Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Dierbare broeders en zusters, goedendag!
Het Evangelie van vandaag speelt zich af in Jeruzalem, in de laatste dagen van Jezus’ leven; dagen die geladen zijn van verwachtingen en spanningen. Enerzijds geeft Jezus scherpe kritiek op de schriftgeleerden en Farizeeën en anderzijds laat Hij belangrijke raadgevingen na aan de Christenen van alle tijden, dus ook aan ons.
Hij zegt tot de menigte: Op de leerstoel van Mozes hebben de schriftgeleerden en de Farizeeën plaats genomen. Doet en onderhoudt daarom alles wat zij u zeggen”. Dat wil zeggen dat zij de autoriteit hebben om onderricht te geven over wat overeenstemt met de Wet van God. Nochtans, onmiddellijk daarop zegt Jezus ook: “maar handelt niet naar hun werken; want zelf handelen ze niet naar hun woorden” . Broeders en zusters, iedereen die gezag uitoefent, burgerlijk of Kerkelijk, maakt dikwijls de fout dingen te eisen, zelfs rechtvaardige dingen, die zijzelf als eersten niet in praktijk brengen. Zij leiden een dubbel leven. Jezus zegt: “Zij maken bundels van zware, haast ondraaglijke lasten en leggen die de mensen op de schouders, maar zelf zullen ze er geen vinger naar uitsteken” . Zo een houding is verkeerde gezagsuitoefening, die haar eerste kracht daarentegen zou moeten halen uit het goede voorbeeld, zodat zij anderen helpen in praktijk te brengen wat rechtvaardig en nodig is en hen steunen in de beproevingen die men op de weg van het goede tegenkomt. Gezag is een hulp, maar als het slecht uitgeoefend wordt, wordt het terneerdrukkend, laat het de mensen niet groeien en schept het een klimaat van wantrouwen en vijandigheid en leidt het zelfs naar corruptie.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Jezus klaagt openlijk een zeker negatief gedrag van de schriftgeleerden en Farizeeën aan: “ze zijn belust op de ereplaats bij de maaltijden en de voornaamste zetels in de synagogen, ze laten zich graag groeten op de markt” . Een bekoring die overeenkomt met zelfgenoegzaamheid en niet altijd gemakkelijk te overwinnen is. Het is de houding om alleen voor de schijn te leven.
Daarna geeft Jezus Zijn leerlingen raad: “Maar gij moet u geen rabbi laten noemen. Gij hebt maar één Meester en gij zijt allen broeders. En noemt niemand van u op aarde vader; gij hebt maar één Vader, de hemelse. En laat u ook geen leraar noemen; gij hebt maar één leraar, de Christus. Wie de grootste onder u is, moet uw dienaar zijn” .
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Wij, Jezus’ leerlingen, mogen geen eretitels, autoriteit of suprematie nastreven. Persoonlijk lijd ik eronder wanneer ik mensen zie die zo verwaand zijn om eretitels na te lopen. Wij, Jezus’ leerlingen, wij mogen dat niet doen omdat wij onder elkaar een simpele en broederlijke houding moeten aannemen. Wij zijn allemaal broeders en zusters en mogen de anderen in geen geval verpletteren. Op hen neerkijken, nee, wij zijn allemaal broeders. Als wij van de Hemelse Vader bekwaamheden gekregen hebben, moeten wij ze ten dienste stellen van onze broeders en er geen voordeel uit halen voor eigen voldoening en eigenbelang. Wij mogen ons niet meer achten dan de anderen; bescheidenheid is wezenlijk voor een leven dat in overeenstemming wil zijn met het onderricht van Jezus, die zachtmoedig en nederig van hart is en niet gekomen is om gediend te worden maar om te dienen. Moge de Maagd Maria, “nederig en hoogstaander dan ieder schepsel” , ons met Haar moederlijke voorspraak helpen een afkeer te hebben van hoogmoed en verwaandheid, om volgzaam te zijn aan de liefde die van God komt, voor de dienst aan onze broeders en omwille van hun vreugde, die ook de onze zal zijn.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/6693-een-afkeer-van-hoogmoed-en-verwaandheid-nl