Vastenbrief van het Nederlands Episcopaat
x
Informatie over dit document
Vastenbrief van het Nederlands Episcopaat
Nederlandse Bisschoppen
14 februari 1949
Bisschoppenconferenties - Herderlijke brieven - Nederland
Herderlijke Brieven - Nederlandse Kerkprovincie
Alineaverdeling en -nummering: redactie
Alineaverdeling en -nummering: redactie
14 februari 1949
31 oktober 2022
8191
nl
Referenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inhoud
De Aartsbisschop en de Bisschoppen van Nederland
aan de hun toevertrouwde geestelijkheid en gelovigen
Zaligheid in den Heer.
aan de hun toevertrouwde geestelijkheid en gelovigen
Zaligheid in den Heer.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De vrede is het werk van de gerechtigheid. (Jes. 32, 17) [b:Jes. 32, 17]. Volgens dit Schriftwoord is onze H. Vaderde Paus al de jaren van Zijn Pontificaat onvermoeidwerkzaam geweest, om naar het voorbeeldvan Zijn roemrijke Voorganger de vrede vanChristus te stichten in het Rijk van Christus. Demaatschappelijke woelingen echter in vele landenen de spanningen tussen de volken wijzen er op,dat een rechtvaardig evenwicht nog niet is gevonden.Van de scheve verhoudingen maken kwaadwilligemachten misbruik om de spanning nog hogerop te voeren. In de kronkels van het onrechtnestelen zich satanische machten, die geen verbeteringwillen, ja ze tegenhouden, om op het geschikteogenblik los te breken met duivels geweld.De wereld wordt overstroomd door een vloedgolfvan goddeloosheid, die nergens rekening houdt metde wetten van God en die de haat tegen God trachtte drukken in de harten der mensen. De Heer derHeersers laat dit alles gebeuren als straf voor dekwaadwilligen, die zich van God hadden af gewend,echter ook als boete en loutering van degoedwillenden, die te traag bleken om de gerechtigheidtijdig en volledig door te voeren. Zo blijfthet Zwaard der Gerechtigheid dreigend omhooggeheven voor een wereld, die gebukt gaat onder degevolgen van haar eigen daden.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
In Nederland genieten wij nog, een betrekkelijkerust. Maar ook in ons vaderland zijn velen in nood;er zijn rechtmatige eisen, waaraan nog niet is voldaan;er zijn spanningen, waarvan wij de kracht ende omvang zelfs niet kennen. En in verre gewestenstaat de bloem van onze jongelingschap gewapendtemidden van broedervolken, aan welke wijdé vrede en de vrijheid, de waarheid en de welvaartwillen verzekeren. Deze ernstige feiten bijons en om ons heen mogen ons tot waarschuwingstrekken. Willen wij ons vaderland bevrijd houden van de allerbitterste ellende — als gevolg van goddeloosheiden Godshaat — dan moeten wij allesdoen om naast en met ons gebed door ons waarachtigchristelijk gedrag, voor allen duidelijk te maken,hoe de ware dienst van Christus Koning demeest heilzame gevolgen heeft ook voor de burgerlijkemaatschappij.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- i De sociale rechtvaardigheid
3
De sociale rechtvaardigheid regelt de verhoudingentussen iedere mens afzonderlijk en de. gemeenschapwaartoe hij behoort. De gemeenschapmoet gericht zijn op het welzijn van haar leden,maar ieder lid moet ook het zijne bijdragen voor hetwelzijn van het algemeen. Dit ligt besloten in hetwoord van Christus: „Geeft de keizer, wat de keizertoekomt; en geeft God, wat God toekomt." (Mt. 22, 21) [b:Mt. 22, 21].
