La Ricorrenza
x
Informatie over dit document
La Ricorrenza
Kerstboodschap 1964
Paus Paulus VI
22 december 1964
Pauselijke geschriften - Radiotoespraken
1966, Ecclesia Docens 0720, uitg. Gooi & Sticht, Hilversum
22 december 1964
12 november 2018
1212
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inhoud
1
Wensen voor allen
De aanstaande viering van het Kerstfeest, zo dierbaar en ontroerend, zo heilig en geheimnisvol, spoedig gevolgd door het begin van het nieuwe burgerlijk jaar, inspireert ons hart, meer nog dan onze mond, tot wensen, tot overvloedige en heerlijke wensen, voor u allen, die naar ons wilt luisteren, voor u, beminde zonen en broeders, met wie wij verbonden zijn in eenzelfde geloof, eenzelfde liefde en in een gemeenschappelijke blijdschap, die ons deelgenoot maken aan de onmetelijke rijkdom van gevoelens en gedachten, in ons gewekt door het kerstgeheim; voor u, mensen, zonder uitzondering, van iedere leeftijd , uit ieder land, van elke geestesrichting , tegenover wie wij ons vandaag meer dan ooit verplicht voelen tot hoogachting, genegenheid en solidariteit.
De aanstaande viering van het Kerstfeest, zo dierbaar en ontroerend, zo heilig en geheimnisvol, spoedig gevolgd door het begin van het nieuwe burgerlijk jaar, inspireert ons hart, meer nog dan onze mond, tot wensen, tot overvloedige en heerlijke wensen, voor u allen, die naar ons wilt luisteren, voor u, beminde zonen en broeders, met wie wij verbonden zijn in eenzelfde geloof, eenzelfde liefde en in een gemeenschappelijke blijdschap, die ons deelgenoot maken aan de onmetelijke rijkdom van gevoelens en gedachten, in ons gewekt door het kerstgeheim; voor u, mensen, zonder uitzondering, van iedere leeftijd , uit ieder land, van elke geestesrichting , tegenover wie wij ons vandaag meer dan ooit verplicht voelen tot hoogachting, genegenheid en solidariteit.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Het besef van een universele zending
Inderdaad, het Kerstfeest doet ons het wezen beseffen van onze universele zending: de blijde boodschap te verkondigen aan alle mensen; de blijde boodschap, die aan de mensen de mogelijkheid openbaart van geluk van vrede, van heil. Daarom voelen wij vandaag meer dan ooit het verlangen en meer nog de plicht om onze heilwensen tot de wereld te richten.
Inderdaad, het Kerstfeest doet ons het wezen beseffen van onze universele zending: de blijde boodschap te verkondigen aan alle mensen; de blijde boodschap, die aan de mensen de mogelijkheid openbaart van geluk van vrede, van heil. Daarom voelen wij vandaag meer dan ooit het verlangen en meer nog de plicht om onze heilwensen tot de wereld te richten.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 Een boodschap van broederlijkheid
3
Herinnering aan de reis naar India
Dit jaar is onze boodschap en onze wens er een van broederlijkheid. Van broederlijkheid, begrijpt het, mensen, die naar ons luistert; van een broederlijkheid, oprechter, effectiever, universeler dan die de mensen reeds met elkaar verbindt. Van broederlijkheid!
Dit jaar is onze boodschap en onze wens er een van broederlijkheid. Van broederlijkheid, begrijpt het, mensen, die naar ons luistert; van een broederlijkheid, oprechter, effectiever, universeler dan die de mensen reeds met elkaar verbindt. Van broederlijkheid!
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De solidariteit als doel van de moderne beschaving
Wij zijn nog vol van de indrukken van onze reis, pas geleden, naar Bombay [d:9]. Deze reis had, gelijk men weet, een religieus doel; maar ze heeft voor ons tegelijkertijd een enorme menselijke betekenis gekregen. Als vreemdeling en als pelgrim zijn wij naar een ver en ons onbekend land gegaan; wij hadden er vreemd en geïsoleerd kunnen blijven, slechts omgeven door onze broeders in het geloof. Maar wij hebben er een ontmoeting gehad met een volk. Met een talrijk, een feestvierend en juichend volk. Het leek ons, dat dit volk de reusachtige volken van het onmetelijke India vertegenwoordigde en met hen de volken van heel Azië, die gelijk u weet, niet katholiek zijn, maar hoffelijk, openstaand en vol verlangen, een blik, een woord op te vangen van die vreemde bezoeker uit Rome, die wij waren . werkelijk, het is een moment geworden van begrijpen, van geestelijk contact. Wat deze enthousiaste menigte in onze gezien heeft, weten wij niet. Wij hebben in dit volk gezien een waardige mensheid, vergroeid met haar duizendjarige culturele tradities, wel niet alle christelijk, maar diep geestelijk en in menig opzicht goed en sympathiek, zeer oud en tevens jong, en op het ogenblik vol vitaliteit en gericht op iets, dat zelfs de verbazingwekkende vooruitgang niet kan geven, misschien wel kan tegenhouden.
