Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Telefoongesprek van de paus met Jean Vanier Jean Vanier, stichter van de Ark, stierf in de nacht van maandag 6 op dinsdag 7 mei: in het vliegtuig van Skopje naar Rome zei de paus aan de pers dat hij met Jean Vanier getelefoneerd had en hem een lang eerbetoon gegeven had:
“Ik was van zijn ziekte op de hoogte. Zuster Geneviève Jeanningros hield mij op de hoogte. Ik heb hem verleden week opgebeld. Hij luisterde maar kon haast niet spreken. Ik wou hem bedanken voor zijn getuigenis. Een man die het christenleven kon lezen vanuit het mysterie van de dood, het kruis, de ziekte, het mysterie van degenen die ondergewaardeerd worden, die door de wereld aan de kant gezet worden. Hij zette zich niet alleen in voor de marginalen maar ook voor degenen die voor hun geboorte kunnen ter dood veroordeeld worden. Zo gaf hij zijn leven. Gewoon, dank aan hem en dank aan God die ons deze man en zijn groot getuigenis gegeven heeft” (met KTO).
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Bulgarije en Macedonië, mystiek van het respect In antwoord op Bigana Zherevska (TV in Macedonië), zei de paus:
“Het zijn twee totaal verschillende volken. Bulgarije is een natie met een eeuwenlange traditie. Ook Macedonië heeft een eeuwenlange traditie, maar niet als land, als volk. Het is er recent in geslaagd zich als natie te vormen, een hele strijd. Voor ons christenen, staat Macedonië symbool van de intrede van het christendom in het Westen. Het christendom kwam in het Westen door uw tussenkomst: een Macedoniër heeft Paulus geroepen, die naar Azië dacht te gaan. Het Macedonische volk is voor ons een constante herinnering aan het feit dat het christendom door uw deur is binnengekomen, omdat Paulus door een Macedoniër geroepen werd.
Bulgarije heeft als natie veel moeten strijden. In 1877 stierven 200.000 soldaten om hun onafhankelijkheid te herwinnen uit de handen van de Ottomanen.” Paus Franciscus maakt allusie op de Turks-Russische oorlog van 1877-1878, die het Ottomaanse Rijk confronteerde met het Russisch Keizerrijk dat geallieerd was met Roemenië, Servië en Montenegro. Het eerste panslavische conflict, “dat aan Rusland de plicht toekende de Slavische volken te bevrijden die nog onder Turkse overheersing waren en een panslavische confederatie op te richten”.
Hij ging verder met zijn bedenkingen:
“Zoveel strijd voor de onafhankelijkheid, zoveel bloed, zoveel mystiek om de identiteit te consolideren. In de twee landen bestaan orthodoxe en katholieke christengemeenschappen en moslims. Het percentage orthodoxen ligt in beide landen heel hoog. Dat van de moslims is lager. De katholieken zijn weinig talrijk (meer in Bulgarije dan in Macedonië). Maar ik heb in beide landen iets gezien: er zijn goede betrekkingen tussen de verschillende belijdenissen: in Bulgarije hebben we dat gemerkt bij het gebed om vrede. Het is voor de Bulgaren normaal: iedereen heeft het recht zijn godsdienst te belijden en het recht gerespecteerd te worden: dat heeft mij getroffen. Nadien heeft het gesprek met patriarch Neofiet mij veel geholpen, hij is een man van God! In Macedonië was ik getroffen door een zin van de president: “Hier is geen tolerantie voor de godsdienst, hier is respect”. Ze wordt gerespecteerd. Dat er vandaag, in een wereld waarin er gebrek is aan respect voor de rechten van de mens, van kinderen, van bejaarden, dat er respect is voor de mystiek van een land, dat heeft mij deugd gedaan”.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Ik word op de reizen niet moe De paus antwoordde al lachend aan Petas Nanev (Bulgaarse TV):
“Eerst zou ik willen zeggen dat ik niet naar een tovenaar ga. Ik weet het echt niet. Het is Gods gave. Als ik in een land ben, vergeet ik alles, maar niet omdat ik dat wil. Ik heb de indruk dat ik mezelf vergeet en ik ben helemaal daar. Dat geeft mij volharding. Ik word op de reizen niet moe. Nadien ben ik moe. Ik denk dat de Heer mij de kracht geeft. Ik vraag aan de Heer trouw te zijn, Hem te dienen, dat die reizen geen toerisme zijn. En dan … zoveel werk ik nu ook niet!”, meldt Vatican Media (Andrea Tornielli).
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Contact met de orthodoxen In antwoord aan Silvije Tomasevic (Vecernji List), over de betrekkingen met de orthodoxen en de eventuele heiligverklaring van de Kroatische kardinaal Stepinac die in 1998 door Johannes Paulus II zalig verklaard werd, maakt de paus een onderscheid tussen “mannen van God” en “historische geschillen”:
“In het algemeen zijn de betrekkingen goed en is er goede wil. Ik kan u openhartig zeggen dat ik onder de patriarchen Godsmannen ontmoet heb. Neofiet is een man van God. En Elie II draag ik in mijn hart. Ik apprecieer de patriarch van Georgië, een man Gods die mij zoveel deugd doet. Bartholomeüs is een man van God, Cyril is een man van God … maar u zou me kunnen zeggen: die heeft dat gebrek, en die is te politiek … Maar wij hebben allemaal gebreken, ik ook. Het zijn allemaal mannen van God.