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Beseffen wij wel, D.G., wat de maatschappijvoor ons betekent? De maatschappij is als een lichaam,waarvan de delen elkander aanvullen envervolmaken. Zij kan alleen door langdurig en geordendsamenwerken van vele geslachten komentot grotere welvaart, die weer gericht moet zijn ophogere deugd. Hogere welstand echter wordt alleenverkregen door grotere samenwerking enkrachtiger inspanning van allen. Is het daaromjuist, de hogere sociale verplichtingen te beschouwenals een drukkende last of als een noodzakelijkkwaad? De geest van Jezus Christus is anders:„Een nieuw gebod geef ik U: Gij moet elkanderbeminnen, zoals ik U heb liefgehad; ook gij moetelkander beminnen. Hieraan zal men erkennen, datgij mijn leerlingen zijt, wanneer gij liefde hebt voor elkander". (Joh. 13, 34.35) [b:Joh. 13, 34.35]. En de echo vanChristus' leer vinden wij bij St. Petrus en St. Paulus:,,Hebt de gemeenschap lief". (1 Pt. 2, 17) [b:1 Pt. 2, 17].„Draagt elkanders lasten, zo zult gij de wet vanChristus vervullen". (Gal. 6, 12) [b:Gal. 6, 12]. De liefde is dekern van Christus' blijde boodschap aan de wereld;zij is ook de ziel van de sociale rechtvaardigheid,niet om haar te vervangen of te verdringen, maarom ze ten volle te verwerkelijken en ze aan te vullendoor vrijwillige werken van sociale liefde.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Wat onze Goddelijke Zaligmaker Zelf of doorZijn Apostelen heeft geleerd over sociale rechtvaardigheiden sociale liefde geldt voor alle tijdenen voor alle plaatsen, maar niet altijd en overal opdezelfde wijze. Aan de H. Kerk is de taak gegevenom de gelovigen voor te houden, hoe de geest ende beginselen van het Evangelie moeten wordentoegepast op de eigen tijd en het eigen land en inde bepaalde omstandigheden, waarin zij verkeren.Welnu, als de Herders van Uwe zielen; aarzelenWij niet te verklaren, dat met de groei van demaatschappij ook de verplichtingen van de socialerechtvaardigheid en de sociale liefde meer danooit de christenplichten zijn van onze tijd en vanons volk. Wij zouden de wet van Christus in onzedagen niet vervullen, wanneer wij ons aan dieplichten zouden onttrekken. Volgens de leringenvan Christus en Zijn Kerk willen Wij daarom wijzenop de voornaamste plichten van de socialerechtvaardigheid nu, en wel met betrekking tot deeigendom, tot de arbeidsverhouding met haar rechtenen plichten, en aangaande de handel en heelons doen en laten in de christelijke maatschappij.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- ii Over de eigendom
6
De Kerk is steeds opgekomen voor het recht van een ieder, goederen in persoonlijke eigendom te bezitten; want zò alleen kan de mens zorgen voor zich en de zijnen op een zekere en menswaardige wijze; het eigendomsrecht is een natuurlijk gevolg van 's mensen persoonlijkheid. Jezus Christus heeft ons echter gewaarschuwd tegen de rijkdommenplicht aalmoezen te geven. Aan de rijke jongeling gaf Hij zelfs de raad, alles aan de armen te geven om Hem volledig te volgen. De Kerkvaders, de getrouwe getuigen van de geest en van de leer van Jezus Christus, hebben de Christenen ten zeerste op het hart gedrukt, het overtollige af te staan aan aalmoezen en goede werken. Wie van God meer goederen gekregen heeft, dan hij nodig heeft moet deze ook laten dienen voor andere mensen. De eigendom mag allereerst de eigenaar dienen, maar heeft ook een sociale bestemming.