
26 oktober 2004
De natuurwet verbindt in de diversiteit van culturen mensen onderling door gemeenschappelijke principes voor te houden. Hoewel haar toepassing aanpassingen kan vragen aan de vele verschillende levensvoorwaarden, naargelang de plaatsen, de tijden en de levensomstandigheden Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1957, blijft zij onveranderlijk “te midden van de stroom van ideeën en zeden en steunt ze de vooruitgang ervan (...) Zelfs als men ze tot in haar principes ontkent, dan nog kan men de natuurwet zelf niet vernietigen of wegnemen uit het hart van de mensen. Zij duikt steeds weer op in het leven van afzonderlijke personen en gemeenschappen” Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1958.
Haar voorschriften worden echter niet helder en onmiddellijk door iedereen waargenomen. Religieuze en morele waarheden kunnen slechts “door iedereen gemakkelijk gekend worden, met een vaste zekerheid en zonder een vermenging met fouten” 1e Vaticaans Concilie, 3e Zitting - Dogmatische Constitutie over het Katholieke Geloof, Dei Filius (24 apr 1870), 6 Vgl. Paus Pius XII, Encycliek, Over sommige valse meningen die de grondslagen van de Katholieke leer dreigen te ondermijnen, Humani Generis (12 aug 1950), 3 met behulp van de Genade en de Openbaring. De natuurwet biedt een fundament dat door God werd voorbereid voor de geopenbaarde wet en de genade, in volle harmonie met het werk van de Geest Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1960.