
Paus Pius XI - 11 december 1925
Ook behoeven wij u, eerbiedwaardige broeders, niet lang en breed uiteen te zetten, waarom wij een afzonderlijk feest van Christus Koning te vieren hebben voorgeschreven, naast andere feesten, waarin een zekere aanduiding en herdenking van die waardigheid zou liggen opgesloten. Immers wij kunnen volstaan met er op te wijzen, dat, ofschoon bij alle feesten van Onze Heer het zg. materiële object hetzelfde is, toch het formele object volstrekt onderscheiden is van de macht en de titel van ‘koning’. En wij hebben dit feest op zondag gezet hierom, opdat niet alleen de clerus door het heilig Misoffer en het psalmgebed aan de goddelijke Koning zijn hulde zal betuigen, maar ook het volk, vrij van zijn dagelijkse bezigheden en in de geest van heilige blijdschap, een schitterend getuigenis van zijn gehoorzaamheid en verknochtheid aan Christus zal afleggen. Doch voor deze viering leek ons veel meer dan andere zondagen geschikt: de laatste zondag van oktober Red.: In het Missaal van Paus Paulus VI (1970) is dit hoogfeest verplaatst naar de laatste zondag van het kerkelijk jaar, wanneer de kringloop van het kerkelijk jaar weldra gaat gesloten worden. Want de herdenking van de geheimen van Christus' leven, die in de loop van het voorafgaand jaar heeft plaats gehad, vindt zo door het plechtig feest van Christus Koning haar afsluiting en bekroning. Ook wordt dan, alvorens wij de glorie van alle heiligen vieren, de roem en heerlijkheid verkondigd van Hem die in al Zijn heiligen en uitverkorenen triomfeert.
Het zal derhalve uw taak zijn, eerbiedwaardige broeders, en tot uw opdracht horen, om te zorgen dat aan die jaarlijkse viering voorafgaand op vastgestelde dagen voor de gelovigen van iedere parochie preken over dit onderwerp worden gehouden. Zij moeten daarin zorgvuldig worden onderricht over de natuur, de betekenis en het gewicht van het feestgeheim, en worden opgewekt om ook hun leven zo in te richten, als het past aan getrouwe en toegewijde onderdanen van hun goddelijke Koning.