Godgewijden moeten vruchtbaar, arm en geduldig zijn
x
Informatie over dit document
Godgewijden moeten vruchtbaar, arm en geduldig zijn
Tot de deelnemers aan het Internationale Congres georganiseerd door de Congregatie voor de Instituten van Godgewijd Leven en Sociëteiten van het Apostolisch Leven - Aula Paulus VI
Paus Franciscus
4 mei 2018
Pauselijke geschriften - Toespraken
2018, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk / Nederlandse Bisschoppenconferentie
Vert. uit het Frans (Zenit.org): maranatha-gemeenschap
Vert. uit het Frans (Zenit.org): maranatha-gemeenschap
4 mei 2018
8 mei 2018
6915
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
1
De sleutel van wat ik zal zeggen, is wat de kardinaal (prefect van de Congregatie) gevraagd heeft: authentieke criteria om te onderscheiden wat aan het gebeuren is. Want, werkelijk, vandaag gebeurt er veel. Om zich niet te verliezen in deze wereld, in de mist van de geest van de wereld, tussen de provocaties door, in de geest van oorlog, hebben wij in die vele dingen authentieke criteria nodig om geleid te worden. Om ons te leiden in de onderscheiding.
En dan is er nog iets: de Heilige Geest is echt een ramp (hij lacht, en iedereen lacht), Hij houdt niet op creatief te zijn! Alle nieuwe vormen van godgewijd leven, Hij is werkelijk creatief, met charisma’s … Interessant: Hij maakt de verscheidenheid, maar schept tegelijk eenheid. Voilà, dat is de Heilige Geest! En met die verscheidenheid aan charisma’s en zo veel zaken, maakt Hij het Lichaam van Christus één, en maakt Hij ook het godgewijde leven één. Het is tevens een uitdaging.
Ik heb mij de vraag gesteld: wat zijn de dingen, waarvan de Geest wil dat ze krachtig blijven in het Godgewijde leven? En mijn gedachten vlogen, vertrokken, deden de ronde … en steeds kwam mij de dag voor de geest dat ik naar San Giovanni Rotondo geweest ben: ik weet niet waarom, maar ik heb daar veel Godgewijden gezien, mannen en vrouwen, die werken … en ik dacht terug aan wat ik ginder gezegd heb. En ik zei tot mezelf: dat zijn de zuilen die blijven, die permanent zijn in het Godgewijde leven. Gebed, armoede en geduld. En ik heb ervoor gekozen om u daarover te spreken: wat volgens mij gebed is in het Godgewijde leven, en vervolgens armoede en geduld.
Goedendag aan iedereen!Ik dacht een toespraak te geven, mooi opgesteld, mooi … Maar dan kwam mij voor de geest om te improviseren, te zeggen wat past voor dit ogenblik.
De sleutel van wat ik zal zeggen, is wat de kardinaal (prefect van de Congregatie) gevraagd heeft: authentieke criteria om te onderscheiden wat aan het gebeuren is. Want, werkelijk, vandaag gebeurt er veel. Om zich niet te verliezen in deze wereld, in de mist van de geest van de wereld, tussen de provocaties door, in de geest van oorlog, hebben wij in die vele dingen authentieke criteria nodig om geleid te worden. Om ons te leiden in de onderscheiding.
En dan is er nog iets: de Heilige Geest is echt een ramp (hij lacht, en iedereen lacht), Hij houdt niet op creatief te zijn! Alle nieuwe vormen van godgewijd leven, Hij is werkelijk creatief, met charisma’s … Interessant: Hij maakt de verscheidenheid, maar schept tegelijk eenheid. Voilà, dat is de Heilige Geest! En met die verscheidenheid aan charisma’s en zo veel zaken, maakt Hij het Lichaam van Christus één, en maakt Hij ook het godgewijde leven één. Het is tevens een uitdaging.
