Over de Sacramenten
x
Informatie over dit document
De Mysteriis
Over de Sacramenten
Ambrosius van Milaan
1 januari 387
Kerkelijke schrijvers - Boeken
kerkvaders.blogspot.com
De bijgaande tekst is een Werkvertaling
Deze tekst is oorspronkelijk als "De Sacramentis" gepubliceerd. Na het beschikbaar krijgen van de vertaling van de 'echte' De Sacramentis krijgt deze zijn eigenlijke naam 'De Mysteriis'. (20230117)
De datum van schrijven is slechts een benadering.
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Deze tekst is oorspronkelijk als "De Sacramentis" gepubliceerd. Na het beschikbaar krijgen van de vertaling van de 'echte' De Sacramentis krijgt deze zijn eigenlijke naam 'De Mysteriis'. (20230117)
De datum van schrijven is slechts een benadering.
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
2010
Marianne Baruch
14 februari 2023
3466
nl
Referenties naar dit document: 12
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Voorwoord
De schrijver noemt in het begin het doel van het geschrift, namelijk de betekenis van het Sacrament van de Doop uiteen zetten. Evenals het Vormsel en de Eucharistie. Deze onderwerpen werden door de vroege Kerk uiterst omzichtig behandeld, uit angst dat de heidenen er de spot mee zouden drijven, daarom was het de gewoonte pas uitleg te geven aan de doopleerlingen in de dagen aan het eind van de vastentijd net voor Pasen.
Deze geschriften zijn daarom juist bijzonder, omdat we daarin duidelijk het onderwijs van de Kerk terugvinden op het moment dat men dit schriftelijk ging vastleggen.
Ambrosius geeft de meeste aandacht aan de uitleg over de rituelen rondom de Doop, wijzend op de diepere onderliggende waarheden en mysteries hiervan. Daarna behandelt hij het Vormsel, verwijzend naar de zevenvoudige gaven van de Heilige Geest. Tenslotte bespreekt hij de Heilige Eucharistie, in het bijzonder zet hij de Werkelijke Tegenwoordigheid uiteen.
Sommige schrijvers in en sinds de 16de eeuw hebben getracht te bewijzen dat dit geschrift ten onrechte aan Ambrosius is toegeschreven. Er kan echter geen twijfel over bestaan zoals door de Benedictijnse Editoren onomstoten is aangetoond, en ook nu algemeen wordt erkend. Het is geschreven om tijdens de Veertigdagentijd te gebruiken, maar in welk jaar is niet helemaal duidelijk, waarschijnlijk in 387 vanwege de verwijzing naar een ander geschrift De Patriarchis.
H. de Romestin
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk I
1
We hebben dagelijks gesproken over de onderwerpen verbonden met de moraal, toen de geschiedenissen van de Aartsvaders werden gelezen of de spreuken werden behandeld, met de bedoeling dat u zou worden onderwezen en vertrouwd raken met de wegen van de vaders en in hun paden zou treden, en de heilige geboden zou gehoorzamen; zodat u na de vernieuwing door de doop u vast zou houden aan die manier van leven die past bij hen die gereinigd zijn.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De tijd is nu rijp om met u te spreken over de betekenis van de sacramenten, want wanneer we er eerder over gesproken hadden voordat u gedoopt was, en nog niet geinitieerd, dan zouden wij dat beschouwen als verraad aan ipv een beschouwing van de sacramenten. Een andere reden is bovendien dat de sacramenten zelf licht geven en dat des te meer als men niet weet wat te verwachten, dan als men al onderwijs vooraf heeft gehad.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Open dan uw oren, snuif de goede geur van het eeuwige leven op die over u is geademd door de genade van de sacramenten; welke door ons werd aangeduid aan u, toen het geheimenis van de initiatie gevierd is, zoals wij zeiden in vrede zou hij weten wat hem werd gevraagd en zou gehouden zijn zich te herinneren wat hij had geantwoord.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Christus maakte gebruik van dit mysterie in het Evangelie, zoals we dat lezen wanneer Hij een doofstomme geneest. Hij raakte de mond aan, omdat hij die geheeld werd stom was en een man, met de bedoeling dat hij zou spreken met de stem hem gegeven; ten opzichte van het andere punt, omdat de aanraking gepast was naar een man toe, wat het niet zou zijn naar een vrouw toe.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk II
