Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Dierbare broeders en zusters!
De eerste Antifoon van deze vesperviering stelt zich als opening van de Adventstijd en klinkt als antifoon van heel het liturgisch jaar. Luisteren we er nog eens naar: "Verkondigt het aan de volken en zegt: zie, God, onze Verlosser zal komen". Aan het begin van een nieuwe jaarcyclus nodigt de Kerk uit zijn verkondiging aan alle volkeren te vernieuwen en vat deze samen in twee woorden: "God komt".
Deze uitdrukking, die zozeer een synthese is, bevat een suggestieve kracht die steeds weer nieuw is. Staan we er een ogenblik bij stil om erover na te denken. Er wordt geen verleden tijd gebruikt - God is gekomen -, noch de toekomstige - God zal komen -, maar de tegenwoordige tijd: "God komt". Bij nader toezien gaat het om een "presente continuo", een tegenwoordige tijd die voortduurt, dat wil zeggen om een handeling die steeds gaande is: is gekomen, komt nu en zal nog komen. Op welk moment ook: "God komt". Het werkwoord "komen" verschijnt hier als een "theologisch", ja "theologaal" werkwoord, omdat het iets zegt dat tot de natuur van God zelf behoort. Verkondigen dat "God komt" is dus gelijkwaardig met eenvoudig God zelf verkondigen, door middel van een trek van Hem die tot zijn wezen behoort en Hem kwalificeert: dat Hij is
de-God-die-komt.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De Advent roept de gelovigen op, zich van deze waarheid bewust te worden en daarnaar te handelen. Het klinkt als een heilzame oproep in de herhaling van de dagen, de weken en de maanden: Wordt wakker! Herinner je dat God komt! Niet gisteren, niet morgen, maar vandaag, nu! De enige ware God, "de God van Abraham, Isaak en Jacob", is geen God die in de hemel blijft, niet geïnteresseerd in ons en onze geschiedenis, maar is de-God-die-komt. Hij is een Vader die nooit ophoudt aan ons te denken en die met een uiterst respect voor onze vrijheid ons verlangt te ontmoeten en te bezoeken. Hij wil komen, onder ons wonen, bij ons blijven. Zijn "komen" wordt aangedreven door de wil om ons te bevrijden van het kwaad en van de dood, van alles wat ons ware geluk verhindert. God komt om ons te verlossen.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De Kerkvaders merken op dat het "komen" van God - dit voortdurende komen dat om zo te zeggen connatureel is aan zijn God zijn zelf - zich concentreert in de twee belangrijkste komsten van Christus, die van zijn Incarnatie, zijn vleeswording, en die van zijn glorievolle wederkomst aan het einde van de geschiedenis. De Adventstijd leeft helemaal van deze polariteit. De eerste dagen ligt het accent helemaal op de verwachting van deze laatste komst van de Heer, zoals ook de teksten van de vesperviering van vandaag laten zien. Wanneer dan vervolgens Kerstmis dichterbij komt, zal de herinnering aan het gebeuren van Betlehem gaan overheersen, om daarin de "volheid van de tijd" te herkennen.
Tussen deze twee "openbare" komsten kan men nog een derde onderscheiden, welke de heilige Bernardus "intermediair" noemt en "verborgen", en die plaats vindt in de ziel van de gelovigen en als het ware een brug slaat tussen de eerste en de laatste. "Bij de eerste", schrijft de heilige Bernardus, "was Christus onze verlossing, bij de laatste zal Hij zich openbaren als ons leven. In deze (daartussenin) is Hij onze rust en onze troost". Voor deze komst van Christus, die we "geestelijke incarnatie" zouden mogen noemen, is Maria altijd het archetype. Zoals de Moeder Maagd in haar hart het vleesgeworden Woord bewaarde, zo is iedere afzonderlijke ziel en is heel de Kerk geroepen om op haar aardse pelgrimstocht de Christus te verwachten die komt en Hem met steeds hernieuwd geloof en hernieuwde liefde te aanvaarden.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De liturgie van de Advent belicht zo hoe de Kerk stem geeft aan de Godsverwachting die diep ingeschreven staat in de geschiedenis van de mensheid; een verwachting die helaas dikwijls wordt verstikt of afdwaalt in foutieve richtingen. Als mystiek met Christus als Hoofd verenigd lichaam is de Kerk ook sacrament, dat wil zeggen teken en werkdadig instrument van deze verwachting van God. In een mate die alleen aan Hem bekend is, kan de christelijke gemeenschap de uiteindelijke komst verhaasten, door de mensheid te helpen de Heer tegemoet te gaan die komt. En zij doet dit op de eerste plaats, maar niet alleen maar door te bidden. Wezenlijk en onlosmakelijk met het gebed verbonden zijn "de goede werken", zoals het gebed van deze Eerste Zondag van de Advent ons herinnert, waarin wij tot de hemelse Vader bidden in ons "de wil te wekken om Christus die komt met goede werken tegemoet te gaan". In dit perspectief is de Advent meer dan ooit een geschikte tijd om in gemeenschap beleefd te worden met al degenen - en God zij dank zijn het er velen - die hun hoop stellen op een rechtvaardiger en broederlijker wereld. In deze inzet voor de rechtvaardigheid kunnen in zekere mate mensen van alle nationaliteiten en culturen, gelovigen en niet-gelovigen elkaar vinden. Allen worden in feite bezield door een gemeenschappelijk, zij het in de motivatie verschillend verlangen naar een toekomst van rechtvaardigheid en vrede.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De vrede is het doel waar heel de mensheid naar verlangt! Voor de gelovigen is "vrede" een van de mooiste namen van God, die wil dat al zijn kinderen zich onderling verstaan. Ook tijdens mijn pelgrimstocht van de afgelopen dagen naar Turkije heb ik de gelegenheid gehad daaraan te herinneren. Een vredeslied heeft in de hemelen geklonken toen God mens werd en uit een vrouw geboren is, in de volheid van de tijd . Laten we dus deze nieuwe Advent, een tijd ons door de Heer van de tijd gegeven, beginnen door in onze harten de verwachting te doen ontwaken van de God-die-komt, de hoop dat zijn Naam geheiligd wordt, dat zijn Rijk van gerechtigheid en vrede komt, dat zijn Wil mag geschiede op aarde zoals in de hemel.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Mogen wij ons in deze verwachting laten leiden door de Maagd Maria, Moeder van de God-die-komt, Moeder van de Hoop. Haar die wij over enkele dagen zullen vieren als de Onbevlekte, moge voor ons verkrijgen dat wij heilig en onbevlekt in de liefde mogen worden aangetroffen, bij de komst van onze Heer Jezus Christus, aan wie, met de Vader en de heilige Geest, lof en heerlijkheid zij, in de eeuwen der eeuwen.
Amen.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Dossier Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/1637-wordt-wakker-herinner-je-dat-god-komt-nl