
Paus Franciscus - 25 maart 2019
Dit is niet de enige zonde van de leden van de Kerk, wier geschiedenis vele schaduwen heeft. Onze zonden zijn voor ieders ogen; ze reflecteren zonder medelijden in de rimpels van het duizendjarige gezicht van onze Moeder en Leraar. Omdat het tweeduizend jaar heeft geleefd en de
‘vreugde en hoop, het verdriet en de angst van de mens’ heeft gedeeld. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 1
En loop zoals het is, zonder toevlucht te nemen tot cosmetische chirurgie. Hij is niet bang om de zonden van zijn leden te laten zien, die soms sommigen van hen proberen te verbergen, voor het brandende licht van het Woord van het Evangelie dat reinigt en zuivert. En hij houdt niet op met elke dag te herhalen, met schaamte: “Wees mij genadig, o God, in uw liefde; [...] mijn zonde is altijd voor mij“ (Ps. 51, 3.5). Laten we echter onthouden dat de Moeder niet wordt verlaten wanneer ze wordt verwond, integendeel, het wordt vergezeld zodat ze al haar kracht en haar vermogen om altijd opnieuw te beginnen uit zichzelf haalt.