Biddende hart
x
Informatie over dit document
Cor Orans
Biddende hart
Over de implementatie van de Apostolische Constitutie "Vultum Dei Quaerere" over het vrouwelijke contemplatieve leven
Msgr. José Rodriguez Carballo, ofm
Congregatie van de Instuten van het Godgewijde Leven en de Sociëten van Apostolisch Leven
1 april 2018
Curie - Instructies
2018, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk / KNR / Nederlandse Bisschoppenconferentie
februari 2019
KNR
https://www.knr.nl/UserFiles/File/Draaiboek Voltooiing/Cor Orans - vertaling.pdf
2 januari 2023
6945
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inhoud
Als biddend hart in en voor de Kerk, is het vrouwelijke contemplatieve leven, hoedster van gratuïteit en van rijke apostolische vruchtbaarheid, altijd een zichtbare getuige geweest van mysterieuze en veelvormige heiligheid. vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|5]]] Het heeft de Kerk van Christus verrijkt met vruchten van genade en barmhartigheid. vgl: Perfectae Caritatis [[[677|7]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|674]]] vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|5]]]
Op 21 november 1950 publiceerde Paus Pius XII, met het oog op deze bijzondere vorm van de sequela Christi, de apostolische Constitutie Sponsa Christi [3977] over het vrouwelijke monastieke leven. In dit document erkende de Paus de monialenkloosters als werkelijk autonome kloosters vgl: Statuta generalia monialium [[[7272|(6)]]] en bepleitte de geboorte van Federaties vgl: p.12 [[[3977]]] vgl: Statuta generalia monialium [[[7272|(7)]]] als structuren van communio om het isolement van de kloosters te doorbreken, om het behoud van het gemeenschappelijk charisma en de samenwerking in verschillende vormen van wederzijdse hulp te bevorderen, en door aanwijzingen te geven voor de accommodata renovatio vgl: p. 10-11 [[[3977]]] van wat het Instituut van de monialen werd genoemd, vooral over de kwestie van de clausuur. vgl: p. 12 [[[3977]]] vgl: Statuta generalia monialium [[[7272|(7)]]] In feite anticipeerde Paus Pius XII hiermee voor de monialenkloosters op hetgeen het Tweede Vaticaans Concilie enkele jaren later van alle religieuze instituten zou vragen. vgl: Perfectae Caritatis [[[677|2]]]
Paus Pius XII herinnerde aan het begin van de apostolische Constitutie, als een historische inleiding, aan de belangrijke kenmerken van de verschillende fasen van het vrouwelijk Godgewijd leven in de Kerk. vgl: p. 6-11 [[[3977]]] Naar de intentie en de opzet van de stichters, en bekrachtigd door het bevoegde gezag van de Kerk, heeft het vrouwelijke Godgewijde leven de Kerk, de Bruid van Christus, verrijkt met een veelheid van charismatische gaven, die door de verschillende vormen van contemplatief leven van de diverse kloostertradities en verschillende charismatische families werd vormgegeven. vgl: p. 8-9 [[[3977]]]
De eigenheid van dit document, dat betrekking had op de gemeenschappelijke discipline/normen van het Instituut van monialen, van het autonome klooster en van de Federatie van autonome kloosters, heeft de apostolische constitutie Sponsa Christi Ecclesia [3977] een lang leven gegeven, dat ook na de viering van het Tweede Vaticaans Concilie en de afkondiging van het Wetboek van Canoniek Recht [30] (verder in dit document kortweg aangeduid als Codex of als CIC) van kracht is gebleven tot op vandaag.
Paus Franciscus heeft met de afkondiging van de Apostolische Constitutie Vultum Dei Quaerere [6395] op 29 juni 2016 de contemplatieven uitgenodigd tot reflectie en onderscheiding over de precieze inhoud vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|13-35]]] van het Godgewijde leven in het algemeen en van de monastieke traditie in het bijzonder, om hen te helpen om het doel van hun specifieke roeping te bereiken. Daarbij wil hij Sponsa Christi Ecclesia [3977] niet afschaffen; er wordt slechts op enkele punten vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|39|art. 1, §2|]]] van afgeweken. Bijgevolg moeten de twee pauselijke documenten als normatief voor kloosters van monialen worden beschouwd en moeten ze vanuit één visie worden gelezen.
Paus Franciscus wilde aansluitend bij wat Paus Pius XII heeft geleerd, en wat door het Tweede Oecumenisch Vaticaans Concilie werd bekrachtigd, met Vultum Dei Quaerere [6395] de intense en vruchtbare weg presenteren die de Kerk de laatste decennia is ingeslagen, in het licht van de leer van het Concilie en rekening houdend met de veranderde sociaalculturele omstandigheden. vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|8]]]
Omdat de Instituten die zich volledig aan de contemplatie wijden, altijd een vooraanstaande plaats innemen in het mystieke lichaam van Christus, “kunnen de leden van deze Instituten, hoezeer de nood aan het actief apostolaat ook dringt, niet opgeroepen worden om in de verschillende pastorale diensten hulp te bieden” Codex Iuris Canonici [[30|674]]
In opdracht van de Heilige Vader vgl: art. 14, §1 [[[6395|52]]] heeft de Congregatie voor de Instituten van Godgewijd Leven en de Sociëteiten van Apostolisch Leven [d:118] deze Instructie over de toepassing van de Apostolisch Constitutie Vultum Dei Quaerere [6395], aan de Kerk aangeboden, “met bijzondere verwijzing naar de kloosters van de Latijnse Ritus” vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|8]]] als een Instructie die beoogt de bepalingen van de wet te verduidelijken, te ontwikkelen, en de manieren voor de uitvoering ervan te bepalen. vgl: §1 [[[30|34]]]
Op 21 november 1950 publiceerde Paus Pius XII, met het oog op deze bijzondere vorm van de sequela Christi, de apostolische Constitutie Sponsa Christi [3977] over het vrouwelijke monastieke leven. In dit document erkende de Paus de monialenkloosters als werkelijk autonome kloosters vgl: Statuta generalia monialium [[[7272|(6)]]] en bepleitte de geboorte van Federaties vgl: p.12 [[[3977]]] vgl: Statuta generalia monialium [[[7272|(7)]]] als structuren van communio om het isolement van de kloosters te doorbreken, om het behoud van het gemeenschappelijk charisma en de samenwerking in verschillende vormen van wederzijdse hulp te bevorderen, en door aanwijzingen te geven voor de accommodata renovatio vgl: p. 10-11 [[[3977]]] van wat het Instituut van de monialen werd genoemd, vooral over de kwestie van de clausuur. vgl: p. 12 [[[3977]]] vgl: Statuta generalia monialium [[[7272|(7)]]] In feite anticipeerde Paus Pius XII hiermee voor de monialenkloosters op hetgeen het Tweede Vaticaans Concilie enkele jaren later van alle religieuze instituten zou vragen. vgl: Perfectae Caritatis [[[677|2]]]
Paus Pius XII herinnerde aan het begin van de apostolische Constitutie, als een historische inleiding, aan de belangrijke kenmerken van de verschillende fasen van het vrouwelijk Godgewijd leven in de Kerk. vgl: p. 6-11 [[[3977]]] Naar de intentie en de opzet van de stichters, en bekrachtigd door het bevoegde gezag van de Kerk, heeft het vrouwelijke Godgewijde leven de Kerk, de Bruid van Christus, verrijkt met een veelheid van charismatische gaven, die door de verschillende vormen van contemplatief leven van de diverse kloostertradities en verschillende charismatische families werd vormgegeven. vgl: p. 8-9 [[[3977]]]
De eigenheid van dit document, dat betrekking had op de gemeenschappelijke discipline/normen van het Instituut van monialen, van het autonome klooster en van de Federatie van autonome kloosters, heeft de apostolische constitutie Sponsa Christi Ecclesia [3977] een lang leven gegeven, dat ook na de viering van het Tweede Vaticaans Concilie en de afkondiging van het Wetboek van Canoniek Recht [30] (verder in dit document kortweg aangeduid als Codex of als CIC) van kracht is gebleven tot op vandaag.
Paus Franciscus heeft met de afkondiging van de Apostolische Constitutie Vultum Dei Quaerere [6395] op 29 juni 2016 de contemplatieven uitgenodigd tot reflectie en onderscheiding over de precieze inhoud vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|13-35]]] van het Godgewijde leven in het algemeen en van de monastieke traditie in het bijzonder, om hen te helpen om het doel van hun specifieke roeping te bereiken. Daarbij wil hij Sponsa Christi Ecclesia [3977] niet afschaffen; er wordt slechts op enkele punten vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|39|art. 1, §2|]]] van afgeweken. Bijgevolg moeten de twee pauselijke documenten als normatief voor kloosters van monialen worden beschouwd en moeten ze vanuit één visie worden gelezen.
Paus Franciscus wilde aansluitend bij wat Paus Pius XII heeft geleerd, en wat door het Tweede Oecumenisch Vaticaans Concilie werd bekrachtigd, met Vultum Dei Quaerere [6395] de intense en vruchtbare weg presenteren die de Kerk de laatste decennia is ingeslagen, in het licht van de leer van het Concilie en rekening houdend met de veranderde sociaalculturele omstandigheden. vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|8]]]
Omdat de Instituten die zich volledig aan de contemplatie wijden, altijd een vooraanstaande plaats innemen in het mystieke lichaam van Christus, “kunnen de leden van deze Instituten, hoezeer de nood aan het actief apostolaat ook dringt, niet opgeroepen worden om in de verschillende pastorale diensten hulp te bieden” Codex Iuris Canonici [[30|674]]
In opdracht van de Heilige Vader vgl: art. 14, §1 [[[6395|52]]] heeft de Congregatie voor de Instituten van Godgewijd Leven en de Sociëteiten van Apostolisch Leven [d:118] deze Instructie over de toepassing van de Apostolisch Constitutie Vultum Dei Quaerere [6395], aan de Kerk aangeboden, “met bijzondere verwijzing naar de kloosters van de Latijnse Ritus” vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|8]]] als een Instructie die beoogt de bepalingen van de wet te verduidelijken, te ontwikkelen, en de manieren voor de uitvoering ervan te bepalen. vgl: §1 [[[30|34]]]
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- === Algemene Normen
1
De term monialen verwijst, volgens het recht, behalve naar de religieuzen met plechtige geloften, ook naar hen die in kloosters eenvoudige geloften afleggen, zowel eeuwige als tijdelijke. De Kerk wijst, onder de vrouwen die door de professie van de evangelische raden aan God gewijd zijn, alleen aan de monialen de verplichting tot het publieke gebed toe, om namens haar als biddende gemeenschap het goddelijk Officie aan God aan te bieden en in koor te vieren.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Het wettelijke begrip monialen is niet in tegenstelling met:
- de eenvoudige geloften wettig uitgesproken in kloosters;
- het uitoefenen van apostolische werken in verbinding met het contemplatieve leven, hetzij doordat dit werk begonnen is met officiële goedkeuring en met de bevestiging die door de H. Stoel aan sommige ordes is gegeven, hetzij door een wettelijk voorschrift of een toestemming van de Heilige Stoel aan bepaalde kloosters verleend.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Alle kloosters waarin alleen eenvoudige geloften worden afgelegd, kunnen de Heilige Stoel om herstel van de plechtige geloften vragen.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
De bijzondere vorm van religieus leven die monialen volgens het charisma van hun Instituut trouw moeten beleven, en waarvoor zij door de Kerk aangewezen zijn, is canoniek contemplatief leven.
De term canoniek contemplatief leven betekent niet het interne en theologische contemplatief leven waartoe alle gelovigen worden uitgenodigd krachtens hun doopsel, maar de uiterlijke belijdenis van religieuze discipline die, zowel door de oefeningen van vroomheid, gebed en versterving, als ook door de bezigheden waar de monialen zich aan moeten wijden, zo geordend is op de innerlijke contemplatie, 3 dat hun hele leven en elke handeling met het verlangen daarnaar gemakkelijk en doeltreffend doordrongen kunnen en moeten worden.
De term canoniek contemplatief leven betekent niet het interne en theologische contemplatief leven waartoe alle gelovigen worden uitgenodigd krachtens hun doopsel, maar de uiterlijke belijdenis van religieuze discipline die, zowel door de oefeningen van vroomheid, gebed en versterving, als ook door de bezigheden waar de monialen zich aan moeten wijden, zo geordend is op de innerlijke contemplatie, 3 dat hun hele leven en elke handeling met het verlangen daarnaar gemakkelijk en doeltreffend doordrongen kunnen en moeten worden.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Met Heilige Stoel wordt in deze Instructie de Congregatie voor de Instituten van Gewijd Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118] bedoeld.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De uitdrukking klooster sui iuris verwijst naar het religieuze huis van een vrouwelijke monastieke gemeenschap die de vereiste werkelijke autonomie van leven bezit, wettig door de Heilige Stoel is opgericht en rechtens juridische autonomie geniet.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Onder Federatie van kloosters verstaat men een structuur van gemeenschap tussen verschillende autonome kloosters van hetzelfde Instituut, opgericht door de Heilige Stoel die de statuten ervan goedkeurt, opdat door het delen van hetzelfde charisma, de gefedereerde kloosters het isolement overstijgen en de reguliere observantie en het contemplatief leven bevorderen.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Onder Associatie van kloosters wordt verstaan een structuur van gemeenschap tussen enkele autonome kloosters van hetzelfde instituut opgericht door de Heilige Stoel, zodat, door het delen van hetzelfde charisma, de bijbehorende kloosters onderling samenwerken volgens de statuten, goedgekeurd door de Heilige Stoel.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Onder Conferentie van de kloosters verstaat men een structuur van gemeenschap tussen verschillende autonome kloosters, behorend tot verschillende instituten in dezelfde regio, opgericht door de Heilige Stoel die de statuten goedkeurt, met als doel het bevorderen van het contemplatieve leven en de samenwerking tussen de kloosters in bepaalde geografische of taalkundige contexten.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Confederatie: een verband van kloosterfederaties, opgericht door de Heilige Stoel die de Statuten goedkeurt, voor de bestudering van thema's met betrekking tot het contemplatieve leven in relatie tot hetzelfde charisma, om een eenvormige richting en een zekere coördinatie te geven aan de activiteit van de afzonderlijke Federaties. vgl: art. 9, §4. [[[6395|47]]]
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
11
Internationale Commissie omschrijft een gecentraliseerd orgaan voor dienst en studie ten behoeve van monialen van hetzelfde instituut, opgericht of erkend door de Heilige Stoel die haar statuten goedkeurt, voor de bestudering van thema's met betrekking tot het contemplatieve leven in relatie tot hetzelfde charisma. vgl: art. 9, §4. [[[6395|47]]]
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Monastieke Congregatie betekent een structuur van bestuur tussen verschillende autonome kloosters van hetzelfde Instituut, opgericht door de Heilige Stoel, onder het gezag van een presidente, die naar het recht vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|620]]] Hogere Overste is, en van een Generaal Kapittel, dat in de Monastieke Congregatie het hoogste gezag vormt, overeenkomstig de door de Heilige Stoel goedgekeurde constituties.