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Op verschillende wijzen kan de eigendom tot zijn sociale bestemming geraken, vooreerst door armen en behoeftigen te helpen, door verenigingen en goede werken te steunen, die voor de tijdelijke en geestelijke noden zijn opgericht, werken van apostolaat en missie, van caritas en sociale zorg. Wij moeten deze niet beschouwen als lastige en vervelende bedelarij. Bij het oordeel zal Christus er ons aan herinneren: „Ik was hongerig en gij hebt mij gespijzigd; ik was dorstig en gij hebt mij gelaafd; ik was zonder verblijf en gij naamt mij op... Want, Ik zeg U: wat gij aan de geringsten der mijnen hebt gedaan, dat hebt gij aan Mij gedaan". (Mt. 25, 34-40) [b:Mt. 25, 34-40]. Hoe verschrikkelijk zou het zijn dan het tegendeel te moeten horen! Velerlei noden en behoeften zijn echter zo uitgegroeid, dat hierin moet worden voorzien door overheidssteun aan de particuliere hulp of door gemeenschapszorg. Als de overheid daarvoor onze bijdragen vraagt in de vorm van belastingen, dan dienen onze goederen wederom tot welzijn van anderen in de gemeenschap. Tenslotte vinden de goederen in de moderne tijd vooral ook hun sociale bestemming, als zij gebruikt worden voor verdere productie, als daardoor werkgelegenheid geschapen wordt voor andere arbeiders onder goede sociale voorzieningen, als ze als kapitaal ter beschikking worden gesteld voor klein- en grootbedrijf, mits sociaal nuttige goederen worden geproduceerd. Hieruit volgt dus, D.G., dat wij de sociale lasten als christenplicht dienen te aanvaarden en dat wij de betreffende sociale wetten moeten onderhouden uit maatschappelijke rechtvaardigheid. Zeker, zij vragen van ons grote offers, veel grotere zelfs dan ooit te voren en Wij begrijpen, dat deze offers worden gevoeld. Wanneer de bezitters van goederen evenwel klagen, dat de rechten van het kapitaal zo beknot worden, dat de sociale lasten zo hoog zijn; dat de belastingen alles opslorpen, dan mogen zij zich wel herinneren, dat wij in onze dagen — ook zonder wettelijke dwang — alleen reeds uit christelijke rechtvaardigheid en uit christelijke liefde, tot zulke grote offers bereid moeten zijn en dat de wet voor een goed deel niets anders doet dan onze christelijke plicht nader omschrijven en tot uitvoering brengen.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Als God aan de mens het natuurlijk recht gegevenheeft, zich goederen te verwerven in eigendomom beter te kunnen zorgen voor zich en dezijnen, dan volgt daaruit nog iets anders: dan moetook die mogelijkheid aan alle mensen geboden worden;dan kan het niet de bedoeling zijn, dat degoederen zich steeds meer ophopen in handen vanenkelen; dan is het sociale noodzaak, dat het bezitgespreid wordt. Wij hebben deze spreiding vanbezit in de kleine en middel grote eigendommen, diein ons land meestal bestaan in landbouw en ambacht,in handel en nijverheid. Deze zal bewaardmoeten blijven en dit zal mogelijk zijn als landbouwersen middenstanders hun bedrijf weten teverbeteren en door samenwerking en organisatiezich de voordelen verzekeren van grotere ondernemingen:Maar verder zal het bezit meer gespreidmoeten worden over al degenen, die deel nemenaan de productie. Bij de opkomst van de industrieis daar niet voldoende op gelet. Bij het steeds toenemenvan het fabriekswezen moet meer rekeningworden gehouden met de bestaansmogelijkheid vankleine en middelgrote bedrijven en moet er absoluutnaar gestreefd worden, dat degenen, die deelnemenaan de productie ook deel krijgen aan hetbezit. Wij vragen de leiders naar geschikte vormente zoeken, die dit waarborgen en Wij roepen alleKatholieken op mede te werken tot juiste maatschappelijkeverhoudingen uit sociale rechtvaardigheid.Dit is ook in het belang van de eigendomzelf.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- iii Over de rechten van de werknemers
9
