Ecclesia sub Verbo Dei mysteria Christi celebrans pro salute mundi
x
Informatie over dit document
Ecclesia sub Verbo Dei mysteria Christi celebrans pro salute mundi
In Gods Woord viert de Kerk de mysteries van Christus voor het heil van de wereld - Eindrapport van de 2e Buitengewone Bisschoppensynode: 20 jaar na de sluiting van het Tweede Vaticaans Concilie
Synodevaders
Bisschoppensynodes
7 december 1985
Curie
1986, SRKK
Vert.: dr. W. Rood
Vert.: dr. W. Rood
7 december 1985
15 maart 2010
1485
nl
Referenties naar dit document: 6
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- DEEL I Centraal thema van deze synode:Het vieren, toetsen en bevorderen van het Tweede Vaticaans Concilie
1
Geestelijke ervaring van deze Synode
Aan het eind van deze Tweede Buitengewone Synode moeten wij vooral God overvloedig dank zeggen die de paus heeft geïnspireerd tot het bijeenroepen van deze Synode. Wij zijn de Heilige Vader dankbaar omdat hij ons verenigd heeft om de sluiting van het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] twintig jaar geleden te herdenken. De Synode is voor ons een gelegenheid geweest opnieuw de gemeenschap te ervaren in de ene Geest in het ene geloof en de ene hoop, in de ene Katholieke Kerk, alsook in de gemeenschappelijke wil het Concilie te vertalen en te integreren in de praktijk en het leven van de Kerk. Wij hebben ons over en weer deelgenoot gemaakt van de vreugde en de hoop, maar ook van het lijden en de angst die de Kerk verspreid over de wereld vaak doormaakt.
Aan het eind van deze Tweede Buitengewone Synode moeten wij vooral God overvloedig dank zeggen die de paus heeft geïnspireerd tot het bijeenroepen van deze Synode. Wij zijn de Heilige Vader dankbaar omdat hij ons verenigd heeft om de sluiting van het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] twintig jaar geleden te herdenken. De Synode is voor ons een gelegenheid geweest opnieuw de gemeenschap te ervaren in de ene Geest in het ene geloof en de ene hoop, in de ene Katholieke Kerk, alsook in de gemeenschappelijke wil het Concilie te vertalen en te integreren in de praktijk en het leven van de Kerk. Wij hebben ons over en weer deelgenoot gemaakt van de vreugde en de hoop, maar ook van het lijden en de angst die de Kerk verspreid over de wereld vaak doormaakt.
Referenties naar alinea 1: 1
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Het doel van de Synode bereikt
Het doel waarvoor deze Synode bijeengeroepen werd was: het Tweede Vaticaans Concilie vieren, toetsen en bevorderen. Met dankbaarheid constateren wij dat wij dit doel werkelijk bereikt hebben, met hulp van God. Eensgezind hebben wij het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] gevierd als een genade van God en een gave van de Heilige Geest, waaruit talrijke geestelijke vruchten resulteerden voor zowel de universele Kerk als de afzonderlijke Kerken, en voor de mensen van onze tijd. We constateren eensgezind met vreugde dat het Concilie ook een wettige en waarachtige uitdrukking en interpretatie is van de geloofsschat zoals deze in de Heilige Schrift en in de traditie van de Kerk vervat ligt. Daarom hebben wij besloten door te blijven gaan op de weg die het Concilie ons aangaf. In volledige overeenstemming hebben wij de noodzaak erkend de kennis en de toepassing van het Concilie steeds meer te bevorderen, naar de letter en de geest. Op deze manier zal de aanvaarding van het Concilie voortgang vinden, zowel in de geestelijke verinnerlijking als in de praktische toepassing ervan.
Het doel waarvoor deze Synode bijeengeroepen werd was: het Tweede Vaticaans Concilie vieren, toetsen en bevorderen. Met dankbaarheid constateren wij dat wij dit doel werkelijk bereikt hebben, met hulp van God. Eensgezind hebben wij het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] gevierd als een genade van God en een gave van de Heilige Geest, waaruit talrijke geestelijke vruchten resulteerden voor zowel de universele Kerk als de afzonderlijke Kerken, en voor de mensen van onze tijd. We constateren eensgezind met vreugde dat het Concilie ook een wettige en waarachtige uitdrukking en interpretatie is van de geloofsschat zoals deze in de Heilige Schrift en in de traditie van de Kerk vervat ligt. Daarom hebben wij besloten door te blijven gaan op de weg die het Concilie ons aangaf. In volledige overeenstemming hebben wij de noodzaak erkend de kennis en de toepassing van het Concilie steeds meer te bevorderen, naar de letter en de geest. Op deze manier zal de aanvaarding van het Concilie voortgang vinden, zowel in de geestelijke verinnerlijking als in de praktische toepassing ervan.
Referenties naar alinea 2: 1
Tot de Bisschoppen van de Verenigde Staten van Amerika ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Licht en schaduw bij de aanvaarding van het Concilie
De meeste gelovigen hebben het Concilie met enthousiasme begroet; weinigen hebben er hier en daar weerstand tegen geboden. Het staat vast dat het Concilie met zo veel instemming begroet is omdat het de Heilige Geest zijn Kerk hiertoe heeft aangespoord. Bovendien is er zelfs buiten de Katholieke Kerk door zeer veel mensen met de grootste aandacht naar gekeken. Wij moeten echter opmerken dat wij ondanks de enorme vruchten van het Concilie in alle eerlijkheid de tekortkomingen en de moeilijkheden in de toepassing ervan hebben moeten toegeven. Er zijn inderdaad schaduwzijden geweest in de tijd ná het Concilie, die gedeeltelijk te wijten waren aan een onvolledig begrip en een onvolledige toepassing van het Concilie, voor een ander gedeelte aan andere oorzaken. Blijlt echter dat men niet het recht heeft te zeggen dat van alles wat er na het Concilie naar boven is gekomen het Concilie de oorzaak was! Men moet zich met name afvragen waarom zich in wat men de Eerste Wereld noemt nogal vaak een vervreemding van de Kerk heeft gemanifesteerd. ondanks een even uitgebreide als diepgaande dogmatische leer over de Kerk, hoewel de vruchten van het Concilie ook daar zeer talrijk zijn geweest. In die landen echter waar de Kerk verstikt wordt door totalitaire ideologieën, of waar zij haar stem verheit tegen de sociale onrechtvaardigheden, lijkt het Concilie positiever aanvaard te zijn. Toch kan er niet ontkend worden dat ook op die plaatsen niet alle gelovigen zich volledig en totaal geïdentificeerd hebben met de Kerk en haar belangrijkste missie
De meeste gelovigen hebben het Concilie met enthousiasme begroet; weinigen hebben er hier en daar weerstand tegen geboden. Het staat vast dat het Concilie met zo veel instemming begroet is omdat het de Heilige Geest zijn Kerk hiertoe heeft aangespoord. Bovendien is er zelfs buiten de Katholieke Kerk door zeer veel mensen met de grootste aandacht naar gekeken. Wij moeten echter opmerken dat wij ondanks de enorme vruchten van het Concilie in alle eerlijkheid de tekortkomingen en de moeilijkheden in de toepassing ervan hebben moeten toegeven. Er zijn inderdaad schaduwzijden geweest in de tijd ná het Concilie, die gedeeltelijk te wijten waren aan een onvolledig begrip en een onvolledige toepassing van het Concilie, voor een ander gedeelte aan andere oorzaken. Blijlt echter dat men niet het recht heeft te zeggen dat van alles wat er na het Concilie naar boven is gekomen het Concilie de oorzaak was! Men moet zich met name afvragen waarom zich in wat men de Eerste Wereld noemt nogal vaak een vervreemding van de Kerk heeft gemanifesteerd. ondanks een even uitgebreide als diepgaande dogmatische leer over de Kerk, hoewel de vruchten van het Concilie ook daar zeer talrijk zijn geweest. In die landen echter waar de Kerk verstikt wordt door totalitaire ideologieën, of waar zij haar stem verheit tegen de sociale onrechtvaardigheden, lijkt het Concilie positiever aanvaard te zijn. Toch kan er niet ontkend worden dat ook op die plaatsen niet alle gelovigen zich volledig en totaal geïdentificeerd hebben met de Kerk en haar belangrijkste missie
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Externe en interne oorzaken van de moeilijkheden
Op heel wat plaatsen in de wereld ontbreekt het de Kerk aan materiële middelen en aan mankracht om haar missie te volbrengen. Voeg daar nog aan toe dat het niet zelden voorkomt dat haar met geweld belet wordt deze uit te voeren. In de rijke landen ontwikkelt zich steeds krachtiger een ideologie die gekarakteriseerd wordt door een trots zijn op de technische vooruitgang en een bepaald immanentisme dat tot verafgoding leidt van de materiële goederen (de zogenaamde consumptiemaatschappij). Daaruit kan een zekere blindheid ontstaan jegens de geestelijke en werkelijke waarden. Het is ook onmogelijk de aanwezigheid in de maatschappij te ontkennen van invloedrijke krachten die gekenmerkt worden door een zekere vijandigheid jegens de Kerk. Dit alles wijst erop, dat de 'vorst van deze wereld' en het 'mysterie van ongerechtigheid' ook in onze tijd werkzaam zijn. Van de interne oorzaken moeten naar voren gebracht worden een onvolledige en selectieve lezing van wat het Concilie ons leert en een oppervlakkige interpretatie van de doctrine ervan in de een of andere richting.
Enerzijds zijn er teleurstellingen geweest omdat men vond dat wij te aarzelend waren in de toepassing van de werkelijke doctrine van het Concilie; anderzijds volgde uit de onvolledige lezing van de documenten een eenzijdige presentatie van de Kerk als een louter institutionele structuur, ontdaan van haar mysterie. Waarschijnlijk zijn wij niet geheel vrij van verantwoordelij k heid als met name de jongeren de Kerk kritisch beschouwen, in haar slechts een instelling zien. Hebben wij deze opvatting bij hen misschien bevorderd door te zeer te praten over vernieuwing van de externe structuren van de Kerk en te weinig over God en Christus? Soms ook heeft het onderscheiden van de geesten ontbroken door geen goed onderscheid te maken tussen een wettige opening van het Concilie op de wereld en de aanvaarding van de mentaliteit en de orde van de waarden van een geseculariseerde wereld.
Op heel wat plaatsen in de wereld ontbreekt het de Kerk aan materiële middelen en aan mankracht om haar missie te volbrengen. Voeg daar nog aan toe dat het niet zelden voorkomt dat haar met geweld belet wordt deze uit te voeren. In de rijke landen ontwikkelt zich steeds krachtiger een ideologie die gekarakteriseerd wordt door een trots zijn op de technische vooruitgang en een bepaald immanentisme dat tot verafgoding leidt van de materiële goederen (de zogenaamde consumptiemaatschappij). Daaruit kan een zekere blindheid ontstaan jegens de geestelijke en werkelijke waarden. Het is ook onmogelijk de aanwezigheid in de maatschappij te ontkennen van invloedrijke krachten die gekenmerkt worden door een zekere vijandigheid jegens de Kerk. Dit alles wijst erop, dat de 'vorst van deze wereld' en het 'mysterie van ongerechtigheid' ook in onze tijd werkzaam zijn. Van de interne oorzaken moeten naar voren gebracht worden een onvolledige en selectieve lezing van wat het Concilie ons leert en een oppervlakkige interpretatie van de doctrine ervan in de een of andere richting.