Wij zijn nog vol van de indrukken van onze reis, pas geleden, naar Bombay [d:9]. Deze reis had, gelijk men weet, een religieus doel; maar ze heeft voor ons tegelijkertijd een enorme menselijke betekenis gekregen. Als vreemdeling en als pelgrim zijn wij naar een ver en ons onbekend land gegaan; wij hadden er vreemd en geïsoleerd kunnen blijven, slechts omgeven door onze broeders in het geloof. Maar wij hebben er een ontmoeting gehad met een volk. Met een talrijk, een feestvierend en juichend volk. Het leek ons, dat dit volk de reusachtige volken van het onmetelijke India vertegenwoordigde en met hen de volken van heel Azië, die gelijk u weet, niet katholiek zijn, maar hoffelijk, openstaand en vol verlangen, een blik, een woord op te vangen van die vreemde bezoeker uit Rome, die wij waren . werkelijk, het is een moment geworden van begrijpen, van geestelijk contact. Wat deze enthousiaste menigte in onze gezien heeft, weten wij niet. Wij hebben in dit volk gezien een waardige mensheid, vergroeid met haar duizendjarige culturele tradities, wel niet alle christelijk, maar diep geestelijk en in menig opzicht goed en sympathiek, zeer oud en tevens jong, en op het ogenblik vol vitaliteit en gericht op iets, dat zelfs de verbazingwekkende vooruitgang niet kan geven, misschien wel kan tegenhouden.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Een gevoel van diepe genegenheid heeft ons toen de bevestiging gegeven van wat het christendom sinds eeuwen leert en wat door de ontwikkeling van de beschaving langzaam en geleidelijk wordt erkend en verkondigd: de mensen zijn broeders. De betrekkingen tussen de mensen worden zó gemakkelijk en veelvuldig, dat ze vanzelf moeten uitmonden in liefde. De afstanden zijn zozeer verkort en bijna opgeheven, dat de liefde universeel moet worden. het begrip naaste, dat reeds door het evangelie van de Samaritaan wordt verbreed over de conventionele grenzen heen, omvat nu de gehele mensheid: iedereen is onze naaste. Enerzijds dringt de nood van de evenmens zich steeds duidelijker aan ons op en doet een steeds dwingender beroep op ons. Van de andere kant wordt de mogelijkheid hen te helpen, steeds groter. Hierdoor zien wij thans beter in, welk doel de opbouw van de beschaving in onze tijd moet natreven: organiseren van de solidariteit onder de mensen om aan iedereen zijn dagelijks brood en zijn waardigheid te verzekeren en om iedereen te doen begrijpen, dat het hoogste ideaal gelegen is in het gemeenschappelijk welzijn.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De leer van Christus
De maatschappelijke vooruitgang ontdekt als eis, als resultaat, hetgeen Christus mensgeworden zoals wij en onze Leraar, ons reeds geleerd had in zijn Evangelie, dat nooit volledig is begrepen en nog niet in heel zijn omvang is gepraktiseerd: „Allen zijn gij broeders” (Mt. 23, 8) [b:Mt. 23, 8], dat wil zeggen elkaars gelijken, solidair met elkaar, verplicht om in iedere mens het beeld te zien van dezelfde hemelse Vader en om elkaar te helpen op weg naar dezelfde bestemming: de volheid van het mens-zijn en het kindschap Gods door de genade in dit leven, het eeuwig geluk in het toekomstig leven.