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
De bepalingen van deze Instructie voor de Federatie van kloosters gelden voor de Associatie van Kloosters als voor de Conferentie van Kloosters, op gelijke wijze, rekening houdend met hun eigen aard en hun eigen door de Heilige Stoel goedgekeurde Statuten.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
De bepalingen van deze Instructie voor de federatie van klooster zijn congrua congruis referendo van toepassing op de vrouwelijke Monastieke Congregaties, behoudens andersluidende bepalingen van het universele of eigen recht, of indien uit de context of de aard van de dingen iets anders voortvloeit.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk een Het autonome klooster
15
Het klooster sui iuris is een religieus huis dat juridisch autonomie geniet: zijn overste is een Hogere Overste vgl: §2 [[[30|613]]] vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|620]]]; zijn gemeenschap is stabiel opgericht door het aantal en de kwaliteit van de leden; het is rechtens de plaats van het noviciaat en van de vorming, het wordt beschouwd als een publieke rechtspersoon, en zijn bezittingen zijn kerkelijke goederen.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
De Kerk kent aan elk klooster sui iuris een eigen juridische autonomie van leven en bestuur toe, waardoor de gemeenschap van monialen haar eigen discipline kan hebben, haar karakter kan behouden en haar identiteit kan beschermen. vgl: §1 [[[30|586]]]
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De autonomie van het klooster bevordert de stabiliteit van het leven en de interne eenheid van de gemeenschap en garandeert de voorwaarden voor het leven van de monialen, overeenkomstig de geest en de aard van het Instituut waartoe zij behoren. vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|28]]]
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Om de juridische autonomie van een klooster van monialen te verkrijgen, is een echte autonomie van leven voorondersteld, d.w.z. het vermogen om het kloosterleven in al zijn dimensies te onderhouden (roepingen, vorming, bestuurlijk, relationeel, liturgisch, economisch, ...). In dit geval is een autonoom klooster levend en vitaal. vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|28]]]
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Een klooster van monialen wordt, zoals elk religieus huis, opgericht met het oog op het nut ervan voor de Kerk en voor het Instituut. vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|618]]]
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Stichting
20
De stichting van een klooster van monialen kan, met in achtneming van de bepalingen in nr. 39 [al:39] van deze Instructie, plaatsvinden door één enkel klooster, of door de Federatie, zoals het door de Federale Vergadering is vastgesteld.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
De stichting door één enkel klooster moet een uitdrukking zijn van de rijpheid van de gemeenschap van een levend en vitaal autonoom klooster, dat een nieuwe gemeenschap voortbrengt, die op haar beurt getuige kan zijn van het primaat van God, in overeenstemming met de geest en de aard van het instituut waartoe de gemeenschap behoort.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
De stichting door de Federatie moet een uitdrukking zijn van de gemeenschap tussen de kloosters en van de wil om het contemplatieve leven te verspreiden, in het bijzonder in de kerken waar dit niet aanwezig is.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Bij de onderscheidingsproces voor de stichting van een nieuw klooster door een enkel klooster wordt de Overste van het stichtingsklooster bijgestaan door de Presidente van de Federatie en de Religieuze Assistent. De onderscheiding bij de stichting van een nieuw klooster door de Federatie gebeurt in het kader van de Federale Vergadering.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
De mogelijkheid om een klooster van monialen te stichten moet zorgvuldig worden overwogen, vooral als de stichting door één enkel klooster wordt gedaan, opdat de stichtende gemeenschap niet wordt verzwakt.
Over de keuze van de plaats moet zorgvuldig worden nagedacht, omdat deze keuze een verschillende en bijzondere vorm van voorbereiding voor de stichting en de leden van de toekomstige gemeenschap met zich meebrengt.
Over de keuze van de plaats moet zorgvuldig worden nagedacht, omdat deze keuze een verschillende en bijzondere vorm van voorbereiding voor de stichting en de leden van de toekomstige gemeenschap met zich meebrengt.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Bij de keuze van het land waar men de stichting wil vestigen, moet overwogen worden of er al monastieke gemeenschappen aanwezig zijn; alle noodzakelijke en nuttige informatie moet worden verkregen, met name over de aanwezigheid en de vitaliteit van de Katholieke Kerk, over de roepingen tot het gewijd leven, over de religieuze houding van de bevolking en over de mogelijkheid van toekomstige roepingen voor de nieuwe stichting.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Bij de keuze van de plaats van de stichting moet men zich verzekeren van de voorwaarden om de monialen de mogelijkheid te garanderen op waardige manier in het levensonderhoud te kunnen voorzien, om een geregeld contemplatief leven in het klooster te leiden vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|610]]], en om de onderlinge relaties van de kloosters te bevorderen.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Bij de keuze van de plaats van de stichting moet bijzondere aandacht worden besteed aan de behoeften van het sacramentele en geestelijke leven van het nieuwe klooster, omdat het gebrek aan geestelijken in sommige kerken het niet altijd mogelijk maakt een priester te benoemen die de competentie en spirituele gevoeligheid heeft om de gemeenschap van een monialenklooster te begeleiden.
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Bij de keuze van de plaats van de stichting moet het aspect van de afscheiding van de wereld bijzondere aandacht krijgen, gezien het publieke getuigenis dat de monialen aan Christus en de Kerk moeten geven in het contemplatieve leven, overeenkomstig de aard en de doelstellingen van het Instituut waartoe zij behoren vgl: §3 [[[30|607]]], en in de discipline van het slot, zoals in het recht voorzien. vgl: §§2-3 [[[30|667]]] vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|31]]]
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Het klooster van monialen wordt gesticht door een kapittelbesluit van de gemeenschap van een autonoom klooster of door een besluit van de Federale Vergadering, en door het zenden van ten minste vijf monialen, van wie ten minste drie met plechtige geloften, met de voorafgaande schriftelijke toestemming van de diocesane bisschop vgl: §1 [[[30|609]]] en de toestemming van de Heilige Stoel.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
De stichting geniet echter geen enkele autonomie, maar is, tot het moment van de canonieke oprichting als klooster sui iuris geheel afhankelijk van het stichtingsklooster of van de Federatie.
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
De plaatselijke Overste van de stichting is een moniale met plechtige geloften, die geschikt is om de dienst van het gezag uit te oefenen, en benoemd wordt door de Hogere Overste van het stichtingsklooster of door de Presidente van de Federatie, overeenkomstig het eigen recht.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
De monialen van de stichting, die vrijwillig en schriftelijk met het project moeten instemmen, behouden hun kapittelrechten in hun eigen klooster; zij kunnen die echter niet uitoefenen tot de oprichting van het nieuwe klooster.
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
De Hogere Overste van het stichtingsklooster of de Presidente van de Federatie kan de Heilige Stoel verzoeken dat de stichting wordt vastgesteld als een plaats van noviciaat, als er tenminste vijf monialen met plechtige geloften aanwezig zijn, en de aanwezigheid is verzekerd van een moniale met plechtige geloften die de taak van novicemeesteres kan vervullen. Deze wordt op wettige wijze benoemd door de Hogere Overste van het stichtingsklooster of de Presidente van de Federatie.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Indien de stichting door een enkel klooster werd gedaan, worden, tot het moment dat het als autonoom klooster wordt opgericht, de kandidaten tot het noviciaat, novicen tot de tijdelijke professie, en tijdelijk geprofesten tot de plechtige professie toegelaten door de Hogere Overste van het stichtingsklooster, naar de normen van het universeel en eigen recht.
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Indien de stichting door een Federatie werd gedaan, worden, tot het moment dat het als autonoom klooster wordt opgericht, de kandidaten tot het noviciaat, novicen tot de tijdelijke professie, en tijdelijk geprofesten tot de plechtige professie toegelaten door de Presidente van de Federatie, naar de normen van het universeel recht en de Statuten van de Federatie.
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
De gemeenschap van de stichting heeft geen Conventskapittel, maar een plaatselijk kapittel, en tot het moment dat het als autonoom klooster wordt opgericht, wordt de professie, hoewel met het oog op de toekomstige oprichting van een autonoom klooster, afgelegd voor het stichtingsklooster – of voor een ander klooster dat op het moment van de stichting, door de Presidente vanwege de Federatie wordt aangewezen.
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Als de stichting is opgericht met een eigen noviciaat, is zij ook plaats van vorming voor de tijdelijk geprofesten; daartoe moet worden voorzien in de aanwezigheid van een moniale met plechtige geloften die zorg kan dragen voor deze vormingstaak. Zij wordt rechtmatig benoemd door de Hogere Overste van het stichtingsklooster of door de Presidente van de Federatie.
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
De normale tijd tussen de stichting en de oprichting van een monialenklooster is vastgesteld op maximaal vijftien jaren. Na deze tijd zal de Heilige Stoel, na de Overste van het stichtingsklooster, de Presidente van de Federatie, de Religieus Assistent en de verantwoordelijke Ordinaris te hebben gehoord, moeten bepalen of er een gegronde hoop op voortzetting van de stichting is om een canonieke oprichting te kunnen bereiken, of de opheffing te decreteren, naar de normen van het recht.
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Canonieke oprichting
39
20
20
Een klooster van monialen wordt opgericht als een klooster sui iuris op verzoek van de gemeenschap van het stichtende klooster of door een besluit van de Federale Raad, met de goedkeuring van de Heilige Stoel vgl: §2 [[[30|609]]] indien aan de volgende vereisten is voldaan:
- Een gemeenschap die een goed getuigenis van het zusterlijk leven heeft gegeven, gepaard met “de noodzakelijke vitaliteit van het leven en overdracht van het charisma” art. 8, §1. [[6395|46]], samengesteld uit ten minste acht zusters met plechtige geloften, “vooropgesteld dat de meesten niet van hoge leeftijd zijn”. art. 8, §1. [[6395|46]]
- Naast het aantal, zijn er speciale vaardigheden vereist die sommige monialen van de gemeenschap op zich moeten kunnen nemen:
- als overste, de dienst van gezag
- als vormingsverantwoordelijke, de initiële vorming van kandidaten
- als financieel beheerder, de administratie van de goederen van het klooster.
- Ruimten die aangepast zijn aan de levensstijl van de gemeenschap, zodat de monialen het reguliere contemplatieve leven kunnen leiden in overeenstemming met de aard en de geest van hun Instituut.
- Economische voorwaarden die garanderen dat de gemeenschap zelf kan voorzien in de behoeften van het dagelijks leven.
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Het is de verantwoordelijkheid van de Heilige Stoel om de aanwezigheid van deze vereisten te evalueren, na een zorgvuldige afweging van het verzoek van de Hogere Overste van het stichtingsklooster of van de federale president en na het verkrijgen van andere informatie.
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Men kan niet overgaan tot de bouw van een klooster van monialen als redelijkerwijs niet kan worden aangetoond dat het voldoende kan voorzien in de noden van de gemeenschap vgl: §2 [[[30|610]]] of er geen zekerheid is met betrekking tot de stabiliteit van het klooster.
Referenties naar alinea 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Gelet op het bijzondere apostolaat van de contemplatieve gemeenschappen door het getuigenis van hun gewijd leven, dat de zusters aan Christus en aan de Kerk moeten geven, en de bijzondere plaats die zij in het mystieke lichaam van Christus innemen, kunnen de zusters niet worden opgeroepen om de hulp van hun inzet in de verschillende pastorale bedieningen te verlenen, en zij moeten deze niet aanvaarden.
Referenties naar alinea 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
De autonomie van leven moet steeds voorondersteld worden voor het onderhouden van de juridische autonomie; zij moet voortdurend bewaakt worden door de Presidente van de Federatie vgl: art. 8, §1. [[[6395|46]]]; die, wanneer een klooster naar haar mening geen vitale autonomie heeft, de Heilige Stoel in kennis moet stellen van de benoeming van een ad hoc-Commissie. vgl: art. 8, §2 [[[6395|46]]]
Referenties naar alinea 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Het autonome klooster wordt bestuurd door een Hogere Overste, aangewezen volgens de norm van het eigen recht.
Referenties naar alinea 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Wanneer het aantal leden met plechtige geloften tot vijf daalt, verliest de gemeenschap van dit klooster het recht om de eigen Overste te kiezen. In dit geval is de Presidente van de Federatie verplicht de Heilige Stoel te verwittigen met het oog op de benoeming van de ad hoc commissie vgl: art. 8, §2. [[[6395|46]]]; degene die het recht heeft om het keuzekapittel voor te zitten, zal na de toestemming van de Heilige Stoel, en na de leden van de gemeenschap individueel te hebben gehoord, overgaan tot de benoeming van een Administratrix-overste.
Referenties naar alinea 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Het autonome klooster heeft de bevoegdheid om tijdelijke goederen te verwerven, te bezitten, te beheren en te vervreemden, volgens de normen van het universele en eigen recht. vgl: §1 [[[30|634]]]
Referenties naar alinea 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
De bezittingen van het autonome klooster worden beheerd door een moniale met plechtige geloften die belast is met het ambt van Econome, aangesteld volgens het eigen recht en gescheiden van de Hogere Overste van het klooster. vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|636]]] .
Referenties naar alinea 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
De gemeenschap van het klooster beschouwt de goederen in haar bezit als van God ontvangen gaven door bemiddeling van weldoeners en het werk van de gemeenschap, en als een noodzakelijk en nuttig middel om de eigen doelen van het Instituut te bereiken, steeds met inachtneming van de eisen van de publiek afgelegde professie van de evangelische raad van armoede.
Referenties naar alinea 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
49
Handelingen van buitengewoon beheer zijn die welke de gewone uitgaven voor het onderhoud en de werkzaamheden van de gemeenschap en voor het normale onderhoud van de gebouwen van het klooster overschrijden.
Referenties naar alinea 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
Binnen het domein van het gewone beheer verrichten de Hogere Overste en de Econome van het klooster binnen de grenzen van hun ambt geldige bestuurshandelingen.
Referenties naar alinea 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Voor uitgaven en handelingen van buitengewoon beheer is de toestemming van de Raad van het klooster of van het Conventskapittel vereist, afhankelijk van de hoogte van het bedrag, hetgeen vastgesteld moet worden in het eigen recht.
Referenties naar alinea 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
291
291
In afwijking van §4 [30|638], is, voor de geldigheid van de vervreemding en van elke andere verrichting waardoor het patrimonium van het klooster zou kunnen beschadigd worden, en afhankelijk van de waarde van de verkoop en de transactie, schriftelijke toestemming van de Hogere Overste met de toestemming van de Raad of het conventskapittel vereist, en het oordeel van de Presidente van de Federatie. Afwijking goedgekeurd door de.. Afwijking goedgekeurd door de Heilige Vader..
Referenties naar alinea 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
Als het gaat om een transactie of verkoop waarvan de waarde hoger is dan het bedrag dat door de Heilige Stoel voor de afzonderlijke regio is vastgesteld, of om votiefgeschenken aan de Kerk of om kostbare voorwerpen van historische en artistieke waarde, is eveneens de toestemming van de Heilige Stoel vereist.
Referenties naar alinea 53: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Affiliatie
54
Affiliatie is een bijzondere vorm van hulp die de Heilige Stoel instelt in bijzondere situaties ten gunste van de gemeenschap van een klooster sui iuris dat weliswaar in naam autonoom is, maar waarvan deze autonomie in werkelijkheid echter zeer precair is of in feite niet bestaat.
Referenties naar alinea 54: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
55
Affiliatie wordt opgevat als een ondersteuning van juridische aard, waarmee moet worden beoordeeld of het onvermogen om te functioneren als autonoom klooster in al zijn dimensies, tijdelijk is of onomkeerbaar, en waarmee de gemeenschap van het geaffilieerde klooster geholpen wordt om de moeilijkheden te overwinnen of om te doen wat nodig is om het klooster op te heffen.
Referenties naar alinea 55: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
56
In deze gevallen is het aan de Heilige Stoel om na te gaan of het opportuun is een ad-hoc commissie op te richten die bestaat uit de Ordinaris, de Presidente van de Federatie, de Federale Assistent en de Hogere Overste van het klooster. vgl: art. 8, §2 [[[6395|46]]]
Referenties naar alinea 56: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
57
Door de affiliatie schort De Heilige Stoel de status van autonoom klooster op, en maakt het donec aliter provideatur afhankelijk van een ander autonoom klooster van hetzelfde Instituut of van de Federatie, overeenkomstig de bepalingen in deze Instructie en alle andere door de Heilige Stoel zelf gegeven bepalingen ter zake.
Referenties naar alinea 57: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
58
De Hogere Overste van het autonome klooster waaraan geaffilieerd wordt of de Presidente van de Federatie wordt aangesteld tot Hogere Overste van het geaffilieerde klooster.
Referenties naar alinea 58: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
59
De plaatselijke Overste van het geaffilieerde klooster is een moniale met plechtige geloften, ad nutum benoemd door de Hogere Overste van het autonome klooster of door de Presidente van de Federatie vgl: art. 8, §2 [[[6395|36]]], met toestemming van haar respectievelijke Raad, na de zusters van de gemeenschap van het geaffilieerde klooster te hebben gehoord.
Genoemde plaatselijke Overste wordt aangesteld als de wettelijke vertegenwoordiger van het geaffilieerde klooster.
Genoemde plaatselijke Overste wordt aangesteld als de wettelijke vertegenwoordiger van het geaffilieerde klooster.
Referenties naar alinea 59: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
60
Een geaffilieerd klooster kan kandidaten aanvaarden, maar het noviciaat en de initiële vorming moeten worden doorgemaakt in het klooster waarbij men geaffilieerd is, of in een ander, door de Federatie aangewezen klooster.
