Inhoudsopgave
- Inhoud
Het geloof dient te worden ondersteund door een leer die in staat is de geest en het hart van de gelovigen te verlichten. Het bijzondere historische ogenblik dat wij beleven en dat onder andere wordt gekenmerkt door een dramatische geloofscrisis, vraagt om een bewustwording die beantwoordt aan de grote verwachtingen die opkomen in het hart van de gelovigen, betreffende de nieuwe vragen die aan de wereld en de Kerk worden gesteld. Het begrip van het geloof vereist dus steeds dat de inhoud ervan in een nieuwe taal tot uitdrukking wordt gebracht, in staat de hoop die aanwezig is in de gelovigen, voort te houden aan hen die rekenschap ervan vragen.
Het is een bijzondere taak van de Kerk de verkondiging van Christus levend en doeltreffend te houden, ook door middel van de uiteenzetting van de leer, die het geloof in het mysterie van de menswording van de Zoon van God, die voor ons mens is geworden, is gestorven en verrezen voor ons heil, moet voeden. Zij moet deze taak onvermoeibaar verrichten door middel van de juiste vormen en instrumenten, opdat zij die de boodschap van het Evangelie opnemen en erin geloven, tot nieuw leven worden herboren door middel van het Doopsel.
Bij de vijftigste verjaardag van de opening van het is het mogelijk, terwijl de Kerk nog nadenkt over de rijkdom van onderricht, vervat in die documenten en nieuwe vormen vindt om het te actualiseren, een onderzoek te doen naar de grote weg die is afgelegd in deze decennia op het gebied van de catechese, een weg die echter niet vrij is geweest in de jaren na het Concilie van, ook ernstige vergissingen in methode en inhoud, die hebben aangezet tot een verdiepte reflectie en zo hebben geleid tot de uitwerking van enkele postconciliaire documenten die de nieuwe rijkdom op het terrein van de catechese vertegenwoordigen.
De eerbiedwaardige Dienaar Gods Paulus VI schreeft in zijn apostolische exhortatie : “Een weg die bij de evangelisatie niet mag worden verwaarloosd, is die van het catechetisch onderricht. Het verstand, in het bijzonder dat van kinderen en jongeren, heeft het nodig de fundamentele gegevens in een systematisch godsdienstonderwijs te leren: de levende inhoud van de waarheid die God aan ons heeft willen doorgeven en die de Kerk heeft getracht op een steeds rijkere wijze in de loop van haar lange geschiedenis tot uitdrukking te brengen.”
In dezelfde trant schreef de zalige Johannes Paulus II aan het slot van de : “Het doel van de catechese in het algemene kader van de evangelisatie is de fase van onderricht en rijping te zijn, dat wil zeggen, de tijd dat de christen na door het geloof de persoon van Jezus Christus als zij enige Heer te hebben aanvaard en zich door een oprechte bekering van het hart geheel bij hem te hebben aangesloten zich inspant deze Christus, aan wie hij zich heeft toevertrouwd, beter te leren kennen”.
Om de twintigste verjaardag van de sluiting van het te vieren riep mijn zalige voorganger nog een bijeen en bij die gelegenheid drukten de synodevaders het vurige verlangen uit dat men overging tot het samenstellen van een catechismus om de universele Kerk een systematische synthese aan te reiken van de leer en de moraal volgens het voorschrift van het Concilie. Met de Apostolische Constitutie van 11 oktober 1992 promulgeerde de zalige Johannes Paulus II de en met het van 28 juni 2005 heb ikzelf het goedgekeurd en gepromulgeerd.
Men mag andere veelbetekenende fasen niet vergeten om de aard, de methoden en de doeleinden van de catechese in het proces van de evangelisatie nader te omschrijven. In 1971 publiceerde de het met de bedoeling een eerste synthese tot stand te brengen aangaande de weg die was afgelegd in de verschillende lokale Kerken, die in de tussentijd een eigen catechetisch traject hadden verwezenlijkt. Na de publicatie van de vaardigde dezelfde in 1997 het uit, waarbij zij het verlangen van de Kerk opnieuw bevestigde dat een eerste fase van het catechetisch proces gewoonlijk gewijd is aan het bevestigen van de bekering.