Vervolgens zijn er de historische geschillen tussen onze Kerken, sommige van oude datum. De president heeft mij vandaag gesproken over het Oosters schisma, dat hier in Macedonië begon. Komt de paus het schisma oplossen? Ik weet het niet. Wij zijn broeders, wij kunnen de Heilige Drie-eenheid niet aanbidden zonder onze broeders de hand te geven.
Over de heiligverklaring van Stepinac: hij was deugdzaam, daarom heeft de Kerk hem zalig verklaard. Maar op een bepaald ogenblik van het proces, waren er punten die opheldering vroegen en ik die de heiligverklaring moet ondertekenen, zag door gebed en reflectie in dat ik advies moest vragen, dat ik de hulp moest inroepen van de Servische patriarch Ireneüs en hij heeft mij die hulp gegeven. We hebben samen een historische commissie opgericht: of hij het nu is of ik, wij willen geen fouten maken, wij zijn geïnteresseerd in de waarheid. Nu worden andere punten bestudeerd om de waarheid op te helderen. Ik ben alleen bang voor Gods oordeel”.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De diaconessen Joshua McElwee (National Catholic Reporter) stelde een vraag over het diaconaat voor vrouwen. De paus herinnerde aan de oprichting van een studiecommissie over het diaconaat in de primitieve Kerk:
“De commissie werd opgericht, zij is bijna twee jaar werkzaam. De leden verschillen veel van elkaar, ieder denkt anders, maar zij hebben samen gewerkt en zijn het eens over een bepaald punt. Ieder van hen heeft zijn eigen visie, die niet overeenstemt met die van de anderen en daar zijn zij als commissie gestopt.
Over het diaconaat voor vrouwen : men kan er anders tegen aan kijken dan tegen het diaconaat voor mannen. De formules voor de diakenwijding die tot nu gevonden werden, zijn bijvoorbeeld niet dezelfde als die voor de diakenwijding van mannen, en gelijken eerder op die vandaag voor de wijding van een abdis zouden gebruikt worden. Dat is het resultaat.
Anderen zeggen nee, het is een formule voor een diakenwijding … In het begin waren er diaconessen. Maar was hun wijding sacramenteel of niet? Zij hebben geholpen. In de doopliturgie bijvoorbeeld, die door onderdompeling gebeurde. Wanneer een vrouw gedoopt werd, hielp de diacones …
Dan heeft men een document gevonden waarin men zag dat diaconessen door de bisschop opgeroepen werden bij echtelijke ruzies voor de ontbinding van het huwelijk. De diaconessen werden gezonden om de letsels te onderzoeken op het lichaam van de vrouw die door haar man geslagen werd. Maar er is geen enkele zekerheid dat hun wijding dezelfde vorm had en hetzelfde doel als de wijding van een man.
Sommigen zeggen: er is twijfel. Laten wij het verder onderzoeken. Maar voor het ogenblik gaat dat niet. Het is ook eigenaardig dat waar diaconessen waren, het bijna altijd in één geografisch gebied was, vooral in Syrië … ik heb al die dingen van de commissie vernomen: er werd goed werk geleverd en dat kan helpen om vooruitgang te maken en een definitief antwoord te geven met een ja of een nee.
Niemand zegt het momenteel, maar bepaalde theologen van dertig jaar gelden zeiden dat er geen diaconessen waren omdat de vrouwen op het achterplan stonden in de Kerk en niet alleen in de Kerk. Maar het is eigenaardig: in die tijd waren er veel heidense priesteressen, het vrouwelijk priesterschap was actueel in de heidense erediensten.
Zover staan we dan en ieder van de leden onderzoekt verder zijn thesis”.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Zachtmoedigheid die de belediging ontwapent en de Eerste Communies De paus begon spontaan over zijn reisindrukken en de zachtmoedigheid van de zusters van Moeder Theresa:
“Iets heeft mij getroffen: twee sterke ervaringen, de ene met de armen hier in Macedonië, vandaag in het memoriaal van Moeder Theresa. Er waren veel armen, maar de zachtmoedigheid van die zusters die zich zonder paternalisme over de armen ontfermen, alsof het kinderen zijn. Een zachtmoedigheid, en ook de capaciteit om liefkozend met de armen om te gaan. Vandaag zijn wij het gewoon elkaar te beledigen: de ene politieker beledigt de andere, de ene buur beledigt de andere, zelfs in een familie beledigt men elkaar. Ik durf niet zeggen dat er een cultuur van belediging bestaat, maar het is een wapen in handbereik, zelfs kwaadspreken, achterklap, roddel. Die zusters te zien, hoe zij zich met iedereen bezighouden alsof het Jezus is. Ik was getroffen. Een jonge man is dichterbij gekomen en de overste zei me: “het is goed, bid voor hem want hij drinkt te veel”. Zij gaf hem de tederheid van een moeder. Dat deed mij de Kerk ervaren als moeder. En ik dank Macedonië voor die schat”.
“Een andere sterke ervaring was de Eerste Communie in Bulgarije: ik was ontroerd door de herinnering aan mijn eerste communie op 8 oktober 1944 … ik zag die kinderen die zich voor het leven open stellen door een sacramenteel besluit. De Kerk beschermt de kinderen, zij zijn beperkt want zij zijn nog klein, maar zij zijn een belofte, zij moeten groeien. Ik heb op dat moment gevoeld dat die 245 kinderen de toekomst zijn van de Kerk in Bulgarije.”
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/7442-met-de-meegereisde-journalisten-op-terugvlucht-van-skopje-naar-nl