
26 oktober 2004
Voor de sociale leer van de Kerk is de economie "immers slechts een aspect en een dimensie van het geheel van de menselijke activiteit. Als de economie verabsoluteerd wordt, als de productie en de consumptie van de goederen tenslotte beslag leggen op het centrum van het maatschappelijke leven en de enige waarde van de maatschappij worden, die aan geen enkele andere waarde ondergeschikt is, dan moet de oorzaak daarvan niet alleen en niet zozeer gezocht worden in het economische systeem zelf, maar in het feit dat het gehele sociaal-culturele systeem door het negeren van de ethische en godsdienstige dimensie verzwakt is en zich beperkt tot de productie van goederen en diensten" H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 39. Het leven van de mens, net zoals het sociale leven van de gemeenschap, mag niet worden gereduceerd tot zijn materialistische dimensie, zelfs indien materiële goederen uitermate noodzakelijk zijn voor zowel het overleven zelf als voor het verbeteren van de levenskwaliteit. "Elke alomvattende ontwikkeling van de menselijke samenleving veronderstelt het bevorderen van de zin voor God en van de kennis van zichzelf". Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2441