Inhoudsopgave
- Inhoud
1
De woorden van de profeet Jesaja – gericht tot de heilige stad Jeruzalem – roepen ons op, op te staan, naar buiten te gaan, weg van onze beslotenheid, uit onszelf te treden en de pracht te erkennen van het licht dat ons leven verlicht: “Sta op, laat het licht u beschijnen, Jeruzalem, want de Zon gaat over u op en de glorie van de Heer begint over u te schijnen” . “De Zon” is de heerlijkheid van de Heer. De Kerk mag niet geloven dat zij met haar eigen licht verlicht; dat mag zij niet. De heilige Ambrosius herinnert daaraan in een mooi woord, hij gebruikt de maan als een beeld van de Kerk: “de Kerk is werkelijk zoals de maan: (…) zij straalt niet door haar eigen licht maar door dat van Christus. Zij haalt haar glans uit de Zon van gerechtigheid, zodat men kan zeggen: “niet langer ik leef maar Christus leeft in mij”. Christus is het ware licht dat verlicht; en in de mate dat de Kerk in Hem verankerd blijft, in de mate dat de Kerk zich door Hem laat verlichten, komt zij ertoe het leven van mensen en volken te verlichten. Daarom erkennen de Kerkvaders het “
mysterium lunae” in de Kerk.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Wij hebben dit licht dat van boven komt, nodig om coherent te beantwoorden aan de roeping die wij ontvangen hebben. De verkondiging van het Evangelie van Christus is geen keuze die wij kunnen maken tussen de vele andere en het is evenmin een beroep. Voor de Kerk betekent missionair zijn geen proselitisme. Voor de Kerk is missie haar natuur zelf: door God verlicht worden en Zijn licht weerkaatsen. Dat is haar dienst. Een andere weg is er niet. Missie is haar roeping : het licht van Christus weerkaatsen is haar dienst. Hoeveel mensen verwachten dit missionair engagement van ons, omdat zij Christus nodig hebben, zij hebben er behoefte aan het gelaat van de Vader te kennen.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De wijzen over wie het Matteüsevangelie spreekt zijn een levend getuigenis van het feit dat het zaad van de waarheid overal aanwezig is, omdat het een gave is van de Schepper die iedereen roept Hem te erkennen als een goede en trouwe Vader. De wijzen vertegenwoordigen de mensen van overal ter wereld, die in het huis van God opgenomen worden. Ten overstaan van Jezus bestaat er geen verdeeldheid meer van ras, taal of cultuur: in dit Kind vindt heel de mensheid haar eenheid. En de Kerk heeft de opdracht het verlangen naar God dat iedereen in zich draagt, te erkennen en duidelijker zichtbaar te maken. Dat is de dienst van de Kerk, met het licht dat zij weerkaatst, het verlangen naar God zichtbaar te maken dat ieder in zich draagt. Zoals de wijzen hebben vele mensen, ook op onze dagen, een “onrustig hart” dat vragen blijft stellen zonder zekere antwoorden te vinden – dat is de onrust van de Heilige Geest die de harten beweegt. Zij zijn nog op zoek naar de Ster die de weg naar Bethlehem aanwijst.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Hoeveel sterren zijn er aan de hemel! En nochtans, hebben de wijzen een andere, nieuwe ster gevolgd, die voor hen veel sterker straalde. Zij hebben lang het grote boek van de hemel onderzocht om een antwoord op hun vragen te vinden – zij hadden een onrustig hart – en eindelijk is het licht verschenen. Deze ster heeft hen veranderd. Zij deed hun dagelijkse belangen vergeten en zij hebben zich onmiddellijk op weg begeven. Zij hebben naar een stem geluisterd die hen innerlijk aanspoorde dit licht te volgen – de stem van de Heilige Geest die in alle mensen werkzaam is; en zij heeft hen geleid tot zij de Koning van de joden vonden in een arm huis te Bethlehem.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Dat is allemaal een les voor ons. Vandaag zal het ons goed doen de vraag van de wijzen te herhalen: “Waar is de pasgeboren koning der Joden? Want wij hebben zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om Hem onze hulde te brengen” . Wij worden aangespoord, vooral in een tijd als de onze, op zoek te gaan naar de tekens die God geeft, wetend dat Hij ons engagement vraagt om ze te ontcijferen en Zijn wil te begrijpen. Wij worden aangesproken naar Betlehem te gaan om het Kind en Zijn Moeder te vinden. Volgen wij het licht dat God ons geeft – heel klein … ; de hymne uit het brevier zegt ons dichterlijk over de wijzen: "lumen requirunt lumine" - “zij zijn van licht tot licht gegaan”: het is een klein licht – het licht van het gelaat van Christus, vol erbarmen en trouw. Eens tot bij Hem gekomen, laten we Hem met heel ons hart aanbidden en onze gaven aanbieden: onze vrijheid, ons verstand, onze liefde. De ware wijsheid verbergt zich in het gelaat van dit Kind. Daar, in de eenvoud van Betlehem, waar zich het leven van de Kerk samengevat vindt. Daar is de bron van het licht dat iedere mens ter wereld tot zich trekt en de weg van de volken naar de weg van de vrede richt.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/6177-de-wijzen-zijn-van-licht-tot-licht-gegaan-nl