Enerzijds zijn er teleurstellingen geweest omdat men vond dat wij te aarzelend waren in de toepassing van de werkelijke doctrine van het Concilie; anderzijds volgde uit de onvolledige lezing van de documenten een eenzijdige presentatie van de Kerk als een louter institutionele structuur, ontdaan van haar mysterie. Waarschijnlijk zijn wij niet geheel vrij van verantwoordelij k heid als met name de jongeren de Kerk kritisch beschouwen, in haar slechts een instelling zien. Hebben wij deze opvatting bij hen misschien bevorderd door te zeer te praten over vernieuwing van de externe structuren van de Kerk en te weinig over God en Christus? Soms ook heeft het onderscheiden van de geesten ontbroken door geen goed onderscheid te maken tussen een wettige opening van het Concilie op de wereld en de aanvaarding van de mentaliteit en de orde van de waarden van een geseculariseerde wereld.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Een vollediger aanvaarden van het Concilie
Uit deze en andere tekortkomingen blijkt de noodzaak het Concilie in zijn diepere zin te aanvaarden. Dit aanvaarden voltrekt zich in vier opeenvolgende stadia: een meer uitgebreide en diepgaande kennis van het Concilie, de innerlijke integratie ervan, een herbevestiging in de liefde, de verwezenlijking ervan in het heden. Slechts de innerlijke integratie en de praktische verwezenlijking in het leven kunnen de documenten van het Concilie leven inblazen en ze bezielend maken. De theologische interpretatie van de leer van het Concilie moel alle documenten in beschouwing nemen in hun nauwe betrekking op elkaar, waardoor het mogelijk wordt de volkdige betekenis van de uitspraken van het Concilie, die vaak zeer complex zijn, te begrijpen en uiteen te zetten. Er moet speciale aandacht besteed worden aan de vier grote Constituties van het Concilie, sleutels voor de interpretatie van de andere Decreten en Verklaringen. Het pastorale karakter van de documenten moet niet gescheiden worden van de dogmatische kracht ervan. Evenzo moet men er zich voor hoeden de letter van de geest te scheiden. Bovendien moet het Concilie begrepen worden in zijn continuïteit met de grote traditie van de Kerk; maar tegelijkertijd geeft de leer van het Concilie ons licht voor de Kerk en de mensen van onze tijd. De Kerk is dezelfde in alle concilies.
Uit deze en andere tekortkomingen blijkt de noodzaak het Concilie in zijn diepere zin te aanvaarden. Dit aanvaarden voltrekt zich in vier opeenvolgende stadia: een meer uitgebreide en diepgaande kennis van het Concilie, de innerlijke integratie ervan, een herbevestiging in de liefde, de verwezenlijking ervan in het heden. Slechts de innerlijke integratie en de praktische verwezenlijking in het leven kunnen de documenten van het Concilie leven inblazen en ze bezielend maken. De theologische interpretatie van de leer van het Concilie moel alle documenten in beschouwing nemen in hun nauwe betrekking op elkaar, waardoor het mogelijk wordt de volkdige betekenis van de uitspraken van het Concilie, die vaak zeer complex zijn, te begrijpen en uiteen te zetten. Er moet speciale aandacht besteed worden aan de vier grote Constituties van het Concilie, sleutels voor de interpretatie van de andere Decreten en Verklaringen. Het pastorale karakter van de documenten moet niet gescheiden worden van de dogmatische kracht ervan. Evenzo moet men er zich voor hoeden de letter van de geest te scheiden. Bovendien moet het Concilie begrepen worden in zijn continuïteit met de grote traditie van de Kerk; maar tegelijkertijd geeft de leer van het Concilie ons licht voor de Kerk en de mensen van onze tijd. De Kerk is dezelfde in alle concilies.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Aanbevelingen
In de afzonderlijke Kerken een pastoraal programma op te zetten voor de komende jaren dat als doel heeft een nieuwe, breder en grondiger kennis van het Concilie en het in praktijk brengen ervan. Het middel daartoe zal vooral zijn een op grote schaal verspreiden van de documenten van het Concilie, de publikatie van studies die ze verklaren en ze toegankelijker maken voor alle gelovigen, zodat deze ze beter kunnen begrijpen. De leer van het Concilie moet binnen bereik van allen gebracht worden door lezingen en lessen, maar meer in het bijzonder gebruikt worden bij de voortdurende scholing van priesters en de seminaristen, van de mannelijke en vrouwelijke kloosterlingen en bij de catechese van de volwassenen. Van groot nut kunnen daarbij de Synodes van de diocesen en andere kerkelijke bijeenkomsten zijn. Een geschikt gebruik van de massamedia is ook aan te bevelen. Tenslotte zal het voor een goed verstaan en de toepassing van de leer van het Concilie van het grootste belang zijn kennis te nemen van de apostolische Exhortaties, die als het ware de vrucht zijn van de gewone Synodes [d:63] die vanaf 1969 gehouden zijn.
In de afzonderlijke Kerken een pastoraal programma op te zetten voor de komende jaren dat als doel heeft een nieuwe, breder en grondiger kennis van het Concilie en het in praktijk brengen ervan. Het middel daartoe zal vooral zijn een op grote schaal verspreiden van de documenten van het Concilie, de publikatie van studies die ze verklaren en ze toegankelijker maken voor alle gelovigen, zodat deze ze beter kunnen begrijpen. De leer van het Concilie moet binnen bereik van allen gebracht worden door lezingen en lessen, maar meer in het bijzonder gebruikt worden bij de voortdurende scholing van priesters en de seminaristen, van de mannelijke en vrouwelijke kloosterlingen en bij de catechese van de volwassenen. Van groot nut kunnen daarbij de Synodes van de diocesen en andere kerkelijke bijeenkomsten zijn. Een geschikt gebruik van de massamedia is ook aan te bevelen. Tenslotte zal het voor een goed verstaan en de toepassing van de leer van het Concilie van het grootste belang zijn kennis te nemen van de apostolische Exhortaties, die als het ware de vrucht zijn van de gewone Synodes [d:63] die vanaf 1969 gehouden zijn.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL II Bijzondere aandachtspunten van de Synode
- Hoofdstuk a Het Mysterie van de Kerk
7
Secularisme en terugkeer naar het heilige
De korte periode van twintig jaar die ons scheidt van het einde van het Concilie wordt historisch gekenmerkt door zeer snelle veranderingen. In die zin vallen de tekenen van de tijd op enkele punten niet precies samen met de omstandigheden van het Concilie. Er moet onder andere een speciale aandacht besteed worden aan het verschijnsel secularisme. Zeker, het Concilie heeft de wettige autonomie van de tijdelijke werkelijkheid verzekerd vgl: en elders [[[575|36]]]; en in die zin moet een goed verstane secularisatie toegelaten worden. Maar het gaat dan om iets heel anders dan om het secularisme dat bestaat uit een visie van de mens en de wereld die de omvang van het mysterie buiten beschouwing laat, meer nog: die er geen rekening mee houdt of deze ontkent. Dit immanentisme is een beperking van de algehele visie van de mens die niet tot een echte bevrijding leidt, maar tot een nieuwe verafgoding, tot de slavernij van de ideologieën, tot een leven waarin men gevangen zit in de beperkende en vaak onderdrukkende structuren van deze wereld. Midden in dit secularisme zijn ook tekenen te vinden van een terugkeer naar het heilige, een nieuwe honger en dorst naar transcendentie en het goddelijke. Om deze terugkeer naar het heilige te bevorderen en tegelijkertijd het secuiarisme te overwinnen moeten we de weg openen naar de dimensie van het 'goddelijke' of van het mysterie, en de mensen van onze tijd de beginselen van het geloof bieden. Want, zoals het Concilie dit heeft gezegd, de mens is een vraag voor zichzelf en God alleen kan hem een onweerlegbaar antwoord geven vgl: Gaudium et Spes [[[575|21]]]. De toename van sekten zou ons ertoe kunnen brengen ons af te vragen of wij altijd voldoende de betekenis van het heilige getoond hebben ...
De korte periode van twintig jaar die ons scheidt van het einde van het Concilie wordt historisch gekenmerkt door zeer snelle veranderingen. In die zin vallen de tekenen van de tijd op enkele punten niet precies samen met de omstandigheden van het Concilie. Er moet onder andere een speciale aandacht besteed worden aan het verschijnsel secularisme. Zeker, het Concilie heeft de wettige autonomie van de tijdelijke werkelijkheid verzekerd vgl: en elders [[[575|36]]]; en in die zin moet een goed verstane secularisatie toegelaten worden. Maar het gaat dan om iets heel anders dan om het secularisme dat bestaat uit een visie van de mens en de wereld die de omvang van het mysterie buiten beschouwing laat, meer nog: die er geen rekening mee houdt of deze ontkent. Dit immanentisme is een beperking van de algehele visie van de mens die niet tot een echte bevrijding leidt, maar tot een nieuwe verafgoding, tot de slavernij van de ideologieën, tot een leven waarin men gevangen zit in de beperkende en vaak onderdrukkende structuren van deze wereld. Midden in dit secularisme zijn ook tekenen te vinden van een terugkeer naar het heilige, een nieuwe honger en dorst naar transcendentie en het goddelijke. Om deze terugkeer naar het heilige te bevorderen en tegelijkertijd het secuiarisme te overwinnen moeten we de weg openen naar de dimensie van het 'goddelijke' of van het mysterie, en de mensen van onze tijd de beginselen van het geloof bieden. Want, zoals het Concilie dit heeft gezegd, de mens is een vraag voor zichzelf en God alleen kan hem een onweerlegbaar antwoord geven vgl: Gaudium et Spes [[[575|21]]]. De toename van sekten zou ons ertoe kunnen brengen ons af te vragen of wij altijd voldoende de betekenis van het heilige getoond hebben ...