Ik heb mij de vraag gesteld: wat zijn de dingen, waarvan de Geest wil dat ze krachtig blijven in het Godgewijde leven? En mijn gedachten vlogen, vertrokken, deden de ronde … en steeds kwam mij de dag voor de geest dat ik naar San Giovanni Rotondo geweest ben: ik weet niet waarom, maar ik heb daar veel Godgewijden gezien, mannen en vrouwen, die werken … en ik dacht terug aan wat ik ginder gezegd heb. En ik zei tot mezelf: dat zijn de zuilen die blijven, die permanent zijn in het Godgewijde leven. Gebed, armoede en geduld. En ik heb ervoor gekozen om u daarover te spreken: wat volgens mij gebed is in het Godgewijde leven, en vervolgens armoede en geduld.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Gebed, is altijd terugkeren naar de eerste roeping. Ieder gebed, misschien een gebed toen ik in nood was, maar altijd terugkeren naar Degene die mij geroepen heeft. Het gebed van een Godgewijde man of vrouw, is terugkeren naar de Heer die mij heeft uitgenodigd om dicht bij Hem te zijn. Terugkeren naar Hem die mij in de ogen gekeken heeft en die mij gezegd heeft: “Kom, verlaat alles en kom – Maar ik zou slechts de helft willen achterlaten … (we zullen het hierover hebben aangaande de armoede) – Nee, kom! Verlaat alles! Kom!”.
En de vreugde, op het ogenblik dat we verlaten wat we hebben, veel of weinig. Iedereen weet wat hij heeft achtergelaten: zijn mama, papa, familie, een loopbaan … het is waar dat sommigen een carrière zoeken, en dat is niet goed. Op dat moment, de Heer vinden die mij geroepen heeft en Hem van nabij volgen. Ieder gebed bestaat erin daarnaar terug te keren. Het gebed maakt dat ik voor deze Heer werk en niet uit eigenbelang of voor het instituut waarin ik werk, nee! Voor de Heer.
Er is een woord dat veel gebruikt wordt, dat te veel gebruikt werd en dat een beetje zijn kracht verloren heeft, maar dat goed aangeeft waarover het gaat: radicaliteit. Ik gebruik het niet graag omdat het te veel gebruikt werd, maar dat is het: ik laat alles achter voor U. Het is de glimlach van de eerste stappen … Daarna kwamen de problemen, veel problemen die wij allemaal kennen, maar het gaat er altijd om terug te keren naar de ontmoeting met de Heer.
Het gebed is in het Godgewijde leven de lucht die ons deze roeping doet inademen, hernieuwen. Zonder deze lucht, kunnen wij geen goede Godgewijden zijn. Misschien zullen wij goede mensen zijn,
christenen, katholieken, actief in vele werken van de Kerk, maar de toewijding moet ge voortdurend hernieuwen, daar in het gebed, in een ontmoeting met de Heer. “Maar ik ben bezig, ik heb het druk …” Dat is het belangrijkste. Ga bidden. En dan is er het gebed dat ons gedurende de dag bij de Heer houdt. In elk geval, gebed. “Maar mijn werk is te riskant, het houdt me heel de dag in beslag …” Denken we aan een Godgewijde van onze tijd: Moeder Theresa. Moeder Theresa zocht ook problemen, zij was als een machine op zoek naar problemen, hier en daar … Maar de twee uren gebed voor het Allerheiligste kon niemand haar afnemen. “Ah, de grote Moeder Theresa!” Doe zoals zij, doe hetzelfde. Zoek uw Heer, Degene die u geroepen heeft. Gebed. Niet alleen ’s morgens … Iedereen moet zoeken hoe het te doen, waar en wanneer. Maar het doen, altijd. Men kan geen Godgewijd leven leiden, men kan niet onderscheiden wat er gebeurt, als men niet met de Heer spreekt.
Ik wil hierover niet meer zeggen, maar u heeft het begrepen, geloof ik. Gebed. En de Kerk heeft mannen en vrouwen nodig die bidden, in deze tijd van zoveel leed voor de mensheid.