1
Hierna werd het Heilige der Heiligen voor u geopend, u kwam binnen in het heiligdom van de wedergeboorte; herinner u wat u werd gevraagd, en wat u hebt geantwoord. U hebt de duivel en zijn werken afgezworen, de wereld met zijn luxe en plezier. Die uitspraak van u is niet vastgelegd in het dodenrijk, maar in het boek van het leven.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
U zag er de diaken, de priester, en de bisschop van de geheimenissen. U sprak in tegenwoordigheid van de engelen, zoals geschreven staat: "Want op de lippen van de priester is kennis, en zij zoeken de wet van zijn mond, want hij is de engel van de Almachtige Heer". Er is geen ruimte voor misleiding of ontkenning. Hij is een engel die het Koninkrijk van Christus en het eeuwige leven verkondigt. Hij moet door u gerespecteerd worden, niet naar zijn uiterlijke verschijning, maar om zijn ambt. Bedenk wat hij heeft uitgedeeld, overweeg de leefregel die hij u gaf, erken zijn positie.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
U trad binnen, zodat u uw tegenstander zou onderscheiden, die u zou gaan afzweren, als het ware recht in zijn gezicht, daarna richtte u zich naar het oosten; want wie de duivel afzweert keert zich tot Christus, en aanschouwt Hem van aangezicht tot aangezicht.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk III
1
Wat zag u? Water, zeker, maar niet alleen water; u zag de diakens dienen, en de bisschop vragen stellen en zegenen. Ten eerste, de Apostel leerde u dat niet in aanmerking moesten worden genomen "hetgeen we zien, maar de dingen die we niet zien, want de dingen die we zien zijn tijdelijk, maar die we niet zien zijn eeuwig". En elders leest u: "De onzichtbare dingen van God, worden sinds de schepping van de wereld, begrepen door de dingen die zijn gemaakt; Zijn eeuwige kracht zowel als zijn Goddelijkheid worden beoordeeld naar Zijn werken". Daarom zegt de Heer zelf: "Als u mij niet gelooft, geloof dan ten minste de werken". Geloof dan dat de Godheid daar aanwezig is. Gelooft u de werking en niet in zijn aanwezigheid? Hoe zou de werking te voorschijn komen tenzij de aanwezigheid vooraf ging?
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Bedenk echter hoe oud, de voorafschaduwing van het mysterie is, zelfs van het begin van de wereld. In het begin toen God hemel en aarde schiep, staat geschreven "dat de Geest over de wateren bewoog". Hij die bewoog over het water, werkte Hij dan niet over het water? Maar waarom zou ik zeggen 'werken'? Gezien zijn tegenwoordigheid bewoog Hij. Werkte Hij die bewoog dan niet? Zie dat Hij werkend was in het maken van de wereld zoals de profeet zegt: "Door het woord van de Heer zijn de Hemelen gemaakt, en al haar heerlijkheid door de geest van Zijn mond". Iedere verklaring berust op het getuigenis van de profeet, zowel dat Hij bewoog en dat Hij werkte. Mozes zegt dat Hij bewoog, David verklaart dat Hij werkte.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Neem een ander getuigenis. Alle vlees is vergankelijk door zijn ongerechtigheden. "Mijn Geest", zegt God" zal niet op de mens blijven, want zij zijn vlees". Waarmee God toont dat de genade van de Geest zich terugtrekt door vleselijke onreinheid en door de verontreiniging van zware zonde. Waarop God gewillig om te herstellen hetgeen ontbreekt, de zondvloed stuurt en slechts Noe verzoekt om in de Ark te gaan. En hij nadat de vloed voorbij was, liet een raaf uitvliegen die niet terug kwam, daarna een duif die terugkwam met een olijftak. U ziet het water, u ziet het hout (van de ark), u ziet de duif en aarzelt u nog ten opzichte van het mysterie?
