Inhoudsopgave
- Inhoud
6
De kerkelijke roepingen
Wij denken daarbij aan enkele kwesties in verband met deze gelijktijdige en eensgezinde pastorale werkzaamheid: allereerst de kwestie van de kerkelijke roepingen. We willen niet toegeven aan de gedachte, dat ons pastoraal arbeidsterrein onvruchtbaar zou blijken en geen jonge en volwassen zielen zou kunnen opleveren die in staat zijn de roepstem tot de heldhaftige dienst voor het rijk Gods te verstaan. Wij zijn van oordeel, dat de schaarste aan roepingen in de grote steden weliswaar grotendeels wordt veroorzaakt door het milieu van gezin en omgeving, omdat dit milieu het hart van de nieuwe generaties doet weerstaan aan de uitnodiging van de stem van Christus. Maar we hebben toch het vertrouwen, dat een priester, een echte priester, die niet kwezelachtig en ook niet geseculariseerd is, maar die in intense wijsheid en offerzin zijn priesterschap beleeft in contact met zijn kudde, vooral met de jongeren, nog steeds de kracht of juister nog de genade zal bezitten om in andere zielen de vlam te ontsteken van de totale liefde tot de Heer Christus die in hem brandt. Wij geloven, dat het voorbeeld van het priesterleven dat zichzelf volkomen opoffert, samen met het gewijde celibaat dat daaruit volgt, aan de onvermengde liefde tot Jezus onze Meester en Heer, onze Hogepriester en ons enig verlossende Lam, en dat zich tevens wijdt aan de volledige en onvermengde navolging van Hem in de pastorale dienst voor het volk Gods meer zal aanlokken om de priesterlijke staat te kiezen dan een levenswijze die menselijk gezien natuurlijker en schijnbaar gemakkelijker is, maar waarin de toewijding aan Christus en de opoffering van zichzelf zoals wij die kennen niet meer zo volmaakt en verheffend samengaan. Alles hangt ervan af, of men zo iets aandurft: dat is het charisma dat noodzakelijk is. Maar moeten we betwijfelen, dat de Geest het kan geven aan de edelmoedigste zonen van onze generatie? De morele sterkte, de gave van zichzelf, de liefde tot Christus, die heilig en bovenmenselijk is, maar ook uiterst waarachtig, levendig en schoon, onthecht van elke, ook wettige liefde , kortom het kruis omwille van de redding van onszelf en van anderen, beïnvloeden het menselijk hart, vooral van jonge mensen, sterker dan de uitnodiging tot een priesterschap dat veraangenaamd wordt door de verbinding van de natuurlijke met de bovennatuurlijke liefde. Daarom denken we, ook inzake de brandende kwestie van de Kerkelijke roepingen, dat het celibaat, op geestelijke wijze getransfigureerd en transfigurerend, meer en betere kandidaten zal aantrekken dan een wijziging van de Kerkrechtelijke wet die het celibaat volledig wil handhaven. Die wet is de epiloog van de trouwen de liefde voor het rijk Gods, van de historische ervaringen en van de ascetische en mystieke strijd van onze Latijnse Kerk. Gij, onze zonen en broeders, weet dit en samen met ons wilt gij dit. Weest gezegend.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/5453-de-kerkelijke-roepingen-nl