En de vreugde, op het ogenblik dat we verlaten wat we hebben, veel of weinig. Iedereen weet wat hij heeft achtergelaten: zijn mama, papa, familie, een loopbaan … het is waar dat sommigen een carrière zoeken, en dat is niet goed. Op dat moment, de Heer vinden die mij geroepen heeft en Hem van nabij volgen. Ieder gebed bestaat erin daarnaar terug te keren. Het gebed maakt dat ik voor deze Heer werk en niet uit eigenbelang of voor het instituut waarin ik werk, nee! Voor de Heer.
Er is een woord dat veel gebruikt wordt, dat te veel gebruikt werd en dat een beetje zijn kracht verloren heeft, maar dat goed aangeeft waarover het gaat: radicaliteit. Ik gebruik het niet graag omdat het te veel gebruikt werd, maar dat is het: ik laat alles achter voor U. Het is de glimlach van de eerste stappen … Daarna kwamen de problemen, veel problemen die wij allemaal kennen, maar het gaat er altijd om terug te keren naar de ontmoeting met de Heer.
Het gebed is in het Godgewijde leven de lucht die ons deze roeping doet inademen, hernieuwen. Zonder deze lucht, kunnen wij geen goede Godgewijden zijn. Misschien zullen wij goede mensen zijn,
christenen, katholieken, actief in vele werken van de Kerk, maar de toewijding moet ge voortdurend hernieuwen, daar in het gebed, in een ontmoeting met de Heer. “Maar ik ben bezig, ik heb het druk …” Dat is het belangrijkste. Ga bidden. En dan is er het gebed dat ons gedurende de dag bij de Heer houdt. In elk geval, gebed. “Maar mijn werk is te riskant, het houdt me heel de dag in beslag …” Denken we aan een Godgewijde van onze tijd: Moeder Theresa. Moeder Theresa zocht ook problemen, zij was als een machine op zoek naar problemen, hier en daar … Maar de twee uren gebed voor het Allerheiligste kon niemand haar afnemen. “Ah, de grote Moeder Theresa!” Doe zoals zij, doe hetzelfde. Zoek uw Heer, Degene die u geroepen heeft. Gebed. Niet alleen ’s morgens … Iedereen moet zoeken hoe het te doen, waar en wanneer. Maar het doen, altijd. Men kan geen Godgewijd leven leiden, men kan niet onderscheiden wat er gebeurt, als men niet met de Heer spreekt.
Ik wil hierover niet meer zeggen, maar u heeft het begrepen, geloof ik. Gebed. En de Kerk heeft mannen en vrouwen nodig die bidden, in deze tijd van zoveel leed voor de mensheid.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het tweede is de armoede. In de Constituties schreef de heilige Ignatius voor ons, jezuïeten, – maar het kwam niet van hemzelf, denk ik, hij heeft het misschien van de woestijnvaders : “armoede is de moeder, de muur die het Godgewijde leven schraagt”. Zij is de “moeder”. Interessant, hij zegt niet de kuisheid, die misschien meer verbonden is met moederschap, met vaderschap, nee! De armoede is moeder. Zonder armoede, geen vruchtbaarheid in het Godgewijde leven. Zij is de “muur”, die u beschermt. Zij beschermt u tegen de geest van de wereld, zeker. Wij weten dat de duivel binnenkomt langs de zakken. Dat weten wij allemaal. En de kleine bekoringen tegen de armoede zijn kwetsuren in het lichaam van het Godgewijde leven. Armoede volgens de regel, volgens de constituties van de congregatie: ze is niet in elke congregatie dezelfde. De regel zegt: “onze armoede gaat in die richting”, “de onze in die richting”, maar er is altijd een geest van armoede. Daarover kan niet onderhandeld worden. Zonder armoede, kunnen wij nooit goed onderscheiden wat in de wereld gebeurt. Zonder de geest van armoede. “Verlaat alles en geef het aan de armen”, zegt de Heer tot de jongeman. En deze jongeman, dat zijn wij. “Maar ik, ik heb niet veel rijkdom …” Ja, maar ge hebt iets, waaraan ge gehecht bent, dat hebt ge! De Heer vraagt u dat: dat is de “Isaak” die ge moet offeren. Naakt, arm in de ziel. En met deze geest van armoede, verdedigt de Heer ons – Hij verdedigt ons! – tegen zoveel problemen en zoveel dingen die het Godgewijde leven proberen te vernietigen.