Referenties naar alinea 60: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
61
De kandidaten van het geaffilieerde klooster worden toegelaten tot het noviciaat, de novicen tot de tijdelijke professie, en de tijdelijke geprofesten tot de plechtige geloften door de Hogere Overste van het klooster waarmee men geaffilieerd is, na de gemeenschap van het geaffilieerde klooster gehoord te hebben en na de vereiste meerderheid verkregen te hebben van het Conventueel Kapittel van het klooster waarmee men geaffilieerd is, of van de Presidente van de Federatie met de instemming van haar raad.
Referenties naar alinea 61: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
62
De professie wordt gedaan voor het geaffilieerde klooster.
Referenties naar alinea 62: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
63
Tijdens de periode van affiliatie worden de financiën van de twee kloosters duidelijk onderscheiden beheerd.
Referenties naar alinea 63: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
64
De viering van het Conventueel Kapittel in het geaffilieerde klooster wordt opgeschort, maar de mogelijkheid om plaatselijke kapittels bijeen te roepen blijft onaangetast.
Referenties naar alinea 64: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Transfer
65
Met transfer bedoelen we de verplaatsing van een monastieke gemeenschap van haar eigen locatie naar een andere om een goede reden, zonder wijziging van de juridische status van het klooster, samenstelling van de gemeenschap, en de benoemingen in de verschillende ambten.
Referenties naar alinea 65: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
66
Om tot de transfer over te gaan, is het noodzakelijk om:
- een besluit van het conventskapittel met een twee-derde meerderheid van de stemmen te nemen
- de bisschop in wiens bisdom het klooster dat verlaten wordt gevestigd is, op een redelijke tijd in kennis te stellen
- de voorafgaande schriftelijke toestemming te verkrijgen van de bisschop van het bisdom waar de gemeenschap van monialen zich wil vestigen
- het verzoek tot transfer in te dienen bij de Heilige Stoel, opdat de overdracht van de goederen die eigendom zijn van de kloostergemeenschap, overeenkomstig de canonieke en burgerlijke normen ter zake gebeurt.
Referenties naar alinea 66: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Opheffing
67
Wanneer de autonomie van het leven gedeeltelijk in gevaar is, kan affiliatie een mogelijkheid zijn voor herstel en wedergeboorte. Als de situatie van onvermogen onomkeerbaar is, vormt het opheffen van het klooster, hoe pijnlijk ook, de oplossing.
Referenties naar alinea 67: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
68
Een klooster van monialen dat er niet in slaagt om het bijzondere publieke getuigenis dat het aan Christus en de Kerk zijn bruid verschuldigd is, niet kan uitdrukken overeenkomstig de contemplatieve aard en de doelstelling van het Instituut, moet worden opgeheven, rekening houdend met het nut voor de Kerk en voor het Instituut waartoe het klooster behoort.
Referenties naar alinea 68: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
69
In deze gevallen komt het aan de Heilige Stoel toe om te beoordelen of het opportuun is een ad-hoc commissie op te richten, samengesteld uit de Ordinaris, de Presidente van de Federatie, de Federatieve Assistent en de Hogere Overste van het klooster. art. 8, §2 [[6395|36]]
Referenties naar alinea 69: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
70
Onder de criteria die kunnen bijdragen tot het bepalen van een oordeel over het op heffen van een klooster, moeten, na alle omstandigheden te hebben onderzocht, de volgende punten als geheel worden overwogen: het aantal monialen, de hoge leeftijd van de meerderheid van de leden, of men werkelijk in staat is het bestuur en vorming te verzorgen, het ontbreken van kandidaten gedurende een aantal jaren, het gebrek aan de nodige vitaliteit in het beleven en overdragen van het charisma in dynamische trouw. vgl: art. 8, §2 [[[6395|36]]] vgl: Vita Consecrata [[[758|36-37]]]
Referenties naar alinea 70: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
71
Een klooster van monialen kan slechts door de Heilige Stoel worden opgeheven, na advies van de diocesane bisschop vgl: §1 en §4 [[[30|616]]] en, indien opportuun, na advies van de Presidente van de Federatie, de Religieuze Assistent en de religieuze Ordinaris, indien het klooster geassocieerd is volgens de normen van c.614 CIC [30|614].
Referenties naar alinea 71: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
72
De bezittingen van het opgeheven klooster komen, met respect voor de wil van de stichters en schenkers, de overblijvende zusters toe , en gaan proportioneel naar de kloosters die overblijvende zusters opnemen, tenzij de Heilige Stoel anders besluit, die in individuele gevallen kan beschikken dat een deel van de bezittingen zal worden geschonken aan liefdadigheid, aan de particuliere Kerk binnen de grenzen waarvan het klooster gelegen is, aan de Federatie of aan het “Fonds voor de monialen”. vgl: §2 [[[30|616]]]
Referenties naar alinea 72: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
73
Bij de opheffing van klooster dat geheel heeft opgehouden te bestaan, als er geen overblijvende monialen zijn, gaat de bestemming van het vermogen van het opgeheven klooster, behoudens andersluidende bepaling van de Heilige Stoel vgl: §2 [[[30|616]]], overeenkomstig het canoniek en het burgerlijk recht, naar de respectieve hogere rechtspersoon, dat wil zeggen de Federatie van kloosters of naar een ander verband van gelijkaardige kloosters of naar de vrouwelijke monastieke Congregatie.
Referenties naar alinea 73: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het kerkelijke toezicht over het klooster
74
Elke gemeenschapsstructuur of bestuursstructuur waarvan vrouwelijke kloosters lid kunnen zijn, wordt verzekerd van het nodige en gepaste toezicht, voornamelijk – maar niet uitsluitend – uitgeoefend door het regelmatige bezoek van een autoriteit buiten de kloosters zelf.
Referenties naar alinea 74: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
75
Volgens het universele en eigen recht komt de dienst van het toezicht toe:
- aan de Presidente van de vrouwelijke monastieke Congregatie voor de kloostergemeenschappen van haar Congregatie
- aan de Hogere Overste van het mannelijk Instituut waarmee men geassocieerd is, die de religieuze Ordinaris wordt genoemd, voor die vrouwelijke monastieke gemeenschappen die juridisch geassocieerd zijn, volgens het recht. vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|614]]]
- aan de diocesane bisschop voor die monastieke gemeenschappen die aan zijn bijzonder toezicht zijn toevertrouwd volgens het recht vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|615]]], en in zijn particuliere Kerk aanwezig zijn.
Referenties naar alinea 75: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
76
Elk vrouwelijk klooster is toevertrouwd aan het toezicht van één enkele autoriteit, aangezien het regime van gelijktijdige en cumulatieve “dubbele afhankelijkheid”, dat wil zeggen, van de bisschop en de overste van de orde, aanwezig in verschillende canons van de Codex van 1917 [2620], niet langer aanwezig is in de nu geldende Codex [30].
Referenties naar alinea 76: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
77
Bij monialenkloosters die aaneengesloten zijn in een monastieke Congregatie, moeten de draagwijdte en de concrete wijzen voor het uitvoeren van het toezicht worden bepaald in de Constituties van de vrouwelijke monastieke Congregatie, goedgekeurd door de Heilige Stoel.
Referenties naar alinea 77: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
78
Voor monialenkloosters die juridisch geassocieerd zijn, moeten de draagwijdte en wijzen voor het uitvoeren van de dienst van het toezicht door de religieuze Ordinaris vastgelegd worden in hun eigen, door de Heilige Stoel goedgekeurde, Constituties, waarin de rechten en plichten van de geassocieerde Overste en van het geassocieerde vrouwelijke klooster moeten worden omschreven, overeenkomstig hun eigen spiritualiteit en tradities.
Referenties naar alinea 78: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
79
De wettelijke associatie van monialenkloosters aan de corresponderende mannelijke orde moet zoveel mogelijk worden aangemoedigd vgl: art. 9, §4 [[[6395|47]]] om de identiteit van de charismatische familie te beschermen.
Referenties naar alinea 79: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
80
Kloosters die tot een congregatie behoren en juridisch geassocieerde kloosters blijven echter gebonden aan de diocesane Bisschop, zoals in het universele recht vastgesteld en benoemd in nr. 83 [al:83] van deze Instructie.
Referenties naar alinea 80: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
81
291
85
291
85
Wat betreft de vrouwelijke kloosters die aan het bijzondere toezicht van de diocesane Bisschop zijn toevertrouwd: dit komt tot uitdrukking in de verhouding met de monastieke gemeenschap, vooral in de gevallen zoals vastgesteld door het universele recht, volgens hetwelke de diocesane Bisschop:
- het Conventueel Kapittel voorzit dat de Hogere Overste kiest vgl: §2 [[[30|625]]]
- de canonieke visitatie van het klooster verricht, ook waar het de interne indisciple vgl: §2 n. 1 [[[30|628]]] betreft, rekening houdend met de bepalingen van deze instructie
- als plaatselijke Ordinaris, het financiële jaarverslag over het economisch beheer van het klooster onderzoekt vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|637]]]
- in afwijking van c.638, §4 CIC [30|638], als plaatselijke Ordinaris zijn schriftelijke toestemming geeft voor bepaalde handelingen van beheer, waar het eigen recht dit voorschrijft Afwijking goedgekeurd in.. Afwijking goedgekeurd in specifieke vorm door de Heilige Vader.
- het indult bevestigt voor het definitieve uittreden uit het klooster, dat door de Hogere Overste met instemming van haar Raad aan een tijdelijke geprofeste zuster is verleend vgl: §2 [[[30|688]]]
- het decreet uitvaardigt tot wegzending van een moniale, zelfs indien zij slechts tijdelijke geloften heeft afgelegd vgl: §2 [[[30|699]]] .
Referenties naar alinea 81: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
82
Deze gevallen omschrijven het bereik en de wijze van het bijzonder toezicht van de diocesane bisschop, en vormen de basis voor het bereik en het toezicht van de religieuze Ordinaris van het associërende Instituut over het vrouwelijke klooster dat juridisch geassocieerd is, welke in de constituties van het geassocieerde klooster moet worden opgenomen.
Referenties naar alinea 82: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Verhouding tussen het klooster en de diocesane bisschop
83
291
80
291
80
Alle vrouwelijke kloosters zijn, zonder afbreuk te doen aan de interne autonomie vgl: c.586 CIC [[[30|586]]] en de eventuele externe exemptie vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|591]]], onderworpen aan de diocesane bisschop, die pastorale zorg draagt in de volgende gevallen:
- de gemeenschap van het vrouwenklooster is onderworpen aan de gezag van de bisschop vgl: §1 [[[30|678]]], aan wie zij toegewijd respect en eerbied moet geven in de uitoefening van de publieke eredienst, de zielzorg vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|392.680]]] en de vormen van apostolaat die met hun eigen aard overeenkomen vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|394.673.674.612]]];
- de diocesane bisschop vgl: §2 [[[30|683]]] kan, bij gelegenheid van de pastorale visitatie of andere vaderlijke bezoeken en indien noodzakelijk, zelf passende maatregelen nemen vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|1320]]] wanneer hij vaststelt dat er misstanden zijn en nadat oproepen aan de Hogere Overste geen effect hebben gehad;
- de diocesane bisschop intervenieert bij de oprichting van het klooster door schriftelijke toestemming te geven voordat de toestemming van de Apostolische Stoel wordt gevraagd vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|609]]];
- De diocesane bisschop als plaatselijk Ordinaris, intervenieert bij de benoeming van de cappellanus vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|567]]] en, nog steeds als plaatselijk Ordinaris, door de goedkeuring van gewone biechtvaders. vgl: §3 [[[30|630]]] Alles moet gebeuren “rekening houdend met het eigen charisma en de noden van het zusterlijk leven in gemeenschap” art. 6, §2 [[6395|44]];
- De diocesane bisschop intervenieert bij de opheffing van het klooster door zijn mening te geven vgl: §1 [[[30|616]]];
- een geëxclaustreerde moniale richt zich tot de diocesane Bisschop, als de plaatselijke Ordinaris, en naar haar oversten; zij blijft van hen afhankelijk en onder hun zorg vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|687]]];
- het komt de diocesane Bisschop toe om, om een gerechtvaardigde reden, de clausuur binnen te gaan en, met de toestemming van de Hogere Overste, andere mensen binnen te laten. Gedeeltelijke derogatie van.. Gedeeltelijke derogatie van c.667, §4 CIC goedgekeurd in specifieke vorm door de Heilige Vader vgl: §4 [[[30|667]]]
Referenties naar alinea 83: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
84
Voor de kloosters die lid zijn van een congregatie en voor de geassocieerde kloosters vormen de hierboven genoemde punten van pastorale zorg de enige mogelijke vormen van tussenkomst van de diocesane bisschop, aangezien de rechten en plichten van de Presidente van de Congregatie voor de kloosters van de Congregatie, en de rechten en plichten van de Religieuze Ordinaris van het instituut waarmee men geassocieerd is, ten opzichte van het geassocieerde klooster moeten worden gewaarborgd.
Referenties naar alinea 84: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
85
Voor de kloosters die aan het bijzondere toezicht van de diocesane bisschop zijn toevertrouwd, moeten de punten van pastorale zorg die zojuist werden geschetst, worden toegevoegd aan de punten die in de Codex [30] worden gepresenteerd als de uitdrukkingen van bijzonder toezicht, waarnaar wordt verwezen in nr. 81 [al:81] van deze Instructie.
Referenties naar alinea 85: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk twee De federatie van kloosters
- Natuur en doel
86
De Federatie is een structuur van gemeenschap tussen de kloosters van hetzelfde instituut, opgericht door de Heilige Stoel, opdat kloosters met hetzelfde charisma niet geïsoleerd blijven, maar trouw blijven aan hun charisma, en, door elkaar wederzijds zusterlijk te helpen, de onmisbare waarde van communio beleven. vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|28-30]]]
Referenties naar alinea 86: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
87
De federaties bestaan uit verschillende autonome kloosters die in geest en traditie affiniteit hebben met elkaar, en die, ook al zijn ze niet noodzakelijk volgens geografische criteria samengesteld, voor zover mogelijk niet te ver van elkaar verwijderd zijn. vgl: art. 9, §2 [[[6395|47]]]
Referenties naar alinea 87: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
88
De Heilige Stoel heeft de exclusieve bevoegdheid om Federaties vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|582]]] van monialenkloosters op te richten, te suspenderen, samen te voegen en op te heffen.
Referenties naar alinea 88: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
89
De Heilige Stoel heeft eveneens de exclusieve bevoegdheid om een autonoom klooster aan een Federatie toe te wijzen of om de overgang van een klooster van de ene Federatie naar de andere van hetzelfde instituut toe te staan.
Referenties naar alinea 89: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
90
De Federatie van monialenkloosters is door de bron waaruit zij voortkomt en door het gezag waarvan zij rechtstreeks afhankelijk is en waardoor zij wordt bestuurd, van pauselijk recht, overeenkomstig het canonieke recht.
Referenties naar alinea 90: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
91
De statuten van de Federatie moeten niet alleen in overeenstemming zijn met wat door deze Instructie is vastgesteld, maar ook met de aard, de wetten, de geest en de tradities van het Instituut waarvan zij deel uitmaken.
Referenties naar alinea 91: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
92
De Federatie bevordert overeenkomstig deze Instructie en haar Statuten, en naar het onderscheiden karakter van haar eigen charisma, vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|30]]] vgl: art. 9, §3 [[[6395|47]]] het contemplatieve leven in de kloosters, garandeert hulp bij de initiële en voortgezette vorming, evenals uitwisseling van monialen en materiële goederen.
Referenties naar alinea 92: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
93
Volgens de normen van de Apostolische Constitutie Vultum Dei quaerere moeten alle kloosters allereerst toetreden tot een federatie. vgl: art. 9, §1 [[[6395|47]]]
Een klooster kan, om bijzondere objectieve en gemotiveerde redenen, met de instemming van het Conventueel Kapittel, de Heilige Stoel vragen van deze verplichting te worden ontheven. Het verlenen van deze ontheffing is voorbehouden aan de Heilige Stoel.
Een klooster kan om objectieve en gemotiveerde redenen, met de instemming van het conventskapittel, de Heilige Stoel vragen niet langer deel uit te maken van een Federatie. De Heilige Stoel moet een passende onderscheiding maken voordat het uittreden uit een federatie wordt toegestaan.