De maatschappelijke vooruitgang ontdekt als eis, als resultaat, hetgeen Christus mensgeworden zoals wij en onze Leraar, ons reeds geleerd had in zijn Evangelie, dat nooit volledig is begrepen en nog niet in heel zijn omvang is gepraktiseerd: „Allen zijn gij broeders” (Mt. 23, 8) [b:Mt. 23, 8], dat wil zeggen elkaars gelijken, solidair met elkaar, verplicht om in iedere mens het beeld te zien van dezelfde hemelse Vader en om elkaar te helpen op weg naar dezelfde bestemming: de volheid van het mens-zijn en het kindschap Gods door de genade in dit leven, het eeuwig geluk in het toekomstig leven.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 De broederlijkheid als grondslag van de moderne samenleving
7
Eerbied voor de naaste als mens
In onze tijd is broederlijkheid een plicht. Vriendschap is het beginsel van ieder moderne menselijke samenleving. In plaats van in onze medemens en vreemde te zien, een rivaal, een onsympathiek iemand, een tegenstander, een vijand moeten wij in hem de mens leren zien, d.w.z. een wezen gelijk aan ons, waaraan wij eerbied, hoogachting hulp, liefde verschuldigd zijn, gelijk aan onszelf. Opnieuw komt ons voor de geest het prachtige woord van de afrikaanse kerkleraar: „dilatentur spatia caritatis: laat de ruimte van de liefde zich verbreden” 69, 1; P.L. 38,440 [[880]]. De barrières van het egoïsme moeten worden neergehaald, en het behartigen van rechtmatige persoonlijke belangen mag nooit gaan ten koste van anderen en mag nooit met zich meebrengen een inbreuk op redelijke gemeenschapzin. De democratie, waarop de menselijke samenleving zich in onze tijd beroept, moet openstaan voor een universele opvatting, die de grenzen en de hinderpalen voor een daadwerkelijke broederlijkheid weet te overwinnen.
In onze tijd is broederlijkheid een plicht. Vriendschap is het beginsel van ieder moderne menselijke samenleving. In plaats van in onze medemens en vreemde te zien, een rivaal, een onsympathiek iemand, een tegenstander, een vijand moeten wij in hem de mens leren zien, d.w.z. een wezen gelijk aan ons, waaraan wij eerbied, hoogachting hulp, liefde verschuldigd zijn, gelijk aan onszelf. Opnieuw komt ons voor de geest het prachtige woord van de afrikaanse kerkleraar: „dilatentur spatia caritatis: laat de ruimte van de liefde zich verbreden” 69, 1; P.L. 38,440 [[880]]. De barrières van het egoïsme moeten worden neergehaald, en het behartigen van rechtmatige persoonlijke belangen mag nooit gaan ten koste van anderen en mag nooit met zich meebrengen een inbreuk op redelijke gemeenschapzin. De democratie, waarop de menselijke samenleving zich in onze tijd beroept, moet openstaan voor een universele opvatting, die de grenzen en de hinderpalen voor een daadwerkelijke broederlijkheid weet te overwinnen.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Het ideaal van de moderne jeugd
Wij weten, dat deze ideeën tegenwoordig grote weerklank vinden in de harten der mensen. Wij geloven, dat vooral de jeugd er zich van bewust is, dat deze waarheden de toekomst hebben en dat ze gebaseerd zijn op het niet te stuiten proces van de beschaving. Het zijn idealen, maar geen utopieën. Ze zijn moeilijk, maar waard om bestudeerd en uitgevoerd te worden. Wij stellen ons achter deze idealen. Wij zijn voor de jeugd, die de wereld wil maken tot een tehuis voor iedereen in plaats van tot een loopgravennet, waar een onverzoenlijke tweedracht en een voortdurende strijd heersen.
Wij weten, dat deze ideeën tegenwoordig grote weerklank vinden in de harten der mensen. Wij geloven, dat vooral de jeugd er zich van bewust is, dat deze waarheden de toekomst hebben en dat ze gebaseerd zijn op het niet te stuiten proces van de beschaving. Het zijn idealen, maar geen utopieën. Ze zijn moeilijk, maar waard om bestudeerd en uitgevoerd te worden. Wij stellen ons achter deze idealen. Wij zijn voor de jeugd, die de wereld wil maken tot een tehuis voor iedereen in plaats van tot een loopgravennet, waar een onverzoenlijke tweedracht en een voortdurende strijd heersen.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Belemmeringen voor het ideaal
Maar wij weten ook, dat deze schone ideeën zo broos zijn. Op bepaalde momenten van de geschiedenis treden ze lichtend naar voren om aanstonds weer verduisterd te worden door wolken van tegenstrijdigheid. De weg van de ware vooruitgang is moeizaam en onzeker. Het menselijk weerstandsvermogen bij het streven naar het hoogste kent inzinkingen van moedeloosheid. De mens is onstandvastig. Het veroveren van de waarheid is zwaar. Het goede is moeilijk, de haat is gemakkelijker dan liefde.
