verlangens en de neigingen die zich in ons roeren, om niet verstoken te blijven van het goede door “toe te happen” bij iedere verleiding.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
“De waarheid zal u vrijmaken” (Joh. 8, 32)
De voortdurende besmetting met bedrieglijke taal verduistert uiteindelijk de innerlijkheid van een mens. Dostojevski schreef in deze zin iets opmerkelijks: “Wie tegen zichzelf liegt en luistert naar eigen leugens, komt op het punt waarop hij de waarheid niet meer kan onderscheiden, noch in zichzelf, noch rondom zich, en zo verliest hij achting voor zichzelf en voor anderen. Vervolgens houdt hij ook op lief te hebben, aangezien hij voor niemand meer achting heeft, en bij gebrek aan liefde geeft hij zich dan –om zich voldaan te voelen en zich te ontspannen– over aan hartstochten en vulgaire genoegens en door zijn ondeugden wordt hij een beest; en dit alles vloeit voort uit het voortdurend liegen, tegen anderen en tegen zichzelf”. II, 2 [[6930]]
Hoe kunnen we ons beschermen? Het meest radicale tegengif tegen het virus van de valsheid is zich laten reinigen door de waarheid. In de christelijke visie is de waarheid niet alleen een begripswerkelijkheid die het oordeel over de dingen betreft door ze als waar of vals te beoordelen. De waarheid is niet alleen aan het licht brengen van onduidelijke zaken, “de werkelijkheid ont-hullen”, zoals de oude Griekse term aletheia (van a-lethès, “niet verborgen”) aangeeft, maar zij zet aan tot nadenken. Waarheid heeft te maken met het hele leven. In de Bijbel heeft het ook de betekenis van ‘steun’, ‘vastheid’, ‘vertrouwen’, zoals de wortel caman te verstaan geeft, waarvan ook het liturgische Amen afgeleid is. Waarheid is iets waarop je kunt steunen om niet te vallen. In deze relationele zin is de enig werkelijk betrouwbare of ‘waarachtige’, –op wie je kunt rekenen– de levende God. Daarom zegt Jezus: “Ik ben de waarheid” (Joh. 14, 6) [b:Joh. 14, 6]. Een mens ontdekt en herontdekt steeds de waarheid, wanneer hij haar in zichzelf ervaart als de trouw en de waarachtigheid van Degene die hem liefheeft. Dit alleen maakt de mens vrij: “De waarheid zal u vrijmaken” (Joh. 8, 32) [b:Joh. 8, 32].
Vrij zijn van valsheid en zoeken naar relatie: dat zijn de twee ingrediënten waaraan het niet mag ontbreken, willen onze woorden en gebaren waar, authentiek, betrouwbaar zijn. Om de waarheid te onderscheiden is het nodig te onderzoeken wat gemeenschap opbouwt en het goede bevordert, en wat daarentegen ernaar tendeert te isoleren, te verdelen en tegenover elkaar te stellen. De waarheid verwerf je dus niet werkelijk, wanneer zij wordt opgelegd als iets van buiten en iets onpersoonlijks; maar zij vloeit voort uit vrije relaties tussen personen, wanneer je naar elkaar luistert. Bovendien het zoeken naar waarheid houdt nooit op, omdat er altijd valsheid kan binnensluipen, ook bij het zeggen van dingen die waar zijn. Een onberispelijke argumentatie kan wel berusten op onloochenbare feiten, maar als die wordt gebruikt om de ander te kwetsen en hem in de ogen van anderen in diskrediet te brengen, dan woont daarin, hoe waar het ook lijkt, niet de waarheid. De waarheid van uitspraken kunnen wij onderscheiden aan de vruchten: of zij polemiek opwekken, scheiding aanwakkeren, berusting inboezemen of integendeel leiden tot een bewuste en rijpe reflectie, tot een constructieve dialoog, tot een vruchtbare werkzaamheid.