Een klooster kan, om bijzondere objectieve en gemotiveerde redenen, met de instemming van het Conventueel Kapittel, de Heilige Stoel vragen van deze verplichting te worden ontheven. Het verlenen van deze ontheffing is voorbehouden aan de Heilige Stoel.
Een klooster kan om objectieve en gemotiveerde redenen, met de instemming van het conventskapittel, de Heilige Stoel vragen niet langer deel uit te maken van een Federatie. De Heilige Stoel moet een passende onderscheiding maken voordat het uittreden uit een federatie wordt toegestaan.
Referenties naar alinea 93: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
94
Na het verkrijgen van de canonieke oprichting zoekt de Federatie ook de wettelijke erkenning naar het burgerlijke recht en plaatst ze haar wettelijke zetel in een van de kloosters die er deel van uitmaken.
Referenties naar alinea 94: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
95
Verscheidene federaties van hetzelfde instituut kunnen, met de instemming van de Heilige Stoel, een confederatie vormen vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|582]]] vgl: art. 9, §4 [[[6395|47]]] om de activiteiten van de afzonderlijke Federaties eenvormig te sturen en tot op zekere hoogte te coördineren.
Referenties naar alinea 95: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
96
De Heilige Stoel kan voor elk Instituut een Internationale Commissie oprichten of goedkeuren om de studie van thema's in verband met het contemplatieve leven in relatie tot het eigen charisma te stimuleren. vgl: art. 9, §4 [[[6395|47]]]
Referenties naar alinea 96: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
97
De wettig opgerichte Federatie is een publieke rechtspersoon in de Kerk en is als zodanig in staat tijdelijke, roerende en onroerende goederen, die kerkelijke goederen zijn, te verwerven, te bezitten, te beheren en te vervreemden volgens het universele en eigen recht.
Referenties naar alinea 97: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
98
Om de onderlinge gemeenschap van kloosters in stand te houden en te versterken, en zo een van de doelstellingen van de Federatie te verwerkelijken, wordt een zekere uitwisseling van goederen tussen de kloosters, gecoördineerd door de Presidente van de Federatie, aangemoedigd.
Referenties naar alinea 98: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
99
De uitwisseling van goederen in een Federatie gebeurt door middel van bijdragen, giften en leningen die kloosters aanbieden aan andere kloosters die financiële problemen hebben, en voor de gemeenschappelijke behoeften van de Federatie.
Referenties naar alinea 99: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
100
De Federatie beschouwt de goederen die ze bezit als noodzakelijk en nuttig middel om haar doelstellingen te verwezenlijken.
Referenties naar alinea 100: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
101
Elke federatie richt een economisch fonds (de federale kas) op om de doelstellingen van de federatie te kunnen verwezenlijken. Dit fonds dient ter dekking van de gewone uitgaven van de federatie zelf en van de uitgaven in verband met de vorming van monialen op federaal niveau, ter ondersteuning van de levensbehoeften en de gezondheid van de monialen, voor het onderhoud van de gebouwen en voor de ondersteuning van nieuwe stichtingen.
Referenties naar alinea 101: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
102
Het economisch fonds wordt gevoed door vrijwillige schenkingen van de kloosters, door de schenkingen van weldoeners en door de inkomsten uit de vervreemding van de bezittingen van de opgeheven kloosters, zoals bepaald door deze Instructie. vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|30]]] vgl: art. 9, §3 [[[6395|47]]]
Referenties naar alinea 102: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
103
De financiën van de Federatie worden beheerd door de Federale Raad, voorgezeten door de Presidente van de Federatie, die gebruik maakt van de medewerking van de Federale Econome.
Referenties naar alinea 103: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
104
In het kader van het gewone beheer doen de Presidente van de Federatie en de Econome van de Federatie binnen de grenzen van hun ambt aankopen en voeren zij geldige administratieve taken uit.
Referenties naar alinea 104: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
105
Voor uitgaven en handelingen van buitengewoon beheer is de toestemming van de Federale Raad en de Federale Vergadering vereist, in overeenstemming met de waarde van het bedrag vastgesteld in het eigen recht. Elke Federatie stelt in de gekozen Federale Vergadering het bedrag vast waarvoor de machtiging van de Federale Raad en de Federale Vergadering nodig is.
Referenties naar alinea 105: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
106
Bij een handeling of verkoop waarvan de waarde hoger is dan het bedrag dat door de Heilige Stoel voor de afzonderlijke regio's is vastgesteld, of om votiefgeschenken aan de Kerk van waardevolle voorwerpen met een historische of artistieke waarde, is eveneens de toestemming van de Heilige Stoel vereist.
Referenties naar alinea 106: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
107
De geldigheid van de verkoop en van elke andere handeling, die de financiële situatie van de Federatie zou kunnen schaden, vereist de schriftelijke toestemming van de Presidente van de Federatie met de toestemming van de Raad of de Federale Vergadering, afhankelijk van de hoogte van de transacties, zoals bepaald in het eigen recht.
Referenties naar alinea 107: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
108
291
291
In afwijking van c.638, §4 CIC [30|638], hebben de Presidente van de Federatie en de Federale Raad voor de geldigheid van de vervreemding van de goederen van de opgeheven kloosters, boven de waarde van het te vervreemden goed, altijd en uitsluitend schriftelijke toestemming van de Heilige Stoel nodig. Afwijking goedgekeurd in.. Afwijking goedgekeurd in specifieke vorm door de Heilige Vader.
Referenties naar alinea 108: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
109
Behoudens andersluidende beschikking van de Heilige Stoel vgl: §2 [[[30|616]]], beschikt de Presidente van de Federatie over de opbrengst van de vervreemding van de goederen van een klooster van de Federatie dat volledig is opgehouden te bestaan, zoals bepaald in deze Instructie.
Referenties naar alinea 109: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De Presidente van de Federatie
110
De Presidente van de Federatie, door de Federale Vergadering overeenkomstig de statuten van de Federatie voor een periode van zes jaar verkozen, is geen Hogere Overste en handelt in de uitoefening van haar functie op basis van wat de huidige Instructie haar toekent vgl: art. 9, §3 [[[6395|47]]] overeenkomstig het universele en eigen recht.
Referenties naar alinea 110: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
111
291
291
In afwijking van c.628, §2, 1° CIC [30|628], begeleidt de Presidente van de Federatie, op de vastgestelde tijden, de Reguliere Visitator als Co-Visitator bij de canonieke visitatie aan de gefedereerde kloosters. Afwijking goedgekeurd in.. Afwijking goedgekeurd in specifieke vorm door de Heilige Vader.
Referenties naar alinea 111: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
112
De Presidente van de Federatie zal voor de canonieke visitatie van de gemeenschap van haar eigen klooster een Federale raadslid delegeren als co-Visitator van de Reguliere Visitator.
Referenties naar alinea 112: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
113
De Presidente van de Federatie kan, telkens wanneer het noodzakelijk is, de gemeenschappen van de kloosters van de Federatie visiteren, samen met een co-Visitator, die bij toerbeurt gekozen wordt uit de Raadsleden en met de Econome van de Federatie.
Referenties naar alinea 113: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
114
Alle andere bezoeken – moederlijk of zusterlijk – worden overeengekomen met de Overste van het klooster.
Referenties naar alinea 114: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
115
Aan het einde van de canonieke visitatie geeft de Federatie Presidente schriftelijk aan de Hogere Overste van het klooster de meest geschikte oplossingen aan voor de gevallen en situaties die tijdens het bezoek aan het klooster naar boven zijn gekomen; zij stelt de Heilige Stoel van alles op de hoogte.
Referenties naar alinea 115: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
116
Tijdens de canonieke visitatie gaat de Presidente van de Federatie na hoe de in de punt 12 [6395|12] opgesomde en in de nrs. 13-35 van de Apostolische Constitutie Vultum Dei quaerere [6395|13-35] ontwikkelde punten worden beleefd vgl: art. 2, §2. [[[6395|40]]], en of de daarop gebaseerde toepassingen, die door de Federale Vergadering zijn vastgesteld, worden nageleefd.
Referenties naar alinea 116: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
117
De Presidente van de Federatie zal vooral waken over de initiële en voortgezette vorming in de kloosters om te zien of deze in overeenstemming zijn met het charisma van het instituut, opdat elke gemeenschap een baken kan zijn dat de reis van de mannen en vrouwen van onze tijd verlicht vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|36]]]. Aan het einde van de visitatie informeert zij de Heilige Stoel over de reële mogelijkheden die het klooster heeft om de initiële vorming te garanderen.
Referenties naar alinea 117: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
118
De vorming van de vormingsverantwoordelijken en hun medewerksters is deels toevertrouwd aan de kloosters en deels aan de Federatie, en daarom is de Presidente van de Federatie geroepen om de vorming op federaal niveau te versterken vgl: art. 3, §3 [[[6395|41]]] en de deelname te eisen van hen die de dienst van de vorming uitoefenen; indien dit niet gebeurt, zal zij de zaak voorleggen aan de Heilige Stoel.
Referenties naar alinea 118: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
119
De Presidente van de Federatie moet borg staan voor de door de Federale Vergadering beoogde vorming van de personen die geroepen om de dienst van het gezag uit te oefenen vgl: art. 7, §1 [[[6395|45]]] en hun deelname eisen; indien dit niet gebeurt, zal zij de zaak voorleggen aan de Heilige Stoel.
Referenties naar alinea 119: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
120
De Presidente van de Federatie kiest, na het advies van de Federale Raad te hebben ingewonnen, de meest geschikte plaatsen om specifieke vormingscursussen te organiseren voor de vormingsverantwoordelijken en hun medewerksters, alsook voor hen die geroepen zijn tot de dienst van het gezag, en bepaalt de duur van deze cursussen zodanig dat ze niet nadelig zijn voor de noden van het beschouwende en gemeenschappelijk leven. vgl: art. 3, §4 [[[6395|41]]]
Referenties naar alinea 120: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
121
Wanneer een autonoom klooster niet langer over een echte autonomie van leven beschikt vgl: art. 8, §1 [[[6395|45]]], is het de verantwoordelijkheid van de Presidente van de Federatie om de zaak aan de Heilige Stoel voor te leggen.
Referenties naar alinea 121: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
122
Wanneer de Hogere Overste van een klooster een moniale de toestemming ontzegt om naar een ander klooster van hetzelfde instituut te gaan, deelt de Presidente van de Federatie dit, na overleg met haar Raad, mee aan de Heilige Stoel, die beslist wat er moet gebeuren.
Referenties naar alinea 122: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De Federale Raad
123
De Federale Raad bestaat uit vier raadsleden die door de Federale Vergadering gekozen worden uit alle plechtig geprofeste monialen van de kloosters van de Federatie en blijft in functie voor een periode van zes jaar.
Referenties naar alinea 123: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
124
De Federale Raad is bevoegd voor hetgeen hem door deze Instructie wordt toegeschreven vgl: art. 9, §3 [[[6395|47]]] en voor hetgeen in de statuten kan worden bepaald; de Presidente van de Federatie kan de raad evenwel raadplegen wanneer zij dit nodig acht.
Referenties naar alinea 124: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
125
De Federale Raad wordt na elke canonieke visitatie door de Presidente van de federatie geraadpleegd, alvorens aan de Hogere Overste van het klooster schriftelijk de beste oplossingen te bezorgen voor de gevallen en situaties die tijdens het bezoek aan het licht kwamen.
Referenties naar alinea 125: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
126
De Federale Raad brengt advies uit over de keuze van het tijdstip en de meest geschikte plaats om de specifieke vormingscursussen te organiseren voor de vormingsverantwoordelijken en hun medewerksters, alsook voor hen die de dienst van het gezag uitoefenen.
Referenties naar alinea 126: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
127
De Federale Raad werkt met de voorzitter van de Federatie samen bij de opstelling van het verslag over de toestand van de Federatie en van de afzonderlijke kloosters, dat aan het einde van de termijn van zes jaar aan de Heilige Stoel moet worden toegezonden.
Referenties naar alinea 127: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
128
De Federale Raad wordt door de Presidente van de Federatie geraadpleegd alvorens de aanvraag tot affiliatie of opheffing van een klooster bij de Heilige Stoel in te dienen.
Referenties naar alinea 128: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
129
De Federale Raad moet zijn instemming verlenen met de keuze van de Federale Vormingsverantwoordelijke, die de gezamenlijke initiële vorming uitvoert en coördineert. vgl: art. 3, §37 [[[6395|41]]] Evenzo moet zij, in ernstige gevallen, haar instemming geven om de Federale Vormingsverantwoordelijke te ontslaan.
Referenties naar alinea 129: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
130
291
291
In afwijking van §2 [30|686], is de instemming van de Federale Raad vereist voor het verlenen van een indult voor exclaustratie van een moniale met plechtige geloften, na het jaar dat door de Hogere Overste van het klooster was toegekend, met een maximum van drie jaar. Afwijking goedgekeurd in.. Afwijking goedgekeurd in specifieke vorm door de Heilige Vader.
Referenties naar alinea 130: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
131
De Federale Raad moet instemmen met het verzoek om verlenging van het exclaustratie-indult van een moniale met plechtige geloften, dat bij de Heilige Stoel moet worden aangevraagd. Afwijking goedgekeurd in.. Afwijking goedgekeurd in specifieke vorm door de Heilige Vader. Alvorens de zaak voor te leggen aan de Federale Raad, moet de Presidente van de Federatie het schriftelijke advies inwinnen van de Hogere Overste van de plechtig geprofeste moniale die om verlenging van het indult vraagt, door de Raad van het klooster collegiaal uitgesproken; de toestemming verkrijgen van de plaatselijke Ordinaris waar de zuster zal moeten wonen; en advies verkregen hebben van de diocesane Bisschop of de bevoegde religieuze Ordinaris.
Referenties naar alinea 131: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
132
De Federale Raad neemt de functies van de Raad van een autonoom klooster op zich wanneer deze, door affiliatie, aan de Presidente van de Federatie wordt toevertrouwd in het kader van de begeleiding van het proces van revitalisering of de opheffing van een klooster. vgl: art. 8, §7 [[[6395|46]]]
Referenties naar alinea 132: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De Federale Vergadering
133
De communio die tussen de kloosters bestaat, wordt zichtbaar in de Federale Vergadering, teken van eenheid in liefde, met als voornaamste taak de bescherming van het charismatische patrimonium van het Instituut van de kloosters van de Federatie en de bevordering van een adequate vernieuwing in harmonie met dit patrimonium, op voorwaarde dat geen enkele Federatie van kloosters van monialen of Confederatie van Federaties het hele Instituut vertegenwoordigt.
Referenties naar alinea 133: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
134
De Presidente van de Federatie, de Federale Raadsleden, de Federale Econoom, de Hogere Overste en een afgevaardigde van elk autonoom klooster van de Federatie, verkozen door het Conventueel Kapittel, vormen leden van de Federale Vergadering; de Federale Secretaris fungeert uitsluitend als actuaris.
Referenties naar alinea 134: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
135
De Gewone Federale Vergadering wordt om de zes jaar bijeengeroepen en de federale ambten worden daarin vernieuwd.
Referenties naar alinea 135: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
136
De Tussentijdse Federale Vergadering wordt om de drie jaar bijeengeroepen om de gerealiseerde doelstellingen na te gaan en eventuele bijstellingen of wijzigingen ervan aan te nemen.
Referenties naar alinea 136: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
137
Indien de noodzaak dit vereist of zij het wijs acht, kan de Presidente van de Federatie, met de instemming van de Federale Raad, een buitengewone Federale Vergadering bijeenroepen.
Referenties naar alinea 137: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
138
De Federale Vergadering, zowel de gewone als de tussentijdse, wordt door de Presidente ten minste zes maanden voor het verstrijken van de periode van zes jaar of het verstrijken van de periode van drie jaar bijeengeroepen.
Referenties naar alinea 138: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
139
De buitengewone Federale Vergadering wordt twee maanden voor de viering ervan door de Presidente bijeengeroepen.
Referenties naar alinea 139: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
140
Bij het ophouden van het ambt van de federale president, bij overlijden of op andere door het recht bepaalde wijze vgl: §1 [[[30|184]]], roept het eerste Raadslid binnen een maand na de vacature van dit ambt de buitengewone Federale Vergadering bijeen, die binnen twee maanden na de bijeenroeping wordt gevierd. In dit geval worden de Federale Raadsleden en de Federale Econome opnieuw verkozen.