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Het mysterie van God door Jezus Christus in de Heilige Geest
De belangrijkste zending van de Kerk, gedreven door de Heilige Geest, is het prediken van de goede en gelukkige tijding van de uitverkiezing, het mededogen en de barmhartigheid van God, die zich gemanifesteerd hebben in de geschiedenis van het heil, die door Jezus Christus hun hoogtepunt vinden in de volheid der tijden en die de mensen krachtens de Heilige Geest het heil mededelen en aanbieden. Christus is het licht van de mensen. Met de verkondiging van het Evangelie moet de Kerk er zorg voor dragen dat het licht dat zij brengt, schittert op haar eigen gelaat vgl: Lumen Gentium [[[617|1]]]. Zij maakt zich geloofwaardiger als zij minder over zichzelf en meer over de gekruisigde Christus spreekt (1 Kor. 2, 2) [b:1 Kor. 2, 2], en hiervan getuigt door haar eigen leven. Zo is de Kerk als een sacrament, dat wil zeggen teken en instrument van gemeenschap met God en van gemeenschap en verzoening van de mensen onderling. De boodschap van de Kerk, zoals die beschreven is door het Tweede Vaticaans Concilie [d:4], is trinitair en gecentreerd op Christus. Als Zoon van God cn nieuwe Adam toont Jezus Christus tegelijk het mysterie van God en het mysterie van de mens in zijn leer hoge roeping vgl: Gaudium et Spes [[[575|22]]]. De Zoon van God is mens geworden om de mensen tot zonen van God te maken. Door deze vertrouwdheid met God wordt de mens verheven tot de hoogste waardigheid. Wanneer de Kerk Christus predikt, verkondigt zij de mensen dan ook het heil.
De belangrijkste zending van de Kerk, gedreven door de Heilige Geest, is het prediken van de goede en gelukkige tijding van de uitverkiezing, het mededogen en de barmhartigheid van God, die zich gemanifesteerd hebben in de geschiedenis van het heil, die door Jezus Christus hun hoogtepunt vinden in de volheid der tijden en die de mensen krachtens de Heilige Geest het heil mededelen en aanbieden. Christus is het licht van de mensen. Met de verkondiging van het Evangelie moet de Kerk er zorg voor dragen dat het licht dat zij brengt, schittert op haar eigen gelaat vgl: Lumen Gentium [[[617|1]]]. Zij maakt zich geloofwaardiger als zij minder over zichzelf en meer over de gekruisigde Christus spreekt (1 Kor. 2, 2) [b:1 Kor. 2, 2], en hiervan getuigt door haar eigen leven. Zo is de Kerk als een sacrament, dat wil zeggen teken en instrument van gemeenschap met God en van gemeenschap en verzoening van de mensen onderling. De boodschap van de Kerk, zoals die beschreven is door het Tweede Vaticaans Concilie [d:4], is trinitair en gecentreerd op Christus. Als Zoon van God cn nieuwe Adam toont Jezus Christus tegelijk het mysterie van God en het mysterie van de mens in zijn leer hoge roeping vgl: Gaudium et Spes [[[575|22]]]. De Zoon van God is mens geworden om de mensen tot zonen van God te maken. Door deze vertrouwdheid met God wordt de mens verheven tot de hoogste waardigheid. Wanneer de Kerk Christus predikt, verkondigt zij de mensen dan ook het heil.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Mysterie van de Kerk
Al het belang van de Kerk vloeit voort uit haar band met Christus. Het Concilie heeft de Kerk met verschillende titels omschreven: volk van God, lichaam van Christus, bruid van Christus, tempel van de Heilige Geest, familie van God. Deze omschrijvingen van de Kerk vullen elkaar aan en vragen om de verlichting van het Mysterie van Christus en van de Kerk in Christus. Wij kunnen niet een onjuiste eenzijdige visie op de Kerk als louter hiërarchisch vervangen door een nieuwe evenzeer eenzijdige sociologische opvatting. Jezus Christus is altijd aanwezig in zijn Kerk, waarin Hij als herrezen leeft. Uit de band van de Kerk met Christus blijkt duidelijk het eschatologische karakter van de Kerk vgl: Lumen Gentium [[[617|48-51]]]. Zodat in haar pelgrimstocht hier op aarde de Kerk een Messiaans volk is vgl: Lumen Gentium [[[617|9]]] en in zichzelf reeds op de nieuwe mens anticipeert. Zij is echter een heilige Kerk die in zich de zondaars draagt en altijd gezuiverd moet worden, die vervolgd door de wereld en getroost door God voortgaat op weg naar het komend Rijk vgl: Lumen Gentium [[[617|8]]]. Zo zijn het mysterie van het kruis en het mysterie van de verrijzenis in de Kerk aanwezig.
Al het belang van de Kerk vloeit voort uit haar band met Christus. Het Concilie heeft de Kerk met verschillende titels omschreven: volk van God, lichaam van Christus, bruid van Christus, tempel van de Heilige Geest, familie van God. Deze omschrijvingen van de Kerk vullen elkaar aan en vragen om de verlichting van het Mysterie van Christus en van de Kerk in Christus. Wij kunnen niet een onjuiste eenzijdige visie op de Kerk als louter hiërarchisch vervangen door een nieuwe evenzeer eenzijdige sociologische opvatting. Jezus Christus is altijd aanwezig in zijn Kerk, waarin Hij als herrezen leeft. Uit de band van de Kerk met Christus blijkt duidelijk het eschatologische karakter van de Kerk vgl: Lumen Gentium [[[617|48-51]]]. Zodat in haar pelgrimstocht hier op aarde de Kerk een Messiaans volk is vgl: Lumen Gentium [[[617|9]]] en in zichzelf reeds op de nieuwe mens anticipeert. Zij is echter een heilige Kerk die in zich de zondaars draagt en altijd gezuiverd moet worden, die vervolgd door de wereld en getroost door God voortgaat op weg naar het komend Rijk vgl: Lumen Gentium [[[617|8]]]. Zo zijn het mysterie van het kruis en het mysterie van de verrijzenis in de Kerk aanwezig.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Vita Consecrata ->=geentekst=
Universele roeping tot heiligheid
Als mysterie in Christus is de Kerk een teken en een instrument van heiligheid. Om die reden heeft het Concilie de roeping van alle gelovigen tot heiligheid verkondigd vgl: Hoofdstuk 5 [[[617|39-43]]]. De roep tot heiligheid nodigt uit tot een innerlijke bekering van het hart en tot het deelnemen aan het leven van God, één en drievuldig, hetgeen verder gaat dan de verwezenlijking van ieder verlangen van de mens. Vooral in onze tijd waarin zoveel mensen in zich een innerlijke leegte voelen en een geestelijke crisis doormaken, moet de Kerk krachtig de zin van de hoetedoening, het gebed, de aanbidding, de opoffering, het zichzelf geven, de barmhartigheid en de rechtvaardigheid bewaren en bevorderen. Door de hele geschiedenis van de Kerk heen zijn de heiligen altijd bron en oorsprong geweest van vernieuwingen, onder de moeilijkste omstandigheden. Tegenwoordig heben wij een grote behoefte aan heiligen en moeten wij onvermoeibaar God daarom vragen. Laten de religieuze gemeenschappen zich krachtens hun professie van de evangelische raden bewust zijn van hun speciale missie in de Kerk van nu, en wij moeten ze aanmoedigen in hun missie. De apostolische bewegingen en de nieuwe 'bewegingen van geestelijk leven' zijn dragers van een grote verwachting als ze rechtmatig in de kerkgemeenschap blijven. Alle leken moeten hun rol vervullen in de Kerk en in hun dagelijkse bezigheden (gezin, werk en andere wereldlijke bezigheden, vrije tijd) zodat ze de wereld doordringen en hem veranderen door het licht en het leven van Christus. De volksdevoties zijn, als die juist begrepen en correct gepraktiseerd worden, zeer nuttig om de heiligheid van het volk te voeden. Zij verdienen daardoor meer aandacht van de kant van de pastores. De gelukzalige Maagd Maria, onze Moeder in de orde van de genade vgl: Lumen Gentium [[[617|61]]], is ons voorbeeld van heiligheid en van een volledig antwoord op het beroep dat God op alle christenen doet ( vgl. Lumen Gentium, hoofdstuk 8 (De Heilige Maagd en Moeder Gods Maria in het geheim van Christus en de Kerk) [617 |+ 110 ]).
Als mysterie in Christus is de Kerk een teken en een instrument van heiligheid. Om die reden heeft het Concilie de roeping van alle gelovigen tot heiligheid verkondigd vgl: Hoofdstuk 5 [[[617|39-43]]]. De roep tot heiligheid nodigt uit tot een innerlijke bekering van het hart en tot het deelnemen aan het leven van God, één en drievuldig, hetgeen verder gaat dan de verwezenlijking van ieder verlangen van de mens. Vooral in onze tijd waarin zoveel mensen in zich een innerlijke leegte voelen en een geestelijke crisis doormaken, moet de Kerk krachtig de zin van de hoetedoening, het gebed, de aanbidding, de opoffering, het zichzelf geven, de barmhartigheid en de rechtvaardigheid bewaren en bevorderen. Door de hele geschiedenis van de Kerk heen zijn de heiligen altijd bron en oorsprong geweest van vernieuwingen, onder de moeilijkste omstandigheden. Tegenwoordig heben wij een grote behoefte aan heiligen en moeten wij onvermoeibaar God daarom vragen. Laten de religieuze gemeenschappen zich krachtens hun professie van de evangelische raden bewust zijn van hun speciale missie in de Kerk van nu, en wij moeten ze aanmoedigen in hun missie. De apostolische bewegingen en de nieuwe 'bewegingen van geestelijk leven' zijn dragers van een grote verwachting als ze rechtmatig in de kerkgemeenschap blijven. Alle leken moeten hun rol vervullen in de Kerk en in hun dagelijkse bezigheden (gezin, werk en andere wereldlijke bezigheden, vrije tijd) zodat ze de wereld doordringen en hem veranderen door het licht en het leven van Christus. De volksdevoties zijn, als die juist begrepen en correct gepraktiseerd worden, zeer nuttig om de heiligheid van het volk te voeden. Zij verdienen daardoor meer aandacht van de kant van de pastores. De gelukzalige Maagd Maria, onze Moeder in de orde van de genade vgl: Lumen Gentium [[[617|61]]], is ons voorbeeld van heiligheid en van een volledig antwoord op het beroep dat God op alle christenen doet ( vgl. Lumen Gentium, hoofdstuk 8 (De Heilige Maagd en Moeder Gods Maria in het geheim van Christus en de Kerk) [617 |+ 110 ]).
Referenties naar alinea 10: 2
Christifideles laici ->=geentekst=Vita Consecrata ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Aanbevelingen
Op het ogenblik moeten de herders van de Kerk mcer dan ooit uitblinken in het getuigenis van de heiligheid. In de seminaries en de kloosters moeten de kandidaten niet alleen een intellectuele vorming krijgen, maar ook een geestelijke. Zij moeten serieus worden voorbereid op een dagelijks geestelijk leven (gebed, meditatie, Bijbellezing, regelmatig ontvangen van de Sacramenten van de Boete en van de Eucharistie). Overeenkomstig het decreet ' Presbyterorum Ordinis [704]' moeten zij voorbereid worden op het priesterambt zodanig dat zij ook in hun pastorale liefde voedsel vinden voor hun geestelijk leven vgl: Presbyterorum Ordinis [[[704|18]]]. Zij kunnen dan ook in de uitoefening van hun ambt de gelovigen waardevolle raadgevingen geven voor hun geestelijk leven. Een werkelijke vernieuwing in de religieuze gemeenschappen moet dus aangemoedigd en bevorderd worden. Eveneens moet bij de leken dezelfde geestelijke instelling gebaseerd op de doop bevorderd worden. Heel bijzonder is te bevorderen een spiritualiteit van gehuwden, gebaseerd op het huwelijkssacrament: het belang hiervan is zeer groot voor de overdracht van het geloof op de toekomstige generaties.