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Het water dus, daarin wordt het vlees gedoopt, zodat alle vleselijke zonden afgewassen worden. Alle verdorvenheid is daar begraven. Het hout is datgene waarop de Heer Jezus werd vastgemaakt toen Hij voor ons leed. De duif is de vorm waarin de Heilige Geest neerdaalde, zo leest u in het Nieuwe Testament, Die u vervult met vrede in de ziel en rust in gedachten. De raaf is het beeld van de zonde, die weggaat en niet terug keert, net als bij u als u innerlijk en uiterlijk de gerechtigheid behoudt.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Er is een derde getuigen, zoals de Apostel ons leert: 'De vaderen waren allen onder de wolk en trokken door de zee, en allen waren gedoopt in Mozes, in de wolk en in de zee.' En verder zegt Mozes zelf in zijn lied: 'U zendt uw Geest en de zee bedekte hen.' U ziet dat toen al de heilige doop voorafgebeeld werd in dit gedeelte over de Hebreeën, waarbij de Egytenaren ten ondergingen, en de Hebreeën ontkwamen. Want wat wordt ons anders dagelijks geleerd in dit sacrament dan dat schuld wordt weggenomen en fouten uitgewist, maar dat deugd en onschuld ongeschonden blijven?
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
U hoort dat onze vaderen onder de wolk waren, een vriendelijke wolk, die de vleselijke hartstochten bekoeld. Deze vriendelijke wolkoverschaduwt degenen die de Heilige Geest een bezoek brengt. Ten slotte kwam Hij over de Maagd Maria, en de Kracht van de Allerhoogste overschaduwde haar, toen zij de Verlossing voor het menselijk geslacht ontving. En dat wonder was als voorafschaduwing door Mozes uitgevoerd. Als de Geest dan aanwezig was in het beeld, is Hij dan niet aanwezig in het werkelijke, daar de Schrift ons zegt: 'Want de wet is gegeven door Mozes, maar genade en waarheid zijn geworden door Jezus Christus.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Mara was een bron van zeer bitter water: Mozes gooit er hout in en het wordt zoet. Want water zonder de prediking van het kruis van Christus is tevergeefs voor de toekomstige redding, maar nadat het water is geconsacreerd door het mysterie van het reddende kruis, wordt het bruikbaar om toe te passen voor de geestelijke bedekking en de beker der redding. Net als Mozes dan als profeet het hout in de bron gooit, zo doet ook de priester die over het doopvont het kruis van de Heer proclameert waardoor het water zoet wordt ten behoeve van de genade.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
U moet dus niet geheel op uw fysieke ogen vertrouwen; hetgeen dat niet gezien wordt is eigenlijk werkelijk aanwezig, want het object van het zicht is vergankelijk, maar het andere dat niet gezien wordt met het oog, is eeuwig, onderscheiden door de rede en de geest.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Ten slotte, laat de lessen onlangs met u doorgenomen vanuit de Koningen u onderwijzen. Naaman de Syriër, die melaats was, kon door niemand worden genezen. Een meisje van de ballingen verteld dat er in Israël een profeet is, die hem zou kunnen genezen van de onreinheid van de melaatsheid. Er is verteld dat hij zilver en goud meenam en naar de koning van Israel vertrok. En deze toen hij van zijn komst hoorde, zijn kleren scheurde, zeggend dat er een aanleiding gezocht werd tegen hem, omdat er dingen van hem werden gevraagd die niet in de macht van koningen liggen. Elisa echter stuurde de koning bericht, dat hij de Syriër naar hem moest sturen, zodat deze zou weten dat er een God is in Israël. En toen hij kwam, gebood hij hem zich zeven keer onder te dompelen in de rivier de Jordaan.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Toen begon hij te redeneren dat hij betere wateren in zijn eigen land had, waarin hij zich vaak gebaad had, zonder gereinigd te worden van zijn melaatsheid; dit bedenkend negeerde hij het bevel van de profeet, maar op het advies en door de overreding van zijn bedienden, gaf hij zich gewonnen en doopte zich onder. En na direct genezen te zijn, begreep hij dat men niet door het water, maar door de genade genezen wordt.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Begrijp nu wie dit jonge meisje van de ballingen is. Zij is de Kerk van God, de verzameling uit de Heidenen bijeenvergaderd, die van ouds door de zonden gevangen gehouden werden, want voorheen bezaten zij niet de vrijheid van de genade. Door de aanwijzingen van de genade hoorden die dwaze volken van de Heidenen het woord van de profetie, want tot dan toe waren zij in onzekerheid. Later echter toen zij geloofden dat dit gehoorzaamd moest worden, werden zij van iedere verontreiniging van de zonde gewassen. Zeker twijfelde hij voordat hij genezen werd; u bent al genezen, en behoord daarom niet te twijfelen.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk IV
