Inhoudsopgave
- Inhoud
1
De eerste overweging die ik met u zou willen delen is deze: we zijn vandaag getuige van een paradoxale situatie wat betreft het medische beroep. Van de ene kant constateren we – en danken we God ervoor – de vooruitgang van de geneeskunde dankzij het werk van wetenschappers die zich met passie en zonder terughouden wijden aan het onderzoek naar nieuwe geneeswijzen. Van de andere kant stuiten we echter ook op het gevaar dat de medicus zijn identiteit als dienaar van het leven verliest. De culturele desoriëntatie heeft ook een omgeving aangetast die onaantastbaar leek: die van u, de geneeskunde! Hoewel ze van nature ten dienste van het leven staan, worden de gezondheidsberoepen er soms toe gebracht het leven zelf niet te respecteren. Maar, zoals ons de Encycliek herinnert, “Openheid voor het leven vormt de kern van de ware ontwikkeling.” Er is geen ware ontwikkeling zonder deze openheid voor het leven. “Als de persoonlijke en sociale zin voor de aanvaarding van een nieuw leven verloren gaat, dan verdorren ook andere voor het sociale leven nuttige vormen van aanvaarding. De aanvaarding van het leven versterkt de morele krachten en stelt mensen in staat tot wederzijdse hulpverlening.” De paradoxale situatie wordt gezien in het feit dat, terwijl men aan de persoon nieuwe rechten toekent, soms ook vermeende rechten, het leven niet altijd wordt beschermd als primaire waarde en oerrecht van ieder mens. Het uiteindelijke doel van het medisch handelen blijft altijd de verdediging en de bevordering van het leven.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Het tweede punt: in deze tegenstrijdige context doet de Kerk een beroep op de gewetens, op de gewetens van alle beroepsbeoefenaars en vrijwilligers van de gezondheidszorg, op een bijzondere manier van u, gynaecologen, die geroepen bent om mee te werken aan de geboorte van nieuwe menselijke levens. U heeft een unieke roeping en zending, die studie, geweten en menselijkheid vereist. Er is een tijd geweest dat we de vrouwen die hielpen bij de bevalling “co-madre” (mede-moeder, vroedvrouw) noemden: ze is als een moeder samen met de andere, met de echte moeder. Ook u bent “mede-moeders” en “mede-vaders”, u ook.
Een wijdverbreide mentaliteit van het handige, de “wegwerpcultuur”, die vandaag de harten en intelligenties van velen verslaaft, heeft een hele hoge prijs: het vereist het uit de weg ruimen van menselijke wezens, vooral de fysiek of sociaal zwakkeren. Ons antwoord op deze mentaliteit is een beslist “ja” voor het leven, zonder aarzeling. “Het eerste recht van een menselijke persoon is zijn leven. Hij heeft nog andere hoge waarden en bepaalde daarvan zijn kostbaarder, maar dat eerste is fundamenteel, voorwaarde voor elk ander recht.” Voorwerpen hebben een prijs en kunnen verkocht worden, maar personen hebben een waardigheid, zijn meer waard dan de dingen en hebben geen prijs. Vaak bevinden we ons in situaties waarin we zien dat wat het goedkoopst is het leven is. Daarom is de aandacht voor het menselijk leven in zijn totaliteit de laatste jaren een echte prioriteit van het Leergezag van de Kerk geworden, vooral voor het meest weerloze, dat wil zeggen voor de gehandicapte, de zieke, het ongeboren kind, het kind, de oudere, wat het meest weerloze leven is.
Ieder van ons wordt uitgenodigd om in de kwetsbare mens het aangezicht van de Heer te herkennen, die in zijn menselijk vlees de onverschilligheid en de eenzaamheid heeft ondervonden waartoe we de allerarmsten vaak veroordelen, zowel in de ontwikkelingslanden als in de welvarende samenlevingen. Elk kind dat niet geboren maar onrechtvaardig veroordeeld wordt tot geaborteerd worden, heeft het aangezicht van Jezus Christus, heeft het aangezicht van de Heer, die nog voor Hij geboren werd en toen Hij net geboren was, de afwijzing van de wereld heeft ondervonden. En elke oudere – ik heb gesproken over kinderen: laten we naar de ouderen gaan, een ander punt! En elke oudere, ook als hij ziek is of aan het eind van zijn dagen, draagt het aangezicht van Christus. Ze mogen niet weggeworpen worden, zoals de “wegwerpcultuur” ons voorstelt! Ze mogen niet weggegooid worden!
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het derde aspect is een mandaat: weest getuigen en verdedigers van deze “cultuur van het leven”. Uw katholiek zijn brengt een grotere verantwoordelijkheid met zich mee: vooral voor uzelf, door de verplichting tot coherentie met uw christelijke roeping; en verder voor de huidige cultuur, door bij te dragen aan het erkennen van de transcendente dimensie van het menselijk leven – het kenmerk van het scheppingswerk van God – vanaf het eerste moment van zijn conceptie. En dit is een taak tot nieuwe evangelisatie waarvoor het vaak nodig is tegen de stroom in te gaan en er persoonlijk voor te betalen. De Heer rekent ook op u voor de verspreiding van het “evangelie van het leven”. In dit perspectief zijn de ziekenhuisafdelingen van gynaecologie bevoorrechte plaatsen voor getuigenis en evangelisatie, omdat daar waar de Kerk zich tot “voertuig van de tegenwoordigheid van God”, de levende God, maakt, wordt ze tegelijkertijd “instrument van een ware vermenselijking van de mens en de wereld.” Door het doen rijpen van het bewustzijn dat de menselijke persoon in kwetsbare toestand in het centrum van de medische en assisterende activiteit staat, wordt de structuur van de gezondheidszorg een “plaats waarin de zorgrelatie geen beroep is – uw zorgrelatie is geen beroep – maar een missie; waar de naastenliefde van de Barmhartige Samaritaan de eerste leerstoel is en het gezicht van de lijdende mens het eigen aangezicht van Christus”.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Dierbare medische vrienden, u wordt geroepen te zorgen voor het menselijk leven in haar beginfase; herinner allen eraan, in woord en daad, dat dit altijd, in al haar fasen en op elke leeftijd, heilig is en altijd kwaliteit heeft. En dit niet vanwege een geloofspunt – nee, nee – maar als een zaak van het verstand, van de wetenschap! Er bestaat geen menselijk leven dat sacraler is dan een ander, zoals er geen menselijk leven bestaat dat kwalitatief betekenisvoller is dan een ander. De geloofwaardigheid van een gezondheidszorgsysteem wordt niet alleen afgemeten aan de efficiëntie, maar vooral aan de aandacht en de liefde voor de personen, wier leven altijd sacraal en onschendbaar is.
Verzuim nooit tot de Heer en de Heilige Maagd Maria te bidden om de kracht uw werk goed te verrichten en moedig te getuigen – moedig! Vandaag is er moed nodig – moedig te getuigen van het “evangelie van het leven”! Dank u zeer.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/5085-artsen-moeten-voorvechters-van-het-leven-zijn-nl