De ontwikkeling van de moderne techniek maakt het echter velen onmogelijk om nog als voorheen zelfstandig te werken. Steeds meerderen gaan hun diensten aanbieden aan andere ondernemers tegen loon of salaris. Het looncontract, D.G. is niet verkeerd, maar het onthouden van rechtvaardig loon is een wraakroepende zonde. Het loon van een volwaardig arbeider moet voldoende zijn voor het onderhoud van hem en zijn gezin. Met grote voldoening mogen Wij zeggen, dat de gedachte van het gezinsloon in latere jaren gemeengoed is geworden onder ons volk en steeds meer is doorgevoerd in de praktijk. Dat is zonder twijfel voor een aanzienlijk deel te danken aan de sociale leringen van de Kerk, o.a. vastgelegd in de Pauselijke Encyclieken " Rerum Novarum [651]" en " Quadragesimo Anno [652]", maar ook aan de volgzaamheid en het zuiver inzicht van de Katholieken. Waar het gezinsloon niet mogelijk is, daar is volgens de leer der Pausen de economische toestand niet gezond en moet er met vereende krachten naar gestreefd worden, dat het mogelijk wordt. Wij brengen hier hulde aan de katholieke werkgevers van verschillende bedrijfstakken, die zonder verdere wettelijke regelingen af te wachten uit diep gevoel van sociale rechtvaardigheid het arbeidsloon aan de hogere gezinslasten hebben aangepast; en Wij zien uit naar het ogenblik dat de Overheid het gezinsloon ook voor grotere gezinnen tot volle werkelijkheid zal maken.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Met het betalen van een rechtvaardig loon is dewerkgever echter niet van alle verplichtingen af.Hij moet de werknemers tegemoet treden als gelijkwaardigemensen en medebroeders in JezusChristus; hij moet redelijke voorzorgen nemen, datde arbeiders geen schade lijden naar lichaam enziel. Voor gezondheid en veiligheid wordt gelukkigmeestal wel gezorgd, maar de werknemershebben een even strikt recht, dat de werkverhoudingenzo zijn, dat ze er godsdienstig en zedelijkniet ten gronde gaan. Anders zien wij gebeuren,om te spreken met Paus Pius XI, dat de levenlozestof de fabriek veredeld verlaat en dat de mensener worden bedrogen en verlaagd. Jongere mensenhebben recht op een bijzondere zorg; en ten aanzienvan de meisjes moeten de werkgevers steedsindachtig blijven, dat de fabrieksarbeid grote bezwarenheeft voor haar persoonlijke ontwikkelingen haar vorming tot huisvrouw. De ondernemersmoeten dus medewerken met de bevoegde instanties,om die bezwaren door een aanvullende vormingzoveel mogelijk te ondervangen. Dat blijkt mogelijk in onze tijd, dat is nodig voor het algemeenbelang en daarom een eis van sociale rechtvaardigheid.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
De weg voor de werknemers om hun rechten tewaarborgen en hun persoonlijke waardigheid veiligte stellen, het middel tevens tot godsdienstigeen sociale vorming overeenkomstig vak of beroep,is de aansluiting bij de katholieke Stands- en Vakorganisaties.Dat is hun natuurlijk recht en zelfshun katholieke plicht. Wij zijn dan ook verheugden dankbaar, als Wij vernemen, dat de gelovigendaaraan bereidwillig gevolg geven. Maar, D.G.,Wij horen niet graag, dat er ook nu nog werkgeversen patroons gevonden worden, die direct ofindirect zich tegenstanders tonen, dat hun personeellid wordt van de vakorganisatie. Dat is in dehuidige omstandigheden niet meer te verontschuldigen.Het wekt verzet en het geeft ergernis. Daarmeewordt tekort gedaan aan de rechten van dewerknemers en afbreuk gedaan aan een gezondeontwikkeling van het maatschappelijk en godsdienstigleven.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
