Inhoudsopgave
- Inhoud
Aan de gelovigen van Nederland Broeders en zusters, De maand oktober krijgt dit jaar een heel bijzondere betekenis. Op 5 oktober heeft paus Johannes Paulus II de Duits-Nederlandse missionaris Arnold Janssen heilig verklaard. Maar de aandacht van de Kerk en de wereld gaat in deze dagen vooral uit naar de 25ste verjaardag van het pontificaat van paus Johannes Paulus II op 16 oktober en de zaligverklaring van Moeder Teresa op 19 oktober. Dat alles gaat gepaard met toenemende bezorgdheid van velen voor de gezondheid van onze paus. Arnold Janssen is voor veel mensen in ons land een relatieve onbekende. Toch kan zijn betekenis voor de wereldkerk, met name op missionair gebied, niemand ontgaan. Janssen werd geboren in 1837 in het Duitse Goch. Vanwege het antireligieuze klimaat in het toenmalige Duitsland, week hij uit naar Steyl in Limburg. Daar stichtte hij drie missionaire congregaties: het Gezelschap van het Goddelijk Woord (SVD), de Missiezusters Dienaressen van de Heilige Geest (SSpS) en de slotzusters Dienaressen van de Heilige Geest (SSpSap). Tezamen tellen zij nu meer dan tienduizend leden in 69 landen. Pater Janssen overleed in 1909 en werd in 1975 zalig verklaard. Met zijn heiligverklaring eert de Kerk Arnold Janssen. Hij inspireert ons om na te denken over onze eigen missionaire roeping en opdracht, ook in onze Nederlandse samenleving. Moge zijn voorbeeld ons daarbij tot steun zijn. Moeder Teresa behoort tot de meest indrukwekkende katholieken van de 20ste eeuw. Haar zaligverklaring op 19 oktober bevestigt het uitdagende en indringende getuigenis dat Moeder Teresa aan de Kerk en de wereld heeft gegeven. Moeder Teresa, geboren op 27 augustus 1910 in Macedonië, werkte als missiezuster van Loreto in Calcutta, India. In 1952 opende ze een huis voor stervenden en kort daarna een tehuis voor in de steek gelaten en stervende kinderen. Daarmee werd de basis gelegd voor de Missionarissen van Liefde, een beweging van zusters, broeders en leken. De congregatie heeft nu meer dan 500 kloosters over de hele wereld, waaronder in Nederland. Moeder Teresa stierf op 5 september 1997 in Calcutta. De Bergrede was voor Moeder Teresa geen vrijblijvend visioen, maar een richtsnoer voor haar eigen leven. Als weinig anderen heeft Moeder Teresa de opdracht van het Evangelie gehoord en geleefd om ons zonder voorbehoud in dienst te stellen van God én van mensen, met name van de allerarmsten, de rechtelozen en de meest kwetsbaren. Haar spiritualiteit omschreef ze zelf even eenvoudig als radicaal: "Wees alles voor Jezus, door Maria". Het is niet toevallig dat de zaligverklaring van Moeder Teresa aansluit bij de viering van het 25-jarig pontificaat van Johannes Paulus II. Tussen beiden bestond een diepe geestelijke band. Zij herkenden zich in elkaar en waren elkaar tot voorbeeld en inspiratiebron. Met name in deze tijden zien we bovendien de gelijkenis tussen twee mensen die in al hun broosheid en kwetsbaarheid zo veel kracht uitstralen. Er is nog iets dat onze paus en Moeder Teresa met elkaar verbindt: hun innige band met Maria, de Moeder van de Heer, en hun liefde voor het rozenkransgebed. Op veel foto's was te zien hoe Moeder Teresa een rozenkrans in haar gerimpelde handen hield. Ook de paus heeft bij de opening van dit Jaar van de Rozenkrans een indrukwekkend, persoonlijk getuigenis gegeven van de grote waarde van dit gebed. Ik hoop van harte dat met name jonge mensen zich hierdoor laten inspireren, het rozenkransgebed gaan ontdekken en het een vaste plek in hun leven willen geven. En ik wil hier alle parochies danken die met name in deze oktobermaand de zo verschuldigde aandacht aan dit gebed geven. De betekenis van de 25 jaar van het pontificaat van Johannes Paulus II laat zich nauwelijks in enkele woorden samenvatten. Johannes Paulus II zal zonder enige twijfel de geschiedenis ingaan als één van de grootste pausen van de Kerk. Maar van persoonsverheerlijking moet deze paus niets hebben. Vanaf de eerste dagen van zijn pontificaat heeft Johannes Paulus II gewezen op de persoon van Jezus Christus, onze Verlosser. Hij benadrukt steeds dat wij als gedoopte christenen geroepen zijn om het Evangelie in heel ons leven wáár te maken. De paus heeft zich, indachtig zijn wapenspreuk "Totus tuus" ("Geheel de Uwe"), onvermoeibaar en zonder enig compromis gegeven om zo dienaar van God en dienaar van mensen te zijn. Geheel de Uwe zijn, is leven zonder reserves en navolging van Christus tot het laatste moment toe. Het offer dat deze paus heeft gebracht uit liefde voor de Heer en Zijn Kerk, wordt in deze dagen op indringende wijze zichtbaar. Voor het oog van de gehele wereld toont de paus zich in al zijn gebrokenheid. Daarmee is hij een levende getuige van het geloof dat ieder mens een unieke, onvervreemdbare waarde heeft. Dat getuigenis wekt ontzag en ontroering, hoe moeilijk het soms ook is om de beelden te zien. Misschien dat we soms zelfs de neiging hebben om weg te kijken, om die beelden maar niet te hóeven zien. Maar geldt hetzelfde niet evenzeer voor ons willen wegkijken van de lijdende Christus aan het Kruis, van zieken en stervenden, van mensen die ongewild en afgeschreven zijn, van mensen die honger lijden en onrecht wordt aangedaan? Natuurlijk, velen hoopten dat de viering van de 25ste verjaardag van de pauskeuze - met de zaligverklaring van Moeder Teresa - een groots en blij feest zou zijn. Onze blijdschap en dankbaarheid gaan nu gepaard met bezorgdheid en medelijden. Maar misschien dat God ons deze gebeurtenissen daarmee precies op de juiste wijze laat beleven. Ons geloof is kribbe én kruis, Kerstmis én Pasen. Wij kunnen geen deel hebben aan de verlossing van Christus wanneer wij de deelname aan Zijn lijden weigeren. Laten wij ons in deze dagen aansluiten bij het gebed dat in de hele wereld zal klinken. Uit dankbaarheid voor Arnold Janssen, Moeder Teresa en het 25-jarig pontificaat van Johannes Paulus II. Vol mededogen voor de paus in deze moeilijke periode van zijn leven. Maar voor alles met de bede dat hun getuigenis en hun offer, ons niet onveranderd laten. Mogen wij de kracht en de moed ontvangen om ons net als zij volledig te geven aan Hem, die wij belijden als onze levende Heer en Verlosser, Jezus Christus. + Adrianus Kardinaal Simonis,
Aartsbisschop van Utrecht en
voorzitter van de Nederlandse Bisschoppenconferentie
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/111-over-25-jaar-pontificaat-en-moeder-teresa-nl