
H. Paus Johannes Paulus II - 8 december 2004
Aangezien het belang van de vrede nauw verbonden is met de ontwikkeling van alle volken, moeten de ethische eisen voor het gebruik van de aardse goederen altijd in acht worden genomen. Het Tweede Vaticaans Concilie herinnerde ons er terecht aan dat "God de aarde met alles wat daarin is, heeft bestemd voor het gebruik van alle mensen en volkeren, zodat de geschapen goederen in een billijke verdeling aan allen moeten toekomen, onder de schutse van de rechtvaardigheid, vergezeld van de liefde". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 69
Als lid van de menselijke familie wordt ieder mens als het ware een burger van de wereld, met de daaruit voortvloeiende plichten en rechten, aangezien alle mensen verenigd zijn door een gemeenschappelijke oorsprong en dezelfde hoogste bestemming. Alleen al door het feit van de conceptie bezit een kind bepaalde rechten en verdient hij zorg en aandacht; en iemand heeft de plicht om die te verschaffen. De veroordeling van racisme, de bescherming van minderjarigen, het bieden van hulp aan ontheemden en vluchtelingen en het mobiliseren van internationale solidariteit met alle mensen in nood vormen niets anders dan consistente toepassingen van het principe van het wereldburgerschap.