Er zijn drie stappen om van het Godgewijde leven over te gaan naar een Godgewijde, wereldse gezindheid. Ja, ook die kan religieus zijn; er is een religieuze wereldse gezindheid; veel religieuzen en Godgewijden zijn werelds gezind. Drie stappen. De eerste: het geld, dat wil zeggen gebrek aan armoede. Ten tweede: ijdele glorie, die van het uiterste tot de kleinste dingen gaat, een pauw zijn. Ten derde: zelfvoldaanheid, hoogmoed. En vandaar uit, alle ondeugden.
De eerste stap is gehechtheid aan rijkdom, gehechtheid aan geld. Als we daarover waken, komen de andere stappen niet. En ik zeg, aan rijkdom, niet alleen aan geld. Aan rijkdom. Om te kunnen onderscheiden wat er gebeurt, is die geest van armoede nodig. Dit is uw huiswerk: hoe staat het met mijn armoede? Kijk naar de schuiven van uw ziel, kijk in uw persoonlijkheid, kijk naar uw congregatie … Kijk hoe het met de armoede staat. Dat is de eerste stap: als wij daarnaar kijken, komen de andere stappen niet. Dat is de muur die ons tegen de andere stappen verdedigt, dat is de moeder die ons religieuzer maakt, die maakt dat wij al onze rijkdom in de Heer leggen. Dat is de muur die ons verdedigt tegen die wereldse gezindheid die zo veel kwaad doet aan elke congregatie. Armoede.
Er zijn drie stappen om van het Godgewijde leven over te gaan naar een Godgewijde, wereldse gezindheid. Ja, ook die kan religieus zijn; er is een religieuze wereldse gezindheid; veel religieuzen en Godgewijden zijn werelds gezind. Drie stappen. De eerste: het geld, dat wil zeggen gebrek aan armoede. Ten tweede: ijdele glorie, die van het uiterste tot de kleinste dingen gaat, een pauw zijn. Ten derde: zelfvoldaanheid, hoogmoed. En vandaar uit, alle ondeugden.
De eerste stap is gehechtheid aan rijkdom, gehechtheid aan geld. Als we daarover waken, komen de andere stappen niet. En ik zeg, aan rijkdom, niet alleen aan geld. Aan rijkdom. Om te kunnen onderscheiden wat er gebeurt, is die geest van armoede nodig. Dit is uw huiswerk: hoe staat het met mijn armoede? Kijk naar de schuiven van uw ziel, kijk in uw persoonlijkheid, kijk naar uw congregatie … Kijk hoe het met de armoede staat. Dat is de eerste stap: als wij daarnaar kijken, komen de andere stappen niet. Dat is de muur die ons tegen de andere stappen verdedigt, dat is de moeder die ons religieuzer maakt, die maakt dat wij al onze rijkdom in de Heer leggen. Dat is de muur die ons verdedigt tegen die wereldse gezindheid die zo veel kwaad doet aan elke congregatie. Armoede.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
En ten derde, geduld. “Maar, vader, wat komt geduld hierbij kijken?” Geduld is belangrijk. Gewoonlijk spreken wij daar niet over, maar het is heel belangrijk. Als we naar Jezus kijken, is geduld wat Jezus had om het einde van Zijn leven te bereiken. Wanneer Jezus, na het laatste avondmaal, naar de hof van olijven gaat, kunnen wij zeggen dat Jezus op dat ogenblik, op een bijzondere manier, “het geduld binnengaat”. “Het geduld binnengaan”: het is een Godgewijde houding, die gaat van de kleine dingen in het gemeenschapsleven of Godgewijde leven, die iedereen heeft, in die grote verscheidenheid die de Heilige Geest maakt … Kleine dingen, kleine verdraagzaamheden, kleine gebaren – een glimlach wanneer ik een bruut woord wil zeggen – tot en met zelfopoffering, de gave van zijn leven.
