Met het oog op het voorkomen of bedaren van mogelijke conflicten tussen de Kerk en de politieke gemeenschap, heeft de juridische ervaring van de Kerk en de staat op velerlei wijzen stabiele vormen van contact en geschikte instrumenten voor het garanderen van harmonieuze relaties bepaald. Deze ervaring is een fundamenteel referentiepunt voor alle gevallen waarin de staat de pretentie heeft om het actieterrein van de Kerk binnen te dringen door haar vrijheid van handelen in te perken, zelfs tot op het punt van een openlijke vervolging, of omgekeerd, voor gevallen waarin kerkelijke organisaties zich niet gepast zouden gedragen tegenover de staat.