Referenties naar alinea 140: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
141
De Federale Vergadering:
- ontvangt het verslag van de Presidente van de Federatie over de toestand van de Federatie en van de afzonderlijke kloosters
- kiest de Presidente van de Federatie en de Federale Raad
- kiest de Federale Econome
- behandelt vraagstukken van aanzienlijk belang
- neemt beslissingen en vaardigt normen uit waaraan, na definitieve goedkeuring door de Heilige Stoel, alle monialen zich moeten houden
- ontwikkelt voor een periode van zes jaar de gemeenschappelijke vormingscursussen die elke gemeenschap verplicht is te volgen
- bevordert de oprichting van nieuwe stichtingen en de wijze waarop deze kunnen worden uitgevoerd, zowel door afzonderlijke kloosters en als door de Federatie;
- wijst een klooster aan als de plaats van de gemeenschappelijke initiële vorming voor de kloosters van de Federatie vgl: art. 3 §7 [[[6395|41]]]
- stelt een vormingsplan op voor de personen die belast zijn met de uitoefening van de dienst van het gezag vgl: art. 1 §1 [[[6395|45]]] en voor de vormingsverantwoordelijken. vgl: art. 3 §3 [[[6395|41]]]
Referenties naar alinea 141: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Federale Diensten
142
Het beheer van de Federatie is toevertrouwd aan de Federale Econome, verkozen door de Federale Vergadering voor zes jaar.
Referenties naar alinea 142: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
143
De Federale Econome is verantwoordelijk voor de uitvoering van wat door de Federale Raad is vastgesteld en werkt in het kader van de canonieke visitatie samen met de Presidente van de Federatie om het financiële verslag van de afzonderlijke kloosters te verifiëren, waarbij zij de positieve en kritieke aspecten van de kloosters opmerkt, gegevens die in het eindverslag van de visitatie moeten worden opgenomen.
Referenties naar alinea 143: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
144
De Federale Secretaris wordt gekozen door de Presidente van de Federatie en blijft in functie voor een periode van zes jaar; deze functie kan worden uitgeoefend door één van de Federale Raadsleden.
Referenties naar alinea 144: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
145
De Federale Secretaris verblijft, indien mogelijk, in het klooster dat gekozen is als de wettelijke zetel van de Federatie en bewaart daar de documenten en houdt het archief van de Federatie bij.
Referenties naar alinea 145: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
146
Op aanwijzing van de President van de Federatie stelt de Federale Secretaris de agenda op en roept zij de Federale Raad bijeen, waarbij zij optreedt als actuaris.
Referenties naar alinea 146: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
147
De Federale Secretaris bereidt, volgens de aanwijzingen van de Presidente van de Federatie, de Federale Vergadering voor.
Referenties naar alinea 147: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
148
De Federale Vormingsverantwoordelijke vgl: art. 3 §7 [[[6395|41]]] wordt ad nutum benoemd door de Presidente van de Federatie met de instemming van de Federale Raad. De Federale vormingsverantwoordelijke kan om zwaarwegende redenen door de Presidente van de Federatie, met de instemming van dezelfde Raad, uit haar ambt worden ontheven.
Referenties naar alinea 148: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De Religieuze Assistent
149
De Federale Assistent vertegenwoordigt de Heilige Stoel voor de Federatie, maar niet voor de individuele kloosters waaruit zij bestaat, en voert zijn taak trouw uit volgens de bepalingen die betrekking hebben op dit ambt en voert de ontvangen taak uit binnen de grenzen van zijn bevoegdheid.
Referenties naar alinea 149: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
150
De Federale Assistent is een priester die, omdat hij tot op zekere hoogte deel heeft aan de jurisdictie van de Heilige Stoel, door de Congregatie voor de Instituten van het Godgewijd Leven en Sociëteiten van Apostolische Leven [d:118] wordt benoemd voor één of voor meerdere Federaties.
Referenties naar alinea 150: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
151
De Federale Assistent is geen Hogere Overste en vervult zijn taak in een geest van samenwerking en dienstbaarheid ten opzichte van de Federatie door het behoud van de echte geest van het Instituut aan te moedigen en de Presidente en haar Raad te helpen bij het leidinggeven aan de Federatie, met name bij de vorming op federaal niveau en bij het oplossen van de belangrijkste financiële vraagstukken.
Referenties naar alinea 151: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
152
De benoeming van de Federale Assistent is voorbehouden aan de Heilige Stoel, maar de Federatie heeft de bevoegdheid tot voordracht.
Referenties naar alinea 152: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
153
De benoeming van de Assistent is ad nutum Sanctae Sedis.
Referenties naar alinea 153: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
154
De Presidente van de Federatie is verplicht om binnen de vastgestelde termijn aan de Heilige Stoel de namen van drie mogelijke kandidaten voor het ambt van Federale Assistent voor te leggen, met daarbij gevoegd de gegevens van de voorafgegane raadplegingen van de gemeenschappen van de afzonderlijke kloosters van de Federatie, het curriculum vitae van elke kandidaat, haar eigen mening en die van de Federale Raad, de nihil obstat van de Ordinarissen van de kandidaten.
De Heilige Stoel behoudt zich het recht voor om, op de wijze die het meest geschikt wordt geacht, de informatie over de kandidaten voor het ambt van Assistent aan te vullen.
De Heilige Stoel behoudt zich het recht voor om, op de wijze die het meest geschikt wordt geacht, de informatie over de kandidaten voor het ambt van Assistent aan te vullen.
Referenties naar alinea 154: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
155
Elk jaar moet de Federale Assistent een beknopt verslag indienen over zijn werkzaamheden, over het leven en de toestand van Federatie, waarbij van bijzondere situaties melding wordt gemaakt. Aan het einde van zijn mandaat zendt de Assistent een meer gedetailleerd verslag over de toestand van de Federatie aan de Congregatie voor de Instituten van het Godgewijd Leven en de Sociëteiten van het Apostolisch Leven [d:118].
Referenties naar alinea 155: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk drie Afzondering van de wereld
- Het begrip en relevantie voor het beschouwend leven
156
Vertrekkend van de bewoordingen van de Codex vgl: §3 [[[30|607]]], wordt bevestigd dat de afzondering van de wereld de aard en het doel van de religieuze Instituten van het godgewijde leven kenmerkt en overeenkomt met de uitspraak van Paulus om ons gedrag niet af te stemmen op deze wereld (Rom. 12, 2) [[b:Rom. 12, 2]], en elke wereldse wijze van handelen te ontvluchten.
Voor het religieuze leven is de clausuur een gemeenschappelijke verplichting voor alle Instituten vgl: §1 [[[30|667]]] en drukt ze het materiële aspect uit van de afzondering van de wereld – die echter haar reikwijdte niet uitput – en draagt ze in elk religieus huis bij tot het scheppen van een sfeer en een omgeving die bevorderlijk zijn voor innerlijke aandacht, noodzakelijk voor het leven van elk Religieus Instituut, maar in het bijzonder voor die welke aan de contemplatie gewijd zijn.
Voor het religieuze leven is de clausuur een gemeenschappelijke verplichting voor alle Instituten vgl: §1 [[[30|667]]] en drukt ze het materiële aspect uit van de afzondering van de wereld – die echter haar reikwijdte niet uitput – en draagt ze in elk religieus huis bij tot het scheppen van een sfeer en een omgeving die bevorderlijk zijn voor innerlijke aandacht, noodzakelijk voor het leven van elk Religieus Instituut, maar in het bijzonder voor die welke aan de contemplatie gewijd zijn.
Referenties naar alinea 156: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
157
In het contemplatieve leven van monialen verdient het aspect van de afzondering van de wereld bijzondere aandacht door de grote waardering die de christelijke gemeenschap koestert voor dit soort leven, het teken van de exclusieve vereniging van de Kerk-Bruid met haar Heer, de allermeest geliefde.
Referenties naar alinea 157: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
158
Het leven van contemplatieve monialen, die op een heel bijzondere manier zijn toegewijd aan gebed, om het hart voortdurend naar de Heer gericht te houden, in de ascese, en in de vurige vooruitgang van het geestelijk leven, is niets anders dan een streven naar het hemelse Jeruzalem, een anticipatie op de eschatologische Kerk, gericht op het bezit en op de contemplatie van het gelaat van God.
Referenties naar alinea 158: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
159
De gemeenschap van het monialenklooster, geplaatst als een stad op de berg en een licht op de kandelaar (Mt. 5, 14-15) [[b:Mt. 5, 14-15]], geeft door haar eenvoud van leven zichtbaar het doel weer waarnaar de hele kerkgemeenschap op weg is; vurig in actie en toegewijd aan contemplatie, gaat ze voort op de wegen van het heden met ogen gericht op de toekomstige recapitulatie van alles in Christus.
Referenties naar alinea 159: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
160
Het materiële aspect van de afzondering van de wereld vindt een bijzondere uiting in de clausuur, die de plaats is van de intimiteit van de Kerk-Bruid, omdat, in het licht van de bijzondere roeping en kerkelijke missie, de clausuur van de contemplatieven beantwoordt aan de eis om bij de Heer te blijven, die als een prioriteit beschouwd wordt.
Referenties naar alinea 160: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
161
Met de naam clausuur bedoelen we de monastieke ruimte die gescheiden is van de buitenwereld en gereserveerd voor de monialen, en waarin de aanwezigheid van vreemden alleen kan worden toegestaan in geval van nood. Het moet een ruimte van stilte en inkeer zijn, waar het permanente zoeken naar Gods gelaat zich kan verwezenlijken, volgens het charisma van het Instituut.
Referenties naar alinea 161: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
162
De clausuur roept de cel van het hart op, waar ieder geroepen is de vereniging met de Heer te beleven. Aanvaard als een geschenk en een keuze als een vrij antwoord op de liefde, is het de plaats van geestelijke communie met God en de naaste, waar de beperking van ruimte en contacten werkt ten voordele van de verinnerlijking van de evangelische waarden. (Joh. 13, 34; Mt. 5, 3.8) [[b:Joh. 13, 34; Mt. 5, 3.8]]
Referenties naar alinea 162: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
163
De clausuur is niet alleen een ascetisch middel van immense waarde, maar ook een manier om het Paasfeest van Christus te beleven, als een vreugdevolle verkondiging en profetische anticipatie op de mogelijkheid die elke persoon en de hele mensheid wordt geboden om uitsluitend voor God te leven, in Christus Jezus. (Rom. 6, 11) [[b:Rom. 6, 11]]
Referenties naar alinea 163: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
164
In de monialenkloosters moet de clausuur in positieve zin worden opgevat als een ruimte voor het gebruik en de intimiteit van de monialen die het contemplatieve leven beleven, een ruimte van huiselijkheid en gezinsleven, waarbinnen de gemeenschap het zusterlijke leven in haar meest intieme dimensie leidt.
Referenties naar alinea 164: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
165
In monialenkloosters moet de clausuur, in beperkende zin, worden beschouwd als een ruimte die beschermd moet worden, om te voorkomen dat vreemden er toegang toe krijgen.
Referenties naar alinea 165: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
166
De wijze van afscheiding van de buitenwereld van de exclusief voor de monialen bestemde ruimte moet materieel en effectief zijn, niet alleen symbolisch of spiritueel. Het is de verantwoordelijkheid van het Conventueel Kapittel om de wijze van afscheiding van de buitenwereld te bepalen.
Referenties naar alinea 166: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
167
Elk klooster is verplicht om met alle zorg zijn principiële of fundamentele contemplatieve fysionomie te handhaven, door zich erop toe te leggen op een bijzondere manier een omgeving van uiterlijke en innerlijke stilte te scheppen en te beleven in gebed vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|33]]] vgl: art. 12 [[[6395|50]]], in ascese, en in de vurige geestelijke vooruitgang, in de verzorgde viering van de liturgie, in het zusterlijke leven in de gemeenschap, in reguliere observantie en de discipline van afscheiding van de wereld.
Referenties naar alinea 167: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De communicatiemiddelen
168
De wetgeving betreffende de sociale communicatiemiddelen, in al de verscheidenheid waarin ze vandaag aanwezig zijn, is gericht op het veiligstellen van inkeer en stilte: in feite is het mogelijk dat contemplatieve stilte leeg wordt als het klooster gevuld is met geluiden, nieuws en woorden. Inkeer en stilte zijn van groot belang voor het contemplatieve leven als “de noodzakelijke ruimte voor het luisteren naar en de ruminatio van het Woord en als veronderstelling voor een gelovige blik die de aanwezigheid van God gewaar wordt in de persoonlijke geschiedenis, in die van de zusters (...) en in de wederwaardigheden van de huidige wereld”. Vultum Dei Quaerere [[6395|33]]
Referenties naar alinea 168: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
169
Deze middelen moeten dus met soberheid en discretie worden gebruikt, niet alleen ten aanzien van de inhoud maar ook ten aanzien van de hoeveelheid informatie en het soort communicatie, “opdat zij ten dienste zouden staan van de vorming tot het contemplatieve leven en voor de noodzakelijke communicatie, en geen gelegenheden worden voor verstrooiing of te ontsnappen aan de eisen van het zusterlijk samenleven in gemeenschap, noch mogen zij schadelijk zijn voor uw roeping, of een obstakel vormen voor uw leven dat volledig gewijd is aan contemplatie”. Vultum Dei Quaerere [[6395|34]]
Referenties naar alinea 169: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
170
Het gebruik van de communicatiemiddelen ten behoeve van informatie, vorming of werk kan in het klooster, met wijze onderscheiding, worden toegestaan voor gemeenschappelijk nut, volgens de bepalingen van het Conventueel Kapittel opgenomen in het ontwerp voor het gemeenschapsleven.
Referenties naar alinea 170: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
171
De monialen zorgen ervoor over de nodige informatie over de Kerk en de wereld te beschikken, niet met een veelheid aan nieuws, maar door het essentiële ervan in het licht van God te begrijpen, om het tot gebed te maken in harmonie met het hart van Christus.
Referenties naar alinea 171: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- De Clausuur
172
Elk afzonderlijk klooster van monialen of monastieke vrouwelijke Congregatie, conformeert zich volgens c.667, §3 CIC [30|667] en deze Instructie, aan het pauselijk slot, of definieert het slot in de Constituties of in een ander wetboek van het eigen recht, waarbij het eigen karakter van het instituut gerespecteerd wordt. vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|31]]]
Referenties naar alinea 172: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
173
De diocesane Bisschop of de religieuze Ordinaris ziet toe op de naleving van het slot in de kloosters die aan hun respectievelijke zorg zijn toevertrouwd, en helpt de Overste, aan wie de onmiddellijke toepassing van de slotbepalingen is toevertrouwd.
Referenties naar alinea 173: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
174
291
291
In afwijking van hetgeen in c.667, §4 CIC [30|667] is bepaald, zijn de diocesane Bisschop en de religieuze Ordinaris niet betrokken bij het verlenen van dispensatie voor het slot. Afwijking goedgekeurd in.. Afwijking goedgekeurd in specifieke vorm door de Heilige Vader.
Referenties naar alinea 174: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
175
291
291
In afwijking van het in c.667, §4 CIC [30|667] bepaalde, berust de ontheffing van het slot uitsluitend bij de Hogere Overste die, indien deze ontheffing langer duurt dan vijftien dagen, deze slechts kan verlenen met toestemming van haar Raad. Afwijking goedgekeurd in.. Afwijking goedgekeurd in specifieke vorm door de Heilige Vader.
Referenties naar alinea 175: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
176
291
291
De beperking in de Instructie Verbi Sponsa [6405|(17)] “Er moet op gewezen worden dat de norm van c.665, §1, over het verblijven buiten het instituut, niet geldt voor slotzusters.” Verbi Sponsa, n. 17, §2. [[6405|(17)]] is ingetrokken; om een goede reden kan de Hogere Overste, volgens de norm van c.665, §1 CIC [30|665], met instemming van haar Raad, en na het advies van de diocesane Bisschop of de bevoegde religieuze Ordinaris ingewonnen te hebben, aan een plechtig geprofeste zuster absentie toestaan voor een periode van ten hoogste een jaar.
