QUAS PRIMASOver het feest van Christus Koning
(Soort document: Paus Pius XI - Encycliek)
Paus Pius XI -
11 december 1925
Derhalve omvat de vorstenmacht van onze Verlosser alle mensen; en hiervoor maken wij de woorden van onze voorganger onsterfelijker gedachtenis, Leo XIII, gaarne tot de onze: „Zijn machtssfeer namelijk reikt niet slechts tot alle katholieken, en ook niet alleen tot hen die door het heilig Doopsel gereinigd zijn en rechtens zeker tot de Kerk behoren, al zijn zij dan door dwaalleringen van den waren weg afgeweken of door scheuring van haar liefde gescheiden; neen, Zijn rijk omvat ook allen die buiten het christelijk geloof leven, zodat in volle waarheid het mensdom in zijn geheel onder het gezag van Jezus Christus staat.”
Paus Leo XIII, Encycliek, Over de toewijding van het Mensdom aan Allerheiligst Hart van Jezus -
Tevens afkondiging Heilig Jaar 1900, Annum Sacrum (25 mei 1899) En dit geldt evengoed als voor enkelingen, ook voor de gemeenschap van het gezin en van de staat, want verbonden door een sociale band staan de mensen evenzeer onder Christus' gezag als afzonderlijk. Hij toch is de enige bron, waaruit zowel het algemene als het bijzondere welzijn voortkomt. „
En bij niemand anders is er redding, en er is onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij zalig moeten worden.” (
Hand. 4, 12) Hij is zowel voor de staat als voor individuen de gever van voorspoed en van echt geluk. „Want het geluk van de maatschappij ontspringt aan dezelfde bron als dat van het individu; een maatschappij immers is niets anders dan een eendrachtig strevende menigte van mensen.”
H. Augustinus, Ep. ad Maced.. cap. 3
© 1940, Ecclesia Docens nr. 119, Gooi & Sticht, Hilversum
Vert.: G.M. Versteegen C.ss.R.