Op het ogenblik moeten de herders van de Kerk mcer dan ooit uitblinken in het getuigenis van de heiligheid. In de seminaries en de kloosters moeten de kandidaten niet alleen een intellectuele vorming krijgen, maar ook een geestelijke. Zij moeten serieus worden voorbereid op een dagelijks geestelijk leven (gebed, meditatie, Bijbellezing, regelmatig ontvangen van de Sacramenten van de Boete en van de Eucharistie). Overeenkomstig het decreet ' Presbyterorum Ordinis [704]' moeten zij voorbereid worden op het priesterambt zodanig dat zij ook in hun pastorale liefde voedsel vinden voor hun geestelijk leven vgl: Presbyterorum Ordinis [[[704|18]]]. Zij kunnen dan ook in de uitoefening van hun ambt de gelovigen waardevolle raadgevingen geven voor hun geestelijk leven. Een werkelijke vernieuwing in de religieuze gemeenschappen moet dus aangemoedigd en bevorderd worden. Eveneens moet bij de leken dezelfde geestelijke instelling gebaseerd op de doop bevorderd worden. Heel bijzonder is te bevorderen een spiritualiteit van gehuwden, gebaseerd op het huwelijkssacrament: het belang hiervan is zeer groot voor de overdracht van het geloof op de toekomstige generaties.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk b Levende bronnen van de Kerk
- Artikel 1 Het woord van God
12
Schrift, traditie, leergezag
In gelovige eerbied naar het Woord van God luisterend heeft de Kerk de opdracht dit te verkondigen vgl: Dei Verbum [[[576|1]]]. Dientengevolge maakt de verkondiging van het Evangelie deel uit van de voornaamste plichten van de Kerk; zij is voornamelijk de taak van de bisschoppen en neemt op het ogenblik een zeer belangrijke plaats in vgl: Lumen Gentium [[[617|25]]]. In deze context komt de dogmatische Constitutie Dei Verbum [576] weer aan de orde, die wellicht te zeer verwaarloosd is, maar die Paus Paulus VI weer naar voren heeft gebracht, grondiger en actueler, in zijn apostolische Exhortatie Evangelii Nuntiandi [519]. Ook voor deze Constitutie moet een gedeeltelijke lezing vermeden worden. In het bijzonder kan de exegese van de oorspronkelijke betekenis van de Heilige Schrift, die zo wordt aanbevolen door het Concilie vgl: Dei Verbum [[[576|12]]], niet gescheiden worden van de levende traditie van de Kerk vgl: Dei Verbum [[[576|9]]] noch van de authentieke interpretatie door het kerkelijk leergezag vgl: Dei Verbum [[[576|10]]]. Een onjuiste tegenstelling tussen het dogmatische en het pastorale moet vermeden of overwonnen worden. Immers, het ware doel van het herderlijke schrijven is de actualisering en de concretisering van de waarheid van het heil, die op zichzelf voor alle tijden geldt. De bisschoppen moeten, als echte herders, de goede weg wijzen aan de kudde, het geloof van de kudde krachtiger maken, de gevaren voor de kudde vermijden.
In gelovige eerbied naar het Woord van God luisterend heeft de Kerk de opdracht dit te verkondigen vgl: Dei Verbum [[[576|1]]]. Dientengevolge maakt de verkondiging van het Evangelie deel uit van de voornaamste plichten van de Kerk; zij is voornamelijk de taak van de bisschoppen en neemt op het ogenblik een zeer belangrijke plaats in vgl: Lumen Gentium [[[617|25]]]. In deze context komt de dogmatische Constitutie Dei Verbum [576] weer aan de orde, die wellicht te zeer verwaarloosd is, maar die Paus Paulus VI weer naar voren heeft gebracht, grondiger en actueler, in zijn apostolische Exhortatie Evangelii Nuntiandi [519]. Ook voor deze Constitutie moet een gedeeltelijke lezing vermeden worden. In het bijzonder kan de exegese van de oorspronkelijke betekenis van de Heilige Schrift, die zo wordt aanbevolen door het Concilie vgl: Dei Verbum [[[576|12]]], niet gescheiden worden van de levende traditie van de Kerk vgl: Dei Verbum [[[576|9]]] noch van de authentieke interpretatie door het kerkelijk leergezag vgl: Dei Verbum [[[576|10]]]. Een onjuiste tegenstelling tussen het dogmatische en het pastorale moet vermeden of overwonnen worden. Immers, het ware doel van het herderlijke schrijven is de actualisering en de concretisering van de waarheid van het heil, die op zichzelf voor alle tijden geldt. De bisschoppen moeten, als echte herders, de goede weg wijzen aan de kudde, het geloof van de kudde krachtiger maken, de gevaren voor de kudde vermijden.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Evangelisatie
Het mysterie van het goddelijke leven, waarin de Kerk participeert, moet aan alle volkeren worden verkondigd. Van nature is de Kerk missionair vgl: Ad Gentes Divinitus [[[703|2]]]. De bisschoppen onderwijzen dus niet alleen de gelovigen, maar verkondigen ook het geloof en leiden zo nieuwe leerlingen naar Christlls vgl: Lumen Gentium [[[617|25]]]. Evangelisatie is de eerste plicht niet alleen van de bisschoppen, maar ook van de priesters en de diakens, ja van alle christenen. Overal op aarde is de overdracht van het geloof en van de morele waarden, die uit het Evangelie voortvloeien, op de komende generatie (de jongeren) in gevaar. Vaak blijken de kennis van het geloof en de erkenning van de morele orde tot een minimum beperkt. Daarom is een nieuwe aanzet tot evangelisatie en tot integrale en systematische catechese vereist. Evangelisatie betreft niet alleen de missie in de gebruikelijke zin van het woord, namelijk 'ad gentes'. Evangelisatie van de niet-gelovigen vooronderstelt een zelfevangelisatie van de gedoopten; dus ook van de diakens, de priesters en de bisschoppen. Evangelisatie vindt plaats door getuigen. De getuige getuigt niet alleen in woorden, maar ook door zijn leven. Men zou niet moeten vergeten dat getuigenis in het Grieks 'martyrium' is. Vanuit dit gezichtspunt kunnen de oude Kerken veel leren aan de jonge Kerken, wat hun dynamiek, hun leven en hun getuigenis en zelfs het bloedvergieten voor het geloof betreft.
Het mysterie van het goddelijke leven, waarin de Kerk participeert, moet aan alle volkeren worden verkondigd. Van nature is de Kerk missionair vgl: Ad Gentes Divinitus [[[703|2]]]. De bisschoppen onderwijzen dus niet alleen de gelovigen, maar verkondigen ook het geloof en leiden zo nieuwe leerlingen naar Christlls vgl: Lumen Gentium [[[617|25]]]. Evangelisatie is de eerste plicht niet alleen van de bisschoppen, maar ook van de priesters en de diakens, ja van alle christenen. Overal op aarde is de overdracht van het geloof en van de morele waarden, die uit het Evangelie voortvloeien, op de komende generatie (de jongeren) in gevaar. Vaak blijken de kennis van het geloof en de erkenning van de morele orde tot een minimum beperkt. Daarom is een nieuwe aanzet tot evangelisatie en tot integrale en systematische catechese vereist. Evangelisatie betreft niet alleen de missie in de gebruikelijke zin van het woord, namelijk 'ad gentes'. Evangelisatie van de niet-gelovigen vooronderstelt een zelfevangelisatie van de gedoopten; dus ook van de diakens, de priesters en de bisschoppen. Evangelisatie vindt plaats door getuigen. De getuige getuigt niet alleen in woorden, maar ook door zijn leven. Men zou niet moeten vergeten dat getuigenis in het Grieks 'martyrium' is. Vanuit dit gezichtspunt kunnen de oude Kerken veel leren aan de jonge Kerken, wat hun dynamiek, hun leven en hun getuigenis en zelfs het bloedvergieten voor het geloof betreft.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Relatie tussen het leergezag van de bisschoppen en de theologen
Theologie is, volgens Sint Anselmus, 'fides quaerens intellectum' (Geloof dat begrepen wil worden). Omdat alle christenen verantwoording willen geven van hun heilsverwachting (apologie) (1 Pt. 3, 15) [[b:1 Pt. 3, 15]], is de theologie op het ogenblik specifiek nodig voor het leven van de Kerk. Met vreugde onderkennen wij alles wat de theologen gedaan hebben om de documenten van het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] uit te werken, vervolgens te helpen bij een getrouwe interpretatie en de toepassing van die documenten in de tijd na het Concilie. Aan de andere kant echter betreuren wij het dat de theologische discussies tegenwoordig soms voor de gelovigen redenen tot verwarring hebben verschaft. Daarom zijn wederzijdse betrekkingen en dialoog tussen de bisschoppen en de theologen voor de opbouwen een dieper begrip van het geloof van het hoogste belang.
Theologie is, volgens Sint Anselmus, 'fides quaerens intellectum' (Geloof dat begrepen wil worden). Omdat alle christenen verantwoording willen geven van hun heilsverwachting (apologie) (1 Pt. 3, 15) [[b:1 Pt. 3, 15]], is de theologie op het ogenblik specifiek nodig voor het leven van de Kerk. Met vreugde onderkennen wij alles wat de theologen gedaan hebben om de documenten van het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] uit te werken, vervolgens te helpen bij een getrouwe interpretatie en de toepassing van die documenten in de tijd na het Concilie. Aan de andere kant echter betreuren wij het dat de theologische discussies tegenwoordig soms voor de gelovigen redenen tot verwarring hebben verschaft. Daarom zijn wederzijdse betrekkingen en dialoog tussen de bisschoppen en de theologen voor de opbouwen een dieper begrip van het geloof van het hoogste belang.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Fidei Depositum ->=geentekst=
Aanbevelingen
Velen hebben de wens geuit dat er een catechismus of compendium wordt samengesteld van de gehele katholieke leer van het geloof en de moraal, dat als een soort uitgangspunt zou dienen voor de nationale catechismussen. De presentatie van de leer moet zowel bijbels als liturgisch zijn. Het moet een gezonde leer zijn, die echter aangepast is aan het huidige leven van de christenen.' De vorming van de kandidaten voor het priesterambt vraagt om een bijiondcre aandacht. Men wordt verwezen naar het Decreet Optatam Totius Ecclesiae [675] betreffende de filosofische vorming en de wijze van theologie onderwijzen Optatam Totius Ecclesiae [[675|16]]. Er wordt de aanbeveling gedaan dat de leerboeken zich niet beperken tot het op een wetenschappelijke en pedagogische wijze uiteenzetten van een gezonde theologie, maar ook doordrongen zijn van de ware geest van de Kerk.
