In Onze herderlijke bezorgdheid voor het heil der zielen achten Wij, Aartsbisschop en Bisschoppen van Nederland, Ons verplicht er met nadruk op te wijzen, dat ten volle gehandhaafd blijft Onze vroegere , die aanvankelijk in den Advent, later op Passiezondag werd afgekondigd. Derhalve moeten nog altijd de H.H. Sacramenten geweigerd worden en, als hij zonder bekeering sterft, ook de kerkelijke begrafenis:
1. aan den Katholiek, die de
socialistische of
communistische beginselen op godsdienstig of zedelijk gebied openlijk aanhangt,-
2. aan den Katholiek, die de
liberale of
vrijzinnige beginselen op godsdienstig of zedelijk gebied openlijk aanhangt;
3. aan den Katholiek, die bekend staat als
lid van een socialistische of communistische vereeniging of van een vereeniging, welke dusdanige vereenigingen metterdaad
steunt;
4. aan den Katholiek, van wien bekend is, dat hij, hoewel geen lid van een socialistische of een communistische vereeniging, toch geregeld socialistische of communistische geschriften of bladen
leest, of socialistische of communistische vergaderingen
bijwoont;
5 aan den Katholiek, van wien bekend is, dat hij aan de beweging van het
nationaal- socialisme in belangrijke mate steun verleent.
In verband met de veranderde tijdsomstandigheden willen Wij er echter dit aan toevoegen:
1. Wat Wij omtrent het socialisme verklaarden, is van toepassing op iederen vorm van socialisme, zooals Paus Pius XI het in de encycliek heeft omschreven en veroordeeld.
2. Wat Onze verklaring omtrent de Nationaal-Socialistische Beweging betreft: Wij voelen Ons verplicht, daarop thans nog grooteren nadruk te leggen. Immers sindsdien is nog duidelijker aan het licht getreden, dat deze Beweging niet alleen de Kerk in de vrije uitoefening van haar taak op wezenlijke punten dreigt te belemmeren, maar dat zij ook een ernstig gevaar oplevert voor de christelijke levensopvatting van allen, die er aan deelnemen.
Daarom zal dan ook het enkele lidmaatschap gewoonlijk reeds in hooge mate ongeoorloofd zijn.
Mogen deze herderlijke waarschuwingen ter harte worden genomen en hen, voor wie zij bestemd zijn, doen besluiten van hun dwaalwegen terug te keeren en zich met God en de H. Kerk te verzoenen.
En zal dit Ons gezamenlijk herderlijk schrijven op Zondag 26 Januari a.s. in alle tot Onze kerkprovincie behoorende kerken en in alle kapellen, waarover een rector is aangesteld, onder alle vastgestelde H.H. Missen op de gebruikelijke wijze worden voorgelezen.
Gegeven te Utrecht, den 13en Januari van het jaar 1941.
+ Dr. J. DE JONG, Aartsbisschop van Utrecht,
+ P. A. W. HOPMANS, Bisschop van Breda,
+ A. F. DIEPEN, Bisschop van 's-Hertogenbosch.
+ Dr. J. H. G. LEMMENS, Bisschop van Roermond,
+ J. P. HUIBERS, Bisschop van Haarlem.
Nota voor de geestelijkheid:
Het voorlezen van de verklaring, welke jaarlijks op Passie-Zondag moet geschieden , worde dit jaar achterwege gelaten.