Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Dierbare broeders en zusters goedendag!
Op onze catechetische weg over de Tien Geboden zijn we bij het zesde gebod gekomen dat handelt over affectiviteit en seksualiteit en als volgt luidt: “
Geen echtbreuk plegen”.
Het is een rechtstreekse oproep tot trouw. Immers, geen enkele menselijke relatie is waarachtig zonder trouw en eerlijkheid.
Men kan niet liefhebben zolang het “schikt”. Liefde blijkt hieruit dat ze verder gaat dan de drempel van het eigen voordeel. Dat wil zeggen: alles zonder voorbehoud geven. Zoals de
zegt: ”Liefde wil definitief zijn. Ze kan niet ‘tot nader order’ zijn.” Trouw is het kenmerk van de vrije, volwassen, verantwoordelijke menselijke relatie. Een vriend toont zijn waarachtigheid omdat hij in alle omstandigheden vriend blijft. Anders is het geen vriend. Christus openbaart de waarachtige liefde. Hij leeft van, de mateloze liefde van de Vader en krachtens die liefde is Hij de trouwe Vriend die met ons is ook als we falen. Altijd wil Hij voor ons het goede, ook als we het niet verdienen.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Een mens heeft er nood aan onvoorwaardelijk bemind te worden. Wie dit niet mag beleven, draagt in zich een zekere onvolkomenheid, vaak zonder het te beseffen. Het menselijk hart tracht die leegte te vullen met lapmiddelen en door schijnoplossingen en middelmatigheid te aanvaarden die van liefde slechts een flauw afkooksel zijn. Het gevaar bestaat dat men onrijpe en onvolwassen relaties “liefde” noemt. Men leeft dan in de waan leven te vinden in iets dat, in het beste geval, er slechts een spiegelbeeld van is.
Zo gebeurt het, bijvoorbeeld, dat de lichamelijke aantrekking overgewaardeerd wordt. Zij is een gave van God die tot doel heeft de weg te bereiden tot een waarachtige en trouwe relatie met iemand. Zoals de heilige Johannes Paulus II zei “is de menselijke persoon geroepen tot volle en volwassen spontaniteit in relaties” en “dat is de voldragen vrucht van het inzicht in de impulsen van het eigen hart“. Het is iets dat men moet verwerven, omdat elke mens “met volharding en geleidelijkheid de betekenis van het lichaam moet aanleren”.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De roeping tot het huwelijksleven vraagt dus een nauwkeurige inschatting van de kwaliteit van de relatie en een verlovingstijd om dat te toetsen. Om tot het sacrament van het huwelijk te komen moeten de verloofden tot de rijpe zekerheid komen dat hun verbondenheid de wil van God is, die bij hen is en hen begeleidt en die hen in staat zal stellen te verklaren: “Met de genade van Christus beloof ik je altijd trouw te zijn.” Ze kunnen elkaar geen trouw beloven “in vreugde en verdriet, in gezondheid en ziekte” en elkaar beminnen en eren alle dagen van hun leven, alleen op grond van goede wil en van de hoop “dat het werkt”. Ze hebben er behoefte aan te steunen op de standvastige liefde van de trouwe God. Daarom moet aan het ontvangen van het sacrament van het huwelijk een nauwkeurige voorbereiding voorafgaan, ik zou zeggen een catechumenaat. Immers, met de liefde staat heel het leven op het spel en met liefde schertst men niet. “Voorbereiding op het huwelijk” bestaat niet in drie of vier conferenties in de parochie. Neen, dat is geen voorbereiding maar schijnvoorbereiding. Verantwoordelijk voor deze gang van zaken is de pastoor en de bisschop. De voorbereiding moet volgroeid zijn en moet tijd kosten. Het gaat niet om een plichtpleging, maar om een sacrament. De voorbereiding moet een echt catechumenaat zijn.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Trouw is een manier van zijn, een levensstijl. Men werkt eerlijk, men spreekt waarachtig, men blijft trouw aan de waarheid in eigen denken, in eigen handelen. Een leven doordrongen van trouw wordt zichtbaar in alle omstandigheden en leidt ertoe dat men als mannen en vrouwen trouw en betrouwbaar is in alle omstandigheden.
Maar om tot zo’n mooi leven te komen volstaat onze menselijke natuur niet. Gods trouw moet in ons bestaan zijn intrede doen en ons besmetten. Het zesde gebod nodigt ons uit naar Christus te kijken die door zijn trouw ons kan bevrijden van een overspelig hart en ons een trouw hart kan geven. In Hem, en alleen in Hem, is er liefde zonder voorbehoud noch bedenkingen. Alleen in Hem is er volledige – zonder onderbreking – gave en volharding in de trouw tot het einde.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Onze trouw ontspringt aan zijn dood en verrijzenis. Standvastigheid in onze relaties ontspringt aan zijn onvoorwaardelijke liefde. Verbondenheid onder ons en trouw in de beleving van onze verbondenheid, ontspringt aan de gemeenschap met Hem, met de Vader en met de Geest.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/7080-geboden-11-a-geen-echtbreuk-plegen-nl