D.G., wij moeten zelfs verder gaan. De toestandvan ondergeschiktheid, waarin zich een steedsgroeiend aantal werknemers bevindt, zal plaatsmoeten maken voor een zekere medezeggingschapen medeverantwoordelijkheid. Het loonsysteem dattot nu toe de arbeidsverhouding beheerst, zal aangevuldmoeten worden door een zeker deelgenootschapin de winst. Dan zal de opbrengst van deproductie niet meer zo eenzijdig ten goede komenaan enkelen; dan ontstaat de mogelijkheid tot verwervingvan eigendom voor zeer velen, zo niet voorallen. Ondernemingen, bedrijven, het gehele sociaal-economische leven moeten waarachtige solidairegemeenschappen gaan worden, waarin alleneendrachtig samenwerken in een open geest vanrechtvaardigheid en saamhorigheid. De socialerechtvaardigheid zal de ziel worden van deze nieuwesociaal-economische orde. Het is de taak vande deskundigen, om datgene wat wij publiekrechtelijkebedrijfsorganisatie noemen, nader uit te werken,maar het mag geen vraag meer zijn, of zij erkomen moeten. De grote sociale encyclieken hebbende bedrijfs- en beroepsschappen scherp uitgetekenden onze H. Vader de Paus heeft de laatstejaren steeds sterker er op aangedrongen, dat desociale rechtvaardigheid verankerd wordt in een nieuwe sociale orde. Dit is dè grote sociale aangelegenheidvan de komende jaren. Naarmateiemand grotere invloed heeft in het politieke of sociaal-economische leven, des te groter is zijn verantwoordelijkheid,om met voorbij zien van persoonlijkebelangen mee te werken aan dit algemeenbelang: het is een verantwoordelijkheid tegenoverons volk, tegenover de geschiedenis, en inderdaadeen verantwoordelijkheid tegenover God.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- iv Over de plichten der werknemers
13
Rechten scheppen plichten. De hogere rechten,waarnaar de werknemers streven, zullen zwaardereplichten met zich mee brengen. De werknemers zullenmeer belangstelling moeten gaan tonen en gevoelvan verantwoordelijkheid; zij zullen de ondernemingals hun eigen zaak moeten gaan zien.Daarom, D.G. is het een teleurstelling te vernemen,-dat in deze tijd, nu de nieuwe sociale orde moetgroeien en nu van de kant van de werkgevers zoveelaan de rechten van de werknemers wordt tegemoetgekomen, er niet zoveel arbeid gepresteerdwordt als vroeger. Dat is vooral bedenkelijk, als ditvoorkomt in bedrijven, waar de lonen hoog genoegen de arbeidsgelegenheid ruim zijn. Het schijntvoor te komen, dat de mindere prestaties van dearbeiders verrekend moeten worden in een hogereprijs van producten en diensten. Waar blijft dande vastheid van karakter en het plichtbesef, datonze jongelingschap en onze mannen toonden onderde oorlog? Men vergete niet, dat dagdieverijeen zonde is tegen de rechtvaardigheid, die doorde katechismus op één lijn gesteld wordt met woekeren bedrog. En waar het voorkomt in bedrijven,die bijzonder nodig zijn voor het herstel van devolkswelvaart, is het bovendien een ernstig vergrijptegen de sociale rechtvaardigheid. W i j denkenhier niet aan handarbeiders alleen. Ook opopenbare bureaux en in overheidsdiensten wordtnog al eens de indruk gewekt, dat de arbeidsprestatiesdaar hoger opgevoerd konden worden: dat isvooral h;er nodig voor het algemeen belang, dat deze mensen ambtshalve moeten dienen.