Referenties naar alinea 176: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
177
291
291
In afwijking van c.686, §2 CIC [30|686], kan de Hogere Overste, met toestemming van haar Raad, aan een moniale die plechtige geloften heeft afgelegd, een indult van exclaustratie verlenen voor de duur van maximaal één jaar, met de toestemming van de Ordinaris van de plaats waar de zuster zal verblijven, en na het advies van de diocesane Bisschop of van de bevoegde religieuze Ordinaris te hebben ontvangen. Afwijking goedgekeurd in.. Afwijking goedgekeurd in specifieke vorm door de Heilige Vader.
Referenties naar alinea 177: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
178
291
291
In afwijking van c.686, §2 CIC [30|686], kan de Presidente van de Federatie aan een moniale met plechtige geloften van een klooster van de Federatie een verlenging van het indult tot exclaustratie toestaan met de instemming van haar Raad, voor een periode van niet meer dan twee jaar. Afwijking goedgekeurd in.. Afwijking goedgekeurd in specifieke vorm door de Heilige Vader.
Referenties naar alinea 178: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
179
Voor deze verlenging moet de Presidente van de Federatie, vooraleer zij de zaak voorlegt aan de Federale Raad:
- het schriftelijk advies inwinnen van de Overste van de plechtig geprofeste moniale die om de verlenging van het indult vraagt,
- die het met de raad van het klooster collegiaal heeft overlegd,
- met de voorafgaande toestemming van de plaatselijke Ordinaris van de plaats waar de zuster zal wonen,
- en na het advies te hebben ingewonnen van de diocesane Bisschop of van de bevoegde religieuze Ordinaris.
Referenties naar alinea 179: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
180
Elke verdere verlenging van het indult tot exclaustratie is uitsluitend voorbehouden aan de Heilige Stoel. vgl: §1 [[[30|686]]]
Referenties naar alinea 180: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
181
Tijdens de canonieke visitatie dienen de Visitatoren na te gaan of alle elementen die eigen zijn aan het contemplatieve leven zoals beschreven in de Constitutie Vultum Dei Quaerere [6395] vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|12-35]]] in acht worden genomen, met bijzondere aandacht voor het aspect van de afzondering van de wereld.
Referenties naar alinea 181: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
182
De Kerk, die de roeping van de monialen zeer hoog acht, bemoedigt de monialen om de geest en de discipline van het slot getrouw en met verantwoordelijkheidszin te beleven, om in de gemeenschap een vruchtbare en integrale oriëntatie op de contemplatie van de Ene en Drie-Ene God te bevorderen.
Referenties naar alinea 182: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Pauselijk Slot
183
Het pauselijk slot, in 1298 door Bonifatius VIII ingesteld, krijgt vorm “in overeenstemming met de normen zoals die door de Apostolische Stoel zijn gegeven” §3 [[30|667]] en het sluit externe werken van het apostolaat uit.
Referenties naar alinea 183: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
184
Terwijl Pius XII onderscheid maakte tussen groot en klein pauselijk slot, vgl: art. IV, n. 1-2 [[[3977]]] vgl: VI-X [[[5315]]] erkent de Codex slechts één type pauselijk slot, dat wordt onderhouden in de kloosters van monialen die volledig gewijd zijn aan het contemplatieve leven. vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|31]]]
Referenties naar alinea 184: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
185
Pauselijk slot voor monialen betekent de erkenning van de specificiteit van een volledig contemplatief leven dat, door de individuele ontwikkeling van de spiritualiteit van het huwelijk met Christus, een teken en realisatie wordt van de exclusieve vereniging van de Kerk-Bruid met haar Heer.
Referenties naar alinea 185: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
186
Een werkelijke afscheiding van de wereld, die vooral wordt gekenmerkt door stilte en eenzaamheid vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|33]]], drukt uit en beschermt de integriteit en de identiteit van een leven dat geheel contemplatief is, zodat het trouw kan blijven aan zijn specifieke charisma en aan de gave tradities van het Instituut.
Referenties naar alinea 186: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
187
Een volledig contemplatief leven moet, om als pauselijk slot beschouwd te worden, fundamenteel gericht zijn op de vereniging met God in contemplatie.
Referenties naar alinea 187: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
188
Een Instituut wordt beschouwd als een geheel contemplatief leven als:
- De leden alle activiteiten, zowel inwendig als uitwendig, richten op een intense en voortdurende zoektocht naar vereniging met God in het klooster en naar de contemplatie van zijn gelaat;
- Het externe werken en directe apostolische taken, en in normale omstandigheden, de fysieke deelname aan evenementen en bedieningen van de Kerk uitsluit. Deze deelname kan, en onder voorbehoud dat het Conventueel Kapittel erin toestemt, slechts bij bijzondere gelegenheden worden toegestaan door de diocesane Bisschop of door de religieuze Ordinaris van het klooster;
- de afscheiding van de wereld op radicale, concrete en effectieve wijze en niet louter symbolisch, wordt verwerkelijkt volgens de concrete wijzen die door het Conventueel Kapittel zijn vastgesteld, in overeenstemming met het universele en het eigen recht, in de lijn van het charisma van het Instituut.
Referenties naar alinea 188: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Normen betreffende het pauselijk slot
189
Gezien de verscheidenheid aan instituten die gewijd zijn aan een volledig contemplatief leven en hun tradities, worden bepaalde modaliteiten van scheiding van de wereld, overgelaten aan de Constituties of andere codices van het eigen recht van het Instituut die in aanvulling op wat is vastgelegd in deze Instructie, ook strengere regels met betrekking tot het slot kunnen vaststellen, overeenkomstig met het eigen charisma, die moeten worden goedgekeurd door de Apostolische Stoel.
Referenties naar alinea 189: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
190
De wetgeving omtrent het pauselijk slot strekt zich uit tot de woonruimten en tot alle binnen- en buitenruimten van het klooster die exclusief voorbehouden zijn aan de monialen en waarin de aanwezigheid van vreemden slechts kan worden toegelaten indien het noodzakelijk is.
Het moet een ruimte van stilte en inkeer zijn, gefaciliteerd door de afwezigheid van externe werken, waar het voortdurend zoeken naar het gelaat van God zich gemakkelijker kan ontwikkelen, volgens het charisma van het Instituut.
Het moet een ruimte van stilte en inkeer zijn, gefaciliteerd door de afwezigheid van externe werken, waar het voortdurend zoeken naar het gelaat van God zich gemakkelijker kan ontwikkelen, volgens het charisma van het Instituut.
Referenties naar alinea 190: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
191
De deelname van de gelovigen aan de liturgische vieringen in de kerk of het oratorium van het klooster of in de lectio divina staat niet toe dat de zusters buiten het pauselijk slot treden, noch dat de gelovigen in het koor van de monialen komen, behalve in bijzondere gevallen. Het oordeel hierover berust bij het Conventueel Kapittel.
Referenties naar alinea 191: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
192
Krachtens het recht betreffende het pauselijk slot moeten de monialen, novicen en postulanten leven binnen het slot van het klooster en is het hun niet toegestaan het klooster te verlaten, behalve in de door het recht voorziene gevallen; noch is het toegestaan dat iemand het slot van het klooster betreedt, behalve in de voorziene gevallen.
Referenties naar alinea 192: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
193
In kloosters met een volledig contemplatief leven wordt de wetgeving over de afscheiding van de wereld voor de buitenzusters van de wereld, indien deze voorzien is in de constituties of andere boeken van het eigen recht van het Instituut, bepaald door particulier recht.
Referenties naar alinea 193: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
194
Het verlenen van toestemming om het pauselijk slot te betreden en te verlaten vereist altijd een goede reden, ingegeven door de ware noodzaak van de individuele monialen of van het klooster: dit is vereist om de noodzakelijke voorwaarden voor een volledig contemplatief leven te beschermen en, van de kant van de monialen, consistent met hun roepingskeuze.
Referenties naar alinea 194: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
195
Waar het gewoonte is , kan het gebruik van het bijhouden van het in- en uitgaan in een boek worden bewaard, naar wijs oordeel van het Conventueel Kapittel, ook als een bijdrage aan de kennis van het leven en de geschiedenis van het klooster.
Referenties naar alinea 195: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
196
Het is aan de Hogere Overste van het klooster om toe te zien op de feitelijke toepassing van het slot, de concrete omstandigheden van afscheiding van de wereld te garanderen en binnen het klooster de liefde voor de stilte, de inkeer en het gebed te bevorderen.
Referenties naar alinea 196: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
197
Het is aan de Hogere Overste om over de opportuniteit van het in- en uitgaan van het pauselijk slot te oordelen, waarbij zij met voorzichtigheid en discretie de noodzaak ervan beoordeelt in het licht van de volledig contemplatieve roeping, zoals vastgelegd in de constituties of een andere tekst van het eigen recht en zoals voorgeschreven door deze Instructie.
Referenties naar alinea 197: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
198
De Hogere Overste van het klooster met pauselijk slot benoemt voor de dienst aan de poort een moniale met plechtige geloften; en zij geeft, indien het eigen recht niet voorziet in de aanwezigheid van buitenzusters, voor een bepaalde tijd aan een zuster de toestemming om de diensten van de buitenzusters te vervullen.
Referenties naar alinea 198: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
199
De gehele gemeenschap is verantwoordelijk en moreel verplicht tot bescherming, bevordering en naleving van het pauselijk slot, zodat secundaire of subjectieve motieven geen voorrang krijgen op het doel van deze vorm van afscheiding.
Referenties naar alinea 199: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
200
Het verlaten van het pauselijk slot, behalve met een bijzonder indult van de Heilige Stoel of in geval van gevaar, kan door de Hogere Overste worden toegestaan in gewone gevallen met betrekking tot de gezondheid van de monialen, het bijstaan van zieke zusters, deelname aan cursussen of bijeenkomsten in het kader van de initiële en permanente vorming die door de Federatie of door een ander klooster worden georganiseerd, de uitoefening van de burgerrechten, en die behoeften van het klooster waarin niet op een andere manier kan worden voorzien.
Referenties naar alinea 200: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
201
Om novicen of tijdelijk geprofeste zusters, indien nodig, uit te sturen om een deel van hun vorming in een ander klooster van het Instituut te genieten, alsook bij een tijdelijke of definitieve overgang naar andere kloosters van hetzelfde Instituut, moet de Hogere Overste haar instemming geven, na tussenkomst van de Raad of van het Conventueel Kapittel zoals in de Constituties of in een ander boek van het eigen recht is bepaald.
Referenties naar alinea 201: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
202
De toegang tot het pauselijk klooster is, buiten speciale indulten van de Heilige Stoel, toegestaan aan kardinalen, die iemand mee mogen nemen die hen vergezelt, aan de Nuntius en Apostolisch Gedelegeerden op plaatsen die onder hun jurisdictie vallen, aan Visitatoren tijdens de canonieke visitatie, aan de diocesane bisschop vgl: §4 [[[30|667]]] , aan de bevoegde religieuze Ordinaris, en aan andere personen naar het oordeel van de Hogere Overste en voor een goede reden.
Referenties naar alinea 202: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
203
Ook is, met toestemming van de Overste, het betreden van het pauselijk slot toegestaan:
- aan de priester om de sacramenten toe te dienen aan de zieken, om chronisch of ernstig zieke personen bij te staan, om voor hen soms de Mis te vieren, voor liturgische processies en begrafenissen;
- aan hen wier werk of vaardigheden nodig zijn om te zorgen voor de gezondheid van de monialen, voor hun vorming en om te voorzien in de behoeften van het klooster;
- aan aspiranten en monialen die langskomen, ook uit andere instituten van het contemplatieve leven.
Referenties naar alinea 203: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Het Slot omschreven in de Constituties
204
De kloosters die een activiteit ten voordele van het volk van God combineren met het contemplatieve leven of bredere vormen van gastvrijheid beoefenen in de traditie van hun eigen Instituut, nemen de bepalingen over hun slot op in de Constituties of in een ander boek van het eigen recht.
Referenties naar alinea 204: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Constitutioneel Slot
205
Het constitutioneel slot, dat in de Codex [30] het kleine pauselijk slot van Pius XII heeft vervangen, is een vorm van slot dat de monialen betreft die het contemplatieve leven leiden verenigd met “een legitiem werk van apostolaat of christelijke naastenliefde”. Perfectae Caritatis [[677|9]]
Referenties naar alinea 205: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
206
Met de naam constitutioneel slot wordt bedoeld dat gedeelte van het klooster dat van de buitenwereld is afgescheiden en dat minstens het gedeelte van het klooster en van de landbouwgronden of tuin moet omvatten dat exclusief aan de monialen is voorbehouden en waar slechts in noodgevallen mensen van buiten kunnen worden toegelaten. Het moet een ruimte van stilte en inkeer zijn, waar volgens het charisma van het Instituut de voortdurende zoektocht naar het gelaat van God zich kan ontwikkelen, rekening houdend met de werken van het apostolaat of de naastenliefde die door de monialen worden uitgeoefend.
Referenties naar alinea 206: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
207
Deze vorm van slot, “aangepast aan de eigen aard en vastgelegd in de constituties” §3 [[30|667]] wordt goedgekeurd door de Apostolische Stoel, die de Constituties of een ander wetboek van het eigen recht van het Instituut, goedkeurt.
Referenties naar alinea 207: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Monastiek Slot
208
Aan de uitdrukkingen pauselijk slot en constitutioneel slot, bekend van de Codex, voegde Johannes Paulus II in de post-synodale apostolische exhortatie Vita Consecrata [758] Vita Consecrata [[758|59]] een derde toe, het monastieke slot.
Referenties naar alinea 208: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
209
Vóór Vita Consecrata [758] werd deze uitdrukking gebruikt om het slot van de monniken vgl: §2 [[[30|667]]] te definiëren, strikter dan het slot dat alle religieuzen gemeen hebben vgl: §1 [[[30|667]]], maar minder streng dan het pauselijk slot en in een aantal opzichten vergelijkbaar met het constitutioneel slot van monialen.
Referenties naar alinea 209: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
210
Voor kloosters van contemplatieve monialen maakt het monastiek slot het mogelijk om, met behoud van het karakter van een striktere discipline dan de gewone, de primaire functie van goddelijke eredienst te verenigen met uitgebreidere vormen van ontvangst en gastvrijheid. vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|31]]]
Referenties naar alinea 210: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
211
Het monastiek slot, zoals het in de Constituties of in een ander boek van het eigen recht is vastgesteld, is een speciale uitdrukking van het constitutioneel slot.
Referenties naar alinea 211: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Voorschriften betreffende het Constitutioneel Slot
212
Het is de verantwoordelijkheid van de Hogere Overste van het klooster om, met instemming van haar Raad, de grenzen van het constitutioneel slot duidelijk vast te stellen, en om een goede reden te beperken of te wijzigen.
Referenties naar alinea 212: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
213
Krachtens de wet van het constitutioneel slot moeten de monialen, novicen en postulanten binnen het slot wonen en is het hun niet toegestaan het slot te verlaten, behalve in de gevallen voorzien door de wet, noch is het toegestaan dat iemand het slot van het klooster binnengaat buiten de voorziene gevallen en zonder de toestemming van de Overste.
Referenties naar alinea 213: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
214
De deelname van de gelovigen aan de liturgische vieringen in de kerk of in het klooster of de lectio divina in een andere geschikte plaats van het klooster, maakt het mogelijk dat de monialen buiten het constitutioneel slot gaan maar toch binnen het klooster blijven, terwijl de toegang van de gewone gelovigen tot het slotgedeelte van dit soort kloosters altijd verboden is.
Referenties naar alinea 214: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
215
Elke moniale is medeverantwoordelijk en moet, met grote achting voor stilte en eenzaamheid, ertoe bijdragen dat de uiterlijke regelingen van het constitutioneel slot de fundamentele innerlijke waarde waarborgen, waardoor het klooster een bron van geestelijk leven is, en getuigt van de aanwezigheid van God.
Referenties naar alinea 215: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
216
De Hogere Overste heeft het recht de volgende personen toe te laten binnen het constitutioneel slot:
- personen van wie de diensten voor de gemeenschap nodig zijn op spiritueel en materieel vlak en op het gebied van vorming
- monialen van andere gemeenschappen die op doorreis of in het klooster te gast zijn
- jonge vrouwen die hun roeping willen onderzoeken.
Referenties naar alinea 216: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
217
De Hogere Overste van het klooster kan om een goede reden het uitgaan uit het constitutioneel slot toestaan, rekening houdend met de aanwijzingen van deze Instructie.
