
Paus Franciscus - 4 oktober 2020
In dat verband wil ik een memorabele tekst citeren:
"Als er geen transcendente waarheid bestaat, waaraan in gehoorzaamheid de mens volledig zijn identiteit verwerft, dan bestaat er geen enkel zeker beginsel dat rechtvaardige betrekkingen tussen de mensen garandeert. Het belang van hun klasse, groep of natie stelt hen onvermijdelijk tegenover elkaar. Als men de transcendente waarheid niet erkent, dan overwint de kracht van de macht en probeert ieder de middelen waarover hij beschikt volledig te gebruiken om zijn eigen belang of zijn eigen mening op te leggen zonder rekening te houden met de rechten van de ander. […] De wortel van het moderne totalitarisme moet dus gezocht worden in de ontkenning van de transcendente waardigheid van de mens, die zichtbaar beeld is van de onzichtbare God en juist hierom, vanwege zijn natuur zelf, subject van rechten is die niemand mag schenden, noch het individu noch de groep noch de klasse noch de natie of de staat. Ook de meerderheid van een sociaal lichaam mag dit niet doen en zij mag zich niet tegenover de minderheid stellen en deze marginaliseren, onderdrukken, uitbuiten of proberen te vernietigen." H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 44