Maar wij weten ook, dat deze schone ideeën zo broos zijn. Op bepaalde momenten van de geschiedenis treden ze lichtend naar voren om aanstonds weer verduisterd te worden door wolken van tegenstrijdigheid. De weg van de ware vooruitgang is moeizaam en onzeker. Het menselijk weerstandsvermogen bij het streven naar het hoogste kent inzinkingen van moedeloosheid. De mens is onstandvastig. Het veroveren van de waarheid is zwaar. Het goede is moeilijk, de haat is gemakkelijker dan liefde.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Het aanbod van de Kerk
Daarom zouden wij het onuitputtelijke en altijd actuele erfgoed van goddelijke en menselijke leer en van zedelijke kracht, dat het katholicisme in zich bezit, aan de wereld willen aanbieden om zo de mensen van goede wil te steunen bij hun streven naar het algemeen welzijn, de universele vrede, de verbroedering van alle mensen. Ons aanbod is oprecht gemeend. De Kerk houdt er zich mee bezig in het oecumenisch Concilie; het komt uit haar hart, dat vol is van de nieuwe liefde, die Christus in de wereld heeft ontstoken; met een nederig en vriendschappelijk gebaar doet zij dit aanbod aan de moderne wereld, die het vrijwillig moet aanvaarden, en die het niet mag afwijzen, als zij werkelijk haar eigen redding wil.
Daarom zouden wij het onuitputtelijke en altijd actuele erfgoed van goddelijke en menselijke leer en van zedelijke kracht, dat het katholicisme in zich bezit, aan de wereld willen aanbieden om zo de mensen van goede wil te steunen bij hun streven naar het algemeen welzijn, de universele vrede, de verbroedering van alle mensen. Ons aanbod is oprecht gemeend. De Kerk houdt er zich mee bezig in het oecumenisch Concilie; het komt uit haar hart, dat vol is van de nieuwe liefde, die Christus in de wereld heeft ontstoken; met een nederig en vriendschappelijk gebaar doet zij dit aanbod aan de moderne wereld, die het vrijwillig moet aanvaarden, en die het niet mag afwijzen, als zij werkelijk haar eigen redding wil.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Belemmeringen voor de broederlijkheid tussen de mensen
11
De onmiskenbare aanwezigheid van deze belemmeringen
Wij weten heel goed. Welke belemmeringen de broederlijkheid tussen de mensen voortdurend in de weg staan, en wij constateren met droefheid, dat ze op het ogenblik volop een voorwerp van discussie zijn, waardoor ze wel duidelijker naar voren komen, maar soms ook een gevaarlijker uitwerking hebben.
Wij weten heel goed. Welke belemmeringen de broederlijkheid tussen de mensen voortdurend in de weg staan, en wij constateren met droefheid, dat ze op het ogenblik volop een voorwerp van discussie zijn, waardoor ze wel duidelijker naar voren komen, maar soms ook een gevaarlijker uitwerking hebben.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Met het lieflijke en aantrekkelijke Kerstfeest in het vooruitzicht kunnen wij niet uitweiden over deze belemmeringen, die het dramatisch en beangstigend beeld vertonen van de moderne historische realiteit. Maar toch mogen wij de driegende aanwezigheid ervan niet verhelen in een boodschap als deze vóór alles eerlijk wil zijn.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Laten wij slechts vluchtig enkele van de vele bestaande en mogelijke concrete vormen aanstippen van de belemmeringen voor de broederlijkheid onder de mensen. Wij geven maar een korte schets bij wijze van voorbeeld.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Het nationalisme
Op de eerste plaats het nationalisme, dat de volken verdeelt en tegen elkaar opzet, dat tussen hen barrières opwerpt van tegenover elkaar staande ideologieën, van geestelijke beperktheid van louter nationale belangen, van autarkische strevingen, om maar te zwijgen van een egoïstisch en heerzuchtig imperialisme. Deze vijand van de menselijke broederlijkheid neemt nu weer in kracht toe. Na de tragische ervaring van de laatste wereldoorlog scheen hij overwonnen, ten minste zo goed als; maar hij doet zich weer gelden. Wij vragen regeerders en volken, waakzaam te zijn en deze gemakkelijk opkomende zucht naar prestige en concurrentie te bedwingen; ze kan opnieuw noodlottig worden. Wij spreken de wens uit, dat allen hun steun en waardering mogen geven aan het werk van de organisaties, die tot doel hebben, de naties te verenigen in een loyale en wederzijdse samenwerking, oorlogen te verhinderen en conflicten te voorkomen, meningsverschillen op te lossen door geduldige onderhandelingen en door geschikte overeenkomsten, de zin voor het internationaal recht en de codificering ervan te bevorderen in één woord: de stabiliteit en het dynamisch evenwicht van de vrede te verzekeren.