Velen hebben de wens geuit dat er een catechismus of compendium wordt samengesteld van de gehele katholieke leer van het geloof en de moraal, dat als een soort uitgangspunt zou dienen voor de nationale catechismussen. De presentatie van de leer moet zowel bijbels als liturgisch zijn. Het moet een gezonde leer zijn, die echter aangepast is aan het huidige leven van de christenen.' De vorming van de kandidaten voor het priesterambt vraagt om een bijiondcre aandacht. Men wordt verwezen naar het Decreet Optatam Totius Ecclesiae [675] betreffende de filosofische vorming en de wijze van theologie onderwijzen Optatam Totius Ecclesiae [[675|16]]. Er wordt de aanbeveling gedaan dat de leerboeken zich niet beperken tot het op een wetenschappelijke en pedagogische wijze uiteenzetten van een gezonde theologie, maar ook doordrongen zijn van de ware geest van de Kerk.
Referenties naar alinea 15: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Fidei Depositum ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 De liturgie
16
Interne vernieuwing van de liturgie
De liturgische vernieuwing is de meest zichtbare vrucht van al het werk van het Concilie. Ook al zijn er enkele moeilijkheden geweest, zij werd vooral met vreugde door de gelovigen ontvangen en wierp haar vruchten af. De liturgische vernieuwing kan niet beperkt worden tot de plechtigheden, de rites, de teksten, enz. De actieve deelname van de gelovigen (gelukkig in stijgende lijn sinds het Concilie) bestaat niet alleen uit de uiterlijke bezigheid, maar vooral uit de innerlijke en geestelijke, levende en vruchtbare deelname aan het Paasmysterie van Jezus Christus vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|11]]]. Juist de liturgie moet helpen bij de betekenis van het heilige, en deze laten schitteren. Zij moet doordrongen zijn van de geest van eerbied, aanbidding en glorie van God.
De liturgische vernieuwing is de meest zichtbare vrucht van al het werk van het Concilie. Ook al zijn er enkele moeilijkheden geweest, zij werd vooral met vreugde door de gelovigen ontvangen en wierp haar vruchten af. De liturgische vernieuwing kan niet beperkt worden tot de plechtigheden, de rites, de teksten, enz. De actieve deelname van de gelovigen (gelukkig in stijgende lijn sinds het Concilie) bestaat niet alleen uit de uiterlijke bezigheid, maar vooral uit de innerlijke en geestelijke, levende en vruchtbare deelname aan het Paasmysterie van Jezus Christus vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|11]]]. Juist de liturgie moet helpen bij de betekenis van het heilige, en deze laten schitteren. Zij moet doordrongen zijn van de geest van eerbied, aanbidding en glorie van God.
Referenties naar alinea 16: 1
Vicesimus Quintus Annus ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Aanbevelingen
De bisschoppen moeten niet alleen maar de misstanden corrigeren, maar ook duidelijk aan het hun toevertrouwde gelovige volk de theologische basis van de leer der Sacramenten en van de liturgie verklaren. De catechese moet, juist zoals reeds in de begintijd van de Kerk, weer een weg worden die leidt tot in het liturgische leven (mystagogische catechese). De toekomstige priesters moeten op een praktische manier opgeleid worden voor het liturgische leven en zich een goede kennis van de liturgische theologie eigen maken.
De bisschoppen moeten niet alleen maar de misstanden corrigeren, maar ook duidelijk aan het hun toevertrouwde gelovige volk de theologische basis van de leer der Sacramenten en van de liturgie verklaren. De catechese moet, juist zoals reeds in de begintijd van de Kerk, weer een weg worden die leidt tot in het liturgische leven (mystagogische catechese). De toekomstige priesters moeten op een praktische manier opgeleid worden voor het liturgische leven en zich een goede kennis van de liturgische theologie eigen maken.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk c De Kerk als gemeenschap (communio)
18
Communionis notio ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van de Verenigde Staten van Amerika ->=geentekst=
Betekenis van de gemeenschap
De kerkleer van de gemeenschap is het centrale en fundamentele begrip in de documenten van het Concilie. De koinonia-gemeenschap, gebaseerd op de Heilige Schrift, werd hoog in ere gehouden in de oude Kerk en tot op heden in de oosterse Kerken. Daarom heeft Vaticanum II [d:4] er veel waarde aan gehecht dat de Kerk, als gemeenschap, duidelijker begrepen en meer concreet vertaald werd in het leven. Wat betekent in zijn complexiteit het woord 'gemeenschap'? Het gaat fundamenteel om de gemeenschap met God, door Jezus Christus, in de Heilige Geest. Deze gemeenschap is in het woord van God en in de sacramenten. De Doop is de toegang tot en de basis van de gemeenschap in de Kerk. De Eucharistie is de bron en het hoogtepunt van heel het christelijke leven vgl: Lumen Gentium [[[617|11]]]. De gemeenschap van het eucharistische lichaam van Christus betekent en verschaft, dat wil zeggen geeft vorm aan de intieme gemeenschap van alle gelovigen in het lichaam van Christus, die de Kerk is (1 Kor. 10, 16) [[b:1 Kor. 10, 16]]. Daarom kan de ecclesiologie (kerkleer) van de gemeenschap zich niet beperken tot louter vragen wat betreft de organisatie of tot problemen die slechts betrekking zouden hebben op de machten. Maar de ecclesiologie van de gemeenschap is ook de basis van de orde in de Kerk en vooral van een correcte relatie tussen eenheid en pluriformiteit in de Kerk.
De kerkleer van de gemeenschap is het centrale en fundamentele begrip in de documenten van het Concilie. De koinonia-gemeenschap, gebaseerd op de Heilige Schrift, werd hoog in ere gehouden in de oude Kerk en tot op heden in de oosterse Kerken. Daarom heeft Vaticanum II [d:4] er veel waarde aan gehecht dat de Kerk, als gemeenschap, duidelijker begrepen en meer concreet vertaald werd in het leven. Wat betekent in zijn complexiteit het woord 'gemeenschap'? Het gaat fundamenteel om de gemeenschap met God, door Jezus Christus, in de Heilige Geest. Deze gemeenschap is in het woord van God en in de sacramenten. De Doop is de toegang tot en de basis van de gemeenschap in de Kerk. De Eucharistie is de bron en het hoogtepunt van heel het christelijke leven vgl: Lumen Gentium [[[617|11]]]. De gemeenschap van het eucharistische lichaam van Christus betekent en verschaft, dat wil zeggen geeft vorm aan de intieme gemeenschap van alle gelovigen in het lichaam van Christus, die de Kerk is (1 Kor. 10, 16) [[b:1 Kor. 10, 16]]. Daarom kan de ecclesiologie (kerkleer) van de gemeenschap zich niet beperken tot louter vragen wat betreft de organisatie of tot problemen die slechts betrekking zouden hebben op de machten. Maar de ecclesiologie van de gemeenschap is ook de basis van de orde in de Kerk en vooral van een correcte relatie tussen eenheid en pluriformiteit in de Kerk.
Referenties naar alinea 18: 4
Ecclesia de Eucharistia ->=geentekst=Communionis notio ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van de Verenigde Staten van Amerika ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Eenheid en pluriformiteit in de Kerk
Net zoals wij in één enkele God geloven en in één enige middelaar, Jezus Christus, in één geest, hebben we één doop en één eucharistie, waardoor de eenheid en de eenvormigheid van de Kerk hun betekenis en hun opbouw krijgen. Het is bijzonder belangrijk in onze tijd dat de Kerk, één en enig, als sacrament een teken en een instrument van eenheid en verzoening is, van vrede onder de mensen, de naties, de klassen in de maatschappij en de volkeren. In de eenheid van het geloof en van de sacramenten en in de hiërarchische eenheid, speciaal met het centrum dat Christus ons gegeven heeft in de dienst van Petrus, is de Kerk dat Messiaanse volk waarover de Constitutie Lumen Gentium [617|9] spreekt. Zo vormt de kerkelijke gemeenschap met Petrus en zijn opvolgers geen obstakel, maar loopt vooruit op en is een profetisch teken van een volmaaktere eenheid. Aan de andere kant is één en dezelfde Geest werkzaam met een grote verscheidenheid van geestelijke gaven en charisma's (1 Kor. 12, 4) [[b:1 Kor. 12, 4]], en wordt één en dezelfde Eucharistie op verschillende plaatsen gevierd. Daarom is de enige en universele Kerk werkelijk aanwezig in alle afzonderlijke Kerken Christus Dominus [[646|11]], en zijn deze naar het beeld van de universele Kerk gevormd, zodat de Katholieke Kerk één en enig in en door de afzonderlijke Kerken bestaat Lumen Gentium [[617|23]]. We hebben hier het ware theologische principe van verscheidenheid en pluriformiteit in eenheid, maar we moeten pluriformiteit wel onderscheiden van pluralisme. Wanneer pluriformiteit een echte rijkdom is en de volheid brengt, dan is zij echte katholiciteit. Terwijl daarentegen pluralisme in fundamenteel tegengestelde posities tot oplossing, vernietiging en verlies van de eigen identiteit leidt.
Net zoals wij in één enkele God geloven en in één enige middelaar, Jezus Christus, in één geest, hebben we één doop en één eucharistie, waardoor de eenheid en de eenvormigheid van de Kerk hun betekenis en hun opbouw krijgen. Het is bijzonder belangrijk in onze tijd dat de Kerk, één en enig, als sacrament een teken en een instrument van eenheid en verzoening is, van vrede onder de mensen, de naties, de klassen in de maatschappij en de volkeren. In de eenheid van het geloof en van de sacramenten en in de hiërarchische eenheid, speciaal met het centrum dat Christus ons gegeven heeft in de dienst van Petrus, is de Kerk dat Messiaanse volk waarover de Constitutie Lumen Gentium [617|9] spreekt. Zo vormt de kerkelijke gemeenschap met Petrus en zijn opvolgers geen obstakel, maar loopt vooruit op en is een profetisch teken van een volmaaktere eenheid. Aan de andere kant is één en dezelfde Geest werkzaam met een grote verscheidenheid van geestelijke gaven en charisma's (1 Kor. 12, 4) [[b:1 Kor. 12, 4]], en wordt één en dezelfde Eucharistie op verschillende plaatsen gevierd. Daarom is de enige en universele Kerk werkelijk aanwezig in alle afzonderlijke Kerken Christus Dominus [[646|11]], en zijn deze naar het beeld van de universele Kerk gevormd, zodat de Katholieke Kerk één en enig in en door de afzonderlijke Kerken bestaat Lumen Gentium [[617|23]]. We hebben hier het ware theologische principe van verscheidenheid en pluriformiteit in eenheid, maar we moeten pluriformiteit wel onderscheiden van pluralisme. Wanneer pluriformiteit een echte rijkdom is en de volheid brengt, dan is zij echte katholiciteit. Terwijl daarentegen pluralisme in fundamenteel tegengestelde posities tot oplossing, vernietiging en verlies van de eigen identiteit leidt.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
De Oosterse Kerken
Vanuit dit aspect van de gemeenschap nu heeft de Katholieke Kerk veel achting voor de instellingen, liturgische rites en kerkelijke tradities van de Oosterse Kerken en voor de discipline van hun christelijk leven, want zij schitteren door hun eerbiedwaardige ouderdom en bewaren ook de traditie van de Apostelen door de (kerk-) Vaders Orientalium Ecclesiarum [[701|1]]. Sinds de vroegste tijden hebben zij de patriarchale structuur, die erkend is door de eerste oecumenische concilies Orientalium Ecclesiarum [[701|7]]. Hier komt nog bij dat de Oosterse Kerken getuigd hebben van hun geloof in Christus en in zijn Kerk door de dood en het bloed van hun martelaren.
