Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Dierbare broeders en zusters, goedendag!
De bladzijde uit het Evangelie van vandaag presenteert Jezus die naar Nazareth terugkeert en op de sabbat begint te onderrichten in de synagoge. Sinds Hij vertrokken was en was gaan prediken in de omliggende steden en dorpen, was Hij niet meer in Zijn vaderstad geweest. Bijgevolg kwam heel het dorp luisteren naar deze zoon van het volk, van wie faam als wijze leraar en machtig genezer nu uitstrekte tot in Galilea en daarbuiten. Maar wat een succes had kunnen worden, veranderde in een opzienbarende afwijzing, zodanig dat Jezus geen enkel wonder meer kon doen, op enkele genezingen na. De dynamiek van deze dag wordt door de evangelist Marcus nauwkeurig gereconstrueerd. De mensen van Nazareth luisteren eerst en staan verwonderd; daarna vragen ze zich perplex af: vanwaar komen die dingen, die wijsheid? En tenslotte, zijn ze geërgerd wanneer ze in Hem de timmerman herkennen, de zoon van Maria, die ze hebben zien opgroeien. Bijgevolg besluit Jezus met de spreekwoordelijk geworden uitspraak: “een profeet wordt overal geëerd behalve in zijn eigen stad” .
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Wij stellen ons de vraag: hoe gaan Jezus’ stadgenoten over van verwondering naar ongeloof? Zij vergelijken Jezus’ bescheiden afkomst en Zijn huidige capaciteiten: Hij is een timmerman, Hij heeft geen studies gedaan, maar Hij predikt beter dan de schriftgeleerden en doet wonderen. En in plaats van zich open te stellen voor die realiteit, ergeren zij zich. Voor de inwoners van Nazareth is God te groot om zich te verlagen en door een zo eenvoudige mens te spreken! Het is de ergernis van de menswording: het ontstellende gebeuren van een God die mens wordt, die denkt met de geest van een mens, die werkt en handelt met de handen van een mens, die bemint met het hart van een mens, een God die zich moeite geeft, die eet en slaapt als één van ons. De Zoon van God haalt ieder menselijk plan omver: het zijn niet de leerlingen die de voeten van de Heer gewassen hebben, maar de Heer die de voeten van Zijn leerlingen waste. Een voorwerp van ergernis en ongeloof, niet alleen in die tijd, maar in elke tijd, ook vandaag.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De ommezwaai die Jezus bewerkt, engageert Zijn leerlingen van gisteren en vandaag tot een persoonlijke en gemeenschappelijke verificatie. Inderdaad, het kan zelfs vandaag gebeuren dat wij vooroordelen koesteren die ons beletten de werkelijkheid te vatten. Maar de Heer nodigt ons vandaag uit een houding aan te nemen van nederig luisteren en volgzaam wachten want Gods genade dient zich dikwijls aan op een verrassende manier, die niet overeenstemt met onze verwachtingen. Denken we bijvoorbeeld aan Moeder Theresa van Calcutta. Een kleine religieuze – men zou geen 10 lire voor haar gegeven hebben – zij ging door de straten om stervenden op te halen, opdat zij een waardige dood zouden sterven. Door gebed en door haar werk, heeft deze kleine religieuze wonderen gedaan! De kleinheid van een vrouw heeft in de liefdadigheid van de Kerk een revolutie bewerkt. Het is een voorbeeld uit onze tijd. God past zich niet aan onze vooroordelen aan.
Wij moeten ons inspannen ons hart en onze geest open te stellen, de Goddelijke werkelijkheid die ons tegemoet komt, op te nemen. Het gaat erom geloof te hebben: gebrek aan geloof belemmert Gods genade. Vele gedoopten leven alsof God niet bestaat: men herhaalt gebaren en tekens van het geloof, maar zonder werkelijke aanhankelijkheid aan de Persoon van Jezus en Zijn Evangelie. Elke christen is integendeel geroepen deze fundamentele aanhankelijkheid te verdiepen, door te proberen ervan te getuigen met een houding van een coherent leven, waarvan de leidraad altijd de liefde zal zijn.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Vragen wij de Heer, op de voorspraak van de Maagd Maria, dat Hij de hardheid van hart en de bekrompenheid van geest zou doen smelten, opdat wij zouden open staan voor Zijn genade, Zijn waarheid en Zijn zending van goedheid en barmhartigheid, voor iedereen zonder uitzondering.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/6982-zich-voorbereiden-op-de-verrassingen-van-god-nl