Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Geliefde broeders en zusters, Aan u hier aanwezig en aan hen die met u verenigd zijn langs radio en televisie, hernieuw ik uit heel mijn hart opnieuw mijn vurige Paaswensen op deze zondag die het octaaf van Pasen afsluit. In dit klimaat van vreugde die voortkomt uit het geloof in de verrezen Christus, wens ik vervolgens iedereen van harte te danken – en ze zijn echt zeer talrijk – die mij in deze dagen een teken wilden geven van genegenheid en spirituele nabijheid, zowel voor het Paasfeest als voor mijn verjaardag op 16 april, als voor de vierde verjaardag van mijn verkiezing op de Stoel van Petrus, die precies op deze dag valt. Ik dank de Heer voor zoveel eensgezinde genegenheid. Zoals ik onlangs de gelegenheid had te zeggen, voel ik mij nooit alleen. Deze week, die voor de liturgie als één dag is, heb ik nog meer de gemeenschap ervaren die mij omringt en steunt: een geestelijke solidariteit, vooral gevoed door gebed, die op duizenden manieren geuit wordt. Te beginnen met mijn medewerkers van de Romeinse Curie tot en met de parochies die geografisch gezien, het meest veraf liggen, vormen wij, katholieken, één enkele familie en zo moeten wij ons ook voelen, bezield door dezelfde gevoelens als de eerste christengemeenschap waarover de Handelingen van de Apostelen spreken en waaruit deze zondag de tekst gelezen wordt: “De menigte die het geloof had aangenomen, was één van hart en ziel” .
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De gemeenschap van de eerste christenen had de verrezen Christus werkelijk tot centrum en fundament. Het Evangelie vertelt namelijk dat op het ogenblik van het Lijden, toen de Goddelijke Meester gearresteerd werd en ter dood veroordeeld, de leerlingen verstrooid raakten. Alleen Maria en de vrouwen, met de apostel Johannes, bleven bijeen en volgden hem tot op de Calvarieberg. Eens verrezen, gaf Jezus de Zijnen een nieuwe eenheid, sterker dan voordien, onoverwinnelijk, niet op menselijke kracht gebaseerd maar op de Goddelijke barmhartigheid, die hen liet voelen dat zij allemaal bemind en door Hem vergeven waren. Het is dus de barmhartige liefde van God die de Kerk, vandaag evenals gisteren, sterk verenigt en van de mensheid één enkele familie maakt; de Goddelijke liefde die door de gekruisigde en verrezen Jezus onze zonden vergeeft en ons innerlijk vernieuwt. Bezield door deze innerlijke zekerheid, heeft mijn veelgeliefde voorganger Johannes Paulus II deze zondag, die de tweede zondag van Pasen is, aan de Goddelijke Barmhartigheid willen toewijden en heeft hij voor iedereen de verrezen Christus aangewezen als bron van vertrouwen en hoop, door de geestelijke boodschap te aanvaarden die de Heer aan de heilige Faustina Kowalska had gegeven en die kan samengevat worden door de aanroeping: “Jezus, ik vertrouw op U!”.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Zoals voor de eerste christengemeenschap, is het Maria die ons in het leven van alledag begeleidt. Wij roepen Haar aan als “Koningin van de Hemel”, wetend dat Haar koningschap is zoals dat van Haar Zoon: heel en al liefde, barmhartige liefde. Ik vraag u mijn dienstwerk aan de Kerk opnieuw aan Maria toe te vertrouwen, nu wij Haar met vertrouwen zeggen: “Mater misericordiae, ora pro nobis” (Moeder van Barmhartigheid, bid voor ons).
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Na het bidden van het Regina CaeliVervolgens herinnerde de Paus aan de Conferentie van de Verenigde Naties over racisme, in Genève, die op 20 april begon:
Morgen begint in Genève de Conferentie die de Verklaring van Durban van 2001 onderzoekt tegen racisme, racistische discriminatie, xenofobie en de onverdraagzaamheid die ermee gepaard gaat. Het is een belangrijk initiatief want ook vandaag constateert men, ondanks de lessen van de geschiedenis, betreurenswaardige fenomenen. De “Verklaring van Durban” erkent dat “alle volken en personen één enkele en dezelfde mensenfamilie vormen, rijk in haar verscheidenheid. Zij hebben bijgedragen tot de vooruitgang van de beschaving en de culturen die het gemeenschappelijk patrimonium van de mensheid uitmaken ... De bevordering van tolerantie, pluralisme en respect kunnen leiden tot minder exclusieve samenlevingen”. Uitgaande vanuit deze stelling, wordt een besliste en concrete actie gevraagd op nationaal en internationaal vlak, om iedere vorm van discriminatie en onverdraagzaamheid te voorkomen en uit de weg te ruimen. In het bijzonder, is een ruim educatief werk nodig, dat de waardigheid van de mens hooghoudt en zijn fundamentele rechten waarborgt. Wat de Kerk betreft, zij benadrukt opnieuw dat de erkenning van de waardigheid van de mens, geschapen naar Gods beeld en gelijkenis, een referentie voor dit engagement kan zijn. Uit deze afkomst ontspruit namelijk een gemeenschappelijke bestemming van de mensheid, die in ieder en in allen een diepe zin voor solidariteit en verantwoordelijkheid zou moeten opwekken. Het is mijn oprechte wens dat de afgevaardigden die aan de Conferentie in Genève deelnemen, samenwerken in een geest van dialoog en wederzijdse aanvaarding, om een einde te stellen aan iedere vorm van racisme, discriminatie en onverdraagzaamheid, zodat zij aldus een fundamentele stap voorwaarts zetten ter bevestiging van de universele waarde van de waardigheid en de rechten van de mens, in een horizon van respect en rechtvaardigheid voor iedere mens en ieder volk.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/2930-zondag-van-de-barmhartige-christus-nl