Inhoudsopgave
- Inhoud
Het is onze voortdurende zorg en toeleg geweest, vooral in de jaren die volgden op het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie, de zo in te richten, dat de instellingen waarover zij beschikt om het welzijn en de vooruitgang van de algemene Kerk te behartigen al hun taken op efficiënte wijze kunnen vervullen en steeds beter aan de sterk toenemende pastorale noden kunnen beantwoorden. Daarvan was het eerste gevolg, dat wij door de uitvaardiging van de apostolische constitutie volgens de wensen van het Concilie een nieuwe en uitvoeriger algemene regeling hebben aangegeven ten aanzien van de heilige congregaties, rechtbanken, secretariaten, officies en andere organen van de curie die wel de oudere vormen of structuren op verstandige wijze veranderde, maar toch de mogelijkheid openliet voor invoering van andere vormen of eventuele afschaffing.
Deze vormen weer in herinnering te brengen, lijkt ons niet nodig, aangezien ze te gelegener tijd werden verordend en gepubliceerd. Maar het is wellicht wel goed eraan te denken, als er momenteel meerdere veranderingen in het kerkelijk bestuur plaatsvinden, dat ook de ontwikkelingen in de huidige maatschappij zeer snel in hun werk gaan. Van de andere kant echter is de zorg en ijver van de kerk nog veel groter, die zich namelijk inspant door het tijdig toepassen van de geschikte middelen met die ontwikkeling als een teken destijds rekening te houden en zo de bovennatuurlijke zending, die haar door haar goddelijke Stichter is toevertrouwd, te behartigen. Wij worden immers gedreven door de besliste opzet, dat genoemde structuren, die immers van nature een dienende functie hebben, aan alle leden van het volk Gods ten dienste staan.
Uit de ervaringen die wij hebben opgedaan sinds 1969 - het jaar waarin wij de 'Heilige Congregatie voor de goddelijke Eredienst' instelden - is het overduidelijk geworden dat de wederzijdse betrekkingen tussen deze congregatie en de 'Congregatie voor de tucht van de Sacramenten' zo nauw zijn en zozeer samenvallen, dat eerst het idee bij ons is opgekomen en dan het vaste besluit is gerijpt, dat het nuttig, ja zelfs noodzakelijk zou zijn de materie van deze twee dicasteries aan één nieuw instituut toe te vertrouwen. Het gaat immers in zekere zin om één theologische realiteit, waarvan het liturgisch-cultische of pastorale gedeelte zozeer met het canonieke en juridische verbonden is, dat zij nauwelijks van elkaar te scheiden zijn. Daarom zijn wij ervan overtuigd, dat door een geschikter samenbundeling van die taken die tot nu toe door die twee dicasteries werden uitgevoerd de vernieuwing van de heilige liturgie, die door het Tweede Vaticaans Concilie wijselijk werd verordend en die reeds grote vorderingen heeft gemaakt, alsook de juiste uitvoering van een zo grote onderneming, waaraan wij voorzeker blijvend menen te moeten meewerken en waaruit zo vele en zo goede vruchten van godsdienstig leven over het hele volk Gods zijn voortgekomen, nog meer gebaat zouden zijn en kunnen groeien.
Daarom hebben wij de hele kwestie nauwgezet bestudeerd en hebben wij de mening van ernstige en ervaren mannen gevraagd en, gezien de gelegenheid zich voordoet - zoals gezegd - om eenheid te scheppen in de taken die tot de tucht van de Sacramenten en die welke tot de goddelijke Eredienst behoren, hebben wij besloten de congregaties die er eerst waren te vervangen door één nieuw dicasterie. Derhalve bepalen wij het hierna volgende:
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Art. 3
Deze nieuwe congregatie, aan het hoofd waarvan een kardinaal-prefect zal staan, bijgestaan door een secretaris, wordt onderverdeeld in twee delen of secties, één voor de tucht van de Sacramenten en één voor de goddelijke Eredienst. Voor beide wordt een ondersecretaris aangewezen.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Art. 4
De eerste sectie krijgt tot taak de materie die voorheen tot de Heilige Congregatie voor de tucht van de Sacramenten behoorde zoals was vastgesteld in de apostolische constitutie , de andere sectie krijgt tot taak de materie die voorheen tot de Heilige Congregatie voor de goddelijke Eredienst behoorde, zoals in de apostolische constitutie , , was bepaald.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Art. 5 Alles wat wij in deze, onze constitutie voorschrijven, zal vanaf 1 augustus aanstaande van kracht zijn. Deze, onze bepalingen en voorschriften zullen nu en in de toekomst geldig en bindend zijn, zonder dat andere tegengestelde apostolische constituties en verordeningen door ons en onze voorgangers uitgevaardigd of andere voorschriften, ook wanneer zij bijzondere vermelding verdienen, daar afbreuk aan doen.
Gegeven te Rome, bij de Sint Pieter, 11 juli 1975, in het dertiende jaar van ons pontificaat.
PAULUS PP. VI
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/5027-constans-nobis-studium-nl