Op de eerste plaats het nationalisme, dat de volken verdeelt en tegen elkaar opzet, dat tussen hen barrières opwerpt van tegenover elkaar staande ideologieën, van geestelijke beperktheid van louter nationale belangen, van autarkische strevingen, om maar te zwijgen van een egoïstisch en heerzuchtig imperialisme. Deze vijand van de menselijke broederlijkheid neemt nu weer in kracht toe. Na de tragische ervaring van de laatste wereldoorlog scheen hij overwonnen, ten minste zo goed als; maar hij doet zich weer gelden. Wij vragen regeerders en volken, waakzaam te zijn en deze gemakkelijk opkomende zucht naar prestige en concurrentie te bedwingen; ze kan opnieuw noodlottig worden. Wij spreken de wens uit, dat allen hun steun en waardering mogen geven aan het werk van de organisaties, die tot doel hebben, de naties te verenigen in een loyale en wederzijdse samenwerking, oorlogen te verhinderen en conflicten te voorkomen, meningsverschillen op te lossen door geduldige onderhandelingen en door geschikte overeenkomsten, de zin voor het internationaal recht en de codificering ervan te bevorderen in één woord: de stabiliteit en het dynamisch evenwicht van de vrede te verzekeren.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Het racisme
Een ander beletsel, dat eveneens opnieuw opkomt, is het racisme, dat de verschillende rassen, die de grote mensenfamilie uitmaken, van elkander scheidt en tegenover elkander plaatst. Het veroorzaakt hoogmoed, wantrouwen, exclusivisme, discriminatie en soms onderdrukking, tot schade van de wederzijdse eerbied en de verschuldigde waardering, waardoor de verschillende etnische groepen moeten samengroeien tot een vreedzaam geheel van broedervolken.
Een ander beletsel, dat eveneens opnieuw opkomt, is het racisme, dat de verschillende rassen, die de grote mensenfamilie uitmaken, van elkander scheidt en tegenover elkander plaatst. Het veroorzaakt hoogmoed, wantrouwen, exclusivisme, discriminatie en soms onderdrukking, tot schade van de wederzijdse eerbied en de verschuldigde waardering, waardoor de verschillende etnische groepen moeten samengroeien tot een vreedzaam geheel van broedervolken.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Het militarisme
Zo zien wij ook met schrik het verschijnsel van een militarisme, dat niet de rechtmatige verdediging beoogt van het eigen land en het behoud van de wereldvrede, maar dat streeft naar steeds machtiger en moorddadiger wapens, die enorme hoeveelheden manschappen en materiaal verslinden, en machts - en oorlogspsychose aanwakkeren en de vrede slechts latensteunen op de wankele en mensonwaardige grondslag van wederzijdse angst. Ook hier durven wij de wens uit te spreken, dat de leiders van de volken met wijsheid en grootmoedigheid de weg van de ontwapening zullen weten te volgen en dat zij edelmoedig een plan opstellen om de uitgaven, bestemd voor militaire doeleinden, te gebruiken voor humanitaire doeleinden, althans gedeeltelijk en geleidelijk, en dit niet alleen ten bate van hun eigen land, maar ook ten gunste van de ontwikkelingslanden, die in nood verkeren. Honger en ellende, ziekte en onwetendheid vragen nog altijd om hulp. En wij aarzelen niet om op deze dag van goedheid en broederlijkheid de dringende smeekbede van de nog steeds onafzienbare menigte van armen en noodlijdenden, die behoefte hebben aan snelle en doeltreffende hulp, tot de onze te maken. Gij, goede en edelmoedige mensen, die hulp kunt bieden aan hen die hongeren, die lijden, die in ellende en verlatenheid verkeren, weet in onze stem de goddelijke en menselijke stem te horen van Christus, onze Broeder in iedere behoeftige mens.
