Inhoudsopgave
- Inhoud
Aan onze vereerde broeder Agostino Casaroli
kardinaal-staatssecretaris
De groeiende zorg voor de verantwoordelijkheid voor de universele kerk brengt ons ertoe ons steeds doeltreffender hulp aan te werven bij de vervulling van onze zending en daarom hebben wij, meneer de kardinaal, rekening houdend met hetgeen geregeld is door de apostolische constitutie '' en na rijp beraad besloten u de hoge en bijzondere opdracht toe te vertrouwen, zoals wij het u in uw hoedanigheid van onze staatssecretaris toevertrouwden, ons te vertegenwoordigen in het burgerlijk bestuur van de staat Vaticaanstad en in onze naam en in onze plaats - altijd met een beroep op ons, vooral in gevallen van bijzonder belangde macht en verantwoordelijkheid uit te oefenen welke inherent is aan onze soevereiniteit over dezelfde staat, waardoor de onafhankelijkheid van iedere aardse macht van deze Romeinse apostolische Stoel is gewaarborgd en welke de voorzienigheid ons heeft geroepen te besturen. Derhalve willen en besluiten wij door toepassing van genoemde , datgene gedeeltelijk te wijzigen wat onze voorganger Pius XII zaliger gedachtenis vaststelde met een kennisgeving aan het staatssecretariaat van april 1939 en in uitdrukkelijke afwijking van de beschikking van de grondwet van de staat Vaticaanstad n. 1 van 7 juni 1929, art. 7, alinea 1, dat de in overleg met de kardinaalvoorzitter die zal worden benoemd, beroep doet op u, meneer de kardinaal onze , in alle aangelegenheden welke de van kracht zijnde wetten aan onze persoon voorbehouden.
Dezelfde kardinalencommissie - bijgestaan door een prelaat die momenteel de titel pro-voorzitter heeft en door een speciale afgevaardigde - zal het gewone bestuur blijven uitoefenen binnen het kader van de gedelegeerde of delegeerbare volmachten volgens de norm van de wei van 7 juni 1929 aan de persoon van de waarnemende gouverneur, zoals reeds in het recente verleden toen deze hoge staatsambten vacant waren.
Terwijl wij er zeker van zijn in u, meneer de kardinaal, ook in deze nieuwe verplichting een sterke steun te hebben, roepen wij over uw persoon en over de delicate taak welke u wordt toevertrouwd, de genade van de Heer en de bescherming van de allerheiligste maagd Maria en de zalige Petrus af, terwijl wij u van harte een bijzondere apostolische zegen verlenen.
Vanuit het Vaticaans apostolisch paleis, 6 april 1984, in het zesde jaar van ons pontificaat.
JOANNES PAULUS PP. Il
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/7198-nieuwe-regeling-voor-vaticaanstad-nl