
26 oktober 2004
De markt en de staat moeten in samenspraak met elkaar handelen en elkaar aanvullen. In feite kan de vrije markt alleen een weldadige invloed uitoefenen op het algemeen publiek wanneer hij omkaderd wordt door een staat die zo is georganiseerd dat hij de economische ontwikkeling bepaalt en richting geeft door billijke en transparante regels te doen respecteren, en ook door rechtstreeks - maar dan alleen voor een strikt noodzakelijke periode Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 48 - te interveniëren wanneer de markt niet in staat is om de gewenste efficiëntie te bereiken en wanneer de realisatie van het principe van herverdeling in het geding is. Er zijn bepaalde sectoren waarin de markt, gebruik makend van de mechanismen waarover hij beschikt, niet in staat is om een billijke verdeling van de goederen en diensten, die essentieel zijn voor de menselijke groei van de burgers, te verzekeren. In dergelijke gevallen is de complementariteit van de staat en de markt meer dan ooit nodig.