1
De reden waarom u van te voren was verteld niet alleen te geloven in wat u zag, was dat u zou kunnen zeggen : Is dit het grote mysterie 'dat geen oog heeft gezien, noch oor heeft gehoord, noch is opgekomen in het mensenhart. Mij nu reinigen in hetgeen waarin ik zo vaak gebaad heb en nog nooit ben gereinigd? Hierdoor kunt u erkennen dat water niet reinigt zonder de Geest.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Zie daarom dat de drie getuigen in de doop, water, bloed en de Geest, één zijn, want als er één wordt weggenomen, bestaat het sacrament van de Doop niet. Want wat is water zonder het kruis van Christus? Een gewoon element, zonder sacramenteel effect. Noch is er het Sacrament van de Wedergeboorte zonder water: 'Want tenzij een mens opnieuw wordt geboren uit water en Geest, kan hij het koninkrijk van God niet binnenkomen.' Nu, zelfs de doopleerling gelooft in het kruis van de Heer Jezus, waarmee hij ook is getekend; maar tenzij hij gedoopt wordt in de Naam van de Vader, en de Zoon en de Heililge Geest, kan hij niet de vergeving van zonden noch de gave van de geestelijke genade ontvangen.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Onder de wet doopte de Syriër zich zeven maal, maar u ben gedoopt in de naam van de Drieëenheid, u beleed de Vader. Herinner u wat u deed: u erkende de Zoon, u beleed de Heilige Geest. Let goed op de volgorde van deze dingen: u stierf aan de wereld, en verrees tot God. En als het ware begraven voor de wereld in dat element, dood voor de zonde, stond u op tot eeuwig leven. Geloof daarom dat dit water niet zonder kracht is.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Daarom wordt gezegd: 'Een engel van de Heer daalde af in de vijver op een bepaald moment, en het water kwam in beweging; en hij die als eerste afdaalde in het water, werd genezen van welke kwaal dan ook.' Dit bad was in Jeruzalem, waarin ieder jaar iemand genezen werd, maar niemand werd genezen, voordat de engel was neergedaald. Want voor degenen die niet geloofden werd het water bewogen als teken dat de engel was afgedaald. Zij hadden een teken, u hebt geloof; voor hen daalde een engel af, voor u de Heilige Geest; voor hen werd het schepsel bewogen, voor u werkt Christus zelf, de Heer van schepping.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toen werd er maar één genezen, nu worden allen heel gemaakt; of meer precies, alleen de christenmensen, voor sommigen is zelfs het water onbetrouwbaar. De doop van ongelovigen geneest niet, maar verontreinigt. De Joden wassen schalen en kelken, alsof dingen zonder verstand in staat zijn tot schuld of genade. Maar u wast deze levende kelk van u, moge daarin uw goede werken stralen, en de glorie van uw genade helder zijn. Want dat bad was een voorbeeld, zodat u moogt geloven dat de kracht van God neerdaald in dit doopvont.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Immers de verlamde wachtte op een man. En welke man anders dan de Heer Jezus, geboren uit de Maagd, die bij zijn Komst niet langer de voorafschaduwing zou genezen één voor één, maar de waarheid zou het geheel genezen. Hij is het op wiens neerdaling werd gewacht, van wie de Vader tegen Johannes de Doper zei: 'Op Wie je de Geest ziet neerdalen en blijven, die is Het die doopt met de Heilige Geest'. En Johannes getuigt van Hem, en zei: 'Ik zag de Geest uit de Hemel neerdalen als een duif en op Hem blijven', en waarom daalde de Geest neer als een duif, dan dat u zou zien, dat u zou erkennen, dat die duif, welke ook de rechtvaardige Noe uit de Ark liet gaan, een gelijkenis was van deze duif, dat u het zinnebeeld zult herkennen van het sacrament?