Geduld. Het is “op zijn schouders dragen” (hypomoné), zoals de heilige Paulus zegt: de heilige Paulus sprak over “op zijn schouders dragen”, als een christelijke deugd. Geduld. Zonder geduld, dat wil zeggen zonder de capaciteit om te lijden, zonder “het geduld binnen te gaan”, kan een Godgewijd leven geen standhouden, het zal half en half zijn. Zonder geduld, zal men de interne oorlogen in een congregatie bijvoorbeeld begrijpen, men begrijpt ze. Omdat men niet het geduld heeft zich onderling te verdragen, en het is de sterkste partij die wint, doch niet altijd de beste. En degene die overwonnen wordt, is ook niet noodzakelijk de beste, als zij ongeduldig is. Zonder geduld, begrijpt men het carrière zoeken op de algemene kapittels, de “onderlinge verstandhoudingen” … om twee voorbeelden te geven. U kent de vele problemen niet, interne oorlogen, ruzies die terechtkomen bij Mgr. Carballo! (secretaris v.d. Congregatie). Maar hij is van Galicië (Spanje), hij kan dat aan! Geduld. Elkaar onderling verdragen.
Doch niet alleen geduld in het gemeenschapsleven: geduld met het lijden in de wereld. De problemen op zijn schouders nemen, het leed van de wereld. “Het geduld binnengaan”, zoals Jezus het geduld is binnen gegaan om de verlossing te voltrekken. Het is een sleutel, niet alleen om interne ruzies te vermijden die ergernis geven, maar om Godgewijd te zijn, om te kunnen onderscheiden. Geduld.
En eveneens geduld tegenover de gemeenschappelijke problemen van het Godgewijde leven: denken we aan het gebrek aan roepingen. “Wij weten niet wat beginnen, want wij hebben geen roepingen … Wij hebben drie huizen gesloten …” Het is de klacht van alle dagen, u heeft het gehoord, in uw oor en in uw hart. Er zijn geen roepingen. En als er geen geduld is … Wat ik u nu vertel, heeft zich voorgedaan en doet zich voor: ik ken ten minste twee gevallen, in een land dat te veel geseculariseerd is, het gaat om twee congregaties in twee verschillende provincies. De provincie is een weg ingeslagen, een weg van wereldse gezindheid, van de ars bene moriendi, de kunst om goed te sterven. En wat betekent dit in deze provincie, in de twee provincies van die twee verschillende congregaties? Geen toelating meer tot het noviciaat, en wij die er nog zijn, wij verouderen tot we dood gaan. De congregatie bestaat op die plaats niet meer. Het zijn geen fabels: ik spreek over twee provincies van mannencongregaties die deze keuze gemaakt hebben: provincies van twee religieuze congregaties. Er is geen geduld en wij stoppen ermee, volgens de ars bene moriendi. Er is geen geduld en er komen geen roepingen? Wij verkopen en hechten ons aan het geld voor het geval er in de toekomst iets zou gebeuren. Het is een signaal, een signaal dat men dicht bij de dood staat: wanneer een congregatie zich aan geld begint te hechten. Zij heeft geen geduld en vervalt in de tweede stap: gebrek aan armoede.