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Een tekort aan dienstvaardigheid constaterenwij ook ten opzichte van de huisvrouwen en vooraltegenover de moeders van grotere gezinnen. Hetgebrek aan hulpvaardigheid is zo groot en zo algemeen,dat de hulp in de huishouding een maatschappelijkprobleem is geworden. Het tekort aankrachten voert bovendien de lonen op; zo komende weinige krachten, die beschikbaar zijn, ook nogniet daar, waar ze het hardst van node zijn.. Deverwaarlozing van dit vrouwelijke beroep zal zichnóg eens wreken in de toekomstige gezinnen vande meisjes, die in andere beroepen de eenvoud ende liefde en de kundigheid voor het huishoudenhebben verleerd. Het is mogelijk, dat het werkenop de fabriek met hoger loon wordt betaald, maarhet werk in het gezin is van veel hoger belang envan veel hoger waarde èn voor de toekomst vanhet meisje zelf èn voor de gehele christelijke maatschappij,die haar grootste en krachtigste steunvindt in degelijke en godsdienstige gezinnen. Wijhebben daarom alle lof voor de meisjes van de gezinshulp,die tenminste tijdelijk in de dringendstegevallen voorzien; wij juichen het toe, dat de gezinnen'zélf in onderlinge solidariteit elkander helpen.Maar daarmee is de kwaal niet verholpen enzeker niet aangetast in de wortel. De meisjes envooral haar ouders moeten zich ernstig afvragenof zij bij de drang naar fabriek en hoog loon niettoegeven aan een onchristelijk streven naar vrijheiden vermaak. Als Christus zelf gekomen is om tedienen, dan mag geen christenvrouw er iets minderwaardigsin zien, de evenmens bij te staan omeen goed en geordend gezinsleven mogelijk temaken. Wettelijke maatregelen kunnen hier nietalles bereiken, maar de sociale rechtvaardigheidspreekt luid genoeg. Daarom moeten alle maatschappelijkekrachten gezamenlijk proberen ditvraagstuk tot een spoedige oplossing te brengen.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
In onze dagen is een gezamenlijke en geordende inspanning van alle krachten nodig, om de nationale armoede te boven te komen. Vooral nu moet het arbeidsproces ordelijk verlopen en daarom is het sociaal niet juist, dat arbeidscontracten lichtvaardig, worden opgezegd, soms om een klein of vermeend voordeel tot schade van de eigen streek of groep. Laten werknemers en werkgevers in deze moeilijke tijd blijk geven van een hoog nodige sociale gezindheid en niet om wat meer loon of winst de gemeenschapsbelangen over het hoofd zien. Verblijdend en voorbeeldig is de arbeidsvrede in ons vaderland; Nederlands voorbeeld trekt de aandacht tot in andere werelddelen. Deze vrede, D.G., is het werk van de sociale rechtvaardigheid, die doorwerkt in een groeiende sociale orde. Wij moeten over en weer proberen dit grote goed te bewaren. De werknemers moeten vastbesloten overal die staking in de kiem trachten te smoren, welke alleen bedoeld is om de christelijke maatschappelijke orde in de war te sturen. De werkgevers moeten nu het vertrouwen der arbeiders winnen door voortvarend de nieuwe maatschappelijke orde tot stand te brengen, en hun aldus waarborgen geven, dat de moeilijkheden zullen opgelost worden in onderling overleg, ook bij een toekomstige crisis. Want dit moet nu reeds vaststaan en nu reeds moeten maatregelen genomen worden, dat ook in minder gunstige tijden de aan het arbeidsproces deelnemende groepen elkanders lasten zullen dragen.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- v Over de rechtvaardige prijzen
16
Opdat ieder het zijne krijge, zoals de rechtvaardigheidverlangt, is ook zeer belangrijk eenjuiste verhouding tussen lonen en prijzen en vande lonen onderling. De werkelijke waarde van hetloon hangt immers af van de prijs van de goederendie de werknemer er voor kan krijgen; en omgekeerdhangt van de prijs van de goederen af,welke beloning de werkgever, de middenstander,de landbouwer voor hun prestaties zullenontvangen. Dit is bijzonder klemmend in onze omstandigheden,nu een aanzienlijk deel van het volkrond het bestaansminimum zweeft. Wanneer immersde ene groep te veel neemt, zal de andere tekort komen en dikwijls onder het bestaansminimumdalen. Het is de taak van de