
26 oktober 2004
Door de snelle ontwikkeling van de globale dimensies van de economisch-financiële relaties en van de arbeidsmarkt bestaat een grote nood aan het bevorderen van een effectieve internationale samenwerking tussen de staten, met behulp van verdragen, overeenkomsten en gemeenschappelijke actieplannen die het recht op arbeid vrijwaren, zelfs in de meest kritische fasen van de economische cyclus, op het nationale en het internationale niveau. Het bewustzijn is nodig dat de menselijke arbeid een recht is waarvan de bevordering van de sociale rechtvaardigheid en de burgerlijke vrede rechtstreeks afhangen. Internationale organisaties en syndicaten hebben in dit verband belangrijke taken te vervullen. Door hun krachten op de meest opportune manier te bundelen, moeten zij er op de eerste plaats naar streven om een "steeds hechter netwerk van juridische normen [te scheppen] die de arbeid van mannen, vrouwen en jongeren beschermen en hen een geschikte salariëring garanderen". H. Paus Paulus VI, Toespraak, Genève (Zwitserland), Tot de Internationale Arbeidsorganisatie (10 juni 1969), 21 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de deelnemers aan de 68e Sessie van de Internationale Arbeidsconferentie te Geneve (15 juni 1982), 13