Meneer de kardinaal, zeergeliefde broeders en zusters,
Het is een bijzondere vreugde voor me vandaag in uw midden te zijn , gepensioneerden en bejaarden, uit zovele Italiaanse bisdommen, die in Rome een belangrijk congres hebben willen houden om uw idealen opnieuw te bekrachtigen bij het graf van de prins der apostelen en om de bemoediging en zegen van de Paus te ontvangen.
Ik begroet allereerst kard. Giovanni Colombo, ere-voorzitter van de interdiocesane unie van uw bewegingen, met wie ik door gevoelens van hoogachting en genegenheid ben verbonden, temeer daar hij de ervaring van zijn langdurige pastorale bediening in uw dienst heeft gesteld.
Vervolgens richt ik mijn groet tot ieder van u: ze wil een uitnodiging zijn tot de vreugde welke - zoals de liturgie van vandaag aangeeft - voortkomt uit de zekerheid, dat de Heer Jezus 'ons voor God heeft gekocht uit welk land, van welk volk of ras we ook zijn' , waardoor ieder innerlijk overtuigd moet zijn van de onuitputtelijke liefde van God, die ons altijd vergezelt langs de verschillende stadia van onze levensweg. Op deze grondslag is het christelijk optimisme gebaseerd, dat ons in staat stelt om ieder ogenblik waakzaam, werkzaam en deelnemend te zijn, met het gevolg dat we ons ook nuttig en gewaardeerd voelen.
U weet, dat er geen 'leeftijd van rust' bestaat om de wil van God te volbrengen, hetgeen heiligen van ons maakt. Alle stadia van de aardse loopbaan hebben dus eigenlijk hun manier om aan de liefde van Christus te beantwoorden en er getuigenis van af te leggen.
En wanneer op menselijk vlak de laatste fase van het leven niet altijd een verwezenlijking is overeenkomstig de idealen van de jeugdtijd, moeten wij nog erkennen, dat 'alles genade is'. Het wezenlijke is dan volgens de aansporing van de heilige Paulus 'in ons lichaam aan te vullen wat nog ontbreekt aan de verdrukkingen van de Christus, ten bate van zijn lichaam, dat is de kerk' .