overheid toe te zien,dat het juiste evenwicht gehandhaafd wordt; daaromrust ook op de onderdanen de zware plichtvan sociale rechtvaardigheid: zich te houden aande regelingen van lonen en prijzen. Er kunnen bijzondereomstandigheden zijn, waarin de wet nietheeft voorzien en waarin een afwijking te verontschuldigen zou zijn; dit mag echter niet te gauwaangenomen worden met het oog op het algemeenbelang. Afgezien van deze bijzondere gevallen,aarzelen Wij niet herhaalde of grove overtredingen-op dit gebied in de tegenwoordige omstandighedeneen zonde tegen de sociale rechtvaardigheidte noemen. Daardoor wordt immers ernstigeschade toegebracht aan het algemeen belang. Ookwanneer loon- en prijsregelingen in haar huidigevorm verdwijnen, zal het algemeen belang steedsvoor ogen moeten worden gehouden: de socialerechtvaardigheid zal dan het ordenend beginselmoeten zijn, ook in het grote zakenleven. En Wijmenen, dat dit in de tegenwoordige omstandighedenin meerdere vrije beroepen niet voldoende voorogen wordt gehouden.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Trouwens de bedongen prijs of het gevraagdeloon moet steeds rechtvaardig blijven tegenover deandere partij. Als dit niet zou zijn, is er strikt onrechtmet plicht van restitutie. In de laatste jaren .is hier tegen zeker dikwijls en grotelijks misdaan,maar het was dikwijls moeilijk daarvoor algemeneregels te geven wegens de uitzonderlijke omstandigheden.Nu evenwel de ordelijke verhoudingenterugkeren en de rechtvaardigheid tegenwoordigzo dringt, moeten de Christenen hun gewetenvoortdurend laten spreken.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Over meerdere andere verplichtingen zou gesprokenkunnen worden in verband met de socialerechtvaardigheid. Zo zal het zonder meer duidelijkzijn, dat een juiste verdeling van de beschikbarewoonruimte tegenwoordig een eis is van socialerechtvaardigheid. Iedereen heeft dan ook de plichtom loyaal mee te werken met de hiervoor aangegeveninstanties. Anders zou hij op de oordeelsdaghet verwijt kunnen horen: „Ik was zonder verblijfen gij hebt mij niet opgenomen". (Mt. 25, 43) [b:Mt. 25, 43].Wij zouden nog kunnen spreken over de politiekedelinquenten. Wanneer zij hun straf hebben uitgeboeten terugkeren in de maatschappij met goedebedoelingen, dan hebben zij strikt recht niet teworden geweerd of genegeerd, dan gebiedt deliefde en de barmhartigheid te vergeven en te vergeten,dan is het ook een eis van algemeen belangen van sociale rechtvaardigheid, dat ze geleidelijkweer worden gebracht tot een normaal leven enbestaan in onze christelijke maatschappij.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- vi Samenvatting
19
D.G., zo is de sociale rechtvaardigheid eenoefenschool voor vele christelijke deugden; daaromwordt zij ook de algemene rechtvaardigheid genoemd:zij matigt onze zucht naar aardse goederenen leert ons iets af te staan voor anderen; zij laatons treden uit de enge kring van persoonlijke engroepsbelangen en voert ons op tot een allen omvattendesolidariteit; zij spoort ons aan tot arbeidzaamheiden offervaardigheid en voert niet weinigentot heldhaftigheid in dienst van de gemeenschap.Vele van haar plichten worden door burgerlijkewetten bekrachtigd; daarom heet zij ook dewettelijke rechtvaardigheid. En het is verkeerd temenen, dat de deugd geen deugd meer is, als zedoor de wet wordt gevorderd. Het tegendeel iswaar: de deugden mogen niet verstikt worden onderde druk der wet, maar kunnen, geleid door dewet, uitbloeien tot rijkere deugd van sociale rechtvaardigheiden gehoorzaamheid. De deugden wordenook gemakkelijker beoefend, als zij onder deleiding van de sociale rechtvaardigheid van allengezamenlijk worden gevraagd. Het is immers moeilijkrechtvaardig te zijn en liefdevol en onbaatzuchtig,als de anderen het niet zijn. Wanneerechter deze deugden bij velen gaan leven, wanneerze gedragen worden door maatschappelijke groepen,wanneer ze verankerd worden in maatschappelijkeinstellingen, wanneer de naleving verzekerdwordt door burgerlijke wetten, dan kan inderdaadde geestelijke en sociale vernieuwing zich wegenbanen door heel het openbare leven.