Dierbare broeders en zusters,
dankjewel voor jullie hartelijkheid!
In de kortgeleden begonnen , proberen we zicht te krijgen op het oorspronkelijk plan van de Kerk zoals de Heer haar heeft gewild, om zo ook tot een beter begrip te komen van onze eigen situering, ons christelijk leven, in de grote gemeenschap of
communio van de Kerk .
Tot nu toe hebben wij, wat de kerkelijke communio aangaat, begrepen dat zij wordt gewekt en ondersteund door de Heilige Geest, en behoed en bevorderd door het apostelambt. Deze communio die wij Kerk noemen, strekt zich niet alleen uit tot alle gelovigen van een bepaald historisch moment, maar omvat ook alle tijden en alle generaties. Er is dus sprake van een dubbele universaliteit: een synchrone universaliteit - wij zijn verenigd met de gelovigen in alle delen van de wereld - en ook een zogenaamde diachrone universaliteit, dat wil zeggen: alle tijden horen bij ons, ook de gelovigen van het verleden en de gelovigen van de toekomst vormen met ons één grote communio.
De Heilige Geest blijkt Degene te zijn die garant staat voor de actieve aanwezigheid van het mysterie in de geschiedenis, Degene die er de verwezenlijking van verzekerd in de loop van de eeuwen. Dank zij de
Paracleet, de Vertrooster, zal de ervaring van de Verrezene, zoals die door de apostolische gemeenschap bij het begin van de Kerk werd opgedaan, steeds door de volgende generaties kunnen worden beleefd, in zoverre zij wordt doorgegeven en geactualiseerd in het geloof, in de eredienst en in de communio van het volk van God, dat op pelgrimstocht is door de tijd. Zo beleven wij nu, in de paastijd, de ontmoeting met de Verrezene niet alleen maar als iets uit het verleden, maar in de hedendaagse communio van het geloof, van de liturgie en van het leven van de Kerk.
In dit doorgeven van de heilsgoederen, dat van de christelijke gemeenschap de blijvende verwezenlijking maakt van de oorspronkelijke communio in de kracht van de Geest, bestaat de apostolische
Traditie of Overlevering van de Kerk. Zij wordt zo genoemd omdat zij ontstaan is uit het getuigenis van de Apostelen en van de gemeenschap van de leerlingen in de begintijd, en is neergelegd, onder de leiding van de heilige Geest, in de geschriften van het Nieuwe Testament en in het sacramentele leven, in het leven van het geloof. Naar haar - naar deze
Traditie, die heel de altijd actuele werkelijkheid omvat van de gave van Jezus - refereert de Kerk voortdurend als naar haar grondslag en norm, door heel de ononderbroken opeenvolging van het apostelambt heen.