Referenties naar alinea 217: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
218
De Hogere Overste van het klooster met constitutioneel slot benoemt monialen voor de dienst van portierster en voor de dienst in het gastenverblijf en kan sommige monialen toestaan om in de werken van het klooster te werken of in locaties buiten het klooster, en regelt de condities van hun verblijf buiten.
Referenties naar alinea 218: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk vier Vorming
219
Een moniale wordt lid van de gemeenschap van het klooster sui iuris met volledige rechten, en deelt in de geestelijke en stoffelijke goederen ervan, door het afleggen van plechtige geloften, haar vrije en definitieve antwoord op de roep van de Heilige Geest.
Referenties naar alinea 219: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
220
De kandidaten bereiden zich voor op de plechtige professie door de verschillende fasen van het monastieke leven door te maken, waarin zij een adequate vorming krijgen en, zij het op eigen wijze, deel uitmaken van de kloostergemeenschap.
Referenties naar alinea 220: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Algemene beginselen
221
Vorming in het contemplatieve monastieke leven is gebaseerd op een persoonlijke ontmoeting met de Heer. Het begint met Gods roepstem en de beslissing van een ieder om, naar haar eigen charisma, de voetstappen van Christus te volgen, als zijn leerling, onder de werking van de Heilige Geest.
Referenties naar alinea 221: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
222
Hoewel de verwerving van kennis belangrijk blijft, bestaat de vorming in het godgewijde leven, en in het bijzonder in het contemplatieve monastieke leven, vooral in de vereenzelviging met Christus. In feite gaat het om “de gang van groeiende identificatie met de houding van Christus tegenover de Vader” Vita Consecrata [[758|65]], tot het punt dat men met de heilige Paulus kan zeggen: “Voor mij is leven Christus” (Fil. 1, 21) [b:Fil. 1, 21].
Referenties naar alinea 222: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
223
Zowel de kandidaten als de monialen moeten er rekening mee houden dat het in het vormingsproces niet zozeer gaat om het verwerven van concepten, als wel om “het kennen van de liefde van Christus die alle kennis te boven gaat” (Ef. 3, 19) [b:Ef. 3, 19]. Dit alles zorgt ervoor dat het vormingsproces levenslang duurt en elke moniale altijd het gevoel heeft dat ze in vorming is.
Referenties naar alinea 223: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
224
Vorming als een voortdurend proces van groei en bekering waarbij de hele persoon betrokken is, moet de ontwikkeling van de menselijke, christelijke en monastieke dimensie van de kandidaten en monialen bevorderen, zodat het leven een profetie wordt.
Referenties naar alinea 224: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
225
De vorming tot het contemplatieve kloosterleven moet integraal zijn, d.w.z. rekening houden met de persoon als geheel, zodat zij haar eigen psychische, morele, affectieve en intellectuele gaven harmonieus ontwikkelt en actief betrokken raakt bij het gemeenschapsleven. Geen van deze dimensies van de persoon mag uitgesloten blijven van het bereik van de initiële of voortgezette vorming.
Referenties naar alinea 225: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
226
De contemplatieve monastieke vorming moet organisch, geleidelijk en coherent zijn in de verschillende fasen, aangezien ze bedoeld is om de ontwikkeling van de persoon te bevorderen op een harmonieuze en progressieve manier, met volledig respect voor de uniciteit van de persoon.
Referenties naar alinea 226: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
227
Zowel de kandidaten als de monialen zijn, door de inwerking van de Heilige Geest, de voornaamste actanten van hun vorming en zijn verantwoordelijk voor het opnemen en de verinnerlijking van alle waarden van het monastieke leven.
Referenties naar alinea 227: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
228
Daarom moet het vormingsproces aandacht hebben voor de uniciteit van elke zuster en voor het mysterie dat zij in zich draagt en voor haar bijzondere gaven, om haar groei te bevorderen door zelfkennis en het zoeken naar de wil van God.
Referenties naar alinea 228: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
229
Bij de initiële vorming is vooral de figuur van de Vormingsverantwoordelijke van belang. In feite, ook al is “God de Vader de Vormingsverantwoordelijke bij uitstek”, maakt Hij “in dit ambachtelijke werk gebruik van menselijke bemiddeling” onder wie de Vormingsverantwoordelijken, “wier belangrijkste missie is om de schoonheid van de sequela Christi te laten zien en de betekenis van het charisma waarin dit volgen zich voltrekt”. Vita Consecrata [[758|66]]
Referenties naar alinea 229: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
230
Het is de verantwoordelijkheid van het afzonderlijk klooster en van de Federatie om bijzondere aandacht te besteden aan de selectie van de vormingsverantwoordelijken en voor hun vorming te zorgen. vgl: art. 3, §3 [[[6395|41]]]
Referenties naar alinea 230: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Permanente vorming
231
Met permanente of voortgezette vorming bedoelen we de levenslange weg vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|661]]] , zowel persoonlijk als van de gemeenschap, “die moet leiden tot de gelijkvormigheid met de Heer Jezus en een zich eigen maken van zijn gevoelens in zijn totale zelfgave aan de Vader”. Vultum Dei Quaerere [[6395|13]] Het is dus een proces van voortdurende bekering van het hart, “een wezenlijke eis van religieuze toewijding” Vita Consecrata [[758|69]], en de behoefte aan creatieve trouw aan de eigen roeping. Permanente of voortgezette vorming is de humus van de initiële vorming. vgl: art. 3, §1 [[[6395|41]]]
Referenties naar alinea 231: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
232
Permanente vorming moet dan ook zowel in het plan voor het gemeenschapsleven als in het levensproject van elke moniale als een prioriteit worden beschouwd.
Referenties naar alinea 232: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
233
Het doel van de voortgezette vorming is het voeden en behouden van de trouw, zowel van de individuele moniale als van de gemeenschap, en het tot een goed einde brengen van wat in de initiële vorming is begonnen, zodat de godgewijde persoon haar eigen gave in de Kerk volledig tot uitdrukking kan brengen, volgens een specifiek charisma.
Referenties naar alinea 233: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
234
Kenmerkend voor deze fase in vergelijking met de andere is het ontbreken van nieuwe korte-termijndoelen, en dit kan een psychologische impact hebben: er is niets meer om op voor te bereiden, maar alleen een dagelijks leven om in het volle geschenk van zichzelf aan de Heer en de Kerk te leven.
Referenties naar alinea 234: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
235
De voortgezette vorming vindt plaats in de context van het dagelijks leven: in gebed en werk, in de wereld van de relaties, in het bijzonder in het zusterlijk samenleven in gemeenschap, en in de omgang met de buitenwereld, in overeenstemming met de contemplatieve roeping.
Referenties naar alinea 235: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
236
De voortgezette vorming cultiveert het geestelijke, leerstellige en professionele capaciteit, de actualisering en rijpheid van de contemplatieve moniale, opdat zij haar dienst aan het klooster, aan de Kerk en aan de wereld op een steeds passender manier kan verrichten, op de wijze van deze levensvorm en de aanwijzingen van de Apostolische Vultum Dei Quaerere [6395].
Referenties naar alinea 236: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
237
Elke zuster wordt aangemoedigd om verantwoordelijkheid te nemen voor haar eigen menselijke, christelijke en charismatische groei, doorheen het persoonlijke levensplan, de dialoog met de zusters van de monastieke gemeenschap, en in het bijzonder, met haar Hogere Overste, evenals door de geestelijke begeleiding en studies aangepast aan de overwegingen van de Richtlijnen voor Contemplatief Monastiek Leven [7272].
Referenties naar alinea 237: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
238
Elke gemeenschap wordt opgeroepen om, samen met het plan voor de gemeenschap, een systematisch en integraal permanent vormingsprogramma te ontwikkelen dat het hele wezen van de persoon omvat. vgl: Vita Consecrata [[[758|69]]] Dit programma moet worden gestructureerd rekening houdend met de verschillende levensfases vgl: Vita Consecrata [[[758|70]]] en met de verschillende diensten die worden uitgeoefend door monialen, in het bijzonder door oversten en vormingsverantwoordelijken. vgl: art. 3, §1 [[[6395|41]]] vgl: art. 7, §1 [[[6395|45]]]
Referenties naar alinea 238: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
239
De Hogere Overste bevordert de voortdurende vorming van de gemeenschap door het Conventueel Kapittel, de retraitedagen, de jaarlijkse geestelijke oefeningen, het delen van het Woord van God, periodieke herzieningen van het leven, gemeenschappelijke recreaties, studiedagen, de persoonlijke dialoog met de zusters, en zusterlijke ontmoetingen.
Referenties naar alinea 239: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
240
Het is de verantwoordelijkheid van de Hogere Overste en van elk lid van de gemeenschap om ervoor te zorgen dat het zusterlijk samenleven vormend is en een hulp voor elke zuster op haar weg naar de totale gelijkvormigheid met Christus, het uiteindelijke doel van het hele vormingsproces, vgl: Vita Consecrata [[[758|65]]] en om op elk moment van haar leven “het volle en vreugdevol toebehoren aan Christus” te openbaren. Vultum Dei Quaerere [[6395|13]]
Referenties naar alinea 240: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
241
Niettegenstaande het feit dat de normale plaats van voortdurende vorming haar eigen klooster is en dat het zusterlijke leven de vorming van de zusters moet bevorderen vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|14]]], is, om een adequatere voortgezette vorming te verzekeren, samenwerking tussen verschillende kloostergemeenschappen van harte aanbevolen, gebruik makend van de juiste communicatiemiddelen. vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|34]]]
Referenties naar alinea 241: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Instrumenten van Voortgezette Vorming
242
Het eerste instrument van de voortgezette vorming voor alle godgewijde personen, en meer nog voor de contemplatieven, is de zorg voor het gebedsleven: goed voorbereide en waardige liturgische vieringen, naar de mogelijkheid van de gemeenschap; trouw aan persoonlijke gebedsmomenten om die ruimte te garanderen waar men een intieme relatie met de Heer kan opbouwen; aandacht voor de relatie met het Woord, door persoonlijke lectio en, wanneer dat mogelijk is, gemeenschappelijke collatio. vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|24-27]]]
Referenties naar alinea 242: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
243
Zorg en aandacht voor het sacrament van verzoening en geestelijke leiding, aandacht voor de keuze van biechtvaders die in staat zijn om de weg van een gemeenschap van contemplatief leven te ondersteunen en te begeleiden met discretie, wijsheid en voorzichtigheid. vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|23]]]
Referenties naar alinea 243: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
244
De intellectuele vorming moet worden gewaarborgd door middel van een door de gemeenschap opgesteld plan, dat zoveel mogelijk rekening houdt met het culturele niveau van iedereen, zodat iedereen iets nuttigs kan verzamelen voor haar eigen weg.
Referenties naar alinea 244: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
245
Ook nuttig en belangrijk zijn de gemeenschappelijke vormingscursussen voor verschillende kloosters van dezelfde charismatische familie Vultum Dei Quaerere [[6395|14]], dus Federale of inter-federale cursussen, zonder te vergeten dat “vorming, vooral voortgezette vorming ... zijn humus vindt in de gemeenschap en in het dagelijks leven.” Vultum Dei Quaerere [[6395|14]]
Referenties naar alinea 245: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
246
Een klimaat van oprechte zusterlijke relaties, gekenmerkt door ware naastenliefde en goedheid, is van fundamenteel belang om elk lid van de gemeenschap een eigen ruimte voor leven en expressie te geven.
Referenties naar alinea 246: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
247
Het is de taak van elk van hen om de juiste balans te vinden in de zelfgave van het ik door werk, zodat het laatste als een serene en vreugdevolle dienst aan God en aan de gemeenschap kan worden beleefd. De gemeenschap is echter ook verantwoordelijk om ervoor te waken dat niemand overbelast is door bijzonder zware werken, die de energieën van lichaam en geest absorberen ten koste van het geestelijk leven. Werken als zodanig kan een manier zijn om iemands talenten goed te gebruiken en dus een hulp voor de uitdrukking van de schoonheid van de persoon; het wordt gevaarlijk als het wordt verabsoluteerd en de aandacht gevangen houdt ten nadele van de geest. vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|32]]]
Referenties naar alinea 247: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
248
De Ascetische middelen die bij de traditie van elke spiritualiteit horen, mogen niet worden verwaarloosd; als een manier om de instincten van de eigen natuur te beteugelen en ze te leiden naar dienstbaarheid aan het koninkrijk volgens hun eigen charisma. vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|35]]]
Referenties naar alinea 248: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
249
Ook gepaste informatie over wat er in de wereld gebeurt, is een belangrijk middel om het bewustzijn en de verantwoordelijkheid van iemands apostolische zending nieuw leven in te blazen; door communicatiemiddelen zorgvuldig en met wijsheid te gebruiken, zodat ze het contemplatieve leven niet schaden. vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|34]]]
Referenties naar alinea 249: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Initiële vorming
250
De initiële vorming is de bevoorrechte tijd waarin de zusters die kandidaat zijn voor het contemplatieve monastieke leven, met een speciale begeleiding van de vormingsverantwoordelijke en van de gemeenschap, in de sequela Christi worden geïnitieerd overeenkomstig het eigen charisma, en geleidelijk hun eigen persoonlijke gaven met de authentieke en karakteristieke waarden van hun roeping opnemen en integreren.
Referenties naar alinea 250: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
251
De initiële vorming, voorafgegaan door een aspirantentijd, is in drie opeenvolgende etappes gestructureerd: het postulaat, het noviciaat, en de tijd van de tijdelijke geloften of junioraat; etappes waarin de kandidaten groeien en rijpen tot de definitieve aanname van het monastieke leven in een bepaald Instituut.
Referenties naar alinea 251: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
252
Bij de initiële vorming is het van groot belang dat er tussen de verschillende fases harmonie en progressie van inhoud is. Het is evenzeer van belang dat er tussen de initiële vorming en de voortgezette of continue vorming continuïteit en samenhang is, zodat er in de persoon de bereidheid “om zich elke dag van het leven te laten vormen” ontstaat. Vita Consecrata [[758|69]] Ripartire da Cristo [[4135|(15)]]
Referenties naar alinea 252: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
253
Rekening houdend met het feit dat de persoonlijkheid zeer langzaam wordt opgebouwd, en dat de vorming moet trachten om “de houding van Christus ten opzichte van de Vader” Vita Consecrata [[758|65]] en de menselijke, christelijke en eigen charismatische waarden in het hart wortel te laten schieten, “moet er voldoende tijd worden uitgetrokken voor de eerste vorming” Vita Consecrata [[758|65]] , “niet minder dan negen jaar en niet meer dan twaalf”. Vultum Dei Quaerere [[6395|15]]
Referenties naar alinea 253: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
254
Gedurende deze tijd is “een sereen onderscheidingsvermogen vereist, vrij van alle bezorgdheid om het aantal en de doeltreffendheid” Ripartire da Cristo [[4135|(18)]] Bovendien moet in elk klooster bijzondere aandacht worden besteed aan de onderscheiding in het geestelijk leven en van de roeping; de begeleiding moet aangepast zijn aan de persoonlijkheid van de kandidate en er gestreefd worden naar een passend vormingstraject vgl: Vultum Dei Quaerere [[[6395|15]]]; en in het bijzonder moet men ervoor zorgdragen dat de vorming werkelijk integraal is – menselijk, christelijk en charismatisch – en alle dimensies van de persoon raakt.
Referenties naar alinea 254: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
255
De oprichting van internationale en multiculturele monastieke gemeenschappen toont de universaliteit van een charisma, maar het opnemen van roepingen die uit andere landen komen, moet het voorwerp zijn van adequaat onderscheidingsvermogen.
Referenties naar alinea 255: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
256
Een van de criteria om iemand aan te nemen is het vooruitzicht om in de toekomst het monastieke leven te verspreiden in bepaalde kerken waar deze vorm van navolging van Christus niet aanwezig is.