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Misschien heeft u bezwaar: immers een echte duif werd uitgestuurd, en de Geest daalde neer als een duif, hoe kunnen we dan zeggen dat de gelijkenis daar was en de realiteit hier, want in het Grieks is geschreven dat de Geest neerdaalde in de gelijkenis van een duif? Maar wat is zo reël als de Godheid die voor altijd blijft? Nu, het schepsel kan niet de realiteit zijn, het is slechts de gelijkenis, die eenvoudig te vernietigen en te veranderen is. Dus nogmaals, omdat de eenvoud van de dopelingen niet in voorkomen moet zijn, maar in werkelijkheid, zegt de Heer: 'Ben wijs als slangen en eenvoudig als duiven.' Terecht dan, daalde Hij neer als een duif, om ons te vermanen eenvoudig te zijn als de duif. Verder lezen we over de gelijkenis die gebracht wordt tot werkelijkheid, ten aanzien van Christus: 'En werd gezien in de gelijkenis van een man;' en ten opzichte van God de Vader: 'Noch hebt u Zijn gelijkenis gezien.'
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk V
1
Is er hier dan ruimte om te twijfelen, als de Vader duidelijk vanuit de hemel roept, zoals in het verhaal van het evangelie: “Jij bent mijn geliefde Zoon, in wie Ik vreugde vind”? Als de Zoon ook spreekt, op wie de Heilige Geest zich toont in de verschijning van een duif? Als de Heilige Geest ook spreekt, die neerdaalde in de vorm van een duif? Als David ook zegt: “De stem van de HEER over de wateren, de donder van de God van glorie, de HEER over de machtige wateren”? Als de Schrift getuigt dat op het gebed van Jerubbaäl vuur uit de hemel neerdaalde en opnieuw, als Elia bidt, vuur werd uitgezonden dat het offer verteerde.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Ga niet af op de verdiensten van de mensen, maar op het ambt van de priesters. Of, als je kijkt naar de verdiensten, denk dan aan Elia. Of aan de verdiensten van Petrus, of van Paulus, die ons dit mysterie hebben overgeleverd, welke zij ontvingen van de Heer Jezus. Tot hen, de ouden, werd een zichtbaar vuur gezonden, zodat zij zouden geloven; voor ons die geloven, werkt de Heer onzichtbaar; voor hen gebeurde dit als een schaduwbeeld, voor ons als een waarschuwing. Geloof dan dat de Heer Jezus aanwezig is door de aanroeping van de priester, Hij die zei: “Waar er twee of drie zijn, daar ben Ik ook.” Hoeveel te meer daar waar de Kerk is, en waar zijn mysteries {sacramenten} zijn, zal Hij als gift zijn Aanwezigheid meedelen.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
U ging onder, toen (in het water), weet wat u geantwoord hebt op de vragen, dat u geloofde in de Vader, dat u geloofde in de Zoon, dat u geloofde in de Heilige Geest. De verklaring is niet: Ik geloof in een grotere en in een mindere en in een laagste persoon, maar u bent gebonden door de garantie van uw eigen stem, om in de Zoon te geloven op gelijke wijze als u in de Vader gelooft; en in de Heilige Geest te geloven op de zelfde wijze als u gelooft in de Zoon, met deze ene uitzondering, dat u belijdt dat u moet geloven in het kruis van de Heer Jezus alleen.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk VI
1
Hierna ging je naar de priester, bedenk wat daarna volgde. Was het niet datgene waarvan David spreekt: “Als olie op het hoofd die neervalt op de baard, de baard van Aäron” (Ps. 133, 2) [b:Ps. 133, 2]? Dit is de zalving waar ook Salomo van zegt: “Uw Naam is als de kostbaarste zalf uitgestort, daarom hebben de meisjes u lief en bekoort U hen” (Hoogl. 1, 2) [b:Hoogl. 1, 2]. Hoeveel zielen zijn deze dag opnieuw geboren en hebben u liefgehad Heer Jezus, en hebben gezegd: “Neem ons achter U aan, wij volgen de geur van uw klederen” (Hoogl. 1, 3) [b:Hoogl. 1, 3], opdat zij in zich opnemen de geur van Uw opstanding.