Het onderricht van het Concilie en daarop volgend magisterium hebben zich tot vertolkers gemaakt van de grote, desbetreffende traditie van de Kerk en steeds sterker de catechese verbonden met het proces van de evangelisatie. De catechese vertegenwoordigt derhalve een veelbetekenende fase in het dagelijkse leven van de Kerk om op een levende en doeltreffende wijze het Woord van God te verkondigen en door te geven, zodat dit allen bereikt en de gelovigen worden onderwezen en opgevoed in Christus om zijn Lichaam, dat de Kerk is, op te bouwen.
Met de apostolische brief in de vorm van een Motu Proprio heb ik op 21 september 2010 de opgericht, die “zijn eigen doelstelling nastreeft, zowel door de reflectie te bevorderen over onderwerpen betreffende de nieuwe evangelisatie, als door de vorm en middelen te vinden die zich lenen om deze te verwezenlijken”. In het bijzonder heb ik het nieuwe decasterie de taak willen toevertrouwen “het gebruik te bevorderen van de als wezenlijke en volledige formulering van de inhoud van het geloof voor de mensen van onze tijd”.
Op grond hiervan acht ik het opportuun dat dit decasterie als een van zijn institutionele taken de taak op zich neemt namens de paus van Rome te waken over het belangrijke instrument van evangelisatie dat de catechese voor de Kerk vertegenwoordigt, evenals het catechetisch onderricht in zijn verschillende uitingen om zo een meer organische en doeltreffende activiteit te verwezenlijken. Deze nieuwe zal de lokale Kerken en de diocesane bisschoppen een passende dienst in dezen kunnen aanbieden.
Daarom heb ik, ingaande op het eensgezinde voorstel van de betreffende hoofden van de decasteries, besloten naar de de bevoegdheden over te hevelen die inzake de catechese de Apostolische Constitutie van 28 juni 1988 had toevertrouwd aan de , met dezelfde jurisdictie als dezelfde tot nu toe in dezen uitoefende en door de canonieke verordening is vereist.
Dientengevolge bepaal en verorden ik in het licht van de voorafgaande overwegingen, na zorgvuldig alles te hebben onderzocht en het oordeel van deskundigen te hebben gevraagd, het volgende:
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Art. 2
Eveneens wordt naar de de “Internationale Raad voor de Catechese”, ingesteld door de eerbiedwaardige Dienaar Gods Paulus VI met zijn brief van 7 juni 1973, overgebracht. Van deze Raad neemt de president van de het voorzitterschap op zich en ex officio zal de secretaris van hetzelfde deel daarvan uitmaken.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Art. 3
Op grond van de met onderhavig Motu Proprio verleende bevoegdheden: § 1. zorgt de voor de bevordering van de religieuze vorming van de gelovigen van iedere leeftijd en in iedere omstandigheid;
§ 2. heeft hij de bevoegdheid passende normen uit te vaardigen, opdat het onderricht van de catechese op passende wijze overeenkomstig de onafgebroken traditie van de Kerk wordt gegeven:
§ 3. heeft hij de taak ervoor te waken dat de catechetische vorming op de juiste wijze wordt gegeven met inachtneming van de methodologieën en doeleinden overeenkomstig de door het leergezag van de Kerk gegeven aanwijzingen;
§ 4. kent hij de voorgeschreven goedkeuring toe van de Apostolische Stoel voor catechismussen en andere geschriften betreffende het catechetisch onderricht, met instemming van de ;
§5. staat hij de catechetische bureaus binnen de bisschoppenconferentie bij, volgt hun initiatieven betreffende de religieuze vorming en met een internationaal karakter, coördineert de activiteiten ervan en biedt hun eventueel de noodzakelijke hulp.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Ik verorden dat al wat ik met deze Apostolische Brief in de vorm van een Motu Proprio heb besloten, in al zijn onderdelen in acht wordt genomen. ongeacht welke tegengestelde bepalingen ook, ook al zijn die bijzonder vermeldenswaardig, en ik bepaal dat dit wordt gepromulgeerd door middel van publicatie in het dagblad “L”Osservatore Romano”, waarbij dit van kracht wordt twee weken na de promulgatie.
Gegeven te Rome, bij Sint Pieter, 16 januari 2013, het achtste jaar van mijn pontificaat.
BENEDICTUS PP. XVI
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/4843-fides-per-doctrinam-nl