Vanuit dit aspect van de gemeenschap nu heeft de Katholieke Kerk veel achting voor de instellingen, liturgische rites en kerkelijke tradities van de Oosterse Kerken en voor de discipline van hun christelijk leven, want zij schitteren door hun eerbiedwaardige ouderdom en bewaren ook de traditie van de Apostelen door de (kerk-) Vaders Orientalium Ecclesiarum [[701|1]]. Sinds de vroegste tijden hebben zij de patriarchale structuur, die erkend is door de eerste oecumenische concilies Orientalium Ecclesiarum [[701|7]]. Hier komt nog bij dat de Oosterse Kerken getuigd hebben van hun geloof in Christus en in zijn Kerk door de dood en het bloed van hun martelaren.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Collegialiteit
De ecclesiologie van de gemeenschap biedt de sacramentele basis voor de collegialiteit. Daarom is de theologie van collegialiteit veel breder dan een louter juridische aangelegenheid. De affectieve collegialiteit is uitgestrekter dan de effectieve collegialiteit opgevat in een uitsluitend juridische betekenis. De affectieve collegialiteit is de ziel van de samenwerking tussen de bisschoppen in het regionale, nationale en internationale veld. In de beperkte betekenis van het woord omvat het collegiale handelen de activiteit van het hele college, met inbegrip van zijn leider, in de gehele Kerk. Het meest komt dit tot uiting in het oecumenisch concilie. In heel de theologische vraagstelling betreffende de betrekking tussen de primaat en het bisschoppelijke college kan geen onderscheid gemaakt worden tussen de paus en de bisschoppen samen, maar tussen 'de paus alleen' en 'de paus samen met de bisschoppen' Voorafgaande verklarende nota bij Lumen Gentium, nr 3 [[740|6]], omdat het college alleen mèt zijn 'leider' en nooit zónder hem drager van het hoogste en algehele gezag over de hele Kerk Lumen Gentium [[617|22]], is. Van deze eerste vorm van collegialiteit in de strikte zin van het woord, moeten onderscheiden worden de verschillende gedeeltelijke verwezenlijkingen, die een authentiek teken en een instrument zijn van de geest van het college: de Synode van de bisschoppen, de bisschoppenconferenties, de Romeinse curie, de 'ad limina'-bezoeken, enz. Ze kunnen niet alle rechtstreeks afgeleid worden van het theologische principe van collegialiteit, maar worden geregeld door het kerkelijk recht. Deze vormen echter, en nog andere ook, zoals de herderlijke reizen van de paus, zijn een belangrijke dienst aan het hele college van de bisschoppen samen met de paus, en ook aan de bisschoppen individueel, die door de Heilige Geest belast zijn met het besturen van de Kerk van God (Hand. 20, 28) [[b:Hand. 20, 28]].
De ecclesiologie van de gemeenschap biedt de sacramentele basis voor de collegialiteit. Daarom is de theologie van collegialiteit veel breder dan een louter juridische aangelegenheid. De affectieve collegialiteit is uitgestrekter dan de effectieve collegialiteit opgevat in een uitsluitend juridische betekenis. De affectieve collegialiteit is de ziel van de samenwerking tussen de bisschoppen in het regionale, nationale en internationale veld. In de beperkte betekenis van het woord omvat het collegiale handelen de activiteit van het hele college, met inbegrip van zijn leider, in de gehele Kerk. Het meest komt dit tot uiting in het oecumenisch concilie. In heel de theologische vraagstelling betreffende de betrekking tussen de primaat en het bisschoppelijke college kan geen onderscheid gemaakt worden tussen de paus en de bisschoppen samen, maar tussen 'de paus alleen' en 'de paus samen met de bisschoppen' Voorafgaande verklarende nota bij Lumen Gentium, nr 3 [[740|6]], omdat het college alleen mèt zijn 'leider' en nooit zónder hem drager van het hoogste en algehele gezag over de hele Kerk Lumen Gentium [[617|22]], is. Van deze eerste vorm van collegialiteit in de strikte zin van het woord, moeten onderscheiden worden de verschillende gedeeltelijke verwezenlijkingen, die een authentiek teken en een instrument zijn van de geest van het college: de Synode van de bisschoppen, de bisschoppenconferenties, de Romeinse curie, de 'ad limina'-bezoeken, enz. Ze kunnen niet alle rechtstreeks afgeleid worden van het theologische principe van collegialiteit, maar worden geregeld door het kerkelijk recht. Deze vormen echter, en nog andere ook, zoals de herderlijke reizen van de paus, zijn een belangrijke dienst aan het hele college van de bisschoppen samen met de paus, en ook aan de bisschoppen individueel, die door de Heilige Geest belast zijn met het besturen van de Kerk van God (Hand. 20, 28) [[b:Hand. 20, 28]].
Referenties naar alinea 21: 1
Apostolos Suos ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Apostolos Suos ->=geentekst=
De Bisschoppenconferenties
De geest van collegialiteit heeft een concrete toepassing in de bisschoppenconferenties Lumen Gentium [[617|23]]. Niemand kan het pastorale nut en minder nog de noodzaak ervan in de huidige situatie in twijfel trekken. In de bisschoppenconferenties voeren de bisschoppen van een natie of van een gebied samen hun pastorale dienst uit Christus Dominus [[646|38]] Codex Iuris Canonici [[30|447]]. In hun wijze van handelen moeten de bisschoppenconferenties gericht zijn op het welzijn van de Kerk, dat wil zeggen de dienst aan de eenheid en de onvervreemdbare verantwoordelijkheid van iedere bisschop voor de universele Kerken en zijn afzonderlijke Kerk.
De geest van collegialiteit heeft een concrete toepassing in de bisschoppenconferenties Lumen Gentium [[617|23]]. Niemand kan het pastorale nut en minder nog de noodzaak ervan in de huidige situatie in twijfel trekken. In de bisschoppenconferenties voeren de bisschoppen van een natie of van een gebied samen hun pastorale dienst uit Christus Dominus [[646|38]] Codex Iuris Canonici [[30|447]]. In hun wijze van handelen moeten de bisschoppenconferenties gericht zijn op het welzijn van de Kerk, dat wil zeggen de dienst aan de eenheid en de onvervreemdbare verantwoordelijkheid van iedere bisschop voor de universele Kerken en zijn afzonderlijke Kerk.
Referenties naar alinea 22: 2
Apostolos Suos ->=geentekst=Apostolos Suos ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Deelname en verantwoordelijkheid in de Kerk
Opdat de Kerk gemeenschap is, moet er deelname en medeverantwoordelijkheid op alle niveaus zijn. Dit algemene principe moet verschillend worden begrepen al naar gelang de omgeving. Tussen de bisschop en zijn presbyterium bestaat een relatie die gebaseerd is op het sacrament van het priesterschap. Op die manier stellen de priesters in zekere zin hun bisschop aanwezig in de plaatselijke bijeenkomsten van de gelovigen, nemen zij in hun dagelijkse werk gedeeltelijk zijn taken over en geven zij uitdrukking aan diens dagelijkse zorg Lumen Gentium [[617|28]]. Daarom moeten er tussen de Bisschoppen en hun priesters vriendschappelijke betrekkingen en volmaakte vertrouwensbanden bestaan. De bisschoppen voelen zich dankbaar verbonden met hun priesters, die actief deel hebben genomen aan de toepassing van het Concilie Optatam Totius Ecclesiae [[675|1]]. In hun nabijheid willen zij hen helpen en ondersteunen in hun vaak weinig gemakkelijke werk, dat vooral parochiewerk is. Tenslotte moet een geest van samenwerking tussen de diaken, de bisschop en de kloosterlingen die in zijn Kerk werken bevorderd worden. Bovendien is er, sinds het Tweede Vaticaans Concilie [d:4], gelukkigerwijze een nieuwe vorm van samenwerken tussen de leken en de geestelijkheid ontstaan. De geest van beschikbaarheid waarmee zoveel leken zich in dienst van de Kerk gesteld hebben, moet gerekend worden tot de beste vruchten van het Concilie. Daarin hebben wij een nieuwe ervaring dat wij de gehele Kerk zijn. Vaak is er in de afgelopenjaren gediscussieerd over de roeping en de opdracht van de vrouw. De Kerk moet ervoor zorgen, dat de vrouwen in de Kerk zó hun plaats hebben, dat zij hun eigen gaven op een passende wijze in dienst van de Kerk kunnen stellen en een ruimer aandeel hebben in de verschillende sectoren van het apostolaat van de Kerk vgl: Apostolicam Actuositatem [[[653|9]]]. Laten de pastores de medewerking van vrouwen in de activiteit van de Kerk dankbaar aanvaarden en bevorderen. Het Concilie noemt de jongeren de hoop van de Kerk Gaudium et Spes [[575|2]]. Deze Buitengewone Synode richt zich met een speciale liefde en een groot vertrouwen tot de jongeren en verwacht veel van hun edelmoedige inzet; de Synode spoort hen krachtig aan de erfenis van het Concilie op te nemen, deze energiek toe te passen door hun rol te gaan spelen in de missie van de Kerk. De Kerk is gemeenschap, daarom zijn de zogenaamde nieuwe 'kerkelijke basisgemeenschappen', als zij werkelijk in eenheid met de Kerk leven, een echte uitdrukking van gemeenschap en een middel om een diepere gemeenschap op te bouwen. Deze gemeenschappen vormen dus een reden tot grote verwachtingen voor het leven van de Kerk.
