Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Dierbare broeders en zusters goedendag!
In de catechese staan we vandaag stil bij het achtste gebod: “
Gij zult tegen uw naaste niet vals getuigen”. Van dit gebod zegt de catechismus dat: “het verbiedt in de relaties met de medemens de waarheid te verdraaien.” Leven met niet waarachtige communicatie is erg omdat het relaties onmogelijk maakt en dus de liefde verhindert. Waar leugen heerst, is geen liefde mogelijk. Wanneer we het hebben over communicatie onder mensen dan hebben we het niet uitsluitend over woorden, maar ook over gebaren, houdingen ja zelfs over stiltes en afwezigheden. Men
spreekt met al wat men is en doet. Allen zijn we voortdurend in communicatie. We leven door communicatie en voortdurend zoeken we evenwicht tussen waarheid en leugen.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Wat betekent het: de waarheid spreken? Betekent het oprecht zijn? Of nauwkeurig? In feite volstaat dit niet. Immers, men kan oprecht dwalen of zeer nauwkeurig in de onderdelen zijn maar de zin van het geheel niet verstaan. Soms voeren we ter rechtvaardiging aan: “Ik heb gezegd wat ik voelde!”. Inderdaad, maar je hebt jouw standpunt absoluut gemaakt. Of: “Ik heb alleen maar de waarheid gezegd!”. Mogelijk, maar je hebt ook persoonlijke en geheime gegevens openbaar gemaakt. Veel praatjes maken gemeenschap stuk door ongepastheid of door gebrek een fijngevoeligheid! Meer nog, praatjes doden. Dat zegt de apostel Jacobus in zijn brief. Kletsende mannen en vrouwen is volk dat doodt: men doodt anderen, want de tong doodt als een mes. Weest waakzaam! Kletsende mannen en vrouwen zijn terroristen, want hun tong is een bom die ze achteloos gooien en dan ongestoord verder gaan. Maar wat men zegt, die gegooide bom, vernietigt de eer van een ander. Vergeet dit niet: praatjes doden.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Dus, wat is waarheid? Dat is de vraag die Pilatus stelde terwijl hij Jezus – die het achtste gebod beleefde – voor zich had. Immers, de woorden “Gij zult tegen uw naaste niet vals getuigen” behoren tot het juridisch taalgebruik. Hoogtepunt van de Evangelies is het lijdensverhaal over de dood en verrijzenis van Jezus. Het is het verhaal van een proces, van de uitvoering van het oordeel en van een ongehoord gevolg.
Ondervraagd door Pilatus zegt Jezus: “Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen om getuigenis af te leggen van de waarheid” . Door zijn lijden en sterven legt Jezus zijn getuigenis af. De evangelist Marcus merkt op: “De honderdman die tegenover Hem post had gevat en zag dat Hij onder zulke omstandigheden de geest had gegeven, riep uit: Waarlijk, deze mens was een Zoon van God” . Precies omdat Hij consequent was. Jezus was consequent omdat Hij door zijn wijze van sterven de Vader openbaarde. De barmhartige en trouwe liefde van de Vader.
De persoon zelf van Jezus is de volle verwerkelijking van de waarheid door zijn wijze van leven en sterven, vrucht van de relatie met de Vader. Zo leven als kinderen van God, heeft Hij ons, na zijn verrijzenis, geschonken door de Heilige Geest die Geest van waarheid is en in ons hart getuigt dat God onze Vader is.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
In elke daad bevestigen of ontkennen mensen deze waarheid. Zowel in de kleine dagelijkse gebeurtenissen als bij beslissende keuzen. Het gaat telkens om dezelfde logica: die welke onze ouders en grootouders ons voorhouden wanneer zij ons leren geen leugens te vertellen.
Laten we ons de vraag stellen: van welke waarheid getuigen de werken van ons, christenen, onze woorden, onze keuzen? Elkeen kan zich de vraag stellen: getuig ik van de waarheid of ben ik, naar waarheid, een min of meer verklede leugenaar? Elkeen kan zich die vraag stellen. Christenen zijn geen uitzonderlijke mannen en vrouwen. Wel zijn we kinderen van de hemelse Vader die goed is en ons niet teleurstelt. Hij plant in ons hart de liefde voor de broeders. Deze waarheid vertolkt men niet zozeer met redevoeringen. Het is een wijze van bestaan, een wijze van leven die zichtbaar wordt in elke daad. Men ziet het: dat is een waarachtige man, dat is een waarachtige vrouw. Ook als men de mond niet opent? Zeker, omdat men zich waarachtig gedraagt. Men spreekt de waarheid. Men doet de waarheid. Voor ons een mooie levenswijze.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
De waarheid is de wonderlijke openbaring van God, van zijn Vaderlijk aanschijn. Het is zijn grenzeloze liefde. Deze waarheid is toegankelijk voor de menselijke rede ook al overstijgt ze die oneindig. Het is een gave die op aarde is nedergedaald en vlees geworden is in de gekruisigde en verrezen Christus. Zij wordt zichtbaar door wie Hem toebehoort en dat toont door zijn gedrag.
Geen vals getuigenis afleggen betekent: leven als kind van God dat nooit, nooit zichzelf verloochent, nooit leugens vertelt. Leven als kinderen van God betekent: in elke daad de grote waarheid aan het licht laten komen: God is Vader en men kan op Hem betrouwen. Ik betrouw op God. Dat is de grote waarheid. Uit het vertrouwen in God, die Vader is en mij liefheeft, ons liefheeft, ontspringt mijn waarheid en het waarachtig en niet leugenachtig zijn.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Andere catecheses in deze reeks, zie dossier
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/7096-geboden-13-gij-zult-tegen-uw-naaste-niet-vals-getuigen-nl