Zo zien wij ook met schrik het verschijnsel van een militarisme, dat niet de rechtmatige verdediging beoogt van het eigen land en het behoud van de wereldvrede, maar dat streeft naar steeds machtiger en moorddadiger wapens, die enorme hoeveelheden manschappen en materiaal verslinden, en machts - en oorlogspsychose aanwakkeren en de vrede slechts latensteunen op de wankele en mensonwaardige grondslag van wederzijdse angst. Ook hier durven wij de wens uit te spreken, dat de leiders van de volken met wijsheid en grootmoedigheid de weg van de ontwapening zullen weten te volgen en dat zij edelmoedig een plan opstellen om de uitgaven, bestemd voor militaire doeleinden, te gebruiken voor humanitaire doeleinden, althans gedeeltelijk en geleidelijk, en dit niet alleen ten bate van hun eigen land, maar ook ten gunste van de ontwikkelingslanden, die in nood verkeren. Honger en ellende, ziekte en onwetendheid vragen nog altijd om hulp. En wij aarzelen niet om op deze dag van goedheid en broederlijkheid de dringende smeekbede van de nog steeds onafzienbare menigte van armen en noodlijdenden, die behoefte hebben aan snelle en doeltreffende hulp, tot de onze te maken. Gij, goede en edelmoedige mensen, die hulp kunt bieden aan hen die hongeren, die lijden, die in ellende en verlatenheid verkeren, weet in onze stem de goddelijke en menselijke stem te horen van Christus, onze Broeder in iedere behoeftige mens.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 Het droevig en weerzinwekkend beeld van tweedracht en haat
17
Mogen wij bij deze droevige opsomming van factoren, die een beletsel vormen voor de broederlijkheid, de klassenhaat vergeten, die in onze huidige samenleving nog zo fel en zo sterk is? En de partijgeest, die contrasten schept tussen levensopvattingen., methoden, belangen en organisaties binnen het geheel van de verschillende gemeenschappen? Van de ene kant vormen deze gecompliceerde en omvangrijke sociale verschijnselen een band tussen mensen met gemeenschappelijke belangen: maar van de andere kant zijn ze vaak de oorzaak van een onoverbrugbare kloof tussen de verschillende menselijke groeperingen en maken ze van hun systematisch contrast een soort levensnoodzaak, en drukken ze zo op onze samenleving met haar geraffineerde perfectie op technisch en economische gebied het droevig en weerzinwekkend beeld van tweedracht en haat. Onze samenleving mist het geluk, omdat ze geen broederlijkheid kent. Wij kennen de ontzaglijke moeilijkheden, die een vrij en vriendschappelijk sociaal samenleving tot een onoplosbaar probleem schijnen te maken, maar wij persoonlijk zullen onvermoeid de naastenliefde blijven verkondigen als het grondbeginsel van een waarachtig menselijke samenleving. Wij geven de hoop niet op, dat het gezond verstand en de ervaring uit verleden zullen leiden tot een herzien van de beginselen, die de oorsprong zijn van veel sociale verdeeldheid, en tot een zoeken naar meer menselijke en waarachtige formules voor de normen van het gemeenschapsleven. Ook voor dit herstel van de moderne maatschappij overeenkomstig de dwingende eisen van een vreedzaam samenleven, van onderlinge samenwerking tussen de verschillende klasse en de verschillende naties, en van een gelukkig leven in gemeenschap, biedt het aloude Evangelie, dat wij vandaag openslaan, waar het spreekt over vrede op aarde voor de mensen van goede wil, nieuwe en levende woorden voor de broederlijkheid onder de mensen.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 De ware en welbegrepen godsdienstvrijheid
18
De godsdienst op zichzelf geen factor van verdeeldheid