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Overweeg nu waarom dit wordt gedaan, want “een wijze heeft ogen in zijn hoofd” (Pred. 2, 14) [b:Pred. 2, 14], dus de zalfolie stroomt neer op de baard, dat wil zeggen, tot de schoonheid van de jeugd; en daarom van Aärons baard, dat ook wij, een uitverkoren geslacht zouden worden, priesterlijk en kostbaar, want wij zijn allen gezalfd met geestelijke genade en hebben deel aan het koninkrijk van God en aan het priesterschap.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Je kwam uit het doopvont, denk aan de les uit het Evangelie. Onze Heer Jezus Christus waste in het Evangelie de voeten van Zijn discipelen. Toen Hij bij Simon Petrus kwam, zei Petrus: “Nooit in der eeuwigheid zult U mij de voeten wassen!” (Joh. 13, 8) [b:Joh. 13, 8]. Hij begreep het sacrament niet, en daarom weigerde hij deze dienst, want hij dacht dat de nederigheid van de bedienaar gekwetst zou worden als hij geduldig toeliet dat de Heer hem bediende. En de Heer antwoordde hem: “Als Ik je voeten niet mag wassen, hoor je niet bij Mij”. Als Petrus dit hoort, antwoordt hij: “Heer, dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd”. De Heer antwoordde: “Wie in bad is geweest, is helemaal gezuiverd; buiten de voeten hoeft hij niets meer te wassen..” (Joh. 13, 9-10) [b:Joh. 13, 9-10]
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Petrus was rein, maar hij moet zijn voeten wassen, want hij had de zonde die doorgegeven is vanaf de eerste mens, toen de slang hem omverwierp en over haalde om te zondigen. Zijn voeten werden daarom gewassen, zodat de erfzonde zou worden weggedaan, zoals onze eigen zonden zijn kwijtgescholden door de doop.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Merk op dat op hetzelfde moment het sacrament bestaat uit een dienst van zuivere nederigheid, want Christus zegt: “Welnu, als Ik, jullie Heer en meester, jullie voeten heb gewassen, dan behoren jullie ook elkaar de voeten te wassen” (Joh. 13, 14) [b:Joh. 13, 14]. Want, aangezien de Bedenker van de Verlossing zélf ons verlost heeft door zijn gehoorzaamheid, hoe veel te meer moeten wij, zijn dienaren, het offer brengen van de dienst van onze nederigheid en gehoorzaamheid.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk VII
1
Daarna ontving u witte klederen als een teken dat u de bedekking van de zonden ging afleggen en de kuise sluier van de onschuld aantrekken, waarvan de profeet zei: "Reinig mij met hysop en ik zal schoon zijn; was mij en ik zal witter dan sneeuw zijn." Want wie gedoopt is, is gezuiverd zowel volgens de wet als volgens het Evangelie: volgens de wet, omdat Mozes het bloed van het lam met een bos hysop sprengde; volgens het Evangelie, omdat Christus kleding wit was als sneeuw toen Hij in het Evangelie de heerlijkheid van Zijn opstanding toonde. Hij dan wiens schuld kwijtgescholden is, wordt witter dan sneeuw. Zo zei God door Jesaja: "Al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw."
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
De Kerk, die deze kledingstukken heeft aangedaan door de bekleding van de wedergeboorte, zegt in het Hooglied: "Ik ben zwart en bevallige, gij dochters van Jeruzalem." Zwart door de zwakheid van haar menselijke conditie, liefelijk door het sacrament van het geloof. En de dochters van Jeruzalem aanschouwen deze kledingstukken en zeggen met verbazing: "Wie is dat die daar wit gemaakt aankomt?" Ze was zwart, hoe is ze nu ineens wit?
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De engelen twijfelden ook toen Christus was opgestaan; de hemelse machten twijfelden toen ze zagen dat het lichaam naar de hemel opsteeg. Toen zeiden ze: "Wie is deze Koning der ere?" En anderen zeiden "Hef, o poorten, uw hoofden omhoog, verhef u, aloude ingangen: de koning vol majesteit wil binnengaan". Ook in Jesaja vinden we dat de hemelse machten twijfelden en zei: "Wie is het die uit Edom komt, het purper van zijn kleding komt uit Bosra, glorierijk is Hij in wit getooid?"
