QUAS PRIMASOver het feest van Christus Koning
(Soort document: Paus Pius XI - Encycliek)
Paus Pius XI -
11 december 1925
En dit rijk van onze Zaligmaker zag men juist in nieuwe luister stralen, toen wij zes belijders en maagden, wier loffelijke en buitengewone deugden bewezen waren, tot de verering onder de heiligen in de hemel hebben toegelaten.
Deze zes heiligen zijn: S. Teresia van het Kindje Jezus, heilig verklaard op 17 mei; S. Petrus Canisius op Hemelvaartsdag 21 mei; S. Maria Magdalena Postel en S. Magdalena Sophia Barat op 24 mei; S. Joannes Baptista Maria Vianney (‘Pastoor van Ars’) en S. Johannes Eudes op Pinksterdag 31 mei 1925. O welk een vreugde en welk een troost heeft ons hart in die ogenblikken vervuld, toen in het majestueuze heiligdom van de Sint Pieter, na onze beslissende uitspraak, onder het danklied uit de mond van een ontzaglijke menigte gelovigen die jubelkreet weerklonk:
Tu, Rex gloriae, Christe: Gij, o Christus, zijt de Koning van de glorie! Want terwijl overal, waar de mensheid van God vervreemd is, enkelingen zowel als staten, tengevolge van de hoog opgelaaide onderlinge afgunst en van inwendige beroeringen, hun verval en ondergang tegemoet snellen, zet de Kerk haar taak voort om aan het mensdom geestelijk voedsel toe te dienen. Zij schenkt aan Christus, haar Bruidegom, steeds weer nieuw heilig kroost, mannelijk en vrouwelijk, en brengt dat voor Hem groot; en Hij van Zijn kant blijft zonder ophouden de trouwste en gehoorzaamste onderdanen van Zijn rijk op aarde oproepen tot de eeuwige zaligheid in het rijk des hemels.
© 1940, Ecclesia Docens nr. 119, Gooi & Sticht, Hilversum
Vert.: G.M. Versteegen C.ss.R.