De voortdurende besmetting met bedrieglijke taal verduistert uiteindelijk de innerlijkheid van een mens. Dostojevski schreef in deze zin iets opmerkelijks: “Wie tegen zichzelf liegt en luistert naar eigen leugens, komt op het punt waarop hij de waarheid niet meer kan onderscheiden, noch in zichzelf, noch rondom zich, en zo verliest hij achting voor zichzelf en voor anderen. Vervolgens houdt hij ook op lief te hebben, aangezien hij voor niemand meer achting heeft, en bij gebrek aan liefde geeft hij zich dan –om zich voldaan te voelen en zich te ontspannen– over aan hartstochten en vulgaire genoegens en door zijn ondeugden wordt hij een beest; en dit alles vloeit voort uit het voortdurend liegen, tegen anderen en tegen zichzelf”. II, 2 [[6930]]
Hoe kunnen we ons beschermen? Het meest radicale tegengif tegen het virus van de valsheid is zich laten reinigen door de waarheid. In de christelijke visie is de waarheid niet alleen een begripswerkelijkheid die het oordeel over de dingen betreft door ze als waar of vals te beoordelen. De waarheid is niet alleen aan het licht brengen van onduidelijke zaken, “de werkelijkheid ont-hullen”, zoals de oude Griekse term aletheia (van a-lethès, “niet verborgen”) aangeeft, maar zij zet aan tot nadenken. Waarheid heeft te maken met het hele leven. In de Bijbel heeft het ook de betekenis van ‘steun’, ‘vastheid’, ‘vertrouwen’, zoals de wortel caman te verstaan geeft, waarvan ook het liturgische Amen afgeleid is. Waarheid is iets waarop je kunt steunen om niet te vallen. In deze relationele zin is de enig werkelijk betrouwbare of ‘waarachtige’, –op wie je kunt rekenen– de levende God. Daarom zegt Jezus: “Ik ben de waarheid” (Joh. 14, 6) [b:Joh. 14, 6]. Een mens ontdekt en herontdekt steeds de waarheid, wanneer hij haar in zichzelf ervaart als de trouw en de waarachtigheid van Degene die hem liefheeft. Dit alleen maakt de mens vrij: “De waarheid zal u vrijmaken” (Joh. 8, 32) [b:Joh. 8, 32].
Vrij zijn van valsheid en zoeken naar relatie: dat zijn de twee ingrediënten waaraan het niet mag ontbreken, willen onze woorden en gebaren waar, authentiek, betrouwbaar zijn. Om de waarheid te onderscheiden is het nodig te onderzoeken wat gemeenschap opbouwt en het goede bevordert, en wat daarentegen ernaar tendeert te isoleren, te verdelen en tegenover elkaar te stellen. De waarheid verwerf je dus niet werkelijk, wanneer zij wordt opgelegd als iets van buiten en iets onpersoonlijks; maar zij vloeit voort uit vrije relaties tussen personen, wanneer je naar elkaar luistert. Bovendien het zoeken naar waarheid houdt nooit op, omdat er altijd valsheid kan binnensluipen, ook bij het zeggen van dingen die waar zijn. Een onberispelijke argumentatie kan wel berusten op onloochenbare feiten, maar als die wordt gebruikt om de ander te kwetsen en hem in de ogen van anderen in diskrediet te brengen, dan woont daarin, hoe waar het ook lijkt, niet de waarheid. De waarheid van uitspraken kunnen wij onderscheiden aan de vruchten: of zij polemiek opwekken, scheiding aanwakkeren, berusting inboezemen of integendeel leiden tot een bewuste en rijpe reflectie, tot een constructieve dialoog, tot een vruchtbare werkzaamheid.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Vrede is het ware bericht
Het beste tegengif tegen valsheid zijn niet strategieën, maar mensen: mensen die, vrij van begeerte, bereid zijn te luisteren en door de moeite van een oprechte dialoog de waarheid naar voren laten komen; mensen die, aangetrokken door het goede, de verantwoordelijkheid op zich nemen voor hoe ze taal gebruiken. Als verantwoordelijkheid het antwoord is tegen het verspreiden van desinformatie, dan is daarbij in het bijzonder diegene betrokken, die uit hoofde van zijn beroep gehouden is verantwoordelijk te zijn voor het informeren, ofwel de journalist, bewaker van het nieuws. Hij oefent in de tegenwoordige wereld niet alleen een beroep uit, maar heeft ook een echte missie. In de hectiek van berichten en de maalstroom van scoops heeft hij de taak eraan te herinneren dat waar het bij een bericht om draait niet de snelheid van de berichtgeving is, en de impact op het publiek, maar de mensen. Informeren is vormen, het heeft te maken met het leven van mensen. Daarom zijn nauwkeurigheid van bronnen en het bewaken van de communicatie de ware middelen om het goede te ontwikkelen, om vertrouwen voort te brengen en de weg vrij te maken voor gemeenschap en vrede.