Ik kan mij vragen stellen: wat in die twee provincies gebeurd is die gekozen hebben voor de ars bene moriendi, gebeurt dat ook in mijn hart? Is mijn geduld op en heb ik mij ingesteld op de “overlevingsfase”? Zonder geduld, kan men niet grootmoedig zijn, kan men de Heer niet volgen: wij worden het moe. Wij volgen Hem tot op een zeker punt en bij de eerste of tweede beproeving, tot ziens! Ik kies voor de ars bene moriendi; tot hier gaat mijn Godgewijd leven, ik sluit mijn hart en ik overleef. Het is in staat van genade, ja zeker. “Vader, zal ik niet naar de hel gaan? – Nee, waarschijnlijk niet. Maar uw leven? ge hebt de mogelijkheid achter u gelaten om huisvader of huismoeder te worden, de vreugde om kinderen te hebben, kleinkinderen, dat allemaal, om zo te eindigen. “Deze ars bene moriendi is geestelijke euthanasie van een Godgewijd hart dat er niet meer toe komt, dat niet de moed heeft om de Heer te volgen. En dat niet roept …
Ik nam als uitgangspunt het gebrek aan roepingen: dat bedroeft de ziel. “Ik heb geen nakomelingen”, was de klacht van onze vader Abraham: “Heer, mijn rijkdommen zullen aan een vreemde gelaten worden”. De Heer zei hem: “heb geduld, ge zult een zoon hebben. – Met negentig jaar?” En zijn vrouw, achter het raam, - excuseer mij, zoals alle vrouwen gluurde zij door het raam – maar het is ook een vrouwelijke kwaliteit – zij lachte, omdat zij dacht: “maar ik, op mijn negentigste?” En mijn man, bijna honderd, wij zullen een zoon hebben?” “Geduld”, zei de Heer. Hoop. Vooruit, vooruit, vooruit.
Geduld. Het is “op zijn schouders dragen” (hypomoné), zoals de heilige Paulus zegt: de heilige Paulus sprak over “op zijn schouders dragen”, als een christelijke deugd. Geduld. Zonder geduld, dat wil zeggen zonder de capaciteit om te lijden, zonder “het geduld binnen te gaan”, kan een Godgewijd leven geen standhouden, het zal half en half zijn. Zonder geduld, zal men de interne oorlogen in een congregatie bijvoorbeeld begrijpen, men begrijpt ze. Omdat men niet het geduld heeft zich onderling te verdragen, en het is de sterkste partij die wint, doch niet altijd de beste. En degene die overwonnen wordt, is ook niet noodzakelijk de beste, als zij ongeduldig is. Zonder geduld, begrijpt men het carrière zoeken op de algemene kapittels, de “onderlinge verstandhoudingen” … om twee voorbeelden te geven. U kent de vele problemen niet, interne oorlogen, ruzies die terechtkomen bij Mgr. Carballo! (secretaris v.d. Congregatie). Maar hij is van Galicië (Spanje), hij kan dat aan! Geduld. Elkaar onderling verdragen.
Doch niet alleen geduld in het gemeenschapsleven: geduld met het lijden in de wereld. De problemen op zijn schouders nemen, het leed van de wereld. “Het geduld binnengaan”, zoals Jezus het geduld is binnen gegaan om de verlossing te voltrekken. Het is een sleutel, niet alleen om interne ruzies te vermijden die ergernis geven, maar om Godgewijd te zijn, om te kunnen onderscheiden. Geduld.
En eveneens geduld tegenover de gemeenschappelijke problemen van het Godgewijde leven: denken we aan het gebrek aan roepingen. “Wij weten niet wat beginnen, want wij hebben geen roepingen … Wij hebben drie huizen gesloten …” Het is de klacht van alle dagen, u heeft het gehoord, in uw oor en in uw hart. Er zijn geen roepingen. En als er geen geduld is … Wat ik u nu vertel, heeft zich voorgedaan en doet zich voor: ik ken ten minste twee gevallen, in een land dat te veel geseculariseerd is, het gaat om twee congregaties in twee verschillende provincies. De provincie is een weg ingeslagen, een weg van wereldse gezindheid, van de ars bene moriendi, de kunst om goed te sterven. En wat betekent dit in deze provincie, in de twee provincies van die twee verschillende congregaties? Geen toelating meer tot het noviciaat, en wij die er nog zijn, wij verouderen tot we dood gaan. De congregatie bestaat op die plaats niet meer. Het zijn geen fabels: ik spreek over twee provincies van mannencongregaties die deze keuze gemaakt hebben: provincies van twee religieuze congregaties. Er is geen geduld en wij stoppen ermee, volgens de ars bene moriendi. Er is geen geduld en er komen geen roepingen? Wij verkopen en hechten ons aan het geld voor het geval er in de toekomst iets zou gebeuren. Het is een signaal, een signaal dat men dicht bij de dood staat: wanneer een congregatie zich aan geld begint te hechten. Zij heeft geen geduld en vervalt in de tweede stap: gebrek aan armoede.