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Maar Christus, die zich voor zijn Kerk bekleed had met vuile kleding, zoals u in het boek van de profeet Zacharia vindt, is nu gekleed in witte klederen. Ziet de Kerk, dat wil zeggen, een zuivere ziel gewassen door de bekleding van de regeneratie, en zegt: "Zie, gij zijt schoon, Mijn geliefde, ziet gij zijt schoon, uw ogen zijn als een duif " zoals de Heilige Geest neerdaalde uit de hemel. De ogen zijn mooi als die van een duif, want in de gelijkenis van een duif daalde de Heilige Geest neer uit de hemel.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
En verderop: "Je tanden zijn als witte schapen: klaar voor de scheerder komen ze twee aan twee uit het water, er ontbreekt er niet een. Als een koord van karmozijn zijn je lippen." Dit is geen geringe lof. Eerst door de aangename vergelijking met de geschoren schapen, want we weten dat geiten zowel zonder gevaar weiden in hoge plaatsen als hun voedsel veilig vinden op ruige plekken. Dan worden ze bevrijd van wat overbodig is door het scheren. Zo wordt de Kerk vergeleken met een kudde schapen: in haar worden de vele deugden gezien van de zielen die de overbodigheid van de zonden terzijde hebben gelegd door de wedergeboorte. Zij bieden Christus het mystieke geloof en de genade van een zuiver leven aan, die spreken van het kruis van de Heer Jezus.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De Kerk wordt in hen verheerlijkt. Daarom zegt God het Woord tegen haar: het is weggespoeld. "Kom mee uit de Libanon, mijn bruid, kom mee uit de Libanon, kom, vanaf het begin van het geloof gaat men er doorheen en wordt het doorgeven" omdat, door afstand te nemen van de wereld, zijn de tijdelijke dingen voorbij gegaan om over te gegaan naar Christus. En nogmaals, God het Woord zegt tegen haar: "Hoe mooi ben je, mijn liefste, hoe bevallig en bekoorlijk! Je gestalte is zo slank als een palm, je borsten zijn als druiventrossen."
Referenties naar alinea 6: 1
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
En de Kerk antwoordt Hem: "Wie zal mij aan U geven; was je maar mijn broer, gevoed aan de borsten van mijn moeder! Dan kon ik U kussen als ik U op straat ontmoette en niemand zou er aanstoot aan nemen! Ik zou U bij de hand nemen, U in het huis van mijn moeder brengen, naar de geheime kamer waar zij mij heeft ontvangen. U zou mij leren." Je ziet hoe ze, verheugd over de gaven van genade, verlangt de diepste mysteries te kennen, en al haar liefde toe te wijden aan Christus. Ze blijft zoeken en Zijn liefde aanwakkeren, en vraagt de dochters van Jeruzalem om deze voor haar aan te wakkeren, en hoopt dat door hun schoonheid, dit is die van de gelovige zielen, haar bruidegom zal aanzetten tot een steeds rijkere liefde voor haar.
Referenties naar alinea 7: 1
Naar een authentieke interpretatie van Sacrosanctum Concilium ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Dus zegt de Heer Jezus zelf tot de Kerk, op uitnodiging van deze enthousiaste liefde en door de sierlijke schoonheid en gratie, want geen overtredingen vervuilen de gedoopten nog: "Draag Mij als een zegel op je hart, als een zegel aan je arm." Dat is, je bent liefelijk, Mijn geliefde, het ontbreekt je aan niets. Leg Mij als een zegel op je hart, dat je geloof zal stralen in de volheid van het sacrament. Laat je werken ook schitteren en laat het beeld van God zien naar Wiens beeld je werd gemaakt. Laat geen vervolgingen je liefde verminderen, die geen stortvloed van water kan blussen, en geen rivier wegspoelen.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
H. Vormsel 2. - Het zegel van de Geest ->=geentekst=
En vergeet daarnaast niet dat je het zegel van de Geest hebt ontvangen: de geest van wijsheid en inzicht, de geest van raad en sterkte, de geest van kennis en vroomheid, en de geest van ontzag voor de Heer, en behoudt wat u hebt ontvangen. God de Vader verzegelde u, Christus de Heer versterkte u, en gaf de Geest zelf in je hart, zoals je hebt geleerd door het onderwijs van de apostel.
Referenties naar alinea 9: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=H. Vormsel 2. - Het zegel van de Geest ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 12
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/3466-sacramentis-de-mysteriss-nl