Daarom wil ik uitnodigen om een journalistiek van de vrede te bevorderen; met deze uitdrukking bedoel ik niet een “brave” journalistiek die het bestaan van ernstige problemen negeert en een zoetsappige toon aanslaat. Ik bedoel daarentegen een journalistiek zonder geveins, vijandig ten opzichte van onwaarheden, van slogans die gericht zijn op effect, en bombastische verklaringen; een journalistiek die bestaat uit mensen voor mensen en die verstaan wordt als een dienst aan alle mensen, vooral voor diegenen – en dat is de meerderheid in de wereld – die geen stem hebben, een journalistiek die niet gebrand is op nieuws, maar die zich inzet voor het zoeken naar de werkelijke oorzaken van de conflicten om een begrip van de wortels ervan en het overwinnen ervan te bevorderen door het op gang brengen van heilzame processen; een journalistiek die zich inzet voor oplossingen die een alternatief bieden voor de escalaties van geschreeuw en verbaal geweld.
Daarom zouden wij ons, met de inspiratie van een franciscaans gebed, als volgt kunnen richten tot de Waarheid in persoon:
Het beste tegengif tegen valsheid zijn niet strategieën, maar mensen: mensen die, vrij van begeerte, bereid zijn te luisteren en door de moeite van een oprechte dialoog de waarheid naar voren laten komen; mensen die, aangetrokken door het goede, de verantwoordelijkheid op zich nemen voor hoe ze taal gebruiken. Als verantwoordelijkheid het antwoord is tegen het verspreiden van desinformatie, dan is daarbij in het bijzonder diegene betrokken, die uit hoofde van zijn beroep gehouden is verantwoordelijk te zijn voor het informeren, ofwel de journalist, bewaker van het nieuws. Hij oefent in de tegenwoordige wereld niet alleen een beroep uit, maar heeft ook een echte missie. In de hectiek van berichten en de maalstroom van scoops heeft hij de taak eraan te herinneren dat waar het bij een bericht om draait niet de snelheid van de berichtgeving is, en de impact op het publiek, maar de mensen. Informeren is vormen, het heeft te maken met het leven van mensen. Daarom zijn nauwkeurigheid van bronnen en het bewaken van de communicatie de ware middelen om het goede te ontwikkelen, om vertrouwen voort te brengen en de weg vrij te maken voor gemeenschap en vrede.
Daarom wil ik uitnodigen om een journalistiek van de vrede te bevorderen; met deze uitdrukking bedoel ik niet een “brave” journalistiek die het bestaan van ernstige problemen negeert en een zoetsappige toon aanslaat. Ik bedoel daarentegen een journalistiek zonder geveins, vijandig ten opzichte van onwaarheden, van slogans die gericht zijn op effect, en bombastische verklaringen; een journalistiek die bestaat uit mensen voor mensen en die verstaan wordt als een dienst aan alle mensen, vooral voor diegenen – en dat is de meerderheid in de wereld – die geen stem hebben, een journalistiek die niet gebrand is op nieuws, maar die zich inzet voor het zoeken naar de werkelijke oorzaken van de conflicten om een begrip van de wortels ervan en het overwinnen ervan te bevorderen door het op gang brengen van heilzame processen; een journalistiek die zich inzet voor oplossingen die een alternatief bieden voor de escalaties van geschreeuw en verbaal geweld.
Daarom zouden wij ons, met de inspiratie van een franciscaans gebed, als volgt kunnen richten tot de Waarheid in persoon:
Heer, maak van ons een instrument van uw vrede.
Help ons het kwaad herkennen dat binnensluipt in communicatie die geen gemeenschap schept.
Stel ons in staat het vergif uit onze oordelen weg te nemen.
Help ons te spreken over anderen als over broeders en zusters.
U bent trouw en betrouwbaar;
maak dat onze woorden zaden zijn van wat goed is voor deze wereld:
maak dat wij, waar rumoer is, het luisteren in praktijk brengen;
maak dat wij, waar verwarring is, inspireren tot harmonie;
maak dat wij, waar dubbelzinnigheid is, duidelijkheid brengen;
maak dat wij, waar buitensluiting is, solidariteit brengen;
maak dat wij, waar sensatiezucht is, soberheid brengen;
maak dat wij, waar oppervlakkigheid is, werkelijke vraagtekens plaatsen;
maak dat wij, waar vooroordeel is, vertrouwen wekken;
maak dat wij, waar agressiviteit is, respect brengen;
maak dat wij, waar valsheid is, waarheid brengen.
Amen
Franciscus
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/6652-de-waarheid-zal-u-vrijmaken-joh-8-32-nl