Referenties naar alinea 256: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
257
Het werven van kandidaten vanuit andere landen enkel en alleen terwille van het overleven van een klooster moet absoluut vermeden worden. vgl: art. 3, §6 [[[6395|41]]]
Referenties naar alinea 257: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
258
Elk klooster sui iuris is, vanaf het moment van zijn oprichting, de plaats voor het noviciaat en voor initiële, permanente en voortgezette vorming. vgl: art. 3, §5 [[[6395|41]]]
Referenties naar alinea 258: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
259
Indien tijdens een canonieke visitatie blijkt dat een bepaald klooster sui iuris geen vorming van goede kwaliteit kan bieden, moet de initiële vorming plaatsvinden in een ander klooster van de Federatie, of in de plaats van vorming die door diverse kloosters gedeeld wordt. vgl: art. 3, §7 [[[6395|41]]]
Referenties naar alinea 259: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
260
Een klooster dat is gesticht maar nog niet canoniek is opgericht, en een geaffilieerd klooster zijn alleen de plaats voor permanente en voortgaande vorming.
Referenties naar alinea 260: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
261
Een klooster dat is gesticht maar nog niet canoniek is opgericht, kan de plaats zijn voor het noviciaat en de initiële vorming, als aan de voorwaarden voor vorming die zijn uitgewerkt in deze Instructie, is voldaan.
Referenties naar alinea 261: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Kandidatuur (Aspirantschap)
262
Het aspirantschap wordt beschouwd als een eerste kennismaking van de kandidate met het klooster en van de kloostergemeenschap met de kandidate; ze omvat een reeks van contacten en meeleef-perioden met de gemeenschap, ook langere. De kennismakingsperiode kan ook nuttig zijn om in dit stadium eventuele leemten op te vullen op het pad van menselijke en religieuze vorming.
Referenties naar alinea 262: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
263
Het is de bevoegdheid van de Hogere Overste met haar Raad om, rekening houdend met elke individuele kandidate, de tijden vast te stellen en de manier waarop de aspirante die zal doorbrengen in de gemeenschap en buiten het klooster
Referenties naar alinea 263: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
264
De Heer Jezus leerde dat wie een belangrijke actie onderneemt zich eerst zorgvuldig moet afvragen of “er genoeg is voor de voltooiing ervan” (Lc. 14, 28) [b:Lc. 14, 28] Daarom moeten degenen die erover denken de weg van het contemplatieve leven te beginnen, een bepaalde tijd besteden om te overwegen of ze werkelijk hiervoor geschikt zijn, en om eerst persoonlijk de authenticiteit van hun roeping tot het contemplatieve monastieke leven te beproeven.
Referenties naar alinea 264: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
265
“Genoeg” hebben betekent: natuurlijke en psychologische gaven bezitten, een normale openheid voor anderen hebben, een psychisch evenwicht, een geest van geloof, en een vaste wil die het mogelijk maakt om de weg van het gemeenschapsleven te gaan, in onthouding, in gehoorzaamheid, in armoede, en in het slot.
Referenties naar alinea 265: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
266
Zonder deze eerste kwaliteiten kan men niet besluiten, noch van de kant van de aspirant, noch vanwege de ontvangende gemeenschap, dat er sprake is van een roeping tot het monastieke en contemplatieve leven. Daarom moet tijdens de eerste vorming, maar vooral tijdens de
Referenties naar alinea 266: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
267
Gedurende deze tijd wordt de aspirant door de overste toevertrouwd aan een plechtig geprofeste zuster, zodat ze kan worden vergezeld en begeleid in de keuze voor haar roeping.
Referenties naar alinea 267: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
268
Het aspirantschap dat ten minste twaalf maanden moet bedragen, kan verlengd worden indien de Hogere Overste, na raadpleging van de Raad, dit nodig oordeelt, maar mag nooit langer dan twee jaar duren.
Referenties naar alinea 268: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Postulantschap
269
Het postulaat is een noodzakelijke fase voor een goede voorbereiding op het noviciaat vgl: §2 [[[30|597]]], waarin de kandidaat haar vastberadenheid tot bekering verstevigt door een progressieve overgang van het seculiere leven naar het monastieke contemplatieve leven.
Referenties naar alinea 269: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
270
Gedurende deze tijd moet de postulante geleidelijk worden binnengevoerd in het proces van aanpassing aan de fundamentele elementen van het contemplatieve monastieke leven.
Referenties naar alinea 270: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
271
Het postulaat biedt een meer directe en concrete ervaring van het gemeenschapsleven volgens een specifiek charisma.
Referenties naar alinea 271: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
272
Alvorens een aspirant tot het postulaat toe te laten, moet men haar gezondheidstoestand onderzoeken, of ze voldoende volwassen is voor haar leeftijd, of ze een geschikt karakter heeft, of ze sociaal is, stevig staat in de christelijke leer en praktijk, of ze met een oprechte intentie naar het monastieke leven verlangt, en in alles het gelaat van God zoekt.
Referenties naar alinea 272: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
273
De postulante moet toevertrouwd worden aan de novicemeesteres of aan een plechtig geprofeste moniale die haar helpt over haar innerlijk leven te reflecteren, die kan onderscheiden of er een echte roeping is tot het contemplatieve monastieke leven, en voor wie de postulante zich met volledig vertrouwen kan openen.
Referenties naar alinea 273: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
274
De postulante zal zich, geholpen door de vormingsverantwoordelijke, vooral toeleggen op haar menselijke en spirituele vorming en haar doopverbintenis verdiepen.
Referenties naar alinea 274: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
275
Het postulaat heeft een minimale duur van twaalf maanden, die indien nodig kan worden verlengd door de Hogere Overste, haar Raad gehoord, maar die niet langer mag zijn dan twee jaar.
Referenties naar alinea 275: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
276
Tijdens deze periode leven de postulanten in het klooster en volgen het leven van de communiteit volgens de aanwijzingen van de vormingsverantwoordelijke en ze kunnen, terwijl ze geholpen worden om geschiktheid voor het monastieke leven te onderzoeken, studeren op bepaalde onderwerpen of een vak leren, al naar de behoeften van de communiteit, die door de Hogere Overste met haar Raad worden vastgesteld.
Referenties naar alinea 276: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Noviciaat
277
Het noviciaat is de tijd waarin de novice haar leven in een bepaald Instituut begint te leven; ze zet de onderscheiding van haar roeping voort en verdiept haar eigen beslissing om Jezus Christus te volgen in de Kerk en in de wereld van vandaag, volgens een bepaald charisma.
Referenties naar alinea 277: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
278
Het noviciaat is een proeftijd en heeft tot doel de kandidate meer bewust te maken van de roeping volgens een specifiek charisma, en na te gaan of zij echt en concreet in staat is om deze roeping met vreugde en edelmoedigheid te beleven, vooral met betrekking tot het zusterlijke leven in gemeenschap.
Referenties naar alinea 278: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
279
Het noviciaat in kloosters van monialen heeft een duur van twee jaar, waarvan het tweede het canonieke jaar is, volgens de bepalingen van c.648 CIC [30|648] betreffende afwezigheid.
Referenties naar alinea 279: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
280
Tijdens het noviciaat moet de novice in de eerste plaats haar vriendschap met Christus verdiepen, want zonder deze zal ze nooit in staat zijn om de beloften van zelfgave aan Hem aan te gaan en na te komen en te groeien in de kennis van het charisma dat ze geroepen is te beleven, waarbij ze zichzelf bevraagt of ze haar bestaan wil delen in een zusterlijk samenleven met de zusters die samen de kloostergemeenschap vormen.
Referenties naar alinea 280: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
281
De novice verkrijgt dit door het trouw onderhouden van de lectio divina, onder leiding van een deskundige zuster die weet hoe ze haar geest kan openen voor het begrip van de Schriften, geleid door de geschriften van de Kerkvaders en de geschriften en voorbeelden van het leven van hun stichters. Intiem contact met Christus moet noodzakelijkerwijs leiden tot een sterk sacramenteel leven en tot persoonlijk gebed, waar de novice moet worden ingeleid en waarvoor voldoende tijd moet worden gegeven.
Referenties naar alinea 281: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
282
Het persoonlijk gebed vindt zijn uitdrukking in het gemeenschappelijk liturgisch gebed, waaraan de novice haar beste krachten moet wijden. In deze sfeer van liefde voor Christus en gebed stelt de novice zich open voor de zusters, houdt van hen en leeft met hen in zusterschap.
Referenties naar alinea 282: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
283
De novice wordt door de vormingsverantwoordelijke begeleid om een authentieke toewijding te cultiveren aan de Maagd en Moeder van God, model en beschermvrouw van elk Godgewijd leven vgl: §4 [[[30|663]]], en om haar als voorbeeld te nemen van een Godgewijde vrouw.
Referenties naar alinea 283: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
284
Het spirituele bouwwerk kan niet worden gebouwd zonder menselijke fundamenten, dus moeten de novicen haar natuurlijk gaven en de morele opvoeding vervolmaken, en hun eigen persoonlijkheid te ontwikkelen, zich echt verantwoordelijk voelen voor hun eigen menselijke, christelijke en charismatische groei.
Referenties naar alinea 284: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Junioraat
285
In deze fase wordt men geheel ondergedompeld in het gemeenschapsleven, waarbij het doel is de capaciteit van de tijdelijke geprofeste te ervaren om een juist evenwicht te vinden tussen de verschillende dimensies van het contemplatieve kloosterleven (gebed, werk, zusterlijke relaties, studie, ...). Ze moet erin slagen om een eigen persoonlijke synthese van het charisma te creëren en het te incarneren in de verschillende situaties van het dagelijks leven.
Referenties naar alinea 285: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
286
Onverminderd de bepalingen van het universele recht omtrent een geldige en wettelijke professie van de tijdelijke geloften, is het junioraat de periode van initiële vorming vanaf de eerste professie van tijdelijke geloften tot aan de plechtige professie, waarin de tijdelijk geprofeste haar spirituele, leerstellige en praktische vorming voortzet, volgens het charisma en het eigen recht van het Instituut.
Referenties naar alinea 286: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
287
De tijdelijke geloften worden afgelegd voor een periode van drie jaar en jaarlijks verlengd tot het einde van de periode van vijf jaar, totdat de initiële vorming ten minste negen jaar heeft geduurd.
Referenties naar alinea 287: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
288
Als het opportuun lijkt, kan de tijd van de tijdelijke professie worden verlengd door de Overste, volgens het eigen recht en de norm van c.657, §2 CIC [30|657], mits de termijn van twaalf jaar initiële vorming niet wordt overschreden.
Referenties naar alinea 288: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
289
In elke monastieke gemeenschap zal het traject voor initiële en voortgezette of permanente vorming, evenals de vorming van de Overste van de kloosters vgl: art. 7, §1 [[[6395|45]]], van de vormingsverantwoordelijken vgl: art. 3, §3 en §4 [[[6395|41]]] en van de financiële beheerders, worden aangepast aan het charisma en het eigen recht van het Instituut, met inachtneming van de Richtlijnen [7272] zoals die gepubliceerd zijn door de Congregatie voor de Instituten van het Godgewijd Leven en de Sociëteiten van Apostolisch Leven [d:118], in overeenstemming met deze Instructie.
Referenties naar alinea 289: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk vijf Slotbepalingen
290
Deze huidige Instructie heeft niet alleen betrekking op toekomstige zaken vgl: Codex Iuris Canonici [[[30|9]]] maar is vanaf het moment van haar publicatie heden van toepassing op alle monialenkloosters van de Latijnse ritus.
De bepalingen van de Apostolische Constitutie Vultum Dei Quaerere [6395] voor alle kloosters betreffende de verplichting om tot een Federatie van kloosters toe te treden, gelden ook voor andere verbanden zoals een Associatie van kloosters of een Conferentie van kloosters.
Deze verplichting geldt ook voor kloosters die geassocieerd zijn aan een mannelijk instituut of verenigd zijn in een autonome kloostercongregatie.
Afzonderlijke kloosters dienen hieraan te voldoen binnen één jaar na publicatie van deze Instructie, tenzij ze op wettige wijze dispensatie hebben verkregen.
Als de tijd verstreken is, zal dit Dicasterie kloosters toewijzen aan Federaties of aan andere bestaande structuren van gemeenschap.
De beslissingen die deze Congregatie voor de Instituten van het Godgewijd Leven en de Sociëteiten van Apostolisch Leven [d:118], na de benodigde raadplegingen en voorbesprekingen, tijdens het Congresso van het Dicasterie, zal nemen ten aanzien van een monialenklooster betreffende de instelling van een Apostolische Visitatie, de benoeming van een Apostolisch Commissaris, het suspenderen van de autonomie of het opheffen van een klooster, zullen maandelijks ter goedkeuring aan de Paus in forma specifica worden voorgelegd.
De bepalingen van de Apostolische Constitutie Vultum Dei Quaerere [6395] voor alle kloosters betreffende de verplichting om tot een Federatie van kloosters toe te treden, gelden ook voor andere verbanden zoals een Associatie van kloosters of een Conferentie van kloosters.
Deze verplichting geldt ook voor kloosters die geassocieerd zijn aan een mannelijk instituut of verenigd zijn in een autonome kloostercongregatie.
Afzonderlijke kloosters dienen hieraan te voldoen binnen één jaar na publicatie van deze Instructie, tenzij ze op wettige wijze dispensatie hebben verkregen.
Als de tijd verstreken is, zal dit Dicasterie kloosters toewijzen aan Federaties of aan andere bestaande structuren van gemeenschap.
De beslissingen die deze Congregatie voor de Instituten van het Godgewijd Leven en de Sociëteiten van Apostolisch Leven [d:118], na de benodigde raadplegingen en voorbesprekingen, tijdens het Congresso van het Dicasterie, zal nemen ten aanzien van een monialenklooster betreffende de instelling van een Apostolische Visitatie, de benoeming van een Apostolisch Commissaris, het suspenderen van de autonomie of het opheffen van een klooster, zullen maandelijks ter goedkeuring aan de Paus in forma specifica worden voorgelegd.
Referenties naar alinea 290: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Hoofdstuk zes Conclusie
291
Met deze Instructie wil dit Dicasterie de hoge waardering van de Kerk voor het contemplatieve monastieke leven en haar eenzaamheid bevestigen om de authenticiteit van deze unieke vorm van de sequela Christi te waarborgen.
Op 25 maart 2018 heeft de Heilige Vader zijn goedkeuring gegeven aan dit document van de Congregatie voor de Instituten van Godgewijd Leven en de Sociëteiten van Apostolisch Leven en heeft toestemming gegeven voor de publicatie ervan.
Op dezelfde datum keurt de Heilige Vader deze Instructie in specifieke vorm goed:
• nrs.52, 81d en 108 [al:52.81.108], in afwijking van c.638, §4 CIC [30|638]
• nr.83 g) [al:83], in afwijking van c.667, §4 CIC [30|667]
• nr.111 [al:111], in afwijking van c.628, §2, 1° CIC [30|628]
• nr.130 [al:130], in afwijking van c.686, §2 CIC [30|686]
• nr.174 en 175 [al:174.175], in afwijking van c.667, §4 CIC [30|667]
• nr.176 [al:176], waarmee de beperking van Verbi Sponsa nr.17, §2 [6405|(17)], wordt opgeheven
• nr.177 en 178 [al:177.178], in afwijking van c.686, §2 CIC [30|686]
• Slotbepalingen
Op 25 maart 2018 heeft de Heilige Vader zijn goedkeuring gegeven aan dit document van de Congregatie voor de Instituten van Godgewijd Leven en de Sociëteiten van Apostolisch Leven en heeft toestemming gegeven voor de publicatie ervan.
Op dezelfde datum keurt de Heilige Vader deze Instructie in specifieke vorm goed:
• nrs.52, 81d en 108 [al:52.81.108], in afwijking van c.638, §4 CIC [30|638]
• nr.83 g) [al:83], in afwijking van c.667, §4 CIC [30|667]
• nr.111 [al:111], in afwijking van c.628, §2, 1° CIC [30|628]
• nr.130 [al:130], in afwijking van c.686, §2 CIC [30|686]
• nr.174 en 175 [al:174.175], in afwijking van c.667, §4 CIC [30|667]
• nr.176 [al:176], waarmee de beperking van Verbi Sponsa nr.17, §2 [6405|(17)], wordt opgeheven
• nr.177 en 178 [al:177.178], in afwijking van c.686, §2 CIC [30|686]
• Slotbepalingen
Referenties naar alinea 291: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
291a
Gegeven in het Vaticaan, 1 april 2018
Hoogfeest van de Verrijzenis van de Heer
João Braz kardinaal De Aviz
Prefect
+ José Rodriguez Carballo, O.F.M.
Aartsbisschop
Secretaris
Referenties naar alinea 291a: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/6945-cor-orans-nl