"Ik zou u in mijn armen willen nemen..."

Bij mijn aankomst aan de grot van Massabielle wil ik mijn eerste groet richten tot de zieken, die steeds talrijker naar dit Heiligdom komen, tot hen die ze begeleiden, tot hen die ze verzorgen en tot hun families. Ik voel me één met u, dierbare broeders en zusters, als een pelgrim bij Maria; uw hoop en uw gebeden maak ik tot de mijne; ik deel met u ook deze periode, die getekend is door lichamelijke beproeving, maar die daarom niet minder vruchtbaar is in Gods heilsplan. Met u bid ik voor allen die zich aan onze gebeden hebben toevertrouwd. In mijn apostolische taak heb ik altijd groot vertrouwen gehad in de gave, in het gebed en in het offer van hen die lijden. Ik vraag u zich met mij te verenigen tijdens deze bedevaart, om op voorspraak van Maria aan God alle intenties van de Kerk en van de wereld aan te bieden. Dierbare broeders en zusters, ik zou u allen één na één in mijn armen willen nemen, heel liefdevol, om te tonen hoe ik u nabij ben en solidair met u. Ik doe het op geestelijke wijze, u toevertrouwend aan de moederlijke liefde van de Moeder van de Heer, haar vragend om de Zegen en de vertroosting van haar Zoon Jezus voor u te ontvangen.