Sommigen van onze luisteraars zullen zich misschien afvragen: en de godsdienst dan? Is hij geen factor van verdeeldheid tussen de mensen? Vooral de katholieke godsdienst, die zo dogmatisch is, zo veeleisend, zo gespecificeerd, is hij geen beletsel voor een soepele dialoog en een spontaan vergelijk tussen de mensen? Zeker, de godsdienst, de katholieke godsdienst evenzeer als alle andere, is een factor van onderscheid tussen de mensen, zoals ook de taal, de cultuur, de kunst, het beroep; maar hij is op zichzelf geen factor, die verdeeldheid brengt. Weliswaar kan het christendom door de nieuwheid van leven, die het in de wereld brengt, een oorzaak zijn van scheiding en tegenstelling, als gevolg van het goede, dat het aan de mensheid schenkt. Het licht schijnt in de duisternis en laat daardoor het verschil uitkomen tussen de gebieden van onze menselijke wereld. Maar het ligt niet in de aard van het christendom, te strijden tegen de mensen eventueel wel voor de mensen tot verdediging van wat in hen heilig en onvervreemdbaar is: hun natuurlijke naar God en het recht om hieraan naar buiten uitdrukking te geven in de vereiste vormen van de eredienst. De Kerk moet daarom noodzakelijk haar protest laten horen, wanneer deze onweerhoudbare drang wordt onderdrukt, wordt tegengewerkt, wordt verstikt en zelfs wordt gestraft door de macht van het openbaar gezag, hetwelk hiermee een gebied betreedt, dat buiten zijn bevoegdheid ligt. Ten aanzien van deze kwestie, die een meer uitvoerig en beredeneerd antwoord zou vereisen, kunnen wij in ieder geval herhalen wat de Kerk op het ogenblik verkondigt: de ware en welbegrepen godsdienstvrijheid; het verbod om iemand van wege zijn geloof, als dit niet in strijd is met het algemeen welzijn, te dwingen tot een geloof, dat hij niet vrijwillig aanvaardt, of hem tot voorwerp te maken van hatelijke discriminatie of onrechtvaardig getreiter; de eerbied voor alles wat waar een goed is in elke godsdienst en in elke menselijke overtuiging; en dit alles met de bedoeling om zo de burgerlijke eendracht en de samenwerking in allerlei nuttige activiteiten te bevorderen.
Sommigen van onze luisteraars zullen zich misschien afvragen: en de godsdienst dan? Is hij geen factor van verdeeldheid tussen de mensen? Vooral de katholieke godsdienst, die zo dogmatisch is, zo veeleisend, zo gespecificeerd, is hij geen beletsel voor een soepele dialoog en een spontaan vergelijk tussen de mensen? Zeker, de godsdienst, de katholieke godsdienst evenzeer als alle andere, is een factor van onderscheid tussen de mensen, zoals ook de taal, de cultuur, de kunst, het beroep; maar hij is op zichzelf geen factor, die verdeeldheid brengt. Weliswaar kan het christendom door de nieuwheid van leven, die het in de wereld brengt, een oorzaak zijn van scheiding en tegenstelling, als gevolg van het goede, dat het aan de mensheid schenkt. Het licht schijnt in de duisternis en laat daardoor het verschil uitkomen tussen de gebieden van onze menselijke wereld. Maar het ligt niet in de aard van het christendom, te strijden tegen de mensen eventueel wel voor de mensen tot verdediging van wat in hen heilig en onvervreemdbaar is: hun natuurlijke naar God en het recht om hieraan naar buiten uitdrukking te geven in de vereiste vormen van de eredienst. De Kerk moet daarom noodzakelijk haar protest laten horen, wanneer deze onweerhoudbare drang wordt onderdrukt, wordt tegengewerkt, wordt verstikt en zelfs wordt gestraft door de macht van het openbaar gezag, hetwelk hiermee een gebied betreedt, dat buiten zijn bevoegdheid ligt. Ten aanzien van deze kwestie, die een meer uitvoerig en beredeneerd antwoord zou vereisen, kunnen wij in ieder geval herhalen wat de Kerk op het ogenblik verkondigt: de ware en welbegrepen godsdienstvrijheid; het verbod om iemand van wege zijn geloof, als dit niet in strijd is met het algemeen welzijn, te dwingen tot een geloof, dat hij niet vrijwillig aanvaardt, of hem tot voorwerp te maken van hatelijke discriminatie of onrechtvaardig getreiter; de eerbied voor alles wat waar een goed is in elke godsdienst en in elke menselijke overtuiging; en dit alles met de bedoeling om zo de burgerlijke eendracht en de samenwerking in allerlei nuttige activiteiten te bevorderen.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
De behoefte aan liefde
De waarheid blijft onveranderlijk en door de liefde straalt zij haar weldoende invloed uit.