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De organen, die deze sociale rechtvaardigheid propageren en verwerkelijken zijn vooral onze katholieke Stands- en Vakorganisaties. Paus Pius XI schrijft daarover:
„Deze groepen en organisaties zijn het, welke aangewezen zijn om de ordening in de maatschappij te bewerken, zoals Wij die bedoeld hebben in Onze Encycliek Quadragesimo Anno [652], en op die wijze de erkenning van Christus' Koningschap te verbreiden op de verschillende gebieden van cultuur en arbeid". Divini Redemptoris [[594|68]]Het zijn ook deze vrije maatschappelijke organisaties, die ten grondslag gelegd zullen worden aan de bedrijfsorganisatie in Nederland. Wij roepen daarom meer dan ooit alle Katholieken dringend op, zich aan te sluiten bij hun Stands- en Vakorganisatie en daarin actieve leden te worden. Want, D.G., daden worden er gevraagd en offers waar het moet; de tijd is rijp, de tijd dringt om nu te komen tot een radicale doorvoering van de sociale leringen van de Kerk.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Het zal niemand ontgaan zijn, dat dit slechts wegen en middelen zijn van christelijke vernieuwing. De eigenlijke vernieuwing en het echte leven zelf kunnen slechts komen van Degene, die gezegd heeft: "Ik ben de weg, de waarheid en het leven". (Joh. 14, 6) [b:Joh. 14, 6]. Daartoe moeten wij ons verdiepen in de geest van Christus, ons vernieuwen in Zijn leven; als Christus weer ten volle leeft in de Christenen, zal Hij weer herboren worden in de maatschappij. Laat ons daarom beginnen in de H . Vastentijd te leven uit een echt christelijke geest; beschouwen wij Christus' levenwekkend lijden en volgen wij Hem na door verstervingen en volledige vervulling van onze christelijke plichten, ook van de maatschappelijke, zoals Wij die in dit schrijven hebben geleerd. In deze tijd moeten wij bidden met grote volharding tot God, van Wien komen de heilige verlangens, de goede voornemens en de rechtvaardige werken; smeekt de grote God, dat Hij de vrede moge brengen, die de wereld niet geven kan. Bidt veel voor de landen, waar kerkvervolging woedt of dreigt, bidt voor onze H. Vader de Paus, voor onze geëerbiedigde Koningin en de Koninklijke familie, voor de Regering, voor onze soldaten in Indonesië en voor geheel ons volk. Vraagt dit door de voorspraak van Haar, die ons aller Moeder is en de „overwinnares in elke strijdvoor God" (Paus Pius XII).
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
En zal dit Ons gezamenlijk herderlijk schrijven op Zondag Quinquagesima in alle tot Onze Kerkprovincie behorende kerken en alle kapellen, waarover een Rector is aangesteld, onder alle vastgestelde H.H. Missen op de gebruikelijke wijze van de preekstoel worden voorgelezen.
Gegeven te Utrecht, 14 Februari 1949.
+ JOH. KARDINAAL DE JONG,
Aartsbisschop van Utrecht.
+ P. A. W . HOPMANS,
Bisschop van Breda,
+ Dr. J. H. G. LEMMENS,
Bisschop van Roermond.
+ J. P. HUIBERS,
Bisschop van Haarlem.
+ W. P. A. M . MUTSAERTS,
Bisschop van 's-Hertogenbosch.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 1
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/8191-vastenbrief-van-het-nederlands-episcopaat-nl