Ik kan mij vragen stellen: wat in die twee provincies gebeurd is die gekozen hebben voor de ars bene moriendi, gebeurt dat ook in mijn hart? Is mijn geduld op en heb ik mij ingesteld op de “overlevingsfase”? Zonder geduld, kan men niet grootmoedig zijn, kan men de Heer niet volgen: wij worden het moe. Wij volgen Hem tot op een zeker punt en bij de eerste of tweede beproeving, tot ziens! Ik kies voor de ars bene moriendi; tot hier gaat mijn Godgewijd leven, ik sluit mijn hart en ik overleef. Het is in staat van genade, ja zeker. “Vader, zal ik niet naar de hel gaan? – Nee, waarschijnlijk niet. Maar uw leven? ge hebt de mogelijkheid achter u gelaten om huisvader of huismoeder te worden, de vreugde om kinderen te hebben, kleinkinderen, dat allemaal, om zo te eindigen. “Deze ars bene moriendi is geestelijke euthanasie van een Godgewijd hart dat er niet meer toe komt, dat niet de moed heeft om de Heer te volgen. En dat niet roept …
Ik nam als uitgangspunt het gebrek aan roepingen: dat bedroeft de ziel. “Ik heb geen nakomelingen”, was de klacht van onze vader Abraham: “Heer, mijn rijkdommen zullen aan een vreemde gelaten worden”. De Heer zei hem: “heb geduld, ge zult een zoon hebben. – Met negentig jaar?” En zijn vrouw, achter het raam, - excuseer mij, zoals alle vrouwen gluurde zij door het raam – maar het is ook een vrouwelijke kwaliteit – zij lachte, omdat zij dacht: “maar ik, op mijn negentigste?” En mijn man, bijna honderd, wij zullen een zoon hebben?” “Geduld”, zei de Heer. Hoop. Vooruit, vooruit, vooruit.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Let op deze drie: gebed, armoede en geduld. Wees er aandachtig voor. En ik geloof dat de Heer van die keuzes zal houden – ik veroorloof mij een uitdrukking waarvan ik niet hou – de radicale keuzes in die zin. Of ze persoonlijk zijn, of gemeenschappelijk. Maar mik daar op.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Ik dank u voor het geduld om naar mijn sermoen te luisteren (iedereen lacht, applaus). Ik dank u. Ik wens u vruchtbaarheid. Men weet nooit langs welke wegen uw vruchtbaarheid gaat, als gij bidt, als gij arm bent, als gij geduldig bent, wees zeker dat ge vruchtbaar zult zijn. Hoe? De Heer zal het u laten zien “aan de andere kant”; maar dat is het recept om vruchtbaar te zijn. Ge zult vader zijn, ge zult moeder zijn: vruchtbaarheid. Dat wens ik aan het religieuze leven, vruchtbaarheid.
Dank u! Ga door met studeren, werken, goede beslissingen nemen, maar altijd met de blik die Jezus wil. En wanneer ge aan gebed denkt, denk aan mij en bid voor mij. Dank u!
Bidden wij nu tot de Maagd Maria: “Wees gegroet, Maria …”. Zegen. Goeie dag!
Dank u! Ga door met studeren, werken, goede beslissingen nemen, maar altijd met de blik die Jezus wil. En wanneer ge aan gebed denkt, denk aan mij en bid voor mij. Dank u!
Bidden wij nu tot de Maagd Maria: “Wees gegroet, Maria …”. Zegen. Goeie dag!
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/6915-godgewijden-moeten-vruchtbaar-arm-en-geduldig-zijn-nl