Alleen Christus kan de harten vernieuwen en opnieuw hoop geven aan de volkeren. De liturgie van vandaag, die de geheimnisvolle gebeurtenis van de Gedaanteverandering presenteert, doet ons de kracht van zijn licht ervaren, die de duisternis van de twijfel en het kwaad overwint. In dat gelovig perspectief, wil ik opnieuw een
dringende oproep doen om de inspanningen van gebed en de boetedoening te vermenigvuldigen, om van Christus
de gave van zijn vrede aan te roepen. Zonder de bekering van het hart is er geen vrede. De komende dagen zullen beslissend zijn voor de uitkomsten van de Iraakse crisis. Laten we daarom bidden dat de Heer aan alle betrokken partijen moed en een vooruitziende blik geeft.
Zeker, de politieke verantwoordelijken van Bagdad hebben de urgente plicht om volledig mee te werken met de internationale gemeenschap, om elk motief voor een gewapende interventie weg te nemen. Aan hen richt zich mijn dringende oproep: het lot van hun inwoners moet altijd de prioriteit hebben!
Maar ik wil ook
de lidstaten van de Verenigde Naties, en in het bijzonder hen die de Veiligheidsraad vormen, eraan herinneren dat het gebruik van geweld de uiterste toevlucht is, nadat alle andere vredelievende oplossingen zijn uitgeput, volgens de welbekende principes van het charter van de VN.
Daarom - tegenover de
verschrikkelijke consequenties die een internationale militaire operatie zou hebben voor de bevolking van Irak en voor het evenwicht van de hele regio van het Midden Oosten, die al zo beproefd is, en ook vanwege het extremisme dat eruit zou kunnen volgen - zeg ik tot allen: er is nog tijd om te onderhandelen; er is nog steeds ruimte voor de vrede; het is nooit te laat om elkaar te begrijpen en om door te gaan met overleggen.
Nadenken over de eigen plichten, zich inspannen voor daadkrachtige onderhandelingen betekent niet zichzelf vernederen, maar
met verantwoordelijkheid werken voor de vrede.
Verder zijn wij christenen ervan overtuigd dat de authentieke en duurzame vrede niet allen de vrucht is van de eveneens noodzakelijke politieke overeenkomsten en verdragen tussen individuen en volken, maar
gave Gods is aan wie zich onderwerpen aan Hem en met nederigheid en dankbaarheid het licht van zijn Liefde aanvaarden.
Ik behoor tot die generatie die zich de Tweede Wereldoorlog herinnert, die hem heeft meegemaakt en -God zij dank- overleefd. En daarom heb ik de plicht om alle jongeren, hen die jonger zijn dan ik, die niet die ervaring hebben gehad, in herinnering te brengen en te zeggen: "Nooit meer oorlog!", zoals Paulus VI zei bij zijn . We moeten alles doen wat mogelijk is!. We weten goed dat we niet een vrede tot elke prijs kunnen vragen. Maar we weten allemaal hoe groot, hoe enorm groot de verantwoordelijkheid is. En daarom: gebed en boetedoening!