De waarheid blijft onveranderlijk en door de liefde straalt zij haar weldoende invloed uit.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Dit is thans meer dan ooit ons program, overtuigd als wij zijn, dat de wereld behoefte heeft aan liefde, dat het voor haar een noodzaak is om de beklemming van het egoïsme in zichzelf te overwinnen en open te staan voor een eerlijke, progressieve en universele broederlijkheid.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 6 Kerstwens
21
De vaderlijke liefde van de Paus
Dit is onze wens, voor u, rechtschapen mensen van goede wil, die naar ons luistert. En wij spreken deze wens uit met vreugde en met vertrouwen in de naam van Hem, die is de „Eerstgeborene onder vele broeders, Christus de Heer” (Rom. 8, 29) [b:Rom. 8, 29]
Dit is onze wens, voor u, rechtschapen mensen van goede wil, die naar ons luistert. En wij spreken deze wens uit met vreugde en met vertrouwen in de naam van Hem, die is de „Eerstgeborene onder vele broeders, Christus de Heer” (Rom. 8, 29) [b:Rom. 8, 29]
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Bij deze wens gaat onze vaderliefde in een wereldwijde omarming uit naar alle mensen, voor wier heil de goddelijke Verlosser op aarde is gekomen. In het bijzonder richten wij ons tot onze vereerde broeders en beminde zonen, vooral tot hen, die op het Kerstfeest hun blijdschap en hun geluk niet naarbuiten kunnen tonen vanwege de pijnlijke beperkingen, waaraan zij nog steeds onderworpen zijn. wij richten ons verder tot de priesters, de mannelijke en vrouwelijke religieuzen, op de eerste plaats tot onze dierbare missionarissen, wier zorgen en moeilijkheden ons zo goed bekend zijn.
Referenties naar alinea 22: 1
Dignitatis Humanae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Bijzondere zorg voor de armen en noodlijdenden
Wij richten ons ook tot alle christelijke huisgezinnen, tot de edelmoedige en veelbelovende jeugd, tot de onschuldige kinderen, tot de enthousiaste jongemensen. Onze liefde gaat ook uit naar de arbeiders en beroepsmensen met hun afmattende en soms eentonige dagelijkse arbeid; naar de zieken en lijdenden met hun last van leed, alleen gekend door God, die alles begrijpt en beloont. En heel speciaal denken wij aan de armen over heel de wereld. Hun angsten en hun droefheid wekken in ons een gevoel van diep meeleven. Moge het goddelijk Kind hun de troost schenken van hun liefde en de rust van een herleefd vertrouwen. En moge Het allen, die er de mogelijkheden en de middelen toe hebben – op de eerste plaats de verantwoordelijke autoriteiten – stimuleren om zich aaneen te sluiten in een constructieve inspanning, een concrete solidariteit, om met nieuwe middelen, met de zo dringend vereiste voorzieningen, volgens een weloverwogen program, de onmetelijke nood van de armen in de wereld te lenigen en tegemoet te komen aan hun verwachtingen, waarin zij niet langer teleurgesteld mogen worden.
Wij richten ons ook tot alle christelijke huisgezinnen, tot de edelmoedige en veelbelovende jeugd, tot de onschuldige kinderen, tot de enthousiaste jongemensen. Onze liefde gaat ook uit naar de arbeiders en beroepsmensen met hun afmattende en soms eentonige dagelijkse arbeid; naar de zieken en lijdenden met hun last van leed, alleen gekend door God, die alles begrijpt en beloont. En heel speciaal denken wij aan de armen over heel de wereld. Hun angsten en hun droefheid wekken in ons een gevoel van diep meeleven. Moge het goddelijk Kind hun de troost schenken van hun liefde en de rust van een herleefd vertrouwen. En moge Het allen, die er de mogelijkheden en de middelen toe hebben – op de eerste plaats de verantwoordelijke autoriteiten – stimuleren om zich aaneen te sluiten in een constructieve inspanning, een concrete solidariteit, om met nieuwe middelen, met de zo dringend vereiste voorzieningen, volgens een weloverwogen program, de onmetelijke nood van de armen in de wereld te lenigen en tegemoet te komen aan hun verwachtingen, waarin zij niet langer teleurgesteld mogen worden.
Referenties naar alinea 23: 1
Dignitatis Humanae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Zegen
Met deze hartelijke gevoelens herhalen wij onze kerstwens en schenken wij van ganser harte aan u allen, die naar ons luistert, en aan de gehele mensengemeenschap, onze sterkende en apostolische zegen als onderpand en teken van de liefde van het goddelijk Kind van Bethlehem.
Met deze hartelijke gevoelens herhalen wij onze kerstwens en schenken wij van ganser harte aan u allen, die naar ons luistert, en aan de gehele mensengemeenschap, onze sterkende en apostolische zegen als onderpand en teken van de liefde van het goddelijk Kind van Bethlehem.
Referenties naar alinea 24: 1
Dignitatis Humanae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/1212-la-ricorrenza-nl