Opdat de Kerk gemeenschap is, moet er deelname en medeverantwoordelijkheid op alle niveaus zijn. Dit algemene principe moet verschillend worden begrepen al naar gelang de omgeving. Tussen de bisschop en zijn presbyterium bestaat een relatie die gebaseerd is op het sacrament van het priesterschap. Op die manier stellen de priesters in zekere zin hun bisschop aanwezig in de plaatselijke bijeenkomsten van de gelovigen, nemen zij in hun dagelijkse werk gedeeltelijk zijn taken over en geven zij uitdrukking aan diens dagelijkse zorg Lumen Gentium [[617|28]]. Daarom moeten er tussen de Bisschoppen en hun priesters vriendschappelijke betrekkingen en volmaakte vertrouwensbanden bestaan. De bisschoppen voelen zich dankbaar verbonden met hun priesters, die actief deel hebben genomen aan de toepassing van het Concilie Optatam Totius Ecclesiae [[675|1]]. In hun nabijheid willen zij hen helpen en ondersteunen in hun vaak weinig gemakkelijke werk, dat vooral parochiewerk is. Tenslotte moet een geest van samenwerking tussen de diaken, de bisschop en de kloosterlingen die in zijn Kerk werken bevorderd worden. Bovendien is er, sinds het Tweede Vaticaans Concilie [d:4], gelukkigerwijze een nieuwe vorm van samenwerken tussen de leken en de geestelijkheid ontstaan. De geest van beschikbaarheid waarmee zoveel leken zich in dienst van de Kerk gesteld hebben, moet gerekend worden tot de beste vruchten van het Concilie. Daarin hebben wij een nieuwe ervaring dat wij de gehele Kerk zijn. Vaak is er in de afgelopenjaren gediscussieerd over de roeping en de opdracht van de vrouw. De Kerk moet ervoor zorgen, dat de vrouwen in de Kerk zó hun plaats hebben, dat zij hun eigen gaven op een passende wijze in dienst van de Kerk kunnen stellen en een ruimer aandeel hebben in de verschillende sectoren van het apostolaat van de Kerk vgl: Apostolicam Actuositatem [[[653|9]]]. Laten de pastores de medewerking van vrouwen in de activiteit van de Kerk dankbaar aanvaarden en bevorderen. Het Concilie noemt de jongeren de hoop van de Kerk Gaudium et Spes [[575|2]]. Deze Buitengewone Synode richt zich met een speciale liefde en een groot vertrouwen tot de jongeren en verwacht veel van hun edelmoedige inzet; de Synode spoort hen krachtig aan de erfenis van het Concilie op te nemen, deze energiek toe te passen door hun rol te gaan spelen in de missie van de Kerk. De Kerk is gemeenschap, daarom zijn de zogenaamde nieuwe 'kerkelijke basisgemeenschappen', als zij werkelijk in eenheid met de Kerk leven, een echte uitdrukking van gemeenschap en een middel om een diepere gemeenschap op te bouwen. Deze gemeenschappen vormen dus een reden tot grote verwachtingen voor het leven van de Kerk.
Referenties naar alinea 23: 1
Apostolos Suos ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Oecumenische gemeenschap
Door zich te baseren op de ecclesiologie van de gemeenschap heeft de Katholieke Kerk, in de tijd van het Tweede Vaticaans Concilie [d:4], haar oecumenische verantwoordelijkheid volledig op zich genomen.
Na deze twintig jaren kunnen wij stellen dat de oecumenische gedachte zich grondig en onuitwisbaar vastgezet heeft in het bewustzijn van de Kerk. Als bisschoppen wensen wij vurig dat de onvolledige gemeenschap die al bestaat met de niet-katholieke Kerken en gemeenschappen met Gods genade tot volledige gemeenschap komt. De oecumenische dialoog moet gevoerd worden op verschillende wijze op de verschillende niveaus in de Kerk, hetzij door de universele Kerk, hetzij door de afzonderlijke Kerken of door concrete plaatselijke bijeenkomsten. De dialoog moet geestelijk en theologisch zijn. De oecumenische beweging wordt op een bijzondere wijze door gebed voor elkaar bevorderd. De dialoog is authentiek en vruchtbaar als hij de waarheid met liefde en trouw jegens de Kerk presenteert. Dan maakt hij het mogelijk dat de Kerk duidelijker gezien wordt als een sacrament van eenheid. De gemeenschap tussen de katholieken en de andere christenen, die echter nog onvolledig is, roept ons allen op samen te werken op velerlei gebieden en maakt een zeker gemeenschappelijk getuigenis van de heilbrengende liefde van God jegens de wereld die het heil nodig heeft mogelijk.
Door zich te baseren op de ecclesiologie van de gemeenschap heeft de Katholieke Kerk, in de tijd van het Tweede Vaticaans Concilie [d:4], haar oecumenische verantwoordelijkheid volledig op zich genomen.
Na deze twintig jaren kunnen wij stellen dat de oecumenische gedachte zich grondig en onuitwisbaar vastgezet heeft in het bewustzijn van de Kerk. Als bisschoppen wensen wij vurig dat de onvolledige gemeenschap die al bestaat met de niet-katholieke Kerken en gemeenschappen met Gods genade tot volledige gemeenschap komt. De oecumenische dialoog moet gevoerd worden op verschillende wijze op de verschillende niveaus in de Kerk, hetzij door de universele Kerk, hetzij door de afzonderlijke Kerken of door concrete plaatselijke bijeenkomsten. De dialoog moet geestelijk en theologisch zijn. De oecumenische beweging wordt op een bijzondere wijze door gebed voor elkaar bevorderd. De dialoog is authentiek en vruchtbaar als hij de waarheid met liefde en trouw jegens de Kerk presenteert. Dan maakt hij het mogelijk dat de Kerk duidelijker gezien wordt als een sacrament van eenheid. De gemeenschap tussen de katholieken en de andere christenen, die echter nog onvolledig is, roept ons allen op samen te werken op velerlei gebieden en maakt een zeker gemeenschappelijk getuigenis van de heilbrengende liefde van God jegens de wereld die het heil nodig heeft mogelijk.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Aanbevelingen
- Gezien het feit dat het nieuwe Wetboek van het canonieke recht [30], dat onlangs van kracht geworden is, in belangrijke mate bijdraagt in de toepassing van het Concilie voor de Latijnse kerk, wordt de wens geuit dat de oosterse wetgeving zo snel mogelijk voltooid wordt.
- Omdat de bisschoppenconferenties buitengewoon nuttig, ja zelfs noodzakelijk zijn in het pastorale werk van de hedendaagse Kerk, wenst men een studie van haar 'status' zodat vooral de vraag over haar leergezag duidelijker en dieper wordt ontwikkeld, rekening houdend met wat er geschreven staat in het Decreet van het Concilie, Christus Dominus [646|28] en in het Wetboek van het canonieke recht can. 447 en 753 [30|447.753].
- Een studie wordt aanbevolen om te onderzoeken of het van kracht zijnde subsidiariteitsprincipe in de menselijke samenleving toegepast kan worden op de Kerk, en in welke mate en in welke zin de toepassing uitgevoerd zou kunnen en moeten worden vgl. Paus Pius XII, AAS 38,.. vgl. Paus Pius XII, AAS 38, 1946, p. 144.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk d De missie van de Kerk in de wereld
26
Belang van de Constitutie Gaudium et Spes
Als gemeenschap is de Kerk sacrament voor het heil van de wereld. Daaruit volgt dat de gezagsdragers in de Kerk geplaatst zijn door Christus, voor het heil van de wereld. In deze context stellen wij dat het belang en de actualiteit van de pastorale Constitutie Gaudium et Spes [575] zeer groot zijn. Tegelijkertijd merken wij echter op dat de tekenen van de huidige tijd gedeeltelijk anders zijn dan die van de tijd van het Concilie, terwijl problemen en angsten zijn toegenomen. Op het ogenblik zien wij immers overal in de wereld een zeer snelle toename van honger, onderdrukking, onrecht, oorlog, martelingen, terrorisme en andere vormen van geweld. Dit dwingt ons tot een nieuw en grondiger theologisch nadenken om deze tekenen te verklaren in het licht van het Evangelie.
Als gemeenschap is de Kerk sacrament voor het heil van de wereld. Daaruit volgt dat de gezagsdragers in de Kerk geplaatst zijn door Christus, voor het heil van de wereld. In deze context stellen wij dat het belang en de actualiteit van de pastorale Constitutie Gaudium et Spes [575] zeer groot zijn. Tegelijkertijd merken wij echter op dat de tekenen van de huidige tijd gedeeltelijk anders zijn dan die van de tijd van het Concilie, terwijl problemen en angsten zijn toegenomen. Op het ogenblik zien wij immers overal in de wereld een zeer snelle toename van honger, onderdrukking, onrecht, oorlog, martelingen, terrorisme en andere vormen van geweld. Dit dwingt ons tot een nieuw en grondiger theologisch nadenken om deze tekenen te verklaren in het licht van het Evangelie.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Theologie van het kruis
Het lijkt in de huidige moeilijkheden dat God ons grondiger de waarde, het belang en de centrale plaats van het kruis van Jezus Christus wil leren. Daarom moet de relatie tussen de geschiedenis der mensen en de geschiedenis van het heil in het licht van het Paasmysterie worden verduidelijkt. Zeker, de theologie van het kruis sluit geenszins de theologie van de schepping en van de incarnatie uit, maar vooronderstelt deze blijkbaar. Wanneer wij als christenen over het kruis spreken, verdienen wij het niet als pessimistisch betiteld te worden. Wij baseren ons op het realisme van de christelijke hoop.
Het lijkt in de huidige moeilijkheden dat God ons grondiger de waarde, het belang en de centrale plaats van het kruis van Jezus Christus wil leren. Daarom moet de relatie tussen de geschiedenis der mensen en de geschiedenis van het heil in het licht van het Paasmysterie worden verduidelijkt. Zeker, de theologie van het kruis sluit geenszins de theologie van de schepping en van de incarnatie uit, maar vooronderstelt deze blijkbaar. Wanneer wij als christenen over het kruis spreken, verdienen wij het niet als pessimistisch betiteld te worden. Wij baseren ons op het realisme van de christelijke hoop.
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Aggiornamento
In dit perspectief van het Paasgebeuren dat de eenheid van het kruis en de verrijzenis bevestigt, ontdekt men dejuiste en onjuiste betekenis van wat men 'aggiornamento' noemt. Uitgesloten is een gemakzuchtige aanpassing die zou kunnen leiden tot de secularisatie van de Kerk. U ilgesloten is ook een zich bewegingloos terugtrekken in zichzelf van de gemeenschap van de gelovigen. Bevestigd wordt echter de missionaire opening voor het algehele heil van de wereld. Door dit heil worden de echt menselijke waarden niet alleen aanvaard, maar ook krachtig verdedigd: de waardigheid van de menselijke persoon, de fundamentele rechten van de mens, vrede, en vrij zijn van onderdrukking, ellende en onrecht. Maar het algehele heil wordt slechts verkregen als deze menselijke realiteiten gezuiverd worden en daarna door de genade worden verheven tot een vertrouwelijkheid met God door Jezus Christus in de Heilige Geest.
In dit perspectief van het Paasgebeuren dat de eenheid van het kruis en de verrijzenis bevestigt, ontdekt men dejuiste en onjuiste betekenis van wat men 'aggiornamento' noemt. Uitgesloten is een gemakzuchtige aanpassing die zou kunnen leiden tot de secularisatie van de Kerk. U ilgesloten is ook een zich bewegingloos terugtrekken in zichzelf van de gemeenschap van de gelovigen. Bevestigd wordt echter de missionaire opening voor het algehele heil van de wereld. Door dit heil worden de echt menselijke waarden niet alleen aanvaard, maar ook krachtig verdedigd: de waardigheid van de menselijke persoon, de fundamentele rechten van de mens, vrede, en vrij zijn van onderdrukking, ellende en onrecht. Maar het algehele heil wordt slechts verkregen als deze menselijke realiteiten gezuiverd worden en daarna door de genade worden verheven tot een vertrouwelijkheid met God door Jezus Christus in de Heilige Geest.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Inculturatie
In dit perspectief heeft ook het theologische principe voor het probleem van de inculturatie een plaats. Omdat de Kerk immers gemeenschap is die diversiteit en eenheid verenigt, neemt zij door haar aanwezigheid in de gehele wereld van iedere cultuur in zich op wat zij er aan positiefs in vindt. Inculturatie echter is iets anders dan alleen maar een uiterlijke aanpassing: zij betekent een innerlijke omvorming van de authentieke culturele waarden door de integratie in het christendom en het diep geworteld zijn van het christendom in de verschillende menselijke culturen. De scheiding tussen het Evangelie en de cultuur wordt door Paulus VI genoemd:
In dit perspectief heeft ook het theologische principe voor het probleem van de inculturatie een plaats. Omdat de Kerk immers gemeenschap is die diversiteit en eenheid verenigt, neemt zij door haar aanwezigheid in de gehele wereld van iedere cultuur in zich op wat zij er aan positiefs in vindt. Inculturatie echter is iets anders dan alleen maar een uiterlijke aanpassing: zij betekent een innerlijke omvorming van de authentieke culturele waarden door de integratie in het christendom en het diep geworteld zijn van het christendom in de verschillende menselijke culturen. De scheiding tussen het Evangelie en de cultuur wordt door Paulus VI genoemd:
'het drama van onze tijd, zoals dat ook het drama was van andere tijden. We moeten dan ook al het mogelijke doen om met ijverige toeleg de menselijke cultuur of liever de onderscheiden culturen zelf te evangeliseren. Zij moeten uit zichzelf herboren worden door een verbinding met de Blijde Boodschap. Maar deze verbinding zal niet komen, als de Blijde Boodschap niet verkondigd wordt' Evangelii Nuntiandi [[519|20]].
Referenties naar alinea 29: 1
Het woord gezin heeft een nieuwe weerklank ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Dialoog met de niet-christelijke religies en met de niet-gelovigen
Het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] heeft gesteld dat de Katholieke Kerk niets afwijst van wat er aan waarachtigs en heiligs is in,de niet-christelijke godsdiensten. Veeleer heeft het de katholieken aangespoord om met wijsheid en liefde door gesprekken en
samenwerking met aanhangers van andere religies als getuigen van christelijk geloof en christelijk leven de geestelijke, morele en socio-culturele waarden die zich bij hen bevinden te erkennen, te bewaren en te bevorderen vgl: Nostra Aetate [[[610|2]]]. Het Concilie heeft eveneens gesteld dat God aan geen mens van goede wil de mogelijkheid van heil onthoudt Lumen Gentium [[617|16]].
De concrete mogelijkheden van dialoog op verschillende plaatsen hangen af van wisselende omstandigheden. Dat alles geldt ook voor de dialoog met de niet-gelovigen. De dialoog moet niet tegenover de missie gesteld worden. De ware dialoog is erop gericht, dat de gesprekspartner zich openstelt en tot communio komt. Bovendien hebben alle christenen van Christus de opdracht ontvangen alle mensen tot discipelen van Christus te maken (Mt. 28, 18) [[b:Mt. 28, 18]]. In deze zin kan God zich van de dialoog tussen christenen en niet-christenen en zelfs niet-gelovigen bedienen als kanaal om de volheid van zijn genade door te geven.
Het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] heeft gesteld dat de Katholieke Kerk niets afwijst van wat er aan waarachtigs en heiligs is in,de niet-christelijke godsdiensten. Veeleer heeft het de katholieken aangespoord om met wijsheid en liefde door gesprekken en
samenwerking met aanhangers van andere religies als getuigen van christelijk geloof en christelijk leven de geestelijke, morele en socio-culturele waarden die zich bij hen bevinden te erkennen, te bewaren en te bevorderen vgl: Nostra Aetate [[[610|2]]]. Het Concilie heeft eveneens gesteld dat God aan geen mens van goede wil de mogelijkheid van heil onthoudt Lumen Gentium [[617|16]].
De concrete mogelijkheden van dialoog op verschillende plaatsen hangen af van wisselende omstandigheden. Dat alles geldt ook voor de dialoog met de niet-gelovigen. De dialoog moet niet tegenover de missie gesteld worden. De ware dialoog is erop gericht, dat de gesprekspartner zich openstelt en tot communio komt. Bovendien hebben alle christenen van Christus de opdracht ontvangen alle mensen tot discipelen van Christus te maken (Mt. 28, 18) [[b:Mt. 28, 18]]. In deze zin kan God zich van de dialoog tussen christenen en niet-christenen en zelfs niet-gelovigen bedienen als kanaal om de volheid van zijn genade door te geven.
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Voorkeurskeuze voor de armen en bevordering van het menselijke
Na Vaticanum II [d:4] is de Kerk zich meer bewust geworden van haar missie ten dienste van de armen, de onderdrukten, de mensen in de marge van de maatschappij. In deze voorkeurskeuze, die niet als exclusiefverstaan mag worden licht de ware geest van het Evangelie op. Jezus Christus heeft verklaard: Zalig zijn de armen (Mt. 5, 3; Lc. 6, 20) [b:Mt. 5, 3; Lc. 6, 20] en hij zelf heeft arm voor ons willen zijn (2 Kor. 8, 9) [b:2 Kor. 8, 9]. Behalve materiële armoede is er het gebrek aan vrijheid en geestelijke goederen, dat in zekere zin ook beschouwd kan worden als een vorm van armoede; dit gebrek is bijzonder ernstig wanneer de vrijheid van godsdienst door geweld wordt onderdrukt. De Kerk moet profetisch iedere vorm van armoede en onderdrukking aanklagen, overal ter wereld de fundamentele en onvervreemdbare rechten van de menselijke persoon verdedigen en bevorderen. Dat geldt vooral wanneer het erom gaat het menselijk leven vanaf het eerste begin te verdedigen, het in alle omstandigheden te beschermen tegen agressors en het doeltreffend in alle opzichten te bevorderen. De Synode geeft uitdrukking aan haar gemeenschap met de broeders en zusters die vervolging ondergaan vanwege hun geloof of wegens het bevorderen van het recht; voor hen bidt de Synode tot God. De heilbrengende missie van de Kerk met betrekking tot de wereld moet als integraal opgevat worden. Want, hoewel de missie van de Kerk geestelijk is, impliceert zij ook de bevordering van de mens in tijdelijk opzicht. Daarom wordt de missie van de Kerk niet herleid tot een monisme hoe dit monisme ook mag worden opgevat. Vanzelfsprekend impliceert deze missie een duidelijk onderscheid, maar geen scheiding, tussen de natuurlijke en bovennatuurlijke aspecten. Deze dualiteit is geen dualisme. De onjuiste en nutteloze tegenstellingen moeten dus ter zijde gelegd en overwonnen worden, bijvoorbeeld die tussen geestelijke missie en diakonie voor de wereld.
Na Vaticanum II [d:4] is de Kerk zich meer bewust geworden van haar missie ten dienste van de armen, de onderdrukten, de mensen in de marge van de maatschappij. In deze voorkeurskeuze, die niet als exclusiefverstaan mag worden licht de ware geest van het Evangelie op. Jezus Christus heeft verklaard: Zalig zijn de armen (Mt. 5, 3; Lc. 6, 20) [b:Mt. 5, 3; Lc. 6, 20] en hij zelf heeft arm voor ons willen zijn (2 Kor. 8, 9) [b:2 Kor. 8, 9]. Behalve materiële armoede is er het gebrek aan vrijheid en geestelijke goederen, dat in zekere zin ook beschouwd kan worden als een vorm van armoede; dit gebrek is bijzonder ernstig wanneer de vrijheid van godsdienst door geweld wordt onderdrukt. De Kerk moet profetisch iedere vorm van armoede en onderdrukking aanklagen, overal ter wereld de fundamentele en onvervreemdbare rechten van de menselijke persoon verdedigen en bevorderen. Dat geldt vooral wanneer het erom gaat het menselijk leven vanaf het eerste begin te verdedigen, het in alle omstandigheden te beschermen tegen agressors en het doeltreffend in alle opzichten te bevorderen. De Synode geeft uitdrukking aan haar gemeenschap met de broeders en zusters die vervolging ondergaan vanwege hun geloof of wegens het bevorderen van het recht; voor hen bidt de Synode tot God. De heilbrengende missie van de Kerk met betrekking tot de wereld moet als integraal opgevat worden. Want, hoewel de missie van de Kerk geestelijk is, impliceert zij ook de bevordering van de mens in tijdelijk opzicht. Daarom wordt de missie van de Kerk niet herleid tot een monisme hoe dit monisme ook mag worden opgevat. Vanzelfsprekend impliceert deze missie een duidelijk onderscheid, maar geen scheiding, tussen de natuurlijke en bovennatuurlijke aspecten. Deze dualiteit is geen dualisme. De onjuiste en nutteloze tegenstellingen moeten dus ter zijde gelegd en overwonnen worden, bijvoorbeeld die tussen geestelijke missie en diakonie voor de wereld.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Aanbevelingen
Omdat de wereld in voortdurende ontwikkeling is moeten de tekenen van de tijd voortdurend worden geanalyseerd, opdat de verkondiging van het Evangelie duidelijker gehoord wordt en de activiteit van de Kerk voor het heil van de wereld intensiever en doeltreffender is. In deze context moet opnieuw bestudeerd worden wat de aard is van en hoe in praktijk gebracht kan worden:
Omdat de wereld in voortdurende ontwikkeling is moeten de tekenen van de tijd voortdurend worden geanalyseerd, opdat de verkondiging van het Evangelie duidelijker gehoord wordt en de activiteit van de Kerk voor het heil van de wereld intensiever en doeltreffender is. In deze context moet opnieuw bestudeerd worden wat de aard is van en hoe in praktijk gebracht kan worden:
- de theologie van het kruis en het paasmysterie in de prediking, in de sacramenten en in het leven van de Kerk van onze tijd;
- de theorie en de praktijk van de inculturatie evenals de dialoog met de niet-christelijke godsdiensten en met de niet-gelovigen;
- de voorkeurskeuze voor de armen;
- de sociale leer van de Kerk met betrekking tot de menselijke ontwikkeling in steeds nieuwe situaties.
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 6
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/1485-ecclesia-sub-verbo-dei-mysteria-christi-celebrans-pro-salute-nl